Terug
Gepubliceerd op 12/09/2022

2022_CBS_07254 - Omgevingsvergunning - OMV_2022019685. Halewijnlaan 2. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07254 - Omgevingsvergunning - OMV_2022019685. Halewijnlaan 2. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_07254 - Omgevingsvergunning - OMV_2022019685. Halewijnlaan 2. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022019685

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV TotalEnergies Marketing Belgium (0403063902) met als contactadres Handelsstraat 93 te 1040 Brussel

Ligging van het project:

Halewijnlaan 2 te 2050 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 13 sectie N nrs. 860F, 860E, 867F en 868H

waarvan:

 

-     20211022-0029

afdeling 13 sectie N nrs. 868H, 860F, 867F en 860E (TotalEnergies Antwerpen Linkeroever)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de verdere exploitatie van een tankstation

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 26 juni 2003 verleende de deputatie een vergunning aan Pashuyzen nv voor het uitbaten van een tankstation (kenmerk MLAV1/03-76). De vergunning werd op 29 april 2010 overgenomen door Total Belgium nv (kenmerk MLOV1/10-26) en uitgebreid met een transformator op 4 februari 2022 (OMV_2021165030). De vergunning loopt nog tot 26 juni 2023.

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat de verdere exploitatie van een servicestation met winkel.

 

Aangevraagde rubriek(en)


Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+ 4,77 m³/uur
(totaal: 5 m³/uur)

6.5.2°
brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen;
hernieuwing
(30 verdeelslangen)
12.2.1°
transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;
hernieuwing
(1x 1.000 kVA)

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

+ 25,30 kW

(totaal: 41,80 kW)

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton.

- 2,50 ton
(totaal: 37,49 ton)

17.3.2.2.2°a)
opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders;
hernieuwing
(38,75 ton)
17.4.
opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.
hernieuwing
(4.000 liter)

 

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

TotalEnergies Antwerpen Linkeroever

1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1§1 verplicht het aanleggen van een meetgoot bij een uurdebiet > 2 m³/uur bedrijfsafvalwater. 

Voorgesteld alternatief/aanvulling

We stellen voor om een controle-inrichting te plaatsen aan de hand van een meetput. 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

7 april 2022

18 mei 2022

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

7 april 2022

20 mei 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

7 april 2022

19 april 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De functie en de constructie van het tankstation zijn vergund. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt voor de verdere exploitatie ervan. 

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De exploitant, voorheen gekend als Total Belgium maar na naamswijziging Totalenergies Belgium, vraagt een vergunning voor het verderzetten van de exploitatie van een tankstation.

Het tankstation beschikt over:

-     30 verdeelslangen voor vloeibare brandstoffen;

-     opslag van 45.000 liter diesel (38,75 ton);

-     opslag van 50.000 liter benzine (37,485 ton).

 

De opslag vindt plaats in twee gecompartimenteerde ondergrondse tanks. De benzinetank bestaat uit een deel van 30.000 liter (E10) en een deel van 20.000 liter (E5); de dieseltank is opgedeeld in een compartiment van 20.000 liter en één van 25.000 liter. Beide tanks zijn dubbelwandig, uitgerust met lekdetectie en overvulbeveiliging en kathodisch beschermd (tegen corrosie). De ondergrondse aanzuigleidingen zijn dubbelwandig uitgevoerd. De ontluchtingsbuizen van de houders bevinden zich aan de noordzijde van het perceel naast de winkel; de uitstoot vindt plaats op ten minste drie meter hoogte. De houders worden periodiek gekeurd. De algemene keuring is nog geldig tot 16 juni 2035. Het verslag van de beperkte keuring dateert van 16 juni 2020 en was twee jaar geldig. De installatie voldeed maar het compartiment van 20.000 liter van de dieseltank was buiten gebruik en werd met andere woorden niet mee onderzocht. Aangezien de keuring vervallen is en bovendien niet alle compartimenten omvat, wordt gevraagd na herkeuring het verslag van het beperkt onderzoek over te maken aan het college.


De dampretoursystemen ‘fase 2’ op de vulpunten voor benzine werden laatst geïnspecteerd in maart 2021 en voldeden. Het rapport is slechts één jaar geldig en derhalve vervallen. De periode tussen twee inspecties mag niet meer zijn dan 15 maanden. Ook hiervan wordt gevraagd de geldige inspectieverslagen over te maken.

 

De ondergrondse houders worden tot tweemaal per week gevuld. Het vullen van de houders gebeurt in aanwezigheid van de bestuurder van de tankwagen. Er is voldoende ruimte om de tankwagen volledig op eigen terrein te stallen. Er treedt bijgevolg geen verkeershinder op voor derden.

 

De exploitant geeft aan dat per dag tussen 200 en 400 klanten komen tanken. Onder de luifel zijn er 10 posities om te tanken; twee posities zullen mogelijk zijn om elektrisch te laden. Het aantal winkelbezoekers wordt geschat op 100 à 150 klanten per dag. Op het terrein zijn enkele plaatsen om tijdelijk te parkeren voorzien voor de klanten die naar de shop komen. Het benzinestation is voorzien van drie aansluitingen met de openbare weg, waarvan twee bruikbaar als inrit en twee bruikbaar als uitrit. Het verkeer is afkomstig vanuit de twee hoofdbanen en kan terug verder rijden langs deze wegen. Er is voldoende zichtbaarheid bij het op- en afrijden van het tankstation zodat manifest onveilige verkeerssituaties vermeden worden. Bij het oprijden via de Charles de Costerlaan moet een voet- en fietspad gekruist worden. Bij de op- en afritten in de Halewijnlaan enkel een voetpad. De exploitant vraagt geen uitbreiding van zijn station, dus wordt geen bijkomend verkeer gegenereerd. De situatie is aanvaardbaar.
 

Het debiet van het bedrijfsafvalwater dat geloosd kan worden stijgt van 0,23 m³/uur tot 5 m³/uur. Er zijn geen bijkomende bronnen van afvalwater afkomstig van de uitbating van het station. De stijging is grotendeels toe te schrijven aan de gewijzigde berekeningsmethodiek, waarbij rekening moet gehouden worden met een neerslaghoeveelheid bij een composietbui (0,0159 m³/uur – terugkeerperiode van twee jaar). De vloeistofdichte piste (beton) ter hoogte van de verdeelinstallaties en de vulpunten hebben een totale oppervlakte van 580 m². Ter hoogte van de verdeelinstallaties is de zone bijna volledig voorzien van een luifel. Omdat deze slechts onrechtstreeks beregend wordt, wordt de oppervlakte voor 40% in rekening gebracht. De overige 80 m² wordt wel rechtstreeks beregend. In totaal rekenen we dus met 280 m² vloeistofdichte verharding. Voor de lozing betekent dit 238 m³/jaar met een maximum van 11,4 m³/dag en 4,5 m³/uur. Daarnaast wordt de inrichting ongeveer één keer per week gereinigd, ook dit reinigingswater kan in contact komen met koolwaterstoffen en wordt eveneens geloosd als bedrijfsafvalwater. Het water wordt geloosd in de openbare riolering van de Halewijnlaan, na behandeling in een koolwaterstofafscheider en kan bemonsterd worden in een monsternameput vóór de lozing. De riolering is aangesloten op het RWZI Burcht. Het olie-watermengsel wordt opgehaald door een erkende verwerker. Het geloosde debiet is beperkt. Gelet op de voorbehandeling in een koolwaterstofafscheider wordt verwacht dat voldaan is aan de algemene en sectorale lozingsvoorwaarden (Vlarem II, bijlage 5.32.2, sector 52, b) – vloeibare koolwaterstoffeneffluent). De VMM geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor de gevraagde lozing. De voorwaarde heeft betrekking op de plaatsing van een KWS-afscheider. Aangezien dit al opgenomen is in bijlage 5.32.2, sector 52, c) hoeft de voorgestelde bijzondere voorwaarde niet opgenomen te worden.

 

Ten opzichte van de vergunde situatie wenst de exploitant het totaal elektrisch vermogen van rubriek 16.3.2°a) te laten stijgen met 25,3 kW tot 41,8 kW. Voor de klimaatregeling van het gebouw zijn airconditioningsinstallaties van 2 x 12,5 kW en 5 kW voorzien. De koelinstallaties in de winkel hebben een drijfkracht van 10 kW. Een kleine compressor heeft een vermogen van 1,5 kW. De koelinstallaties staan opgesteld op het dak van het winkelgebouw, op circa 20 meter van de zijgevel en 30 meter van een voorgevel van meergezinswoningen in de Urbain Reniersstraat. De zijgevel heeft geen ramen of terrassen, waardoor geluidshinder niet waarschijnlijk is. De voorgevel heeft wel raamopeningen. Gelet op de afstand tot de geluidsbron wordt geoordeeld dat het risico op geluidshinder ook hier eerder beperkt is.

 

De transformator van 1.000 kVA bevindt zich in een afgesloten hoogspanningslokaal, boven een inkuiping met voldoende volume om eventueel gelekte olie op te vangen. Het lokaal bevindt zich tussen Charles de Costerlaan en het winkelgebouw. De transfo staat ten dienste van de twee laadpalen voor elektrische voertuigen (160 kW/piek 175 kW), die binnenkort geïnstalleerd worden. Er gaat een zeer beperkt risico op bodemverontreiniging uit van de transfo.

 

Afwijking algemene voorwaarde

De exploitant wenst een afwijking op artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II die oplegt dat een meetgoot geïnstalleerd moet worden wanneer meer dan 2 m³/uur afvalwater geloosd wordt. In normale omstandigheden wordt nooit een debiet van 2 m³/uur gehaald. Dit komt enkel voor tijdens een composietbui. De meerwaarde van een meetgoot voor het controleren van het debiet is beperkt. De kwaliteit van het water kan gecontroleerd worden via een meetput waaruit een representatief staal genomen kan worden. De VMM adviseert gunstig voor de gevraagde afwijking. Er kan afgeweken worden van de verplichting een meetgoot te plaatsen; een controleput wordt voldoende geacht.

 

Overige

Huishoudelijk afvalwater wordt geloosd in de openbare riolering, maar het debiet zal lager zijn dan 600 m³. De exploitant voorziet de opslag van 236 liter propaan in flessen van 26,2 liter, opgeslagen in een afgesloten kooi. De garage met één hefbrug is niet langer aanwezig op de inrichting. Een vergunde tank voor de opslag van 3.000 liter stookolie wordt niet langer aangevraagd. Verwarming van de winkel zal met de airco’s gebeuren. De tank bevindt zich ondergronds ter hoogte van een afgesloten open zone achter het gebouw, onder andere gebruikt voor het stallen van afvalcontainers. Conform artikel 5.17.4.2.13§3 van Vlarem II moet de tank binnen 36 maanden geledigd, gereinigd en verwijderd worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, kan de exploitatie plaatsvinden met een aanvaardbaar risico voor mens en milieu. Er wordt gunstig advies gegeven de vergunning uit te breiden.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

 + 4,77 m³/uur
(totaal: 5 m³/uur)

6.5.2°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen;

30 verdeelslangen
(hernieuwing)

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 1.000 kVA
(hernieuwing)

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

+ 25,30 kW
(totaal: 41,80 kW)

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

- 2,50 ton
(totaal: 37,49 ton)

17.3.2.2.2°a)

opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders;

38,75 ton
(hernieuwing)

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

4.000 liter
(hernieuwing)

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

5 m³/uur

6.5.2°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen;

30 verdeelslangen

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 1.000 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

41,80 kW

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

37,49 ton

17.3.2.2.2°a)

opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders;

38,75 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

4.000 liter

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Vóór 1 oktober 2022 wordt een geldig verslag van de beperkte keuring van de ondergrondse houders en de inspectieverslagen van de dampretoursysteem ‘fase 2’ overgemaakt aan het college, per e-mail aan milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van kenmerk OMV_2022019685);

2. Er kan afgeweken worden van de verplichting een meetgoot te plaatsen (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II); een controleput wordt voldoende geacht.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 maart 2022

Volledig en ontvankelijk

7 april 2022

Start 1e openbaar onderzoek

17 april 2022

Einde 1e openbaar onderzoek

16 mei 2022

Beslissing toepassing administratieve lus

1 juni 2022

Start laatste openbaar onderzoek

15 juni 2022

Einde laatste openbaar onderzoek

14 juli 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

19 september 2022

Verslag GOA

2 september 2022

naam GOA

Bieke Geypens

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

De datum van aanplakking van de affiche werd niet ingegeven in het loket.  Bijgevolg kan niet aangetoond worden dat het openbaar onderzoek correct gevoerd werd.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

17 april 2022

16 mei 2022

0

0

0

0

15 juni 2022

14 juli 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. Vóór 1 oktober 2022 wordt een geldig verslag van de beperkte keuring van de ondergrondse houders en de inspectieverslagen van de dampretoursysteem ‘fase 2’ overgemaakt aan het college, per e-mail aan milieuvergunningen@antwerpen.be, met vermelding van kenmerk OMV_2022019685);

2. Er kan afgeweken worden van de verplichting een meetgoot te plaatsen (artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II); een controleput wordt voldoende geacht.

Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SF/2022/G.00229.A5.0002 zijn van toepassing.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

5 m³/uur

6.5.2°

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en) met meer dan twee verdeelslangen;

30 verdeelslangen

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

1 x 1.000 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

41,80 kW

17.3.2.1.1.2°

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 3 (gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen) met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C en gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton;

37,49 ton

17.3.2.2.2°a)

opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 90 ton in uitsluitend ondergrondse houders;

38,75 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter.

4.000 liter

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.