Terug
Gepubliceerd op 12/09/2022

2022_CBS_07258 - Omgevingsvergunning - OMV_2022070552. Sneeuwbeslaan 14. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07258 - Omgevingsvergunning - OMV_2022070552. Sneeuwbeslaan 14. District Wilrijk - Goedkeuring 2022_CBS_07258 - Omgevingsvergunning - OMV_2022070552. Sneeuwbeslaan 14. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022070552

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV Compagnie de Manutention Groupe (0439564012) met als contactadres Sneeuwbeslaan 14 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Sneeuwbeslaan 14 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie B nr. 41S

waarvan:

 

-     20210910-0016

afdeling 42 sectie B nr. 41S (CDMG Wilrijk)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een kantoorgebouw

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 31 oktober 2001 verleende het college een milieuvergunning voor het exploiteren van een kantoorgebouw aan Compagnie de Manutention Groupe nv (kenmerk AN2001/488). Deze beslissing werd in beroep bevestigd door de deputatie op 21 maart 2002 (kenmerk MLBR2/01-89). Op 28 augustus 2009 werd de vergunning geactualiseerd (kenmerk AN2009/332). De vergunning was geldig tot 31 oktober 2021. Op 29 april 2022 werd een nieuwe vergunning niet verleend door procedurefouten (kenmerk OMV_2021144319).

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA) verbonden aan een kantoorgebouw.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

7.200 m³/jaar

12.1.1.1°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

186,50 kVA

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

59.770 VAh

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 voertuigen

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

538,63 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,04 ton

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas.

1.168 kW

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

13 juni 2022

22 juli 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

13 juni 2022

16 juni 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een kantoorgebouw. Het pand bevindt zich in een zone aan de Sneeuwbeslaan / Groenenborgerlaan waar nog twee andere grootschalige kantoorgebouwen aanwezig zijn.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemmings- en inrichtingsvoorschriften van het gewestplan Antwerpen.

 

De aanvraag is conform de afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen van 25 augustus 1986.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Het kantoorgebouw, gelegen aan de Sneeuwbeslaan 14 te Wilrijk, wordt al door de exploitant uitgebaat, maar door de laattijdige hernieuwingsaanvraag wordt de inrichting als nieuw aanzien. In het kantoor zijn verschillende bedrijven gevestigd; de verhuurbare oppervlakte bedraagt 9.380 m². De exploitant (verhuurder) neemt in de aanvraag de gebouwoverkoepelende IIOA’s op. De huurders worden zelf verantwoordelijk gesteld voor eventuele IIOA’s die ze installeren en beheren (bijvoorbeeld bijkomende koeling of opslag).

 

In totaal zal 7.200 m³ huishoudelijk afvalwater geloosd worden in de openbare riolering van de Sneeuwbeslaan via één lozingspunt. Het afvalwater is afkomstig van de sanitaire installaties, het onderhoud van het gebouw en de kitchenettes. De riolering is aangesloten op de RWZI Antwerpen-Zuid.

Het gebouw is niet voorzien om hemelwater op te vangen en nuttig te gebruiken. Er is geen infiltratie- of buffervoorziening. Het gebouw dateert uit een periode waarin hier geen aandacht voor was (circa 1986) zodat aanpassingen niet vanzelfsprekend zijn. Het gevraagde project omvat geen werken aan het gebouw of de riolering, maar elke aanpassing van het gebouw dient er mee op gericht te zijn het hemelwater op te vangen, nuttig te gebruiken en/of te bufferen en infiltreren.

 

Om in geval van een netstroomonderbreking een tijdelijk alternatief te hebben, is een noodstroomgroep aanwezig die staat opgesteld in een afgesloten lokaal in de kelder. De groep bestaat uit een dieselgroep van 305 kW, een stroomgenerator van 373 kVA en een bovengrondse houder van 1.200 liter diesel (1,04 ton). Voor noodstroomgroepen met minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar moet het vermogen voor rubrieken 12 en 31 voor 50% meegenomen worden. Het te beschouwen vermogen wordt dan respectievelijk 186,5 kVA (rubriek 12.1.1.1°b)) en 152,5 kW (niet ingedeeld).

Het vermogen van de dieselgroep en die van de elektriciteitsgenerator zijn volgens de aanvraag ongeveer gelijk. Het is waarschijnlijk dat voor de dieselgroep niet het thermisch ingangsvermogen maar wel het geproduceerde vermogen opgegeven werd in de aanvraag. Het effectief geproduceerde vermogen bedraagt maximaal circa 40% van het thermisch ingangsvermogen, zodat het indelingscriterium voor rubriek 31.1.1°b) mogelijk wel overschreden wordt. De installatie wordt enkel gebruikt in noodgevallen, zodat het risico op hinder beperkt is en er geen milieuhinder optreedt. De brandstofhouder is bovengronds en dubbelwandig. Een keuringsattest van de houder is nog geldig tot 10 juli 2023. Het risico op bodemverontreiniging is aanvaardbaar.

 

Een oliegekoelde transformator staat in voor de omzetting van hoogspanning naar laagspanning. De transformator bevindt zich in een afzonderlijk lokaal in de kelderverdieping en is ingekuipt om lekkende olie op te vangen. Het risico op bodemverontreiniging is beperkt.

 

De serverroom is aangesloten op een UPS met een vermogen van 19.680 VAh. Een tweede algemene ‘no break’ UPS heeft een vermogen van 40.090 VAh. Beide staan opgesteld in afzonderlijke afgesloten lokalen naast de HS-cabine in de kelder.

Het gebouw beschikt over volgende airconditioningsinstallaties: 

-     twee koelgroepen van elk 255 kW;

-     één airco van 0,83 kW;

-     vier klimaatkasten van elk 5,4 kW.

 

De twee grote koelgroepen staan in voor de comfortkoeling van het kantoorgebouw. Ze maken elk gebruik van 114 kg koelmiddel R410a. Het koelvermogen bedraagt 506 kW. De klimaatkasten zorgen voor de klimaatregeling in de serverroom en hebben elk 17,6 kg van koelmiddel R407c. Het koelvermogen bedraagt 20,6 kW. De toestellen worden tweemaal per jaar onderworpen aan lektesten door een erkende koeltechnicus. De koelgroep voor de wijnkelder heeft 0,9 kg van koelmiddel R32. Het koelvermogen bedraagt circa 4 kW.

 

De twee grote koelgroepen op het dak vleugel B beschikken over scroll-compressoren met een laag trillingsniveau, gemonteerd op de flexibele trillingsdempers en uitgevoerd met geluidsisolatie rond de compressor. De installaties produceren een maximaal geluidsdrukniveau van 60 dB(A) (op 10 meter in vrij veld). De koelgroepen met hun condensors zijn opgesteld op de zuidoostelijke vleugel van het gebouw en dus weg van de bewoning. De condensors van de klimaatkasten in de serverroom staan opgesteld op de noordwestelijke vleugel van het dak. Deze zouden geluidsarm zijn. De afstand tot de dichtstbij gelegen woning is 60 meter. In functie van geluidsoverdracht staan de toestellen gunstig opgesteld (voldoende hoog ten opzichte van andere bebouwing, geen weerkaatsing). Er zijn geen klachten over geluidsoverlast gekend bij de toezichthoudende diensten. Het risico op geluidshinder is aanvaardbaar.

 

Voor de verwarming van het gebouw en de productie van warm water zijn twee stookinstallaties van elk 584 kW op aardgas aanwezig, geplaatst in een lokaal in het zuidelijke deel van de derde verdieping. De stookinstallaties worden volgens de exploitant onderworpen aan een tweejaarlijks onderhoud, een vierjaarlijkse audit en een vijfjaarlijkse emissiemeting.

 

Voor één van de stookketels werd een rapport met de emissiemetingen van 17 november 2021 (rapportdatum 11 januari 2011) bijgevoegd. Dit toont dat voldaan kan worden aan de strengste emissiegrenswaarden voor CO en NOx. Voor de tweede ketel kon geen geldige meting gebeuren. De ketel ondersteunt enkel vanaf een bepaalde temperatuur en was op het moment van de meting niet in werking. Als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd dat vóór 1 april 2023 de resultaten van de ontbrekende emissiemeting worden overgemaakt aan het college. Tijdens de wintermaanden moet het mogelijk zijn een meting uit te voeren in een koude periode waarin de ketel wel aanslaat.

 

Volgende niet ingedeelde activiteiten vinden eveneens plaats:

-     de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen voor de onderhoudsploegen en de technische dienst (< 50 liter);

-     de opslag van 500 liter in een geïntegreerde houder bij de noodgroep;

-     de opslag van minder dan 20 ton strooizout;

-     de opslag van 12 flessen van 80 liter argonite gas aangesloten aan een automatische blusinstallatie.

 

De carwashactiviteiten en de hieraan verbonden lozing van bedrijfsafvalwater werd stopgezet.

 

De exploitant geeft aan de klassieke afvalstromen te verwachten bij kantooractiviteiten (PMD, papier en karton, restafval) selectief in te zamelen en af te voeren via een erkende afvalophaler. Indien huurders specifieke afvalstoffen genereren, staan ze zelf in voor de correcte inzameling en afvoer.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, kan de exploitatie plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning uit te breiden.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

7.200 m³/jaar

12.1.1.1°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

186,50 kVA

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

59.770 VAh

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 voertuigen

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

538,63 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,04 ton

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas.

1.168 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

30 mei 2022

Volledig en ontvankelijk

13 juni 2022

Start openbaar onderzoek

23 juni 2022

Einde openbaar onderzoek

22 juli 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

26 september 2022

Verslag GOA

26 augustus 2022

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

23 juni 2022

22 juli 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.


Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SF/2022/G.00190.WI.0008 zijn van toepassing. 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

7.200 m³/jaar

12.1.1.1°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

186,50 kVA

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 630 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

59.770 VAh

15.1.1°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

5 voertuigen

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

538,63 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

1,04 ton

43.1.1°b)

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas.

1.168 kW


Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.