Terug
Gepubliceerd op 24/10/2022

2022_CBS_08495 - Omgevingsvergunning - OMV_2022084964. Auwersstraat 25. District Berchem - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 21/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08495 - Omgevingsvergunning - OMV_2022084964. Auwersstraat 25. District Berchem - Weigering 2022_CBS_08495 - Omgevingsvergunning - OMV_2022084964. Auwersstraat 25. District Berchem - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022084964

Gegevens van de aanvrager:

NV WINVEST I met als adres Jordaenskaai 25 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Auwersstraat 25 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 21 sectie A nr. 116E18

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een pand naar 6 woongelegenheden, toevoegen van een daklaag

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/11/2010: vergunning (20104993/3473#4993) voor het regulariseren van twee appartementen en het toevoegen van twee studio's;

-          19/03/1984: niet-uitgevoerde vergunning (1984463/961#2432) gevel- en binnenverbouwing.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • gelijkvloers: garage;
  • eerste verdieping: magazijn;
    • woonentiteiten (inclusief de indeling en constructiedelen) werden niet uitgevoerd conform de voorwaardelijke vergunning uit 2010. De vergunning is dus inzake deze delen vervallen. Gelet op deze toestand werd het advies vermoeden van vergunning gevraagd voor de eerste verdieping:
      • ongunstig advies vermoeden van vergunning voor functie wonen op eerste verdieping;
      • ongunstig advies vermoeden van vergunning voor huidige indeling op eerste verdieping;
  • tweede verdieping: wonen;

-          bouwvolume:

  • besloten bebouwing van 3 bouwlagen onder plat dak;
  • 14,5 m bouwdiepte op de eerste verdieping en 9,9 op de tweede verdieping;
  • 10,6 m totale bouwhoogte;
  • het perceel is volledig volgebouwd op het niveau van het maaiveld;

-          gevelafwerking:

  • gevel in beige gevelbekleding, bruin houten ramen, arduinen dorpels, betondeksteen als dakrand;
  • 1 bruin houten garagepoort.

 

Bestaande toestand

-          functie:

  • gelijkvloerse garage/werkplaats;
  • meergezinswoning met 3 wooneenheden;
    • 1 vier-slaapkamerappartement en 1 een-slaapkamerappartement op de eerste verdieping;
    • 1 drie-slaapkamerappartement op de tweede verdieping;

-          bouwvolume:

  • conform vergund met bijkomen dakterrassen op de eerste en tweede verdieping achteraan;

-          gevelwijzigingen:

  • grijze voorgevelbepleistering, groen geschilderde natuursteendorpels en betonplint;
  • buitenschrijnwerk in witte PVC op het gelijkvloers en de 2e verdieping, wit geschilderd houten buitenschrijnwerk op de 1ste verdieping;
  • sectionaalpoort in witte PVC;
  • gewijzigde gevelopeningen en voorzetrolluiken bij het schrijnwerk in de achtergevel.

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • meergezinswoning met 6 wooneenheden;
  • de gemiddelde netto vloeroppervlakte van alle wooneenheden is circa 68 m²;

-          bouwvolume:

  • besloten bebouwing van 3 bouwlagen onder mansardedak;
  • ontpitten van het gelijkvloers, waarbij een achtertuin ontstaat van circa 46,2 m² (waarvan circa 31,2 m² als niet bebouwde open ruimte voorzien wordt);
  • circa 15,9 m bouwdiepte op de eerste verdieping (inclusief terras);
  • circa 11,8 m bouwdiepte op de tweede verdieping (inclusief terras);
  • daklaag met een bouwdiepte van circa 9,9 m en totale hoogte van circa 13,4 m;

-          gevelafwerking:

  • witte gevelpleister, buitenschrijnwerk in zwarte PVC, dorpels in zwart aluminium;
  • nieuwe daklaag in antracietkleurige imitatieleien met antracietkleurige houten kroonlijst;
  • bijkomende inkomdeur links;
  • 1 sectionaalpoort in zwarte PVC;

-          inrichting:

  • inzake de woonentiteiten zijn volgende gegevens beschikbaar:
    • op het gelijkvloers: 1 twee-slaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 84 m² (exclusief garage en inkomhal), aansluitend aan de achtertuin;
    • op de eerste verdieping: 1 drie-slaapkamerappartement (netto-vloeroppervlakte 96.9 m² en terras van 11,7 m²) en 1 een-slaapkamerappartement (netto-vloeroppervlakte 47,3 m²);
    • op de tweede verdieping: 1 een-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte 48,2 m² en aansluitend terras van 11,1 m² en 1 een-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van 46,4 m² met afzonderlijk terras van 4,8 m²;
    • op de derde verdieping: 1 twee-slaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van 88,7 m² en een terras van 7,7 m²;
  • inpandige garage voor 1 wagen en 3 fietsen op het gelijkvloers;
  • gemeenschappelijke fietsenberging van circa 8 m² voor 5 fietsen en afvalberging van 4 m² op het gelijkvloers.


Inhoud van de aanvraag

-          optoppen met een daklaag;

-          wijzigen van de functie van garage/werkplaats naar wonen;

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden naar 6;

-          wijzigen van de interne indeling van het gebouw;

-          voorzien van dakterrassen;

-          verhogen van het dak van de aanbouw;

-          wijzigen van de voorgevel;

-          wijzigen van de scheimuren; 

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

29 augustus 2022

20 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

29 augustus 2022

26 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

29 augustus 2022

27 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

29 augustus 2022

20 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

29 augustus 2022

1 september 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

29 augustus 2022

29 september 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

29 augustus 2022

12 september 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

29 augustus 2022

12 september 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning

29 augustus 2022

6 oktober 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 18 – 21:

aangezien er een nieuwe trap naar een nieuwe verdieping wordt geplaatst zou er een lift moeten voorzien worden;

  • artikel 24:
    voor de deur van de gemeenschappelijke afvalberging kan rakend aan het draaivlak van de deur geen draaicirkel van min. 150 cm diameter gemaakt worden;
  • artikel 25:

in de gemeenschappelijke afvalberging is er naast de deur aan de zijde van de klink geen vrije wandruimte van min. 50 cm.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht en artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:
    • 3 bouwlagen en een daklaag van voorgestelde hoogte is niet kenmerkend in de omgeving
    • het voorzien van 6 wooneenheden overschrijdt de draagkracht van het perceel;
  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    de tuinmuren in de achtertuin zijn na de sloop van de achterbouw niet teruggebracht tot de maximumhoogte van 2,6 m;
  • artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:
    de vrije hoogte in de nieuwe daklaag moet minstens 2,6 m zijn om in aanmerking te komen voor het inrichten met verblijfsruimtes;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    de keuken van appartement 1.02 beschikt niet over een voldoende daglichttoetreding;
  • artikel 25 Toegankelijkheid van de functie:
    de buitenruimte van appartement 201 is niet rechtstreeks toegankelijk vanuit het appartement;
  • artikel 27 Open ruimte:
    slechts circa 14% van het terrein werd als onbebouwde open ruimte voorzien < 20%;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    • er worden niet voldoende fietsstalplaatsen voorzien voor alle nieuwe woonentiteiten;
    • de fietsstalplaatsen van het gelijkvloerse appartement voldoen niet aan de inrichtingsprincipes  wanneer er een auto in de garage geparkeerd staat;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autparkeerplaatsen:
    er is slechts 1 inpandige autostalplaats voorzien;
  • artikel 38 Groendaken:
    het dak van de aanbouw van de eerste verdieping wordt verdikt, maar wordt niet als groendak aangelegd;
  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:
    het is niet duidelijk of het gelijkvloerse terras aan 1 à 2% afhelt richting het naastliggende groen opdat het regenwater er ter plaatse kan infiltreren;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    de afvoerleidingen RWA en DWA zijn niet voorzien van een private toezichtsput zo dicht mogelijk bij de voorste perceelgrens. Het terras op de eerste verdieping achteraan moet aangesloten zijn op een gewone afvoerleiding. Waterspuwers zijn enkel toegelaten als noodoverloop;
  • artikel 43 Septische putten: het is niet duidelijk of de bestaande septische put voldoet.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid en Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag betreft het supprimeren van de gelijkvloerse garage/werkplaats en het magazijn en het omvormen van het volledige gebouw naar een meergezinswoning.

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt is er geen principieel bezwaar tegen het supprimeren van de magazijnfunctie op deze locatie. Dit vanzelfsprekend op voorwaarde dat voldaan wordt aan de verordenende voorschriften en de actuele vereisten inzake gebruiksgenot en woonkwaliteit verzekerd kunnen worden. Zoals reeds vermeld, is de aanvraag echter strijdig met verschillende verordenende voorschriften.

 

De appartementen op de eerste en tweede verdieping werden niet uitgevoerd conform de vergunning uit 2010. De aanvrager wenst deze woonentiteiten nu (circa 12 jaar later) toch nog om te vormen naar de toestand zoals deze vergund werd in 2010. De indeling van deze appartementen moet echter getoetst worden aan de huidig geldende voorschriften en kwaliteitseisen. De aangevraagde toestand van de woongelegenheden is onvoldoende kwalitatief.

 

De verwevenheid van functies is een essentieel kenmerk van een binnenstedelijk gebied. Maar een te grote mix van verschillende functies of een te grote concentratie van één bepaalde functie kan tevens voor conflicten en overlast zorgen. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, laden en lossen, dag- of nachtactiviteiten. Ook een te hoge concentratie meergezinswoningen kan overlast met zich meebrengen. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een rijhuis voor één gezin. De typologie en schaal kunnen overlast genereren door middel van concentraties. Het verschil tussen verschillende typologieën kan niet steeds via de functiebeperkingen in een bestemmingsplan kunnen worden opgevangen en moeten daarom steeds concreet worden nagegaan in de aanvraag in functie van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

Om bovenstaande hinderaspecten aanvaardbaar te houden en tegelijk de woonkwaliteit te garanderen, is het bijgevolg noodzakelijk om de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de omvang (oppervlakte) van de verschillende functies binnen de woningen anderzijds. Het voorliggende project is een onaanvaardbare mix.

 

Om het wooncomfort van een woning te bewaken is het belangrijk dat het aantal slaapkamers in verhouding staat met het aantal beschikbare vierkante meters leefruimte per bewoner. Dit is niet het geval in het voorliggend project, waardoor de woongelegenheden onvoldoende wooncomfort bieden.

 

Het ontwerp voorziet hoofdzakelijk woonentiteiten waarbij het aandeel leefruimte ten opzichte van de nachtdelen beperkt blijft. Ook wordt de parkeernood niet opgelost op het eigen perceel. En bovendien worden de woonentiteiten niet van een eigen kwalitatieve buitenruimte voorzien binnen het aanvaardbare volume. Hieruit kan afgeleid worden dat de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt en tegelijkertijd het woongenot daalt. Verder verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De Auwerstraat wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door woningen met twee bouwlagen met bijkomend een zadeldak en woningen van drie bouwlagen met een plat dak.

 

Het huidige gebouw betreft reeds een van de grootste gebouwen uit de straat. De aanvraag betreft het uitbreiden van het hoofdvolume tot drie bouwlagen met bijkomend een mansardedak. Dit bouwvolume is niet afgestemd op de omgeving en overschrijdt de draagkracht.

 

Het gelijkvloers wordt deels ontpit, want inderdaad noodzakelijk is bij dergelijke functiewijziging. Het deel aan open ruimte blijft echter beperkt. Slechts circa 14 % van het perceel wordt als onbebouwde open ruimte voorzien.

 

Achteraan de eerste en tweede verdieping worden terrassen voorzien. Terrassen van deze schaal achter de gevel zijn niet kenmerkend in dit bouwblok. Bijkomend overschrijden deze terrassen de kenmerkende bouwdiepte voor verdiepingen in de omgeving. De woonentiteiten hebben inderdaad nood aan voldoende kwalitatieve buitenruimte. Deze dient echter maximaal binnen het vergunde bouwvolume voorzien te worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 bijkomende parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding met nieuwe 5 wooneenheden. De wijziging van werkplaats naar wonen heeft geen invloed op de parkeerbehoefte.

(1x1.35) + (2x1,2) + (1x1,05) =

De werkelijke parkeerbehoefte is 4,65 = 5.

 

De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

 

De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van 5 bijkomende plaatsen niet toe.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 4.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Voor de nieuwe woonentiteiten dienen er 6 (=2*(2+1)) overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Er werden 3 plaatsen ingetekend in de garage op het gelijkvloers, deze voldoen echter niet aan de inrichtingsprincipes wanneer er een auto geparkeerd staat.

 

Er werden 5 plaatsen ingetekend in een aparte fietsberging op het gelijkvloers deze ontsluiten via de gang.

 

Er werden enkel fietsstalplaatsen voor standaardfietsen voorzien. Om het gebruiksgenot te vergroten, zou het wenselijk zijn om ook fietsstalplaatsen voor buitenmaatse fietsen voorzien (bakfiets, longtailfiets,…).

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

29 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 oktober 2022

Verslag GOA

10 oktober 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.