Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022060718 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Jeffrey Thys met als adres Frilinglei 144 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: | Schriek 227 te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nrs. 15G en 17P6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning, aanleggen van een zwembad met poolhouse, slopen van een remise en vellen van bomen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/11/2018: weigering (20181127) voor het optrekken van 4 nieuwe eengezinswoningen.
Vergunde/vergund geachte & huidige toestand
- functie:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van aanwezige remise/hoevegebouw;
- vellen van 10 bomen;
- nieuw bouwen van een eengezinswoning, met zwembad en poolhouse;
- oprichten van een akoestische muur aan de zijde van de spoorwegberm.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 15 juni 2022 | 23 juni 2022 | Ongunstig |
AQUAFIN NV | 9 augustus 2022 | 26 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 15 juni 2022 | 17 juni 2022 | Geen advies |
INFRABEL/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 15 juni 2022 | 20 juni 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 15 juni 2022 | 23 juni 2022 | Ongunstig |
Water-link | 9 augustus 2022 | 26 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 15 juni 2022 | 21 juni 2022 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 15 juni 2022 | 28 juni 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 15 juni 2022 | 16 juni 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 15 juni 2022 | 4 augustus 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).
(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag week in eerste instantie, ten tijde van de oorspronkelijke projectinhoudversie, af (en er werd hiervoor het procedureel vereiste openbare onderzoek georganiseerd) van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- algemene voorschriften – de waterhuishouding moet volgens het concept van ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ georganiseerd worden, waarbij prioriteit uitgaat naar het hergebruik van hemelwater, vervolgens infiltratie en tot slot buffering met vertraagde afvoer. Er werd in dit geval in eerste instantie geen hemelwaterput of infiltratie voorzien.
Weliswaar werd in een tweede en aanvullende projectinhoudversie alsnog voldaan aan vermelde bepalingen waardoor er uiteindelijk geen sprake meer is van vermelde afwijking.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er zijn geen gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet louter het optrekken van 1 eengezinswoning, op een terrein dat zich grotendeels in binnengebied situeert maar in se wel degelijk grenst aan het openbare domein (door middel van een oprijlaan tussen 2 woningen in) – gelet op de verenigbaarheid van vermelde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde Ruimtelijke Uitvoeringsplan is er in deze dan ook ontegensprekelijk sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
De vorm van het perceel, een smalle en lange oprijlaan naar een perceelsdeel dat over conforme afmetingen beschikt, weliswaar achter de zone van de aanpalende tuinen, is op zich van ondergeschikt belang voor de afweging van voorgaand aspect, dit aangezien er zonder meer sprake is van een terrein dat grenst aan de openbare weg en gelegen is in woongebied (ook volgens het geldende ordeningsplan); er kan dus bezwaarlijk gesproken worden van inbreiding.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande volumetrie, met een footprint van ± 390 m² (op een terrein van ruim 3.400 m²) en een dakrand op 6,55 m, is ruimtelijk aanvaardbaar, gelet op de correcte inplanting en de verhouding van deze “voetafdruk”, de voldoende ruime afstanden tot enerzijds de perceelsgrenzen (die minimaal 5 à 6,50 m bedragen) en anderzijds de naburige bebouwing (minimaal 35 à 40 m) en omwille van het feit dat het gabarit (2 bouwlagen onder plat dak) zonder meer ondergeschikt blijft aan dat van de bebouwing in de schil van het bouwblok (zijnde minimaal 2 bouwlagen onder hellend dak). Er valt bijgevolg geen nadelige impact te verwachten voor noch aanpalenden, noch omwonenden.
Ook het poolhouse (8,70 x 3,40 m) is in dat opzicht geheel correct ruimtelijk ingepast, ook inzake de gehanteerde afstanden naar de buurpercelen toe.
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De gehanteerde materialisatie, natuurkleurige gevelsteen, wit aluminium schrijnwerk, grijs plaatmateriaal en natuurkleurig hout, zijn zonder meer aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en reeds voorkomend in bebouwing in de onmiddellijke omgeving, waardoor er zonder meer sprake is van een correcte visuele inpassing in de gebouwde context.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Cultuurhistorische aspecten
Gelet op het feit dat het af te breken remise-/hoevegebouw op het terrein destijds behoorde bij de op het aanpalende (en dus intussen afgesplitste) perceel gesitueerde monument, “Villa Albert”, en als dusdanig beschreven staat in de inventarisatie van het cultureel erfgoed, werd advies ingewonnen bij de bevoegde dienst Monumentenzorg. Het adveis luidt als volgt:
De aanvraag heeft betrekking op Villa Albert, een landhuis in eclectische stijl, ontworpen in 1894. Binnen de grenzen van het vroegere domein van Villa Albert staan een aantal bijgebouwen. Op de noordelijke perceelsgrens van het oorspronkelijke domein staat een langgestrekt volume, gebouwd als hoevegebouwen in 1881-1882 en sinds de bouw van de kasteelvilla in gebruik als remises bij het kasteel. Sinds de jaren 1950 echter is dit gedeelte afgesplitst van het kasteeldomein. Het zijn deze bijgebouwen die men vandaag wenst te slopen.
In 1952 werd de remise, toen in gebruik als tuinwoning, voorzien van een uitbreiding aan de rechterzijde en een duiventil aan de linkerzijde. De duiventil bleef bewaard. Het is niet duidelijk of de woning aan de rechterzijde ooit gebouwd is. Vandaag staat er een open garage.
Het is jammer dat de erfgoedwaarde van het kasteeldomein verder uitgehold wordt door de sloop van het bijgebouw. Anderzijds verloor het pand haar oorspronkelijke functie door de herbestemming van hoeve tot remise op het einde van de 19de eeuw en haar context door het afsplitsen van de percelen van het kasteeldomein in de jaren 1950. Het gebouw is sindsdien enkele malen aangepast waardoor de intrinsieke erfgoedwaarde verder werd aangetast. In tegenstelling tot de vorige aanvraag, waar de remise de nieuwbouw in de weg stond, is dit vandaag niet het geval. Een eventueel hergebruik van de voormalige remise of een deel ervan tot bijvoorbeeld poolhouse behoort dan ook tot de mogelijkheden.
Indien de remise geen herbestemming krijgt dient de sloop van het complex gedocumenteerd te worden in woord- en beeld (bouwhistoriek, inventarisatie erfgoedkenmerken, opmeting en uitgebreide fotoreportage).
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gelet op het feit dat een ruim aantal hoogstammige bomen zal gerooid worden, met een beperkt aantal inzake heraanplant, werd advies ingewonnen bij de bevoegde dienst stadsbeheer en het advies luidt als volgt:
- enkel de bomen die zich binnen de zone van de bouwput bevinden mogen gerooid worden;
- alle andere bomen (nrs. 13, 17, 19 en 21) dienen behouden te blijven;
- bijkomend dienen alle te behouden bomen beschermd worden volgens de bepalingen van artikel 18 van de Antwerpse bouwcode;
- alle te rooien bomen dienen 1 op 1 te worden gecompenseerd door heraanplant.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft het bouwen van een eengezinswoning, het aanleggen van een zwembad met poolhouse, het slopen van een remise en het vellen van bomen.
De parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 2 = -1 -> 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 2 = -1 -> 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bepalingen en maatregelen uit de bijgevoegde adviezen van zowel Fluvius, Infrabel, als van Water-Link en Aquafin zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Enkel de bomen die zich binnen de zone van aanleg bevinden mogen gerooid worden. De overige bomen bomen dienen behouden te blijven en beschermd te worden zoals beschreven in de standaardvoorwaarden van de groendienst (volgens de bepalingen van artikel 18 van de Antwerpse bouwcode). De overige te rooien bomen dienen 1 op 1 gecompenseerd te worden.
In se betekent dit dat bomen 13, 17, 19 en 21 behouden dienen te blijven en dat de te compenseren bomen 1 op 1 moeten vervangen worden door bomen van een inheemse soort, van grootteklasse 1A en met een minimale plantmaat van 16/18.
3. De septische put dient over een minimale inhoud van 3.000 liter te beschikken.
4. De aansluiting van de afvoerleidingen op het openbare rioolstelsel dient onverminderd te gebeuren volgens de bepalingen van artikel 41 van de Antwerpse bouwcode.
5. De sloop van het remise-complex dient voorafgaand aan de start der werken gedocumenteerd te worden in woord- en beeld (bouwhistoriek, inventarisatie erfgoedkenmerken, opmeting en uitgebreide fotoreportage), dit in overleg met de bevoegde dienst erfgoed (te bereiken via: monumentenzorg@antwerpen.be).
6. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 27 april 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 15 juni 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 24 juni 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 23 juli 2022 |
Beslissing aanvaarding wijzigingsaanvraag | 9 augustus 2022 |
Start laatste openbaar onderzoek | 18 augustus 2022 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 16 september 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 november 2022 |
Verslag GOA | 8 november 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Wijzigingsverzoeken
De aanvrager heeft één of meerdere verzoeken ingediend om zijn oorspronkelijke dossier te wijzigen.
Minstens één van die verzoeken werd aanvaard, waardoor de aanvaarde wijzigingen mee beoordeeld worden.
De aanvaarde wijzigingen zijn zodanig dat er een nieuw openbaar onderzoek werd gehouden en eventuele adviezen opnieuw werden gevraagd.
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
24 juni 2022 | 23 juli 2022 | 0 | 0 | 0 | 1 |
18 augustus 2022 | 16 september 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Er werd tijdens de loopperiode van beide openbare onderzoeken 1 digitaal bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:
Beoordeling:
Bovenstaande strijdigheid maakte enkel deel uit van de oorspronkelijke projectinhoudversie van de aanvraag maar er werd na een wijzigingslus in de nieuwe versie ervan zonder meer voldaan aan de artikels in kwestie, uit het geldende Ruimtelijk Uitvoeringsplan, waardoor geen sprake meer is van enige vorm van afwijking.
Het bezwaar is bijgevolg in tweede instantie ongegrond.
Beoordeling:
De aanvraag werd betreffende aangehaald aspect voorgelegd aan de bevoegde dienst stadsbeheer (groen & begraafplaatsen) en er werd dienaangaande een voorwaardelijk gunstig advies bekomen waarbij effectief zal worden opgelegd een specifiek aantal bomen (waaronder de nummers 17 en 21) alsnog te behouden en het te rooien aantal 1 op 1 te compenseren door heraanplant. Betreffende zal dan ook in de eindvoorwaarden worden opgenomen.
Het bezwaar is ten dele gegrond.
Beoordeling:
Het feit dat een bepaald stuk grond geen huisnummer draagt of er een nieuw nummer, tussen 2 bestaande exemplaren in, zou moeten worden voor voorzien, heeft vanuit vergunning technisch oogpunt geen enkele betekenis of waarde; er bestaan meer dan voldoende juridisch correcte voorbeelden van huisnummers met een toegevoegde index of letter, waarbij duidelijk mag zijn dat de oorspronkelijke nummering onvoldoende rekening hield met toekomstige ontwikkelingen, zonder deze evenwel te (hoeven) hypothekeren.
Het is correct te stellen dat inbreidingsprojecten op deze locatie niet zijn toegelaten maar een inbreidingsproject karakteriseert zich net door een ruime nieuwe ontwikkeling waarbij een eerder grootschalige uitbouw wordt voorzien, met bijvoorbeeld nieuwe wegenissen en aan het wonen aanvullende functies. In deze is er louter sprake van een aan de openbare weg grenzend perceel (ruim in omvang), met een weliswaar afwijkende vorm, hoofdzakelijk gesitueerd achter de tuinzones van de omringende panden, maar betreffende betekent niet dat de grond in kwestie niet bebouwbaar zou zijn met een eengezinswoning; betreffend artikel toepassen op dit perceel zou betekenen dat het juridisch onbebouwbaar zou zijn, iets waarvoor geen enkele onderbouwing bestaat, zeker gesteld dat het voorstel (met slechts 1 woning) meer dan voldoende afstand tot de omliggende bebouwing respecteert en dat ook het bouwgabarit ervan ondergeschikt is aan dat van de schil van het bouwblok en er geen nadelige impact te verwachten valt van louter 1 woning.
Het bezwaar is bijgevolg ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bepalingen en maatregelen uit de bijgevoegde adviezen van zowel Fluvius, Infrabel, als van Water-Link en Aquafin zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Enkel de bomen die zich binnen de zone van aanleg bevinden mogen gerooid worden. De overige bomen bomen dienen behouden te blijven en beschermd te worden zoals beschreven in de standaardvoorwaarden van de groendienst (volgens de bepalingen van artikel 18 van de Antwerpse bouwcode). De overige te rooien bomen dienen 1 op 1 gecompenseerd te worden.
In se betekent dit dat bomen 13, 17, 19 en 21 behouden dienen te blijven en dat de te compenseren bomen 1 op 1 moeten vervangen worden door bomen van een inheemse soort, van grootteklasse 1A en met een minimale plantmaat van 16/18.
3. De septische put dient over een minimale inhoud van 3.000 liter te beschikken.
4. De aansluiting van de afvoerleidingen op het openbare rioolstelsel dient onverminderd te gebeuren volgens de bepalingen van artikel 41 van de Antwerpse bouwcode.
5. De sloop van het remise-complex dient voorafgaand aan de start der werken gedocumenteerd te worden in woord- en beeld (bouwhistoriek, inventarisatie erfgoedkenmerken, opmeting en uitgebreide fotoreportage), dit in overleg met de bevoegde dienst erfgoed (te bereiken via: monumentenzorg@antwerpen.be).
6. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.