Terug
Gepubliceerd op 24/10/2022

2022_CBS_08499 - Omgevingsvergunning - OMV_2022088703. Marcel Auburtinlaan 101. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08499 - Omgevingsvergunning - OMV_2022088703. Marcel Auburtinlaan 101. District Berchem - Goedkeuring 2022_CBS_08499 - Omgevingsvergunning - OMV_2022088703. Marcel Auburtinlaan 101. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022088703

Gegevens van de aanvrager:

de heer Richard Verbeek met als adres Frans De Manstraat 23 te 2600 Antwerpen

Ligging van het project:

Marcel Auburtinlaan 101 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 21 sectie A nr. 174F11

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          12/07/1967: toelating (957#1927) voor het bouwen van een bergplaats;

-          28/12/1962: toelating (957#941) voor het bouwen van een garage;

-          23/03/1960: toelating (957#80) voor het bouwen van een woning.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie:

  • wonen - eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met schilddak;
  • gelijkvloerse bouwdiepte maximaal circa 13 m ter hoogte van de rechter perceelgrens;
  • terugspringende garage  met 1 bouwlaag onder plat dak aan de linker perceelgrens;
  • bouwdiepte hoofdvolume circa 9 m.

-          gevelafwerking:

  • rode gevelsteen en omlijsting schrijnwerk in witte steen;
  • kroonlijst van de garage in zelfde witte steen als de omlijsting;
  • plint in breuksteen (natuursteen);
  • 1 dakkapel ter hoogte van de voorgevel (rechts)
  • wit geverfde garagepoort met raam;

-          inrichting:

  • voortuinafsluiting in rode gevelsteen;
  • verharding in de voortuin beperkt tot 1 oprit tot de garage en 1 pad tot de voordeur;
  • centraal achter de woning een terras van circa 15 m².

 

Bestaande toestand

-          conform geacht vergunde toestand met uitzondering van:

  • gewijzigde garagepoort in wit geschilderd hout;
  • gewijzigde witte voordeur;
  • gewijzigde vorm van de dakkapel;
  • gewijzigde kroonlijst van de garage in wit geschilderd hout.

 

Nieuwe toestand

-          bouwvolume:

  • achterbouw van 1 en 2  bouwlagen onder plat groendak;
  • perceelbrede gelijkvloerse bouwdiepte circa 13 m;
  • bouwdiepte verdieping circa 9 m en circa 13 m aan de rechter perceelgrens.

-          gevelafwerking:

  • nieuw gevelschrijnwerk in zwart aluminium schrijnwerk met behoud van de omlijsting in witte steen;
  • geïsoleerde achtergevel met bruinrode gevelsteen met zwart aluminium schrijnwerk;
  • verwijderen dakkapel;

-          inrichting:

  • terras van circa 22 m².

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de bestaande achterbouw;

-          voorzien van een nieuwe achterbouw over 1 tot 2 bouwlagen;

-          supprimeren van de dakkapel;

-          wijzigen van het schrijnwerk;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 21 Minimale vrije hoogte van ruimten:
    • de badkamer in de daklaag beschikt over een te klein gedeelte over een minimale vrije hoogte van 2,2 meter;
    • de berging in de daklaag met een oppervlakte van circa 15,2 m² beschikt niet over een minimale vrije hoogte van 2,2 meter;
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    • de opstand ter hoogte van de nieuwe achterbouw op de eerste verdieping bedraagt 0,20 m t.o.v. het hoogst aangrenzende dakvlak < 0,30 m;
    • de nieuwe enkelvoudige scheidingsmuur heeft geen dikte van 18 centimeter langs de eigen zijde van de perceelgrens;
  • Artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    de nieuwe afvoerleidingen dienen aangelegd te worden conform dit artikel;
  • Artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    de aansluiting van de DWA en RWA moet aangesloten worden aan het openbaar rioolstelsel conform dit artikel.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))

 Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag betreft het uitbreiden van een grondgebonden eengezinswoning. De aanbouwen achteraan worden gesloopt en vervangen door een nieuwe aanbouw. De achtergevel van het volledige gelijkvloers wordt hierbij tot dezelfde bouwlijn (circa 13 meter ten opzichte van de voorgevellijn) voorzien. Hierbij wordt de garage vergroot. Ook worden hierbij de gelijkvloerse verblijfsruimtes samengevoegd tot een doorzontypologie. Dit komt de leefkwaliteit van de woning ten goede. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Ook de eerste verdieping wordt rechts achteraan uitgebreid tot een bouwdiepte van circa 13 meter. Dit sluit aan bij de bouwdiepte van de rechts aanpalende woning. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

De dakkapel wordt verwijderd. Hiertegen geen bezwaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De zolderverdieping wordt heringericht, waarbij een slaapkamer, badkamer en berging ontstaat. De slaapkamer is voldoende kwalitatief. De badkamer en de berging worden echter voorzien in de restruimte onder de schuine dakvlakken, waardoor deze voor het merendeel van de ruimtes niet over een voldoende vrije hoogte beschikken. Dit is onvoldoende kwalitatief, waardoor de voorgestelde interne indeling van de badkamer uitgesloten dient te worden uit de vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

Alle schrijnwerk van de openingen in de voorgevel en zijgevel wordt gewijzigd naar zwart aluminium. Deze kleurstelling komt overeen met de omgeving waar zowel zwart als wit schrijnwerk aanwezig is. De kleinste onderverdeling in het schrijnwerk verdwijnt en wordt vervangen door vlak glas, maar indeling van de grotere schrijnwerkdelen blijft wel behouden. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt hiertegen geen bezwaar.

 

De nieuwe gevels van de aanbouw worden geïsoleerd en afgewerkt met rood-bruine baksteen met zelfde zwarte aluminium schrijnwerk als in de voorgevel. Dit sluit voldoende aan bij het totaalbeeld van de woning en de stedelijke context van de omgeving. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De toestellen van de badkamer in de daklaag te voorzien op een plek waar een minimale vrije hoogte wordt gehaald van minstens 2,20 m.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De enkelvoudige scheidingsmuur te voorzien van een minimale dikte van 18 cm langs de eigen zijde van de perceelgrens, conform artikel 34 van de bouwcode.

4. Het rioolstelsel en de regenwaterafvoer volledig gescheiden te voorzien tot aan de straat. Deze moeten volledig voldoen aan artikel 40 en 41 van de bouwcode.

5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

31 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 oktober 2022

Verslag GOA

10 oktober 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De toestellen van de badkamer in de daklaag te voorzien op een plek waar een minimale vrije hoogte wordt gehaald van minstens 2,20 m.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van: een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De enkelvoudige scheidingsmuur te voorzien van een minimale dikte van 18 cm langs de eigen zijde van de perceelgrens, conform artikel 34 van de bouwcode.

4. Het rioolstelsel en de regenwaterafvoer volledig gescheiden te voorzien tot aan de straat. Deze moeten volledig voldoen aan artikel 40 en 41 van de bouwcode.

5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.