Op 20 mei 2020 heeft Stad Antwerpen de Brabantstunnel in gebruik genomen onder het Operaplein (Jeanne en Jos Brabantsunnel). De Brabantstunnel bestaat uit twee tunnelkokers. Er is een ruime ondergrondse parking op 3 niveaus. In de tunnel rijdt het verkeer over één rijstrook. De toegelaten maximumsnelheid is 30km/u. Voertuigen die de tunnel willen inrijden mogen niet hoger zijn dan 2 meter 90. Het Vlaams Verkeerscentrum plaatste 32 camera's voor de bewaking van de tunnel en het veilig gebruik ervan. De hoogte van alle voertuigen wordt automatisch digitaal gecontroleerd bij de tunnelmonden. Hoewel elke bestuurder van een te hoog voertuig meteen wordt verwittigd met een waarschuwingsboodschap op een scherm, zijn er toch bijzonder veel incidenten die voornamelijk gerelateerd zijn aan de hoogtebeperking.
Om de de veiligheid en de doorstroom van voertuigen bij incidenten te waarborgen is het oppportuun dat niet alleen de operatoren van het Vlaams verkeerscentrum gebruik kunnen maken van de camera’s, maar ook de tunnelcoördinator en tunneltoezichters van de stad Antwerpen. De tunnel is immers in beheer bij de stad Antwerpen. De afdeling Wegen en Verkeer van de Vlaamse Overheid zal hiertoe aan de stad Antwerpen rechtstreeks toegang tot de camera’s in de tunnel verlenen. De stad Antwerpen dient zich hiervoor in regel te stellen met de Camerawet van 21 maart 2007.
In zijn functie als beheerder van de tunnel wordt de stad naast de Vlaamse overheid verwerkingsverantwoordelijke voor het gebruik van de 32 reeds geplaatste camera's. De camerabeelden hebben tot doel om bij incidenten onmiddellijk te kunnen ingrijpen. De beelden kunnen door de stad ook rechtstreeks als bewijs voor schadedossiers worden aangewend. Op die manier kan de afhandeling van de schadedossiers vlotter verlopen.
In toepassing van artikel 5 §2 van de wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s van 21 maart 2007 (camerawet) wordt de beslissing tot het gebruik van één of meer vaste bewakingscamera's in een niet-besloten plaats genomen nadat de gemeenteraad van de gemeente waar de plaats zich bevindt, een positief advies heeft gegeven. De gemeenteraad verstrekt zijn advies na voorafgaandelijk de korpschef van de politiezone waar die plaats zich bevindt, te hebben geraadpleegd. Hoewel de camera's strikt genomen in de tunnelkokers zijn geplaatst en derhalve onder het regime van een besloten plaats vallen waar geen gemeenteraadsbesluit voor nodig is, is de tunnel in de Verkeerswetgeving een lokale autoweg waarvoor de bijzondere verkeersregels op de autowegen gelden. Het criterium van onderscheid tussen een niet-besloten plaats en een besloten plaats is de aanwezigheid van een omsluiting. De omsluiting wordt door de camerawet gedefinieerd als een “duidelijke visuele afscheiding of aanduiding waardoor de plaatsen duidelijk van elkaar onderscheiden kunnen worden”. Aangezien de grens tussen een niet-besloten plaats en een voor het publiek toegankelijke besloten plaats (elke visuele afscheiding volstaat, zoals bv. een bord, markering, een beperking voor toegang, …) niet altijd eenduidig te maken is en om discussies daaromtrent te vermijden, werd beslist om aan de gemeenteraad toch toestemming te vragen voor het gebruik van de cameralocaties ongeacht of dit niet-besloten of voor het publiek toegankelijke besloten plaatsen betreffen.
Er wordt aan de gemeenteraad gevraagd om gunstig advies te verlenen voor het gebruik van 32 camera's in de Brabantstunnel op basis van volgende argumenten:
Bijlage 1 bevat een overzicht van de locaties van de camera's.
Wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s van 21 maart 2007 (camerawet).
Algemene Verordening Gegevensbescherming, in verband met de privacy-regels.
Artikel 5 §2 van de wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s van 21 maart 2007 bepaalt dat de beslissing tot het plaatsen van één of meer vaste bewakingscamera's in een niet-besloten plaats wordt genomen nadat de gemeenteraad van de gemeente waar de plaats zich bevindt een positief advies heeft gegeven. De gemeenteraad verstrekt zijn advies na voorafgaandelijk de korpschef van de politiezone waar die plaats zich bevindt te hebben geraadpleegd.
Artikel 6§1 van de wet tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera’s van 21 maart 2007 bepaalt dat de beslissing tot het plaatsen van één of meer bewakingscamera's in een voor het publiek toegankelijke besloten plaats wordt genomen door de verwerkingsverantwoordelijke.
De gemeenteraad verleent een gunstig advies met betrekking tot het gebruik van 32 camera's in de Jos en Jeanne Brabantstunnel te 2000 Antwerpen in het kader van toezicht bij incidenten en de afhandeling van schadedossiers naar aanleiding van incidenten.