Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022090960 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Liv Van Herck met als adres Lissabonstraat 56 te 2660 Antwerpen |
Ligging van het project: | Lissabonstraat 56 te 2660 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 37 sectie C nr. 649Y3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/05/1964: vergunning (1055#594) voor het bouwen van een woning.
Vergunde / Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- overeenkomstig met de vergunde toestand, uitgezonderd van
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van het volume (bestaand volume en garage);
- wijzigen van de voorgevel (schrijnwerk);
- wijzigen van de scheimuren;
- doorvoeren van interne constructieve werken.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 20 juli 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte | 20 juli 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 27 van de bouwcode. In de voortuinstrook is enkel strikt-noodzakelijke verharding toegelaten. Dit wil concreet zeggen dat enkel een verhard toegangspad met een maximumbreedte van 1,5 m en een oprit met maximale breedte van 3 m aangelegd mogen worden. Een gedeelte van wat mogelijk de voortuinstrook is, wordt ingenomen door een publiek toegankelijk pad, dat de verbinding maakt tussen de Helsinkistraat en de Lissabonstraat. Gelet op deze specifieke perceelconfiguratie kan de voorgestelde verharding deels gunstig worden geadviseerd. De verharde zone voor de raampartij aan de voorgevel is evenwel niet noodzakelijk als toegangspad of oprit. Bijgevolg wordt in voorwaarde opgenomen dat deze zone onverhard dient aangelegd te worden, zoals in rood aangeduid op het inplantingsplan. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten, … (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag heeft betrekking op het bijbouwen van een garage in de zijtuinstrook aansluitend bij het hoofdvolume. De woning maakt deel uit van een uniforme rijbebouwing, die zich kenmerkt met zowel bouwvolume als materiaalgebruik. In deze typologie komt een beëindiging van de rijbebouwing door een garage veelvuldig voor. De voorgestelde garage kan bijgevolg gunstig worden geadviseerd.
Visueel-vormelijke elementen
De woning maakt deel uit van een uniforme eenheidsbebouwing, die zich kenmerkt in opbouw en materiaalgebruik, met een typerend rode gevelsteen. Dit materiaalgebruik wordt zowel toegepast in het hoofdvolume als bij eventueel aanwezige garages in de zijtuinstrook. De garage wordt in de aanvraag voorzien in gevelleien, wat bijgevolg afwijkt van dit uniforme karakter. Om dat toch te behouden, wordt bijgevolg in voorwaarde opgenomen dat de voor- en zijgevel van de garage uitgevoerd moeten worden in een gelijkaardige rode gevelsteen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De voor- en zijgevel van de garage moeten uitgevoerd worden in een rode gevelsteen naar analogie van de gevelsteen van het hoofdvolume.
3. De voortuinstrook moet deels onthard worden conform de aanduidingen op de plannen “_aangepast_in_rood”. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten, … (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 20 juli 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 18 september 2022 |
Verslag GOA | 30 augustus 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werd binnen de looptermijn van het openbaar onderzoek 1 schriftelijk bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:
Beoordeling:
De vergunningverlenende overheid dient enkel een uitspraak te doen en advies te verlenen aangaande het ruimtelijke en stedenbouwkundige aspect van de aanvraag en dient zich daarvoor te baseren op de aangeleverde informatie. Indien een ruimtelijk aanvaardbare constructie niet kan worden opgetrokken omwille van het burgerrechterlijke aspect of eigendomsrechten, dan dient betreffende te worden geregeld tussen eigenaars onderling maar vermelde is niet onderhevig aan de specifieke ruimtelijke beoordeling uit de lopende procedure en betreft een burgerrechterlijke aangelegenheid.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
De vergunningverlenende overheid dient enkel een uitspraak te doen en advies te verlenen aangaande het ruimtelijke en stedenbouwkundige aspect van de aanvraag en dient zich daarvoor te baseren op de aangeleverde informatie. Indien een ruimtelijk aanvaardbare constructie niet kan worden opgetrokken omwille van het burgerrechterlijke aspect of eigendomsrechten, dan dient betreffende te worden geregeld tussen eigenaars onderling maar vermelde is niet onderhevig aan de specifieke ruimtelijke beoordeling uit de lopende procedure en betreft een burgerrechterlijke aangelegenheid.
Het bezwaar is ongegrond.
Beoordeling:
Een verbouwing van één enkele woongelegenheid valt niet onder de noemer 'stadsontwikkelingsproject'. Een MER-screeningsnota is bijgevolg niet vereist.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De voor- en zijgevel van de garage moeten uitgevoerd worden in een rode gevelsteen naar analogie van de gevelsteen van het hoofdvolume.
3. De voortuinstrook moet deels onthard worden conform de aanduidingen op de plannen “_aangepast_in_rood”. Iedere vorm van half-verharding zoals bijvoorbeeld grasdallen, grindmatten, … (niet limitatief) wordt eveneens aanzien als verharding.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.