Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022069568 |
Gegevens van de aanvrager: | Marc Van Goidsenhoven met als adres Zandweg 5 bus 1 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Zandweg 5_1 te 2040 Berendrecht-Zandvliet-Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 19 sectie B nr. 216B |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vellen van 3 hoogstammige boom |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/10/2009: vergunning (3275#526) voor het aanbouwen van een carport;
- 01/01/1989: vergunning (86#890540) voor het bouwen van een woning.
Vergunde en huidige toestand
- eengezinswoning van 1 bouwlaag onder zadeldak in een open bebouwing;
- in de tuin staan 3 populieren op meer dan 15 m van de woning met een stamomtrek van 1 m op 1 m hoogte.
Gewenste toestand
- vellen van de 3 hoogstammige bomen.
Inhoud van de aanvraag
- vellen van de 3 hoogstammige bomen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 13 juni 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 13 juni 2022 | 6 juli 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling 20093, goedgekeurd op 17 juli 2009, meer bepaald in lot(en) 4 en 4.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op het volgend punt:
- artikel 1 Algemene bepalingen, 7° vellen van bomen:
de ontbossing en het vellen van bomen kan slechts worden toegestaan voor zover zulks noodzakelijk is met het oog op de oprichting van de gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er werd in de aanvraag een afwijking geconstateerd op artikel 1.05.7° van de verkavelingsvergunning voor het verkavelen van gronden. Artikel 1.05.7° stelt dat het vellen van bomen slechts kan worden toegestaan voor zover zulks noodzakelijk is met het oog op de oprichting van de gebouwen en het nemen van toegang tot die gebouwen. Voor deze afwijking werd een openbaar onderzoek verricht.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De drie bomen bevinden zich in de achtertuin van de woning Zandweg 5_1 te Berendrecht.
De Zandweg wordt in dit gedeelte van het bouwblok gekenmerkt door diepe tuinen. In de omliggende tuinen zijn eveneens bomen aanwezig, zij het van andere soorten die veel kleiner zijn. Achter de tuinen, agrarisch gebied volgens het gewestplan, zijn veel bomen aanwezig. Dit geeft het bouwblok een zeer groen karakter.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Voorliggende aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke groendienst en deze adviseert met volgende afweging:
‘De groendienst geeft omwille van volgende reden een gunstig advies:
- De bomen hebben een verhoogd risico op omwaaien of stambreuk. Voor de veiligheid is het nodig om deze boom te vellen.
De bomen moeten vervangen worden:
- Doordat er een groot verlies is van groenvolume, wilt stad Antwerpen een heraanplanting van een inheemse boom van eerste grootte A. De heraanplant moet niet op dezelfde locatie en mag ergens anders op het domein geplaatst worden. De plantmaat moet minstens 14/16 cm zijn. De heraanplanting moet geplant zijn voor het volgende groeiseizoen. Meer informatie over boomsoorten kan u vinden op www.bomenwijzer.be.’
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden het advies en de voorwaarden van de groendienst integraal gevolgd. De aanvraag wordt gunstig beoordeeld. Er zullen voorwaarden worden gekoppeld aan de omgevingsvergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien deze aanvraag betrekking heeft op het vellen van bomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Er dient een heraanplant te gebeuren van een inheemse boom van minstens eerste grootte A met een minimale plantmaat van 14/16 centimeter. De heraanplant moet niet op dezelfde locatie en mag ergens anders op het domein geplaatst worden op minstens twee meter van iedere perceelsgrens. De heraanplant moet uitgevoerd zijn voor het eerstvolgende groeiseizoen volgend op de kap van de boom.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 mei 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 13 juni 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 21 juni 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 20 juli 2022 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 17 augustus 2022 |
Start laatste openbaar onderzoek | 26 augustus 2022 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 24 september 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 25 november 2022 |
Verslag GOA | 11 oktober 2022 |
naam GOA | Brenda Dierckx |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
start 1ste openbaar onderzoek niet ingegeven in omgevingsloket
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
21 juni 2022 | 20 juli 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
26 augustus 2022 | 24 september 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Er dient een heraanplant te gebeuren van een inheemse boom van minstens eerste grootte A met een minimale plantmaat van 14/16 centimeter. De heraanplant moet niet op dezelfde locatie en mag ergens anders op het domein geplaatst worden op minstens twee meter van iedere perceelsgrens. De heraanplant moet uitgevoerd zijn voor het eerstvolgende groeiseizoen volgend op de kap van de boom.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.