Terug
Gepubliceerd op 24/10/2022

2022_CBS_08508 - Omgevingsvergunning - OMV_2022092758. Kapelsesteenweg 595. District Ekeren - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 21/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08508 - Omgevingsvergunning - OMV_2022092758. Kapelsesteenweg 595. District Ekeren - Weigering 2022_CBS_08508 - Omgevingsvergunning - OMV_2022092758. Kapelsesteenweg 595. District Ekeren - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022092758

Gegevens van de aanvrager:

Patrick van Daele met als adres Leeuw van Vlaanderenlaan 70 te 2950 Kapellen

Ligging van het project:

Kapelsesteenweg 595 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 33 sectie H nr. 613X

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

aanleggen van een dakterras

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          09/06/2022: aktename (OMV_2022076345) voor het wijzigen van de grootte van het buitenschrijnwerk in de achtergevel;

-          19/02/2003: vergunning (20023068) voor het plaatsen van een lichtreclame;

-          01/01/1990: vergunning (872#68) voor de verbouwing en uitbreiding van een handelspand;

-          24/06/1974: vergunning (19745001) voor het uitvoeren van een voorgevelverandering;

-          02/10/1961: toelating (803#335) voor veranderingswerken.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • op de gelijkvloerse verdieping bevindt er zich een winkel en op de bovenliggende verdiepingen een wooneenheid;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen onder hellend dak;
  • de gevelbreedte bedraagt 5 m;
  • de bouwdiepte van het hoofdvolume bedraagt 8,60 m, met op de gelijkvloerse bouwlaag een aanbouw onder plat dak over de volledige perceelbreedte tot een maximale bouwdiepte van 20 m, en op de verdieping een aanbouw onder plat dak over de volledige perceelbreedte tot een bouwdiepte van 14 m;
  • de kroonlijsthoogtes bedragen 3 m (gelijkvloers) en 6,50 m (1ste verdieping);

-          gevelafwerking:

  • de achtergevel is afgewerkt met een cementbezetting met buitenschrijnwerk in geschilderd hout.

 

Bestaande toestand

-          conform vergunde toestand, althans wat het gedeelte betreft waarop de aanvraag betrekking heeft (achtergevel en plat dak op 1ste verdieping).

 

Nieuwe toestand

-          conform vergunde en bestaande toestand, afgezien van:

-          op 1ste verdieping, op het platte dak, aangebracht dakterras, over de volledige breedte van het perceel;

-          aan de linkerzijde heeft dit een diepte van 1,25 m (over een breedte van 1,90 m) en rechts van 2 m (over een breedte van 3,20 m);

-          ter hoogte van de linker perceelgrens wordt een afsluiting voorzien in bamboe-hout, tot een diepte van 1,25 m, met een hoogte van 2 m;

-          aan de achterzijde en langsheen de rechter perceelgrens wordt een zwarte open aluminium balustrade van 1 m hoogte geplaatst;

-          vanuit de leefruimtes (65 cm hoger gesitueerd dan vermeld terras) wordt een toegangstrap voorzien.

 

Inhoud van de aanvraag 

-          aanleggen van een dakterras, tot beide perceelgrenzen, ter hoogte van de eerste verdieping, inclusief het optrekken van een balustrade en een afscheiding ter hoogte van 1 van de perceelsgrenzen.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Mariaburg, goedgekeurd op 26 februari 2018. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor wonen (wo1).

 

(Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan R.U.P. Mariaburg.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af op de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 34 – stabiliteit en scheidingsmuren: nieuwe, enkelvoudige, scheidingsmuren dienen te worden voorzien in een massief, niet-geperforeerd materiaal met een minimale dikte van 18 cm. In deze wordt aan één zijde louter een afscheiding in bamboe-hout voorzien, met een dikte van bij benadering 8 à 10 cm;
  • artikel 35 – afvoerkanalen en uitlaten van alle gassen: de aangeleverde foto’s tonen een afvoerkanaal nabij het raam aan de rechterzijde in de achtergevel maar het is op basis louter daarvan onduidelijk en niet uit te maken of vermeld kanaal voldoet aan betreffend artikel.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

Er zijn geen gegronde redenen om af te wijken van de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter het aanleggen van een dakterras bij de woongelegenheid boven een handelspand en gelet op de verenigbaarheid van vermelde functies met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het van kracht zijnde ordeningsplan, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Er wordt geen wijziging voorzien aan de vergunde volumetrie en de door de nieuwe afsluiting ingenomen hoogte en diepte (tot een diepte van 13 m en met een hoogte van 5,15 m) zijn aanvaardbaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt want in overeenstemming met de doorgaans gehanteerde richtlijnen en de aanpalende bebouwing.

Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook zonder meer gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorziene materialen, bamboe-hout en zwart aluminium, passen zich, althans visueel, in binnen de gebouwde context en zijn vanuit optisch oogpunt aanvaardbaar.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aanvraag vertoont meerdere strijdigheden met de algemeen gehanteerde richtlijnen inzake privacy: zo is er aan de linkerzijde sprake van een onvoldoende hoge scheidsmuur ten opzichte van de nieuw aan te brengen terrastrap – de hoogte zou hier minimaal 1,90 m ten opzichte van de hoogste trede van vermelde trap dienen te bedragen (wat zou neerkomen op 55 cm extra ten aanzien van de heden opgetekende hoogte). Betreffende wordt mede benadrukt door het feit dat de trap en toegangsdeur zich op minder dan 1,90 m van vermelde perceelsgrens bevinden en er dus zonder meer sprake is van ontoelaatbare inkijk naar het buurperceel toe.

Het bijkomend laten optrekken van vermelde scheidsmuur is binnen de lopende procedure echter geen juridische mogelijkheid, want dit behoeft een nieuwe bevragingsronde van de aanpalenden, hetgeen niet mogelijk is, gelet op de wettelijk beperkende looptermijn van het dossier. Daarom kan het advies omtrent dit aspect enkel ongunstig zijn en dient de aanvraag geweigerd te worden.

Aanvullend kan gesteld worden dat deze problematiek zich heden niet stelt aan de rechterzijde, aangezien het buurpand aan die zijde eveneens eigendom van de aanvrager is. 

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat de in deze aanvraag vervatte werken geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening, hinderaspecten inzake privacy en de stedenbouwkundige voorschriften.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 augustus 2022

Volledig en ontvankelijk

5 september 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 november 2022

Verslag GOA

12 oktober 2022

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Er werd binnen de looptermijn van de bevraging van de aanpalenden 1 schriftelijk bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:

  1. Inbreuk op de privacy: omwille van het feit dat de toegangsdeur naar het terras zich op minder dan 1,90 m verwijderd bevindt van de perceelsgrens links, dat de dorpel ervan zich 65 cm hoger bevindt dan de afgewerkte vloerpas van het terras en dat de voorziene nieuwe afsluiting slechts over een hoogte beschikt van 2 m ten opzichte van vermelde pas, is er niet voldaan aan de voorwaarden inzake privacy uit het Burgerlijk Wetboek en is er ontegensprekelijk sprake van ontoelaatbare inkijk vanop elke trede van vermelde toegangstrap. Betreffende kan worden opgelost door betreffende omheining te verhogen met zo’n 55 cm (tot minimaal 1,90 m boven de pas van de huidige dorpel).

Bijkomend zal er door het feit dat er aan de achterzijde van het terras geen verhoogd scherm wordt voorzien onaanvaardbare inkijk ontstaan naar de aanpalende tuin– betreffende kan eveneens worden opgelost door de nieuwe afsluiting minimaal 75 cm dieper te voorzien dan opgetekend of door ze (loodrecht) door te trekken aan de achterzijde van het terras.

Beoordeling:

Bovenstaande overwegingen zijn deels correct, in die zin dat wat de eerste paragraaf betreft effectief niet wordt voldaan aan de algemeen gehanteerde richtlijnen inzake privacy: een minimale afstand van 1,90 m, verwijderd van de perceelsgrens in kwestie, en dit tot een minimale hoogte van 1,90 m – echter is het zo dat er binnen de lopende procedure geen juridische mogelijkheid bestaat de gesuggereerde verhoging (of verlenging) van de scheidsmuur in voorwaarden op te leggen, gesteld dat hiervoor vanuit stedenbouwkundig oogpunt een gunstig advies voor verleend kan worden.

Aangaande het uitzicht vanop het achterste deel van het terras is hier wel een correcte inrichting toegepast, dit aangezien er heden geen sprake meer is van het verhinderen van schuine zichten; laatstgenoemde wordt als een noodzakelijk kwaad en als een gangbare impact in dergelijke stedelijke context aanzien (betreffende is bijvoorbeeld niet verschillend van de inkijk vanuit andere ramen aan de achterzijde van de aanpalenden) – er is in deze dan ook geen aanleiding om het gevraagde doortrekken van de afsluiting op te leggen.

Het bezwaar is ten dele gegrond.

  1. Mogelijks twijfelachtige technische plaatsing: door een eventuele plaatsing van de bamboe-afsluiting bovenop de dekstenen van de bestaande scheidsmuur zal er mogelijks waterinsijpeling ontstaan bij het buurpand, dit aangezien de dakdichting ervan zich momenteel onder vermelde dekstenen bevindt.

Beoordeling:

De voorziene afsluiting is sowieso niet in overeenstemming met de technische bepalingen van artikel 34 van de Antwerpse bouwcode – in deze dient principieel een doortrekken van de massieve steense scheidsmuur plaats te vinden, hetgeen hier niet het geval is, en wordt de voorziene soort van afsluiting niet toegelaten ter hoogte van de perceelsgrens.

Desalniettemin is de correcte technische uitvoering van dergelijke werken geen onderwerp van de stedenbouwkundige beschouwing van de aanvraag maar een louter burgerrechtelijk aspect.

Het bezwaar is derhalve slechts ten dele gegrond.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.