Terug
Gepubliceerd op 12/09/2022

2022_CBS_07278 - Omgevingsvergunning - OMV_2022078730. Van Putlei 27. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07278 - Omgevingsvergunning - OMV_2022078730. Van Putlei 27. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_07278 - Omgevingsvergunning - OMV_2022078730. Van Putlei 27. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022078730

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Yannick Bos met als adres Isabella Brantstraat 40 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Putlei 27 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1897D2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/7662;

-          17/12/1998: vergunning (86#8720251) voor het aanpassen van de ramen aan de achtergevel van de eerste verdieping;

-          31/10/1963: vergunning (18#45684) voor een verbouwing;

-          21/06/1928: toelating (1928#30499) voor gevel- en binnenveranderingen;

-          19/07/1918: toelating (1918#7591) voor gevel- en binnenveranderingen;

-          02/03/1907: toelating (1907#234) voor een huis.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • eengezinswoning met complementaire functie gemeenschapsvoorziening op de eerste verdieping;

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met pseudo mansardedak; 
  • kroonlijsthoogte van circa 10,3 m;
  • nokhoogte van circa 16,35 m;
  • souterrain;
  • maximale bouwdiepte op het gelijkvloers van circa 20 m;

-          gevelafwerking:

  • Franse steen met decoratieve elementen;
  • arduinen plint;
  • houten buitenschrijnwerk;
  • mansardedak in leien;
  • poort naar inpandige garage op het souterrain.

 

Bestaande toestand

-          interne constructieve wijzigingen;

-          de garage werd heringericht zodat deze niet langer groot genoeg is om een auto te kunnen stallen;

-          open ruimte achteraan souterrain ingericht als terras;

-          buitenschrijnwerk mansardedak en dakvlakvensters in voorzijde gewijzigd naar wit aluminium.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • supprimeren van de complementaire functie;

-          bouwvolume:

  • supprimeren van de schouw aan de zijgevel van de uitbreiding op het gelijkvloers;
  • verhoogd terras aan de linkerzijde;
  • open ruimte achteraan souterrain ingericht als terras;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel:

-          buitenschrijnwerk mansardedak in wit aluminium;

-          dakvlakvensters voorste dakvlak in wit aluminium;

  • achtergevel:

-          rode baksteen;

-          accenten in witte steen;

-          wijzigen van de grootte en de indeling van het bestaande buitenschrijnwerk;

-          nieuw buitenschrijnwerk in de zijgevel van de uitbreiding op het gelijkvloers;

-          antraciet aluminium buitenschrijnwerk.


Inhoud van de aanvraag

-          uitbreiden van het volume;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          wijzigen van de voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

18 juli 2022

3 augustus 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht:
    het afwerken van het buitenschrijnwerk in de voorgevel in aluminium en hout zorgt voor een disharmonie binnen het eigen gevelbeeld;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    de garage werd verbouwd waardoor deze in huidige en gewenste toestand onvoldoende groot is voor het stallen van een auto;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    de plannen bevatten geen informatie met betrekking tot de DWA. Het is dan ook niet duidelijk of deze voorzien wordt conform de voorschriften van dit artikel. Bovendien zal de aansluiting met de openbare riolering moeten gebeuren conform de voorschriften van artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelstel;
  • artikel 43 septische putten:
    het pand beschikt niet over een septische put.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

 

Op het toevoegen van een ruime buitentrap met bijkomend stuk terras aan de leefruimte achteraan blijven de werken beperkt tot een grondige renovatie van de achtergevel en enkele interne wijzigingen die een beter ruimtegebruik en verbetering van het contact en toegang tot de tuin beogen waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.

 

Cultuurhistorische aspecten

 

Gezien het pand opgenomen is op de Inventarislijst Onroerend Erfgoed werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:

 

“De aangevraagde werken betreffen voornamelijk ingrepen aan de achterzijde van de woning. Door de gevelopeningen achteraan te vergroten en een nieuwe trappartij te voorzien, wenst men de connectie tussen binnen en buiten te verbeteren. De achtergevel wordt afgewerkt in een klassieke vormentaal. De waardevolle voorgevel en ook de rijkelijke interieurinrichting blijven ongewijzigd.

 

Voornamelijk de verbouwingswerken uit 1963 betekenden een aanzienlijke ‘verarming’ van de oorspronkelijke achtergevel, waardoor de authenticiteit achteraan grotendeels verdween. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar tegen de vooropgestelde ingrepen daar deze geen verdere verstoring betekenen van de erfgoedwaarde van het pand.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van de dienst monumentenzorg bijgetreden met uitzondering wat betreft de voorgevel (zie verder).

 

Visueel-vormelijke elementen

 

In de voorgevel werden de houten ramen in de dakkapellen vervangen door aluminium schrijnwerk. Om het uniforme gevelbeeld van de burgerwoning te behouden worden deze wijzigingen van de vergunning uitgesloten en zullen deze ramen op termijn terug door wit geschilderd houten buitenschrijnwerk vervangen moeten worden (bouwcode, art. 6).

 

De gecementeerde achtergevel wordt met steenstrips bekleed en de raamopeningen waar nodig en waar mogelijk vergroot en voorzien van antracietkleurig aluminium buitenschrijnwerk. Doorlopende natuurstenen dorpels, rollagen op de verdiepingen en witte gevelaccenten refereren naar het oorspronkelijke ontwerp van de achtergevel.

Ter hoogte van het mansardedak worden de houten bakgoot en dakbekroning antracietkleurige geschilderd en de dakkapellen voorzien van nieuw aluminium buitenschrijnwerk. 

De voorgestelde materialisatie van de achtergevel is visueel inpasbaar in de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het heraanplanten van een boom in de voortuinstrook alsook het verbinden van de woonst met de tuin door middel van een ruime buitentrap achteraan wordt als positief beoordeeld.

Er wordt echter wel opgemerkt dat de opstand van de scheidingsmuur met buurpand nr. 25 ter hoogte van het nieuwe bordes en buitentrap niet voldoet aan de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek betreffende het hanteren van een minimumafstand voor het creëren van rechtstreekse en schuine zichten op een aanpalend erf.

Door het voorzien van een groenstrook tussen de erfscheiding en de trap, de overdimensionering van de trap zelf en de royale afmetingen van de tuin wordt geoordeeld dat er voldoende remediërende maatregelen voorzien zijn waardoor geen bijkomende voorwaarden dienen opgelegd te worden.

 

De overdekte buitenzone achteraan op de kelderniveau werd als terras in de aanvraag aangeduid. Omdat deze een vrije hoogte van 2,15 m heeft en volledig overdekt wordt door het bovenliggende terras voldoet deze ruimte niet om als een kwalitatieve buitenruimte in aanmerking te komen. Echter kan deze beschouwd worden als een koer/externe berging, waardoor deze alsnog gunstig kan beoordeeld worden.

 

De ruime garage werd opgedeeld in 2 kleinere ruimtes waardoor het deel aan de straatzijde nu een diepte van amper 3,99 m meet. Deze ruimte is te klein om een wagen te stallen, bijgevolg worden de wijzigingen aan de garage van de vergunning uitgesloten (bouwcode, art. 30).

 

Omdat de plannen onvoldoende informatie bevatten over het rioleringsstelsel en septische put worden hier voorwaarden voor opgelegd (bouwcode, art. 40,41 en 43).

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het pand moet conform artikel 40 uit bouwcode voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel en bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. De aansluiting  van de DWA en RWA aan het openbaar rioolstelsel moet gebeuren conform de voorschriften van artikel 41 uit de bouwcode.

3. Het pand moet conform artikel 43 uit bouwcode voorzien zijn van een septische put.

4. Alle handelingen, werken en wijzigingen met betrekking tot de garage worden uit de vergunning uitgesloten.

5. Alle handelingen, werken en wijzigingen met betrekking tot de dakkapellen aan de voorgevel worden uit de vergunning uitgesloten. Deze dienen op termijn vervangen te worden door wit geschilderd houten schrijnwerk.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

20 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

18 juli 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

16 september 2022

Verslag GOA

2 september 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het pand moet conform artikel 40 uit bouwcode voorzien zijn van een gescheiden rioolstelsel en bestaat uit 1 droogweerafvoer (DWA) en 1 hemelwaterafvoer (RWA). Dit gescheiden rioolsysteem moet aangeboden worden aan de straat. De aansluiting  van de DWA en RWA aan het openbaar rioolstelsel moet gebeuren conform de voorschriften van artikel 41 uit de bouwcode.

3. Het pand moet conform artikel 43 uit bouwcode voorzien zijn van een septische put.

4. Alle handelingen, werken en wijzigingen met betrekking tot de garage worden uit de vergunning uitgesloten.

5. Alle handelingen, werken en wijzigingen met betrekking tot de dakkapellen aan de voorgevel worden uit de vergunning uitgesloten. Deze dienen op termijn vervangen te worden door wit geschilderd houten schrijnwerk.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.