Terug
Gepubliceerd op 12/09/2022

2022_CBS_07266 - Omgevingsvergunning - OMV_2022043499. Lamorinièrestraat 266. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07266 - Omgevingsvergunning - OMV_2022043499. Lamorinièrestraat 266. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_07266 - Omgevingsvergunning - OMV_2022043499. Lamorinièrestraat 266. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022043499

Gegevens van de aanvrager:

VZW TIKVATENOE - THE NATHAN GUTWIRTH INSTITUTION met als adres Haringrodestraat 84 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Lamorinièrestraat 266 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 6 sectie F nr. 1354Y8

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

regulariseren van functiewijziging naar gemeenschapsvoorziening/dienstverlening en enkele verbouwingswerken

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          08/11/2021: proces-verbaal (11002_2021_14985_VPV) voor het doorbreken van stakingsbevel vervat in aanvankelijk proces-verbaal met referentie AN.66.L.B. 136201/20134 van 26 september 2013;

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/101729

-          31/01/2014: voorwaardelijke vergunning (3562#8895) voor regularisatie en verbouwing herenwoning;

-          30/04/1926: toelating (1926#23810) voor gevel- en binnenveranderingen;

 

Vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder hellend dak;
  • kroonlijsthoogte: 9,2m en nokhoogte: 13,82m;
  • gevelbreedte: 11,59m;
  • bouwdiepte: 10,55m;
  • aanbouw op circa 4,5m van de zijdelingse perceelgrenzen met een bouwdiepte van 2,5m en een gevelbreedte van 2,8m over 2 bouwlagen onder plat dak;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel:

-          witte bepleistering met ter hoogte van de voordeur en aan de gevelplint een decoratief element in blauwe hardsteen;

-          buitenschrijnwerk: wit geschilderd hout met dorpels in blauwe hardsteen;

-          dakbedekking: bruine dakpannen met wit geschilderde kroonlijst;

  • achtergevel:

-          gevel afgewerkt in witte bepleistering met een gevelplint in blauwe hardsteen;

-          buitenschrijnwerk in wit pvc met dorpels in blauwe hardsteen;

-          inrichting:

  • terras in de tuinzone van 12m²
  • dakterras op het platte dak van de aanbouw.

 

Bestaande toestand

-          functie: gemeenschapsvoorziening;

-          bouwvolume: overeenkomstig vergunde toestand;

-          gewijzigde interne indeling;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel:

-          buitenschrijnwerk: bruin hout (niet geschilderd);

-          zonnepanelen op dak aan voorgevel

  • achtergevel:

-          buitenschrijnwerk: groen en wit pvc;

-          geen balustrade rond het platte dak van de aanbouw;

-          geen gevelplint;

-          deur voor toegang tot het platte dak groter uitgevoerd;

  • tuinhuis van 1,7m op 1,2m ter hoogte van de linker- en achterste perceelgrens.

 

Nieuwe toestand

-          functie: gemeenschapsvoorziening;

-          bouwvolume:

-          doorvoeren van enkele beperkte interne wijzigingen, hoofdzakelijk in het kader van brandveiligheid;

-          voorgevel overeenkomstig bestaande toestand;

-          inrichting:

  • balustrade ter hoogte van het dakterras op het platte dak van de aanbouw.


Inhoud van de aanvraag

-          functiewijziging;

-          interne constructieve werken;

-          wijzigingen gevels.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

18 juli 2022

9 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

18 juli 2022

25 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

18 juli 2022

26 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

18 juli 2022

9 augustus 2022

Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Jeugd/ Regie Kinderopvang

18 juli 2022

20 juli 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De bestaande en vergunde eengezinswoning wordt omgevormd naar een gemeenschapsfunctie (voorziening voor kinderen met een (mentale) beperking). Specifiek betreft het de uitbreiding van de bestaande en vergunde gemeenschapsfunctie die aan het pand aansluit.

De vzw Tikvatenoe is een instelling waarvan de missie kan omschreven worden als het verstrekken van een zo goed mogelijke zorg, het stimuleren van de ontwikkelingskansen en het garanderen van een zo groot mogelijke levenskwaliteit aan het kind respectievelijk volwassene met een mentale handicap of met een mentale handicap die deel uitmaakt van een complexer syndroom. Op die manier tracht ze een belangrijke rol te spelen in het kansen bieden aan kinderen (volwassenen) met een handicap, om deel te blijven uitmaken van de dagdagelijkse realiteit. 

De werking bestaat zowel uit een verblijfsdeel als een dagdeel. Dit betekent dat er zowel bewoners van de instelling zijn, die hier werkelijk verblijven als kinderen of volwassenen die enkel een daginvulling hebben en niet verblijven in het centrum. 

Tijdens de Covid-pandemie is de vzw verplicht geweest om haar verblijfsactiviteiten voor bewoners fysiek te scheiden van de activiteiten van het dagcentrum. Ingevolge deze verplichting breidde de vzw uit naar het naastliggende huis.

 

De ingebruikname van het pand is enkel het gevolg van de vereiste dat de activiteiten van het dagcentrum gescheiden dienden te worden van de vertrekken en de activiteiten van de inwonende patiënten. Er gebeurt hierdoor aldus geen uitbreiding van de bestaande omvang van de voorziening, noch een toename in aantal patiënten of activiteiten.

 

In principe staat het stedelijk beleid niet positief tegenover het supprimeren van een eengezinswoning. In voorliggende aanvraag staat de omvorming in het teken van een optimalisering van een gevestigde gemeenschapsfunctie, wat het algemene belang dient.

Omwille daarvan kan deze omvorming alsnog gunstig geadviseerd worden. De functie is inpasbaar in de omgeving.
 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Er worden geen wijzigingen aangevraagd aan het bestaande en vergunde bouwvolume. De wijzigingen beperken zich tot kleine interne ingrepen die een gevolg zijn van de inrichting van de nieuwe functie.
De aanvraag kan wat dit punt betreft dan ook gunstig geadviseerd worden.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Aangezien het pand is opgenomen op de inventaris onroerend erfgoed, werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Het advies laat zich als volgt lezen;

 

Neoclassicistisch burgerhuis, te dateren omstreeks 1850, vermoedelijk samen opgetrokken met het aanpalende nummer 268 dat later met een extra verdieping werd verhoogd.

Met een gevelbreedte van vijf traveeën, omvat de rijwoning twee bouwlagen onder een zadeldak. De bepleisterde en beschilderde lijstgevel met schijnvoegen op de begane grond, rust op een plint uit blauwe hardsteen. Horizontaal geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel met een houten kroonlijst op klossen, legt de compositie de klemtoon op het middenrisaliet. Daarvan is de begane grond in hardsteen uitgevoerd, geblokt en met een geriemde deuromlijsting voorzien van oren en neuten. Oorspronkelijk bekroond door een balkon op voluutconsoles, is de huidige houten erker later toegevoegd. Verder is de opstand opgebouwd uit registers van rechthoekige vensters, op de begane grond met lekdrempel op voluutconsoles, op de bovenverdieping in geriemde omlijsting op kordonvormende lekdrempels. Het houten schrijnwerk van zowel de bewerkte inkomdeur met ruitmotief en waaier in het bovenlicht, als de vensters is bewaard. Deze omschrijving dateert uit 2016. Tussen 2016 en 2020 werd het schrijnwerk in de voorgevel gewijzigd en vervangen door houten schrijnwerk met vlak profiel. het schrijnwerk van de erker werd integraal vervangen zonder opnieuw het paneelwerk te voorzien of de geprofileerde kroonlijst. De voordeur bleef wel bewaard.

Men wenst de functiewijziging naar gemeenschapsvoorziening te regulariseren.

Er werden ook enkele beperkte interne wijzigingen doorgevoerd ifv brandveiligheid. Concreet houdt dit in dat de meeste oorspronkelijke binnendeuren worden vervangen door nieuwe brandwerende deuren. Er werd achteraan een balustrade voorzien thv het dakterras. Op het voorste dakvlak werden zonnepanelen geplaatst. Het schrijnwerk in de voorgevel wordt niet vernoemd in de aanvraag maar werd gewijzigd en dient dus eveneens geregulariseerd te worden.

In het interieur werden reeds een aantal wijzigingen voorzien, maar de opbouw en een heel aantal interieurelementen zoals schouwen en binnenschrijnwerk bleven grotendeels behouden. Aangezien het binnenschrijnwerk mee de erfgoedwaarde van het pand bepaalt, vragen we ons af of alle binnendeuren vervangen moeten worden wanneer er ook een branddetectiesysteem wordt geplaatst.

Het plaatsen van een balustrade op de uitbouw achteraan is aanvaardbaar, de achtergevel werd reeds aangepast. De zonnepanelen zijn slechts zeer beperkt zichtbaar vanaf de straat en niet storend voor de gevel noch het straatbeeld.

Het schrijnwerk in de voorgevel werd recent gewijzigd door nieuw houten schrijnwerk zonder de gepaste profilering, ook de erker werd aangepast en sterk vereenvoudigd. Deze aanpassingen zijn beeldverstorend voor de gevel uit 1850. Voor nieuw schrijnwerk gaan we uit van schrijnwerk naar bestaand model met de juiste profilering en indeling. Vanuit erfgoedoogpunt is het schrijnwerk in de voorgevel en dat van de erker dan ook niet regulariseerbaar. Een oplossing dient in overleg te gebeuren met de stedelijke dienst monumentenzorg.”

 

Het advies van de stedelijke dienst monumentenzorg wordt bijgetreden. De historische binnendeuren moeten behouden blijven. In principe levert dit geen conflict op met de gestelde brandvoorschriften wanneer gebruik wordt gemaakt van een branddetectiesysteem. Mocht dit na overleg met de brandweer wel zo blijken, kan voorbij gegaan worden aan deze voorwaarde.

Omwille van de beeldverstorende gevolgen die de wijzigingen aan het schrijnwerk in de voorgevel met zich meebrengen, worden deze uitgesloten uit de vergunning.
 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

In het kader van de vergunningsaanvraag werd advies gevraagd aan verschillende stedelijke diensten. De stedelijke dienst ‘regie kinderopvang’ ondersteunt het initiatief omwille van de ligging in een zone met een tekort aan kinderopvangplaatsen.
Vanuit de stedelijke dienst Business en Innovatie wordt geen bezwaar geuit betreffende de functiewijziging.

De aanvraag voorziet in meer ruimte voor een bestaande werking zonder dat de werking hierbij zelf uitbreidt. Het betreft dus een verbetering qua verblijfskwaliteit en gebruiksgenot. De aanvraag kan qua hinderaspecten gunstig geadviseerd worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging, m.n. een voorziening voor kinderen met een (mentale) beperking gelegen (vzw Tikvatenoe).

De ingebruikname van het pand is enkel het gevolg van de vereiste dat de activiteiten van het dagcentrum gescheiden dienden te worden van de vertrekken en de activiteiten van de inwonende patiënten. Er is aldus geen uitbreiding van de bestaande omvang van de voorziening, noch een toename in aantal patiënten of activiteiten.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 0

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Er is geen uitbreiding van de werking of aantal patiënten / werknemers dus een eventuele uitbreiding van het aantal fietsstalplaatsen is niet nodig.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De historische binnendeuren moeten behouden blijven. In principe levert dit geen conflict op met de gestelde brandvoorschriften wanneer gebruik wordt gemaakt van een branddetectiesysteem. Mocht dit na overleg met de brandweer wel zo blijken, kan voorbij gegaan worden aan deze voorwaarde.

3. De wijzigingen aan het schrijnwerk in de voorgevel en dat van de erker wordt uitgesloten uit de vergunning. Dit is ook indicatief in rood aangeduid op het gevelplan BA_Gemeenschapsvoorziening_G_N_01 Nieuwe Voorgevel_ROOD.pdf

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

26 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

18 juli 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 september 2022

Verslag GOA

2 september 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De historische binnendeuren moeten behouden blijven. In principe levert dit geen conflict op met de gestelde brandvoorschriften wanneer gebruik wordt gemaakt van een branddetectiesysteem. Mocht dit na overleg met de brandweer wel zo blijken, kan voorbij gegaan worden aan deze voorwaarde.

3. De wijzigingen aan het schrijnwerk in de voorgevel en dat van de erker wordt uitgesloten uit de vergunning. Dit is ook indicatief in rood aangeduid op het gevelplan BA_Gemeenschapsvoorziening_G_N_01 Nieuwe Voorgevel_ROOD.pdf

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.