Terug
Gepubliceerd op 12/09/2022

2022_CBS_07257 - Omgevingsvergunning - OMV_2022008078. Noorderlaan 133. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07257 - Omgevingsvergunning - OMV_2022008078. Noorderlaan 133. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_07257 - Omgevingsvergunning - OMV_2022008078. Noorderlaan 133. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022008078

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV LCL (0457116458) met als adres Kouterveldstraat 13 te 1831 Machelen

Ligging van het project:

Noorderlaan 133 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nr. 1697H

waarvan:

 

-          20180312-0082

afdeling 7 sectie G nr. 1697H (update OV LCL Antwerpen)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Datacenter: hernieuwing en actualisatie

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Stedenbouwkundige voorgeschiedenis

-          18/08/2017: vergunning (HVN/B/20171596) voor verlichte dooslettertekst;

-          29/07/2005: vergunning (AN7/2005/B/0235) voor het plaatsen van een airco-installatie;

-          24/06/2005: vergunning (AN5/2004/B/0582) voor het omvormen deel kantoorruimte tot kleine horecaruimte op het gelijkvloers (functiewijziging);

-          17/09/2003; vergunning (AN5/2003/B/0300) voor het regulariseren van een buitenkoelgroep op het dak van een kantoorgebouw;

-          23/05/2001: vergunning (AN5/1999/B/0622) voor het verbouwen van een bestaand kantoorgebouw + bouwen van een stroomgenerator op de parking van het kantoorgebouw;

-          15/06/2000: vergunning (AN5/1999/B/0621) voor het oprichten van een zendinstallatie voor digitale communicatie;

-          05/05/1986: vergunning (HV/1986/B/-86/18588) voor binnenverbouwingen in hoog gebouw;

-          21/04/1986: vergunning (HV/1986/B/18/67397-18496) voor binneninrichting bankkantoor;

-          22/10/1976: vergunning (18/57448-11283/B/) voor wijzigingen 18/56330;

-          02/08/1974: vergunning (18/56330-10186/B/) voor kantoorgebouw, opslagruimte.

 

Voorgeschiedenis milieu

Op 30 april 2003 verleende het college van burgemeester en schepenen een milieuvergunning aan Cable & Wireless Global Belgium nv voor een datacenter aan de Noorderlaan 133 te 2030 Antwerpen voor een termijn verstrijkend op 30 april 2023. Op 2 juni 2006 nam het college akte van de overname van deze milieuvergunning door Low Cost Linking Belgium nv (LCL). Nadien werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het onderwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak de hernieuwing van de vergunning.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 Aangevraagde rubriek(en) update OV LCL Antwerpen


Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.1.1.2°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

+790 kVA

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 800 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

866.880 VAh
(hernieuwing)

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

+400,00 kW

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+175,00 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

2.060,00 liter
(hernieuwing)

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+12,89 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3,87 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50,00 kg

31.1.1°a)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt.

+910,00 kW

  

CLP-tabel

 

Zie bijlage.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

21 juni 2022

26 juli 2022

Voorwaardelijk gunstig

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

22 juni 2022

1 juli 2022

Gunstig


Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Grensgebied met het grootstedelijk gebied – omgeving Noorderlaan.

Het gebied is bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven zoals omschreven in lid 1 van artikel R1. en voor de bestaande bedrijven of activiteiten die aanwezig zijn in dit gebied op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. De bestaande

bedrijven of activiteiten kunnen blijven bestaan tot de stopzetting. De handelingen die nodig zijn om een bestaand bedrijf of activiteit te bestendigen zijn toegelaten voor zover zij beperkt zijn tot het behoud binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Andere verbouwingen of uitbreidingen zijn niet toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:

-          Grensgebied met het grootstedelijk gebied – omgeving Noorderlaan voor de terreinen ten zuiden van de Noorderlaan;

-          Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven voor de terreinen ten zuiden van de Vosseschijnstraat en ten noorden van de Noorderlaan;

-          Gebied voor waterweginfrastructuur voor het 3de Havendok en het Albertdok;

-          Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Noorderlaan;

-          overdruk Leidingstraat parallel met de Noorderlaan;

-          overdruk Bouwvrije strook in het zuiden van de zone Luithagen.

 

Ten noordoosten van de aanvraag zijn binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen, bepaald in het gelijknamig gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, de bestemmingen van het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met bestemmingen Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, Bufferzones, Bestaande hoofdverkeerswegen en Bestaande hoogspanningsleidingen.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De ingedeelde inrichting of activiteit is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. De aanvraag lijkt enkel van vergunningsplicht vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen te omvatten. Volgens het Besluit van de Vlaamse regering (BVR) tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, is de plaatsing van constructies binnen het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven met een grondoppervlakte kleiner dan 200 m² en hoogte lager dan 20 meter, binnen concrete en algemene randvoorwaarden zoals vernoemd in respectievelijk artikels 4.1. en 4.4. en artikels 1.2. tot en met 1.6  van het BVR, vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunningsplicht. Aan deze randvoorwaarden lijkt voldaan.

De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

LCL is gevestigd op de gelijkvloerse verdieping van de North Trade Building, het betreft een datacenter voor de servers van klanten. LCL beheert het datacenter met betrekking tot koeling, brandbeveiliging en een gegarandeerde stroomvoorziening. De lopende vergunning eindigt op 30 april 2023. Voorliggend dossier betreft enerzijds een hernieuwing van de vergunning en anderzijds een aantal veranderingen.

Er is een noodstroominstallatie voorzien die moet instaan voor de stroomvoorziening van de aangesloten computersystemen in geval van een stroomuitval. Er wordt een bijkomende noodstroomgenerator geplaatst (800 kVA) en het vermogen van de vergunde noodstroomgenerator wordt geactualiseerd (650 kVA in plaats van 660 kVA) waardoor indelingsrubriek 12.1.1.2.a (elektriciteitsproductie) uitgebreid wordt met 790 kVA tot een totaal van 1.450 kVA. De indelingsrubriek 31.1.1.a (stationaire motoren) breidt hierdoor uit met 910 kW tot een totaal van 1.450 kW. Bij de opgave van de vermogens werd rekening gehouden met een gebruik van minder dan 500 uur per jaar waardoor slechts 50% van het vermogen in rekening gebracht moet worden.

Men is vergund voor de opslag van 3,6 ton mazout. Door het plaatsen van een bijhorende bovengrondse dubbelwandige mazouttank van 9.000 liter (7,65 ton) en een actualisatie van de vergunde opslag, verhoogt de totale hoeveelheid mazoutopslag met 12,89 ton tot 16,49 ton.
Het dossier bevat een geldig keuringsattest voor 2 aanwezige tanks (3.200 liter en 7.200 liter) welke voorzien werden van een groen plaatje. De nieuwe noodstroomgenerator en de bijhorende opslagtank zijn nog in aankoop waardoor geen keuringsattest ter beschikking is.

De noodstroominstallatie omvat ook een reeds vergunde set noodbatterijen (UPS) waarvan het product van de capaciteit met de klemspanning in totaal 866.880 VAh bedraagt. Bijkomend worden 2 batterijladers van 200 kW aangevraagd, waardoor het totaal geïnstalleerd vermogen 1.200 kW bedraagt. De batterijen zijn op rekken geplaatst. De vloer van het onderste rek heeft een opstaande rand die kan fungeren als opvang bij een lek. De vloeren in de technische ruimtes zijn overal voorzien van epoxy.

In de kelder worden er 2 transformatoren van elk 800 kW geplaatst. Het zijn transfo’s van het droge type.

De koeling wordt uitgebreid met een unit van 175 kW tot een totaal van 513,80 kW. De airconditioninginstallaties worden periodiek onderhouden en er zijn logboeken aanwezig. De gebruikte koelmiddelen zijn R407c en R410a.
Het betreft toegelaten koelmiddelen.

Tenslotte wenst men 3,87 ton (4.800 liter) koelvloeistoffen voor het koelen van de servers en 50 kg gevaarlijke producten in kleine verpakkingen op te slaan. De koelvloeistoffen worden op lekbakken opgeslagen, de kleine verpakkingen worden in een afgesloten kast gestockeerd.

De situatie van de vergunde 2.060 liter blusgassen is ongewijzigd.
Er kan voldaan worden aan de afstandsregels van VLAREM II.

De meeste installaties staan binnen opgesteld. Voor de buitenunits van de koelinstallaties voorziet men dempers tussen de installaties en de dakconstructie om het geluid te reduceren. Gelet op de aard van de activiteiten en de nabijheid van de Noorderlaan en het oprittencomplex van de autosnelweg, wordt er geen geluidshinder verwacht.

Er is geen bedrijfsafvalwater, noch huishoudelijk afvalwater. Er zijn geen sanitaire voorzieningen aanwezig in de ruimten die door LCL gehuurd worden. Sanitair is voorzien door de gebouwbeheerder in andere delen van het gebouw. 

De verkeersgeneratie afkomstig van dit bedrijf blijft beperkt tot sporadisch bezoek van klanten en aanwezigheid van werknemers in kader van onderhoudswerkzaamheden.

Op 26 juli 2022 verleende de hulpverleningszone Brandweer Zone Antwerpen een voorwaardelijk gunstig advies (kenmerk BW/BO/2022/G.00098.A3.0006). De voorgestelde brandweervoorwaarden dienen strikt opgevolgd te worden.

De aanvraag heeft geen betrekking op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.

Uit de toepassing van de beoordelingsschema’s van de watertoets blijkt dat de gevraagde activiteiten niet van die aard zijn dat ze een invloed hebben op het watersysteem. Een bijkomend wateradvies is niet vereist en de vergunningsaanvraag voldoet aan de doelstellingen opgenomen in artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde brandweervoorwaarden, wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

12.1.1.2°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

+790 kVA

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 800 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

866.880 VAh
(hernieuwing)

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

+400,00 kW

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

+175,00 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

2.060,00 liter
(hernieuwing)

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

+12,89 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3,87 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50,00 kg

31.1.1°a)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt.

+910,00 kW

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

12.1.1.2°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

1.450,00 kVA

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 800 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

866.880 VAh

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

1.200,00 kW

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

513,80 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

2.060,00 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

16,49 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3,87 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50,00 kg

31.1.1°a)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt.

1.450,00 kW

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 april 2022

Volledig en ontvankelijk

21 juni 2022

Start openbaar onderzoek

30 juni 2022

Einde openbaar onderzoek

29 juli 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 oktober 2022

Verslag GOA

30 augustus 2022

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

30 juni 2022

29 juli 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Brandweervoorwaarden

Er dient te worden voldaan aan de voorwaarden uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

12.1.1.2°a)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 800 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied;

1.450,00 kVA

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 800 kVA

12.3.1°

accumulatoren (gebruik van): vast opgestelde batterijen waarvan het product van het vermogen, uitgedrukt in Ah, met de klemspanning, uitgedrukt in V, meer bedraagt dan 10.000;

866.880 VAh

12.3.2°

accumulatoren (gebruik van): vaste inrichtingen voor het laden van accumulatoren door middel van toestellen met een geïnstalleerd totaal vermogen van meer dan 10 kW;

1.200,00 kW

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

513,80 kW

17.1.2.1.2°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1.000 liter tot en met 10.000 liter;

2.060,00 liter

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

16,49 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3,87 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50,00 kg

31.1.1°a)

stationaire motoren en gasturbines met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW als de inrichting volledig in een industriegebied ligt.

1.450,00 kW

 

 

Artikel 4

Het college wijst er op dat de omgevingsvergunning ingaat op 9 september 2022 voor een termijn van onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.