Terug
Gepubliceerd op 12/09/2022

2022_CBS_07107 - Omgevingsvergunning - OMV_2022047918. Ten Hoge 11. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07107 - Omgevingsvergunning - OMV_2022047918. Ten Hoge 11. District Ekeren - Goedkeuring 2022_CBS_07107 - Omgevingsvergunning - OMV_2022047918. Ten Hoge 11. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022047918

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Manon Van Buyten met als adres Leopold Scheiperslaan 28 te 2950 Kapellen en de heer Sam Janssens met als adres Kattendijkdok-Westkaai 26 bus 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Ten Hoge 11 te 2180 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 34 sectie E nr. 124X2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          15/11/2019: voorwaardelijke vergunning (201912) voor het verkavelen en afsplitsen van 1 lot, voor het optrekken van een eengezinswoning;

-          17/02/1965: vergunning (803#5228) voor het bouwen van een villa met garage.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          niet relevant, gezien de aanvraag handelt over een nieuwbouw.

 

Huidige toestand

-          braakliggend terrein.

 

Gewenste toestand

-          functie:

  • nieuwe eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • vrijstaande bebouwing van 2 bouwlagen onder plat dak;
  • gelijkvloerse verdieping: gevelbreedte van 9 m en bouwdiepte van 15 m;
  • teruggetrokken verdieping: bouwdiepte van 12 m, kroonlijsthoogte op 6,50 m;

-          gevelafwerking:

  • grijze gevelsteen, grijs schrijnwerk en detaillering in grijs gebeitst hout;

-          inrichting:

  • footprint woning: 130 m²;
  • carport tussen rechtergevel en rechterperceelgrens;
  • poolhouse van 35 m² en zwembad van 30 m².

 

Inhoud van de aanvraag

-          rooien van bomen;

-          bouwen van een nieuwbouw eengezinswoning.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Fluvius System Operator/ Fluvius

8 juni 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen

Water-link

8 juni 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

8 juni 2022

21 juni 2022

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

8 juni 2022

8 juni 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt in de verkaveling 201912, goedgekeurd op 15 november 2019, meer bepaald in lot(en) 1.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgend(e) punt(en):

-          Gebouw – Volume: het gebouw dient een maximale kroonlijsthoogte van 3,50 m te hebben. De aangegeven kroonlijsthoogte bedraagt hier 6,50 m;

-          Gebouw – Volume: de dakhelling dient tussen 10 en 60° gesitueerd te zijn en enkel binnen het maximale bouwprofiel is de dakvorm vrij te kiezen. De tweede bouwlaag voldoet niet aan deze bepaling;

-          Vrijstaande handelingen in de tuinzones – Achtertuinstrook – Verhardingen: enkel noodzakelijke voorzieningen voor tuinpaden en terrassen tot een maximale oppervlakte van 50 m² worden toegelaten. Alle verhardingen in de achtertuinstrook dienen te gebeuren door middel van waterdoorlatende materialen. Het zwembad voldoet hier niet aan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • Artikel 21 – Minimale hoogte van ruimten: elke verblijfsruimte dient over een minimale vrije plafondhoogte van 2,60 m te beschikken en de vloerpas ervan mag slechts maximaal 1,10 m onder het niveau van het aangrenzende maaiveld gesitueerd zijn  – de ontspanningsruimte in de kelder voldoet in beide gevallen niet aan dit criterium;
  • Artikel 24 – Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht en dient minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. De ontspanningsruimte in de kelder voldoet hier in beide gevallen niet aan;
  • Artikel 29 – Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: gelet op het feit dat de voorziene fietsenbergplaats niet voldoet aan de opgelegde eisen (aangezien zij niet afsluitbaar is), dient betreffende op een correcte wijze inpandig te worden voorzien;
  • Artikel 43 – Septische putten: volgens de berekeningen dient de septische put een minimale inhoud te hebben van 2.000 liter.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er werden in de aanvraag een ruim aantal afwijkingen vastgesteld ten aanzien van de geldende voorschriften en richtlijnen, inzake zowel de van kracht zijnde verkaveling als aangaande de Antwerpse bouwverordening. Voor het grootste deel daarvan kunnen eenduidig voorwaarden worden opgelegd in het eindadvies, zodat het project in uitvoering alsnog zal voldoen aan de betreffende artikels.

Aangaande echter de volumetrie van de woning, beperkt in hoogte door een aantal artikels van de verkaveling, kan deze zonder meer worden aanvaard, dit aangezien de voorgestelde bouwhoogte zich wel degelijk visueel inpast in de gebouwde context, gelet op het feit dat een aantal van de aanpalende panden, die weliswaar slechts beschikken over een gelijkvloers, ook een zeer hoge daklaag vooropstellen en dat nog andere panden een gelijkaardige volumetrie (van 2 bouwlagen onder plat dak) vertonen. 

Aangaande het zwembad moeten we vaststellen dat de verkavelingsvoorschriften enkel paden en terrassen als verhardingen toelaten. Zwembaden worden hier niet expliciet vermeld. Gezien de context, er zijn immers verscheidene zwembaden in de omgeving, en het feit dat de voorschriften zwembaden ook niet expliciet uitsluiten, kan mits het gevoerde openbaar onderzoek, ook gunstig advies verleend worden voor het zwembad.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter het optrekken van een nieuwe eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling, is er in deze dan ook ontegensprekelijk sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De voorgestelde volumetrie voldoet op een aantal punten niet aan de geldende verkavelingsvoorschriften maar hierboven werd reeds geargumenteerd waarom specifiek daarvoor een afwijking kan worden toegelaten (de dakvorm en de kroonlijsthoogte).

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gehanteerde materialen, grijze gevelsteen en schrijnwerk en grijs behandeld hout, zijn enerzijds in overeenstemming met de geldende richtlijnen van de van kracht zijnde verkaveling en zijn anderzijds sowieso aanvaardbaar voor dit type van bebouwing en reeds voorkomend in de gebouwde omgeving.

Dientengevolge is er qua materialisatie dan ook eenduidig sprake van een correcte visuele inpassing in de gebouwde context en is het advies voor dit deelaspect van de aanvraag bijgevolg gunstig.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag werd voorgelegd aan de Stedelijke Dienst Stadsbeheer/Groen en Begraafplaatsen. Zij gaven gunstig advies indien het bestaande groenvolume gecompenseerd wordt. Wij tellen 5 bomen op plan, de compensatie daarvan zal dus in voorwaarde opgenomen worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 plaats per unit en gelet op het feit dat de aanvraag het optrekken van 1 eengezinswoning betreft, is de werkelijk berekende behoefte hier dan ook 1 parkeerplaats.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats dewelke voldoet aan de inrichtingsvoorschriften, namelijk een carport. De fietsen moeten immers overdekt en afgesloten gestald worden. Daarvoor is de inpandige garage beschikbaar. Die is echter te klein om zowel fietsen als een auto te stallen.

 

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsparkeerbehoefte

Het aantal te stallen fietsen wordt berekend op basis van het aantal slaapkamers, in dit geval 3; hierdoor is de totale stalbehoefte 4 stuks (1 per kamer + 1 extra). Zij kunnen afgesloten en overdekt gestald worden in de inpandige garage.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De 5 te rooien bomen dienen 1 op 1 gecompenseerd te worden op het eigen terrein. Deze nieuw aan te planten exemplaren dienen van inheemse oorsprong te zijn en waarvan minstens 3 stuks van grootteklasse 1A en de overige minimaal met een grootteklasse 2. Het plantformaat ervan dient minimaal 16/18 te bedragen.

3. De septische put dient te beschikken over een minimale inhoud van 2.000 liter.

4. De ruimte in de kelder, benoemd als ontspanningsruimte, kan slechts als bergruimte/kelder worden aangewend en niet als verblijfsruimte.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 mei 2022

Volledig en ontvankelijk

8 juni 2022

Start openbaar onderzoek

20 juni 2022

Einde openbaar onderzoek

19 juli 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 september 2022

Verslag GOA

24 augustus 2022

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

20 juni 2022

19 juli 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De 5 te rooien bomen dienen 1 op 1 gecompenseerd te worden op het eigen terrein. Deze nieuw aan te planten exemplaren dienen van inheemse oorsprong te zijn en waarvan minstens 3 stuks van grootteklasse 1A en de overige minimaal met een grootteklasse 2. Het plantformaat ervan dient minimaal 16/18 te bedragen.

3. De septische put dient te beschikken over een minimale inhoud van 2.000 liter.

4. De ruimte in de kelder, benoemd als ontspanningsruimte, kan slechts als bergruimte/kelder worden aangewend en niet als verblijfsruimte.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.