Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022088331 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Michelle Engelstein met als adres Antoon van Dyckstraat 70 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Bredabaan 473 te 2170 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 40 sectie C nrs. 296T11, 296F21 en 296E21 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | een functiewijziging en het vermeerderen van het aantal wooneenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 26/08/2021: proces-verbaal (11002_2021_14604) Werken uitvoeren, wijzigen aantal woongelegenheden en hoofdfunctiewijziging;
- 30/01/1992: vergunning (1974#273) voor verbouwing handelsgebouw (winkel) - 6.11.1991;
- 14/12/1987: vergunning (1987885) het uitbreiden winkelruimte;
- 31/05/1979: vergunning (19797045 / 103#2944) voor Kleine verbouwingswerken aan bestaande woning;
- 22/02/1979: vergunning (19797025 / 103#2924) voor Binnen en gevelverbouwing aan bestaande woning, gelijkvloers;
- 11/06/1969: vergunning (19697072) voor Veranderingswerken;
- 09/05/1967: vergunning (19677048 / 1974#5626) voor een Schuin dak vervangen door tweede verdieping;
- 18/02/1957: vergunning (103#5709) veranderingen aan de winkelpui.
Vergunde toestand
- Functie Bredabaan 473 en Barnkrachtstraat 3: 2 gelijkvloerse handelsruimte met op de eerste en tweede verdieping bijhorende magazijnen en 2 wooneenheden;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- functie: gelijkvloerse reca-zaak en 4 wooneenheden;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
buitenschrijnwerk in donkerkleurig aluminium met nieuwe indeling, waarbij de geboogde bovenzijde van de verdiepingsramen in de Bredabaan 471 recht werden getrokken;
Nieuwe toestand
- functie: gelijkvloerse reca-zaak met 4 bovenliggende wooneenheden;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 4;
- de gelijkvloerse functiewijziging van detailhandel naar reca;
- het wijzigen van detailhandel (magazijnen horende bij winkel) naar wonen op de verdiepingen;
- het omvormen van het zadeldak naar een extra verdieping met plat dak ter hoogte van de Bredabaan nr 471;
- het gedeeltelijk slopen van het bouwvolume en ontpitten van het terrein;
- het wijzigingen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 17 augustus 2022 | 9 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 17 augustus 2022 | 2 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 17 augustus 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 17 augustus 2022 | 26 augustus 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 17 augustus 2022 | 13 september 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 17 augustus 2022 | 29 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 17 augustus 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):
artikel 19 van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijking van de voorschriften
Er is geen aanleiding om af te wijken van de voorschriften met uitzondering van artikel 27, zoals verder in het verslag beargumenteerd wordt.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet een gelijkvloerse functiewijziging van detailhandel naar reca. Er werd hieromtrent advies gevraagd aan de stedelijke dienst Ondernemen en stadmarketing/ Business en innovatie. Dit advies luidt het volgende:
Het betreft hier een verbouwing van een meergezinswoning met een recafunctie op het gelijkvloers.
De site is gelegen in een lokaal kernwinkelgebied Merksem Bredabaan zoals voorzien in de beleidsnota detailhandel. De zone A3 omvat de belangrijkste straatdelen van de kernwinkelgebieden die voornamelijk lokaal verzorgend zijn, maar soms ook een bovenlokale aantrekkingskracht hebben (zoals Abdijstraat, Bist en Handelstraat). In die straatdelen is er ook een hoger percentage aan ketenfilialen. Het is de ambitie van de stad om die bovenlokale aantrekkingskracht te behouden en te versterken door in te zetten op bepaalde thema’s of op een specifiek aanbod. Sterke lokale kernen zijn belangrijk om koopvlucht naar randgemeenten tegen te gaan. De stad kan er met goed uitgeruste lokale kernwinkelgebieden ook voor zorgen dat er genoeg aanbod bereikbaar is voor de bewoners. Belangrijk is wel dat in deze zone de functiewijziging van commerciële ruimte naar gelijkvloers wonen niet is toegelaten. Mogelijk is voor de reca-functie ook een horecavergunning vereist.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt voegen we hieraan toe dat de gelijkvloerse reca-functie zich inpast in dit gedeelte van de Bredabaan, waar gelijkvloerse reca -en handelfuncties kenmerkend zijn. Deze functiewijziging is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Op de verdieping wordt de zone met magazijnen horende bij de detailhandel gewijzigd naar wonen. Dit is in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties op de eerste verdieping in de Bredabaan en hiermee stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Dit deel van de Bredabaan kenmerkt zich door gevels bestaande uit 3 of 4 bouwlagen onder een plat dak. De plannen voorzien het vervangen van het hellend dak van de Bredabaan 471 door een volwaardige 2de bouwlaag met de kroonlijsthoogte aansluitend op de kroonlijsthoogte van zowel de linker als rechter aanpaler. Deze volume-uitbreiding is vervolgens stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Het terrein heeft een totale oppervlakte van circa 166m². Er wordt een open ruimte voorzien met een oppervlakte van circa 18 m². Hiermee voldoet de aanvraag niet aan artikel 27 van de bouwcode welke oplegt om bij een functiewijziging ten minste 20% van de oppervlakte van het perceel op het niveau van het maaiveld onbebouwd te voorzien. Die open ruimte is belangrijk om de leefbaarheid in dense omgeving te waarborgen. Wegens de ligging van het perceel in de hoek van dit bouwblok en de configuratie van de bebouwing kan echter ingestemd worden met een lager percentage aan open ruimte van circa 13%.
Visueel-vormelijke elementen
De wijzigingen aan de voorgevel van Barnkrachtstraat 3 beperken zich tot het aanpassen van de gelijkvloerse gevelpui in blauwe hardsteen met witte crepi en een gewijzigde raamindeling. Ter hoogte van de eerste en tweede verdieping wordt de gevel afgewerkt in beige baksteen met zwart houten schrijnwerk en een gewijzigde raamindeling. De Barnkrachtstraat kenmerkt zich met een variëteit aan gevels bestaande uit gevelmetselwerk, pleisterwerk en natuurstenen accenten. Deze voorgestelde gevelwijzigingen passen zich vervolgens in in dit straatbeeld.
De gelijkvloerse gevelpui van Bredabaan 473 (hoekpand) wordt voorzien in deels blauwe hardsteen en witte crepi met hierboven een gevel in beige gevelsteen. Het schrijnwerk wordt voorzien in zwart aluminium en heeft een gewijzigde indeling. Dit gedeelte van de Bredabaan kenmerkt zich met gevels bestaande uit gevelmetselwerk in oranje en beige tinten. De gelijkvloerse gevelpuien worden telkens in een andere materialisatie geaccentueerd. De voorgestelde gevelwijzigingen passen zich in dit straatbeeld in.
De gelijkvloerse gevelpui ter hoogte van Bredabaan 473 trekt zich verder door ter hoogte van Bredabaan 471 en is, zoals hierboven gemotiveerd, inpasbaar in het straatbeeld. De gevel ter hoogte van de verdiepingen wordt in een zwart geschilderde baksteen met zwart aluminium schrijnwerk voorzien. Om stedelijke opwarming tegen te gaan moeten gevels voorzien worden in een lichte kleurstelling en inpasbaar zijn in het referentiebeeld. Daarom wordt bij een vergunning in voorwaarden opgelegd om de gevel ter hoogte van de verdiepingen te ontdoen van de verf en terug te keren naar de oorspronkelijke baksteen of te voorzien in een beige gevelsteen, aansluitend aan het hoekpand huisnummer 473.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 18 van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid. Dit artikel zegt dat niveauverschillen tot en met 18 cm minstens met een helling overbrugd moeten worden. Ter hoogte van de toegang van de gelijkvloerse reca-functie is er een hoogteverschil van 17 cm aanwezig. In voorwaarde bij een vergunning dient te worden opgelegd dat er inpandig op de gelijkvloerse verdieping een helling voorzien moet worden die voldoet aan artikel 19 van de verordening toegankelijkheid.
De aanvraag wijkt af van artikel 6 van de bouwcode. Dit artikel legt op dat de aard en grootte van de functie, de typologie en schaal van een project moet worden afgetoetst aan de draagkracht van de omgeving en dit voor alle delen van de constructie. Verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. De aanvraag voorziet het vermeerderen van het aantal wooneenheden van 2 naar 4 wooneenheden. Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggende project in appartement 2 en 4, waardoor deze woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden. Ook appartementen 1 en 3 beschikken door hun gestapelde configuratie en de vele interne circulatie over weinig kwalitatieve en erg versnipperde ruimtes die weinig woonkwaliteit bieden. We kunnen concluderen dat door het vermeerderen van woongelegenheden de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt en tegelijkertijd het woongenot daalt. Verder verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden. Omwille van deze reden dient de aanvraag geweigerd te worden.
De plannen voorzien op de 2de verdieping een terras ter hoogte van de achterste perceelsgrens. Dit terras genereert bijkomende onaanvaardbare hinder ten opzichte van het eigen perceel, maar ook ten opzichte van de aanpalers. Het aanvaardbare bouwvolume wordt hierdoor overschreden waarmee de aanvraag afwijkt van artikel 10 van de bouwcode. Het voorzien van dit terras dient bij een vergunning uitgesloten te worden.
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen bij een vergunning geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
De bijgevoegde brandvoorzorgmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van [2] parkeerplaatsen.
Gezien de beperkte oppervlakte van de recazaak is de parkeerbehoefte hiervoor 0. De aanwezigheid van 2 extra wooneenheden waarvoor het totaal niet boven de 5 wooneenheden reikt, zorgt voor een parkeerbehoefte van 2.
|
De plannen voorzien in [0] nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden geen nieuwe parkeerplaatsen gerealiseerd.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt [0].
In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden: Dit perceel betreft een hoekperceel. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan [2] – [0] = [2].
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt [2] – [0] = [2]. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor [0] parkeerplaatsen.
Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan [2] – [0] = [2].
|
Fietsvoorzieningen
Voor dit project dienen 6 extra overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. De ingetekende fietsenstalling voldoet niet aan de bepalingen conform artikel 29 van de bouwcode. De tussenafstand tussen de fietsen is onvoldoende en de oppervlakte is te klein in verhouding tot het aantal fietsen. Voor de toegangsdeur tot fietsparkeerplaatsen vragen we een minimumbreedte van 1 meter. Bij een vergunning dient te worden opgelegd dat de toegangsdeur een minimum vrije doorgangsbreedte dient te hebben van 1m en dat de oppervlakte van die fietsenstalplaats dient te voldoen conform de bepalingen van artikel 29 van de bouwcode.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 17 augustus 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 oktober 2022 |
Verslag GOA | 22 september 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.