Conform artikel 10 van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming worden gemeenten voor de organisatie van brandweerdiensten in gewestelijke groepen ingedeeld. De provinciegouverneur bepaalt de samenstelling van die groepen en wijst in iedere groep een centrumgemeente aan. Deze gemeente moet over een brandweerdienst met het nodige personeel en materiaal beschikken. De overige gemeenten hebben de keuze: zij richten een eigen brandweerdienst op of doen, mits betaling van een forfaitaire en jaarlijkse bijdrage, beroep op de brandweerdienst van de centrumgemeente.
De brandweer van de stad Antwerpen werd aangeduid als centrumgemeente van de provincie en beschermt de stad Mortsel en de gemeenten Stabroek, Hoevenen, Putte, Zwijndrecht, Burcht en Wijnegem. Deze beschermde gemeenten storten per kwartaal een forfaitaire bijdrage aan de provincie. De provinciegouverneur bepaalt dan achteraf de uiteindelijke jaarlijkse bijdrage. De berekening van deze jaarlijkse bijdrage is een afspiegeling van de in aanmerking komende kosten van de centrumgemeenten van een gewestelijke groep (operationele kosten van de brandweer die kunnen worden verdeeld over gemeenten binnen een regionale groep) en is gebaseerd op een welgedefinieerde formule.
Op 19 november 2013 (jaarnummer 720) en 27 januari 2014 (jaarnummer 40) gaf de gemeenteraad twee maal ongunstig advies op de voorstellen van de provinciegouverneur over de afrekening van de periode 2007- 2011 (werking 2006-2010).
Het belangrijkste argument voor dit ongunstig advies betrof de bepaling van de verdeelsleutel en het eigen aandeel van de stad Antwerpen in de in aanmerking komende kosten.
Op 25 juni 2018 (jaarnummer 507) gaf de gemeenteraad ongunstig advies op de voorstellen van de provinciegouverneur over de afrekening van de periode 2012 - 2014 (werking 2011-2013).
Het belangrijkste argument voor dit ongunstig advies betrof de bepaling van de verdeelsleutel en het eigen aandeel van de stad Antwerpen in de in aanmerking komende kosten.
Met brief van 15 juli 2022 ontving stad Antwerpen het voorstel van de provinciegouverneur betreffende de brandweerbijdragen 2015 (werking 2014) en verzocht de gemeenteraad om binnen de 60 dagen haar advies hierover uit te brengen conform artikel 10 van de wet betreffende de civiele bescherming.
Uit het voorstel van de gouverneur blijkt dat het eigen aandeel van de stad Antwerpen vastgesteld wordt op 96,88%, wat in lijn ligt met het gehanteerde percentage in de door de gemeenteraad eerder ongunstig geadviseerde afrekeningen.
Op basis van bovenstaande is het aangewezen om de huidige afrekening ook ongunstig te adviseren.
De gouverneur verzocht de stad om advies van de gemeenteraad te bezorgen voor 19 september 2022.
Gelet op het zomerreces is er evenwel in deze periode geen gemeenteraad voorzien. De laatste gemeenteraad was op 27 juni 2022 en de volgende gemeenteraad staat pas gepland op 26 september 2022. De gemeenteraad zal hoe dan ook dus geen advies kunnen uitbrengen inzake deze aangelegenheid binnen de vooropgestelde termijn.
De Federale Diensten van de Gouverneur - Dienst brandweer werden hiervan door de administratie alvast schriftelijk in kennis per e mail van 24 augustus 2022.
Het uitblijven van het advies van de gemeenteraad voor de vooropgestelde datum mag in dit bijzonder geval dan ook niet beschouwd worden als een akkoord en de gouverneur wordt verzocht om een definitieve beslissing uit te brengen.
De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.
De wet van 14 januari 2013 tot wijziging van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming.
De gemeenteraad beslist om een ongunstig advies te geven op het voorstel van de provinciegouverneur met betrekking tot de afrekening 2015 (werking 2014).