Terug
Gepubliceerd op 03/10/2022

2022_CBS_07863 - Omgevingsvergunning - OMV_2022085523. Juul Persijnstraat 7. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 30/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Verontschuldigd

Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07863 - Omgevingsvergunning - OMV_2022085523. Juul Persijnstraat 7. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_07863 - Omgevingsvergunning - OMV_2022085523. Juul Persijnstraat 7. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022085523

Gegevens van de aanvrager:

Hendrik en Gitta Meyvis - Peeters met als adres Juul Persijnstraat 7 te 2050 Antwerpen

Ligging van het project:

Juul Persijnstraat 7 te 2050 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 13 sectie N nr. 908X6

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/08/1952: toelating (18#29630) voor een woning.

 

Vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning (wonen);

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder zadeldak;
  • kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 6,5 en 10 m;
  • bouwdiepte circa 9 m;
  • dakkapel in het achterste dakvlak;

-          gevelafwerking:

  • rode ruwe gevelsteen met raam- en deuromlijsting in witte kunststeen;
  • arduinen plint en dorpels;
  • houten kroonlijst, dak in rode gebakken pannen;

-          inrichting:

  • berging op zolder.

 

Bestaande toestand

-          functie, aantal wooneenheden en bouwvolume conform vergunde toestand;

-          gevelafwerking:

  • ramen in wit geschilderd hout, voordeur in natuurkleur aluminium.

 

Nieuwe toestand

-          functie en aantal wooneenheden conform vergunde toestand;

-          bouwvolume:

  • uitbouw tegen de linkerperceelgrens (benedenverdieping) tot een bouwdiepte van circa 12 m;
  • zolderverdieping met dakuitbouw (achterzijde perceel);
  • aantal bouwlagen en bouwdiepte hoofdvolume ongewijzigd; 

-          gevelafwerking:

  • vernieuwd buitenschrijnwerk in antraciet aluminium;
  • vernieuwd voordeurportaal met afbraak van de natuursteenomlijsting;
  • witte crepi en bruin houten thermowood gevelafwerking op buitenisolatie tegen de achtergevel op een betonplint;
  • dakuitbouw achteraan in zink;

-          inrichting:

  • nieuwe terrasverharding in de achtertuin van circa 21 m²;
  • inrichten van een slaap- en badkamer onder het dak.


Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van het bouwvolume:

  • uitbouw op de gelijkvloerse verdieping (linkerzijde perceel);
  • dakuitbouw aan de tuinzijde;

-          doorvoeren van constructieve wijzigingen (intern en achtergevel);

-          wijzigen van de gevels;

-          mogelijke wijzigingen aan de functie, het aantal wooneenheden en de bouwhoogte maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer III overdrukt is.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht en artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:
    de grootte van de deuropening (breedte en hoogte) en de detaillering ervan zijn niet afgestemd op de architectuur van de gevel en op het homogene straatbeeld.

de voorgestelde dakuitbouw heeft dimensies die niet kenmerkend zijn in de omgeving;

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    de natuurstenen voordeuromlijsting, die zeer kenmerkend is in het straatbeeld, wordt verwijderd. Ook is de gevelopening van de nieuwe voordeur niet afgestemd op de bestaande traveemaat;
  • artikel 15 In- en uitsprongen aan daken:
    de dakuitbouw aan de achterzijde bevindt op minder dan 60 cm van de perceelgrenzen en heeft afmetingen die niet in verhouding zijn tot het totale dakvlak. Ook wijkt de tekening op gevel en snede dermate van elkaar af, dat niet duidelijk is of de schuine dakvorm voldoende herkenbaar blijft;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    op het grondplan van het gelijkvloers is te zien dat de linkerscheidingsmuur op het gelijkvloers niet in lijn ligt met de bestaande scheidingsmuur aan die zijde: de afwerkings- en isolatielaag wordt geheel op eigen perceel gerealiseerd, tegen de aangrenzende scheidingsmuur. Dit is technisch niet uitvoerbaar. Bovendien staat op de snedetekening dat de gelijkvloerse uitbouw wordt opgericht in houtskelet, terwijl op de plannen metselwerk ingetekend staat. Het is bijgevolg niet ondubbelzinnig duidelijk of de nieuwe linkerscheidingsmuur voldoet aan de voorschriften.

Het is niet duidelijk of er ter hoogte van de linkerscheidingsmuur aan het dak van de gelijkvloerse uitbouw een dakopstand van minstens 30 cm is gerealiseerd boven de substraatlaag;

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Voorliggende aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

De bestaande 2 bouwlagen hoge hoofdbouw onder zadeldak wordt uitgebreid met een gelijkvloerse achterbouw tegen de linker perceelgrens en een dakuitbouw in het achterste dakdeel.

De gelijkvloerse uitbouw behoudt voldoende buitenruimte en vormt geen hinder voor privacy of bezonning, waardoor deze gunstig kan worden beoordeeld. De voorgestelde dakuitbouw is echter strijdig met artikel 6, 10 en 15 van de bouwcode. De voorgestelde afmetingen zijn niet kenmerkend in de omgeving en staan niet in verhouding tot het totale dakvlak. De dakuitbouw blijft niet op minstens 60 cm van de perceelgrenzen en vanwege conflicterende informatie op de verschillende plannen is het niet geheel duidelijk of de schuine dakvorm na uitvoering van de werken voldoende herkenbaar blijft. Het huidige voorstel voor de dakuitbouw komt dan ook niet in aanmerking voor vergunning en wordt uitgesloten uit de aanvraag. Dit wordt aangeduid op de plannen in rood.

 

Visueel-vormelijke elementen

In de voorgevel wordt het oorspronkelijke wit houten buitenschrijnwerk vervangen door antraciet aluminium met een nieuwe indeling. Ook het voordeurportaal wordt volledig vernieuwd. De omlijstingen in witte kunststeen worden verwijderd, de gevelopening wordt vergroot en ingevuld met een nieuw raam- en deurgeheel in antraciet aluminium. De wijzigingen ter hoogte van de voordeur zijn strijdig met artikel 6 en 11 van de bouwcode. De natuurstenen voordeuromlijsting, die zeer kenmerkend is in het straatbeeld, wordt verwijderd en de nieuwe gevelopening is onvoldoende afgestemd op de bestaande traveemaat. Als voorwaarde voor vergunning wordt dan ook opgelegd de gevelopening van de voordeur uit te lijnen op deze van het bovenliggende en naastliggende raam (hoogte- en breedtemaat) en deze te voorzien van een omlijsting overeenkomstig de omlijsting rond de raamopeningen.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Door de dakkapel uit te sluiten is de zolderruimte te laag om in te richten met verblijfsruimten. Verblijfsruimten in de zolder worden dan ook uitgesloten van vergunning.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 34 van de bouwcode. Op het grondplan van het gelijkvloers is te zien dat de linker scheidingsmuur op het gelijkvloers niet in lijn ligt met de bestaande scheidingsmuur aan die zijde: de afwerkings- en isolatielaag wordt geheel op eigen perceel gerealiseerd, tegen de aangrenzende scheidingsmuur. Dit is technisch niet uitvoerbaar. Bovendien staat op de snedetekening dat de gelijkvloerse uitbouw wordt opgericht in houtskelet, terwijl op de plannen metselwerk ingetekend staat. Het is bijgevolg niet ondubbelzinnig duidelijk of de nieuwe linkerscheidingsmuur voldoet aan de voorschriften. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd de linkerscheidingsmuur zo op te richten dat deze als enkelvoudige of ontkoppelde scheidingsmuur dienst kan doen, waarbij bijkomende (thermische) isolatie met afwerking over de perceelgrens aangebracht wordt.

 

Ook is het niet duidelijk of er ter hoogte van de linkerscheidingsmuur aan het dak van de gelijkvloerse uitbouw een dakopstand van minstens 30 cm is gerealiseerd boven de substraatlaag. Dit is belangrijk in functie van het voorkomen van brandoverslag. Deze 30 cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuur minder dik uit te voeren of het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt of indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.
Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden. Een verhoging van de scheimuur is eveneens een oplossing. Echter maakt dit het voorwerp uit van een nieuwe bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsaanvraag moet worden ingediend.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak van de gelijkvloerse uitbouw wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm OF de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1).

3. De gevelopening van de voordeur uit te lijnen op deze van het naastliggende en bovenliggende raam (hoogte- en breedtemaat) en te voorzien van een omlijsting conform de omlijsting van de raamopeningen.

4. De dakuitbouw aan de achterzijde wordt uitgesloten van vergunning (zie aanduidingen in ROOD op de plannen). Bijgevolg kunnen er geen verblijfsruimten (zoals een slaapkamer) ingericht worden in de zolderverdieping.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

9 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

8 oktober 2022

Verslag GOA

21 september 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak van de gelijkvloerse uitbouw wordt een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm OF de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1).

3. De gevelopening van de voordeur uit te lijnen op deze van het naastliggende en bovenliggende raam (hoogte- en breedtemaat) en te voorzien van een omlijsting conform de omlijsting van de raamopeningen.

4. De dakuitbouw aan de achterzijde wordt uitgesloten van vergunning (zie aanduidingen in ROOD op de plannen). Bijgevolg kunnen er geen verblijfsruimten (zoals een slaapkamer) ingericht worden in de zolderverdieping.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.