Het stadsbestuur heeft geweigerd om een kritisch gedicht van één van de stadsdichters, geschreven in samenwerking met jongeren, als stadsgedicht op te nemen. Het gedicht “losgeld” is een striemende aanklacht tegen uitsluiting en stigmatisering in het onderwijs en tegelijk een hommage aan stielmannen en techniekers.
Op welke basis heeft het stadsbestuur geweigerd om dit gedicht op te nemen?
Zal het stadsbestuur haar beslissing terugdraaien?
Hoeveel stadsgedichten heeft het stadsbestuur de afgelopen jaren geweigerd? Op welke basis gebeurde dit?
Neemt de stad het engagement om de artistieke vrijheid van de stadsdichters te respecteren en geeft het stadsbestuur hen de vrijheid om hun mandaat als stadsdichter in te vullen los van inhoudelijke censuur?
Vindt het stadsbestuur het belangrijk om dit debat te voeren over het labelen van leerlingen met de letters “A” en “B”?
Vindt het stadsbestuur het belangrijk om in dialoog te gaan met de jongeren die zich uitgesloten voelen? Begrijpt het stadsbestuur welk signaal het gegeven heeft met het niet opnemen van het gedicht?
Welke acties gaat het stadsbestuur ondernemen om het technisch en beroepsonderwijs te herwaarderen, zowel naar imago, als de reële problemen. (lerarentekorten, hoge energiefacturen, verouderde schoolgebouwen,…)
Schepen Ait Daoud geeft antwoord op de vragen.
Raadsleden Staes, Bastiaens, Mertens en Van Rooy houden nog een wederwoord.
Het volledige debat is opgenomen en raadpleegbaar via de website van de stad Antwerpen.