Terug
Gepubliceerd op 24/10/2022

2022_CBS_08487 - Omgevingsvergunning - OMV_2022106055. Plantin en Moretuslei 79. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 21/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08487 - Omgevingsvergunning - OMV_2022106055. Plantin en Moretuslei 79. District Antwerpen - Weigering 2022_CBS_08487 - Omgevingsvergunning - OMV_2022106055. Plantin en Moretuslei 79. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022106055

Gegevens van de aanvrager:

NV IBELCO met als adres Oostendestraat 50 te 2018 Antwerpen

Ligging van het project:

Plantin en Moretuslei 79 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 8 sectie H nr. 1119X3

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 4 wooneenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          14/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/103163;

-          09/08/2013: proces-verbaal (AN/2013/VPV/0105 - 2013609) voor het wijzigen van het aantal wooneenheden.

 

Geacht vergunde toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdbouw van 3 bouwlagen onder mansardedaklaag; 

-          voorgevelafwerking:

  • witte natuursteen met plint in blauwe steen.

 

Bestaande toestand

-          functie: meergezinswoning met 5 appartementen;

-          bouwvolume:

  • aanbouw van 4 bouwlagen onder plat dak;
  • open koer van circa 7,5 m²;

-          voorgevelafwerking:

  • schijnwerk in hout met witte kleur op gelijkvloers;
  • pvc-schrijnwerk in witte kleur op de verdiepingen.

 

Nieuwe toestand

-          functie: meergezinswoning met 4 appartementen:

  • 3 eenslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 65 m²;
  • 1 tweeslaapkamerduplexappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 120 m²;

-          bouwvolume:

  • uitkragende terrassen aan de achtergevel;

-          voorgevelafwerking:

  • nieuw schijnwerk in hout met witte kleur.


Inhoud van de aanvraag

-          omvormen van een eengezinswoning naar een meergezinswoning met 4 wooneenheden;

-          voorzien van terrassen aan de achtergevel;

-          wijzigen van het schrijnwerk.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen

29 augustus 2022

21 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

AQUAFIN NV

29 augustus 2022

29 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

29 augustus 2022

23 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

29 augustus 2022

27 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

Onroerend Erfgoed

30 september 2022

3 oktober 2022

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

29 augustus 2022

29 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

29 augustus 2022

29 september 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

29 augustus 2022

8 september 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

29 augustus 2022

30 september 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht;
    de opdeling van de eengezinswoning in 4 woonentiteiten resulteert in een overschrijding van de draagkracht van het perceel;
  • artikel 26 Afvalverzameling

meergezinsgebouwen met minimaal 4 woningen dienen een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te hebben die voorzien wordt van verluchting. De vuilnisberging in de kelder beschikt niet over een verluchting;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

de fietsenberging is niet vlot toegankelijk;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

er ontbreken 3 autostalplaatsen;

  • artikel 43 Septische putten:

het is verplicht om bij nieuwbouw, herbouw en/of verbouwingen waar het afvoerstelsel van afval- en hemelwater kan aangepast worden een septische put te voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De eengezinswoning wordt omgevormd naar een meergezinswoning. De bestaande en vergunde woonfunctie blijft behouden en de functionele inpasbaarheid blijft gegarandeerd.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voorziet in het omvormen van een ruime eengezinswoning naar een meergezinswoning met 4 wooneenheden: 1 duplexwoning van 120 m² met 2 slaapkamers, ingericht in de kelder en op het gelijkvloers en 3 appartementen met 1 slaapkamer van ca. 65 m² op de bovenliggende verdiepingen. Aan de achtergevel worden uitkragende terrassen voor de appartementen voorzien.

 

De stad telt heel wat eengezinswoningen, herenhuizen en tal van grondgebonden woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. Daarom legt artikel 23 van de bouwcode minimum eisen op in geval van opdeling eengezinswoning.

Daarnaast is het nodig om in het algemeen in te zetten op voldoende ruime eengezinswoningen. In ieder geval dient elke woning over voldoende natuurlijk licht, lucht en uitzicht te beschikken, alsook over een logische planschikking met een voldoende aantal grote slaapkamers en een kwalitatieve buitenruimte (balkon, terras of tuin). Bergingen, gangen, technische (energie) ruimten en afvalverzameling worden bijgevolg functioneel georganiseerd. Het geheel van deze criteria leidt er toe dat geoordeeld wordt dat de woningen in voorliggend project onvoldoende kwalitatief zijn om het supprimeren van de eengezinswoning gunstig te kunnen adviseren.

De ruimste entiteit wordt deels ingericht in de souterrain waarbij de lichttoetreding uitsluitend verkregen wordt via de kleine koer achteraan. De beperkte omvang van deze koer alsook de zeer ingesloten ligging ervan, leiden er toe dat, ten eerste, de slaapkamers in het souterrain onvoldoende kwalitatief zijn om als verblijfsruimte te voldoen en, ten tweede, ook de buitenruimte zelf weinig kwaliteiten biedt. Hoewel deze qua oppervlakte weliswaar voldoet, is de verblijfskwaliteit ondermaats. Specifiek vormen de ligging onder maaiveldniveau en de zeer beperkte lichttoetreding de voornaamste redenen hiervoor. Daarnaast wordt opgemerkt dat de grote afstand vanuit de leefruimtes op het verhoogd gelijkvloers niet getuigen van een kwalitatief gebruiksgemak dat bij een appartement van deze grootteorde verwacht wordt.

De appartementen op de hoger gelegen verdiepingen worden voorzien van beperkte uitkragende terrassen die voorzien worden in de nis tussen de achterbouw en de opgaande scheimuur van de buren. Gezien de beperkte breedte en de noordgerichte oriëntatie van de buitenruimtes wordt de verblijfskwaliteit sterk in vraag gesteld. Daarnaast resulteren de uitkragende terrassen voor een verdere beperking van de lichttoetreding in de onderliggende verblijfsruimtes.

 

Geoordeeld wordt dat, rekening houdend met de bovenstaande stedenbouwkundige knelpunten, in combinatie met de aanzienlijke verhoging van het aantal woonentiteiten (van 1 eengezinswoning naar 4 kleine appartementen), de aanvraag de draagkracht van het perceel overschrijdt (bouwcode, art. 6). Dit wordt ook onderschreven door de bijkomende parkeerdruk van 3 parkeerplaatsen die niet op eigen terrein gerealiseerd kan worden.
Bijgevolg wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

Aangezien het pand gelegen is in een beschermd stadsgezicht en daarnaast ook is opgenomen in de inventaris onroerend erfgoed, werd betreffende de erfgoedwaarde advies gevraagd aan het agentschap Onroerend Erfgoed. Dit advies is voorwaardelijk gunstig en laat zich als volgt samenvatten; “Ons advies is gunstig als de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden: het authentieke schrijnwerk van de voordeur en vensters op het gelijkvloers en kelderverdieping blijven bewaard. Dit schrijnwerk is bijzonder gedetailleerd uitgewerkt en heeft een belangrijke historische waarde. Behoud en restauratie van dit waardevol schrijnwerk is dan ook het uitgangspunt. Het schrijnwerk van de verdiepingen werd vervangen door schrijnwerk in PVC. Dit schrijnwerk doet afbreuk aan de erfgoedwaarden. In de aanvraag wordt het PVC schrijnwerk opnieuw vervangen door houten schrijnwerk.

Vanuit erfgoed adviseren we om het buitenschrijnwerk in de naastliggende gevel (nr. 81) als model te nemen voor het nieuwe schrijnwerk. Gevels nr. 79 – 81 zijn immers twee gekoppelde burgerhuizen en vormen elkaars spiegelbeeld. Het schrijnwerk van nr. 81 is nog authentiek op de verdiepingen.

Als ze aan deze voorwaarden voldoen, doet geen van de gevraagde handelingen afbreuk aan de bescherming. Als ze niet aan de voorwaarden voldoen, dan is ons advies ongunstig.”

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg sluit zich hier bij aan; “Men wenst het pand om te vormen tot 4 woongelegenheden, waarbij de bestaande kamerstructuur zoveel mogelijk gerespecteerd blijft, ook de bestaande interieurelementen die nog aanwezig zijn, blijven zoveel mogelijk gerespecteerd.

De voordeur en het schrijnwerk van de gelijkvloerse verdieping worden behouden, gerestaureerd en voorzien van dubbele beglazing. Het buitenschrijnwerk op de verdiepingen wordt vernieuwd naar model van de woning nr. 81. Er zijn geen detailtekeningen toegevoegd aan het dossier. Als voorwaarde zal gesteld worden dat detailtekeningen van het nieuwe buitenschrijnwerk moeten worden voorgelegd voor verder advies.”

Beide adviezen worden integraal bijgetreden. Indien alsnog een vergunning zou verleend worden dienen de voorwaarden bij de vergunning overgenomen te worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De aangevraagde woningen hebben onvoldoende gebruiksgenot om voor vergunning in aanmerking te komen. De doorgangsbreedtes zijn in verschillende van de woonentiteiten beperkt tot slechts 70 cm en het voorzien van slaapkamers in een souterrainverdieping met beperkte lichttoetreding is niet wenselijk.


Daarnaast leidt het voorzien van een afgesloten bureauruimte aan de leefruimtes van de tweede en derde verdieping niet alleen tot een beperking van de algemene lichttoetreding in de leefruimtes maar ook tot een mogelijks gebruik van de ruimte als een bijkomende slaapkamer. De leefruimtes en de buitenruimtes staan in dit geval echter niet in verhouding tot het aantal slaapkamers. Verder zou dit ook leiden tot een verdere verhoging van de densiteit, wat een bijkomende impact heeft op de reeds besproken overschrijding van de draagkracht van het perceel.


Naast de reeds besproken afwijkingen op de bouwcode, wijkt de aanvraag ook af op artikels 26 en 43 ervan. Zo is er geen verluchting voorzien in de gemeenschappelijke afvalberging en is er geen septische put. Indien een vergunning verleend zou worden, zouden er voorwaarden bij de vergunning geformuleerd moeten worden.

Gelet op het bovenstaande dient de aanvraag geweigerd te worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding van het aantal wooneenheden van 1 naar 4. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1:

-          3 bijkomende wooneenheden: parkeerbehoefte = 3

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een gebouw dat is opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed of ligt in een beschermd stad- en dorpsgezicht. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de erfgoedwaarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen geen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

 

Fietsenberging

Voor de 3 bijkomende appartementen met 1 slaapkamer moeten 6 fietsenstallingen voorzien worden (3 x 2 = 6). Er wordt een fietsenstalling ingericht in de kelder voor 10 fietsen. Deze zijn allemaal met een hangsysteem voorzien. Dit is onvoldoende gebruiksvriendelijk. Minimum de helft van de fietsenstallingen moet een gewoon enkel systeem zijn.

Daarnaast is de fietsenstalling moeilijk bereikbaar. Een trap met bochten direct na de ingang is niet vlot bruikbaar met de fiets.”

 

Het advies van de stedelijke dienst mobiliteit wordt bijgetreden. De fietsenberging voldoet noch aan de bouwcode noch is deze vlot toegankelijk. Gezien de sterke stijging qua aantal woonentiteiten en de onmogelijkheid om de parkeerbehoefte op eigen terrein te voorzien, is het niet wenselijk afwijkingen toe te staan op artikel 29 uit de bouwcode betreffende een kwalitatieve fietsenberging.
Gelet op bovenstaande dient de aanvraag geweigerd te worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en onverenigbaarheden met een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

9 augustus 2022

Volledig en ontvankelijk

29 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

28 oktober 2022

Verslag GOA

12 oktober 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.