Terug
Gepubliceerd op 24/10/2022

2022_CBS_08471 - Omgevingsvergunning - OMV_2022026536. Jan Frans Van de Gaerstraat 56. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08471 - Omgevingsvergunning - OMV_2022026536. Jan Frans Van de Gaerstraat 56. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_08471 - Omgevingsvergunning - OMV_2022026536. Jan Frans Van de Gaerstraat 56. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022026536

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Myriam Heuvelman met als contactadres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen en Stad Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Stad Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Jan Frans Van de Gaerstraat 56 te 2020 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 9 sectie I nrs. 2517R3, 2517E4, 2517M3 en 2538C2

waarvan:

 

-          20220419-0047

afdeling 9 sectie I nrs. 2517E4, 2517M3, 2517R3 en 2538C2 (Kinderdagverblijf 'Kadee')

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, Vegetatiewijzigingen

Voorwerp van de aanvraag:

het slopen, herbouwen en exploiteren van een kinderdagverblijf

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie:

  • kinderdagverblijf;

-          bouwvolume:

  • vrijstaande bebouwing aan de rand van het park;
  • overwegend 1 bouwlaag onder plat dak;
  • in de knik van de straat 2 bouwlagen onder plat dak;

-          inrichting:

  • aan de zuidzijde van het Kielpark.

Huidige toestand

-          functie:

  • kinderdagverblijf;

-          bouwvolume:

  • vrijstaande bebouwing aan de rand van het park;
  • overwegend 1 bouwlaag onder plat dak;
  • in de knik van de straat 2 bouwlagen onder plat dak;

-          gevelafwerking:

  • donkerbruin metselwerk afgewisseld met gepleisterde muren;

-          inrichting:

  • aan de zuidzijde van het Kielpark.

Gewenste toestand

-          functie:

  • gefaseerde sloop van het bestaande kinderdagverblijf;
  • nieuwbouw kinderdagverblijf;

-          bouwvolume:

  • vrijstaand paviljoen van 2 bouwlagen onder geknikt dak;
  • overdekte entree in zuidelijke punt;
  • uitsparing in dak voor terras op eerste verdieping in zuidoostelijke punt;
  • luie trap met bordes in het verlengde van de westelijke gevel voor rechtstreekse toegang;

-          gevelafwerking:

  • houten constructie;
  • groen gebeitste houten verticale beplanking;
  • grijze betonsteen;
  • gevelplint in groen zichtbeton;
  • wit houten schrijnwerk;
  • extensief groendak;
  • horizontale screens (noordgevel);
  • verticale screens (in zuidoostelijke en zuidwestelijke gevel);
  • gepotdekselde groen gebeitste verticale beplanking (oostgevel);
  • groen gemoffelde stalen borstweringen;

-          inrichting:

  • gedeeltelijke ondergrondse verdieping;
  • verschuiving inplanting van het gebouw naar rechts;
  • zeshoekig perceel;
  • verhoogde buitenruimte in rubber, groenzones en antracietkleurige klinkers;
  • heraanleg toegang tot het park op vrijgekomen maaiveld;
  • parking voor 14 personenwagens op vrijgekomen maaiveld.

Inhoud van de aanvraag

-          gefaseerd slopen van een kinderdagverblijf;

-          bouwen van een nieuw kinderdagverblijf met gewijzigde inplanting;

-          aanleggen van de vrijgekomen open ruimte van het park en de private buitenruimte van het kinderdagverblijf.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 12 december 2002 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen aan het gemeentebestuur van Antwerpen een milieuvergunning klasse 2 voor de exploitatie van een kinderkribbe (MLAV1/02-240). Op 13 maart 2020 nam het college akte van een melding ingediend op naam van stad Antwerpen voor de exploitatie van een bestaand kinderdagverblijf “Kadee” (OMV_2019127264).

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat het slopen, herbouwen en exploiteren van een kinderdagverblijf “Kadee”.

Aangevraagde rubriek(en) 

 

Aangevraagde rubriek(en) Kinderdagverblijf 'Kadee'
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

2.000,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

35,00 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

300,00 kg

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

83,00 m²

46.1°b)

wasserij niet of niet geheel gelegen in industriegebied met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 100 kW;

63,00 kW

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen

9 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

AQUAFIN NV

9 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

9 augustus 2022

20 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

De Vlaamse Waterweg nv/ De Vlaamse Waterweg nv - afdeling Zeeschelde-Zeekanaal

9 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Fluvius System Operator/ Fluvius

9 augustus 2022

13 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

9 augustus 2022

23 augustus 2022

Gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

8 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

8 augustus 2022

22 augustus 2022

Geen bezwaar

Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn/ De Lijn Entiteit Antwerpen

9 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Water-link

9 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

8 augustus 2022

16 augustus 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

8 augustus 2022

12 augustus 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

8 augustus 2022

5 september 2022

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

8 augustus 2022

11 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties

8 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu

8 augustus 2022

25 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid

8 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

8 augustus 2022

23 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

8 augustus 2022

30 augustus 2022

Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Jeugd/ Regie Kinderopvang

8 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:

-          14.4.4 De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie vervullen.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • Artikel 24: Draairuimte: er is geen vrije en vlakke draairuimte in de verzorgingsruimtes op de eerste verdieping.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 21: Minimale hoogte van ruimten: de rustruimtes op de eerste verdieping hebben een plafondhoogte van slechts 2,40 meter;
  • Artikel 24: Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer: Geen enkele rustruimte heeft ramen.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat de sloop van een bestaand kinderdagverblijf en de realisatie van een nieuw kinderdagverblijf. De functionele inpasbaarheid blijft hiermee gegarandeerd.

Het advies van de stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing/Business en Innovatie is eveneens gunstig.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De inplanting van het nieuwe gebouw respecteert de technische randvoorwaarden van het Masterplan Kielparkrand Oost. Om de vrijgekomen ruimte na afbraak van het bestaande volume zoveel mogelijk terug te geven aan het publieke domein, krijgt het nieuwe kinderdagverblijf een compacte footprint. Het nieuwe, vrijstaande volume wordt opgevat als een alzijdig volume met een veelhoekig grondplan en leidt hierdoor het park aan oostelijke en zuidelijke zijde (visueel) omheen het gebouw. Het gebouw is opgevat als een compact geheel en belast het perceel op een minimale wijze. Het project wordt op vlak van schaal en bouwdichtheid vervolgens stedenbouwkundig gunstig beoordeeld.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe voorgevel wordt uitgevoerd in groen gebeitste houten verticale beplanking, gepotdekselde groen gebeitste verticale beplanking, plaatselijk grijze betonsteen, een plint in groen zichtbeton, wit houten schrijnwerk en groen gemoffelde stalen borstweringen. In de beschrijvende nota lezen we dat er met het project maximaal ingezet wordt op circulair en ecologisch bouwen. Het gebouw wordt bovengronds uitgevoerd in houten CLT-draagstructuur. Het voorzien van een houten schil plaatst het kinderdagverblijf als een paviljoen in het park. Ook de andere materialen zijn hedendaags en inpasbaar in de groene omgeving. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

De nieuwbouw wordt op een sokkel van 60 cm geplaatst. De gelijkvloerse verdieping van de naastliggende Kielparktoren bevindt zich een 6-tal treden boven het maaiveld. Door ook het gelijkvloerse niveau van het kinderdagverblijf hoger te plaatsen, krijgen beide buurgebouwen langs de parkdreef een gelijkwaardige positie en vergelijkbaar statuut. Om dit niveauverschil op te vangen, wordt dezelfde vormentaal als de westelijke entree (Sint-Bernardsesteenweg) hernomen. De kenmerkende schuine vlakken worden voorzien in dezelfde antracietkleurige kleiklinkers en er worden twee hellingen voorzien die toegang verlenen tot het toegangsplein. Dit wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig beschouwd aangezien hierdoor ook aan de oostzijde van het Kielpark een waardige entree gegeven wordt.

 

Bodemreliëf

De plannen vragen een beperkte bodemreliëfwijziging aan. Zoals hierboven aangehaald, wordt het gebouw op een 60 cm hoge sokkel geplaatst. Hellingen geven vervolgens toegang tot het kinderdagverblijf. Deze bodemreliëfwijzigingen zijn beperkt, inpassend in de omgeving en hiermee stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De nieuwbouw bevindt zich gedeeltelijk in parkgebied. De aanvraag wijkt hiermee af van artikel 14.4.4 van het Gewestplan. Op basis van algemeen belang (artikel 2.1 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening) kan een afwijking hierop echter positief gemotiveerd worden. Gezien het project een publieke functie heeft met een reeds bestaande infrastructuur op het perceel, waarvan de nieuwe footprint aanzienlijk verkleind en waarbij verderzetten van het Kielpark een sterk engagement vormt, zal de impact van het gebouw in het parkgebied ruimtelijk een beperkte impact hebben waardoor de vervangbouw in het gedeeltelijk parkgebied stedenbouwkundig aanvaardbaar is.

Bijkomend worden er ook enkele bomen gerooid. Er werd hieromtrent advies gevraagd aan de dienst Groen en Begraafplaatsen dat gunstig is indien het gebouw zo maximaal mogelijk wordt ingetekend in woonzone.

Het kinderdagverblijf wordt inderdaad zoveel mogelijk in de woonzone gesitueerd, en door de compactere footprint komt er ook meer ruimte vrij in het parkgebied. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt geoordeeld dat aan deze voorwaarde voldaan wordt, ze dient dus niet expliciet als voorwaarde opgenomen te worden.

Daarnaast formuleerde de dienst Groen en Begraafplaatsen ook nog de volgende voorwaarden:

- De straatbomen moeten voldoende ondergronds volume krijgen zoals bepaald volgens het bomenplan 2.0.

- Tijdens de werf dienen de algemene maatregelen voor de bescherming van bomen op bouwwerven strikt nageleefd te worden. Om dit te garanderen dient er een werfinrichtingsplan inclusief boombeschermingsplan te worden opgemaakt alvorens de werken mogen starten.

Alle te nemen maatregelen dienen voorgelegd te worden aan de Groendienst van de stad Antwerpen voor de start van de werken.

Beide voorwaarden zullen overgenomen worden in de vergunning, aangezien de heraanleg van de voetpaden effectief deel uitmaakt van de vergunningsaanvraag en het bouwproject.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 24 van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid. er is geen vrije en vlakke draairuimte in de verzorgingsruimtes op de eerste verdieping.

Om voldoende opbergruimte voor verzorging te garanderen is er voor gekozen om de opstelruimte aan de toegangspoortjes tot de verzorgingsruimte op de eerste verdieping niet te vergroten. Eventuele mindervalide werknemers in een rolstoel kunnen steeds tewerkgesteld worden in één van de 5 leefgroepen op het gelijkvloers waar de poortjes tot de verzorgingsruimtes wel een grotere opstelruimte hebben. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan hierop een afwijking worden toegestaan.

 

Voorliggende aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. Ter hoogte van rustruimtes op de eerste verdieping worden er verlaagde plafonds voorzien, waardoor de vrije hoogte 2,40 meter bedraagt. Volgens artikel 21 van de bouwcode dienen verblijfsruimtes een vrije hoogte te hebben van 2,60 meter. Een ruimte die langdurig gebruikt wordt als woon- of werkplaats dient voor haar gebruikers en bewoners voldoende kwalitatief te zijn. Een voldoende vrije hoogte voor verblijfsruimten en andere ruimten garandeert dat elk vertrek over een minimale verblijfskwaliteit beschikt. Indien de verlaagde plafonds hier niet voorzien worden, is de vrije hoogte minimaal 2,60 meter. Daarom wordt in voorwaarden opgelegd om ook in de rustruimtes te voldoen aan artikel 21.

 

Deze rustruimtes worden niet voorzien van ramen. Hiermee wijkt de aanvraag af van artikel 24 van de bouwcode. Hierin wordt opgelegd dat elke verblijfsruimte een opening dient te hebben voor toetreding van daglicht en zicht. Deze openingen moeten aan bepaalde eisen voldoen. Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer in verblijven. Echter doen deze ruimtes dienst als rustruimtes. Het voorzien van ramen in deze ruimtes is echter strijdig met het doel van deze ruimtes, namelijk het slapen door de dag van kinderen. Rekening houdend met de gebruiksfunctie van deze ruimtes, typerend voor een kinderdagverblijf, kan mits toepassing van artikel 3 van de bouwcode, een afwijking op artikel 24 van de bouwcode worden toegestaan.

 

De aanvraag voorziet gewijzigde publiek toegankelijke ruimten. Er werd hieromtrent advies gevraagd aan de stedelijke dienst Publieke Ruimte. Dit advies luidt als volgt:

“Zoals besproken werd op het coördinatieoverleg van 24 januari 2022, werd een aftoetsing gevraagd van de vergunbaarheid en motivatie bij de inplanting van het gebouw en de pocketparking. In de beschrijvende nota is hiertoe een motivatie opgenomen voor het gebouw, maar ontbreekt argumentatie voor de pocketparking.

 

Ter hoogte van de toegang naar de pocketparking wordt een helling voorzien met dezelfde breedte als de parkeerstrook. Dit dient aangelegd te worden met een boordsteen type IE conform het principe opgenomen in het draaiboek Stad Antwerpen (fiche 6A - deel Stappers).

 

Zoals opgenomen in het verslag van het coördinatieoverleg van 24 januari 2022, wordt gevraagd om de parkeerstroken af te bakenen met een boom en boomvak. Aan het begin van de parkeerstroken in de Karel Mertensstraat dienen hiertoe 2 bomen en boomvakken te worden voorzien.

 

Zoals opgenomen in het verslag van het coördinatieoverleg van 24 januari 2022 dienen de boomvakken in de parkeerstrook conform de generieke inrichtingsprincipes aangelegd te worden. Dit betekent dat de boomvakken in de verharde zones (Jan Frans Van De Gaerstraat) met kantelen en vaste maat 1,80 m x 1,80 m moeten worden opgesloten (dit geldt niet voor de overige bomen in grote open plantvakken). Ook zijn de nodige voorzieningen voor ondergrondse doorwortelbare ruimte op te nemen. Dit is best af te stemmen met de Groendienst van de stad Antwerpen.

 

De rijwegbreedtes stemmen niet overeen met de maatvoering in het draaiboek van de stad Antwerpen (fiche 2h - deel privé-vervoer). Voor dubbelrichtingsverkeer en 2-zijdig parkeren is de vereiste rijwegbreedte 4,80 m.

 

De materialen in het voetpad die beschreven worden als 'Anthra klinkers' dienen overeen te stemmen (kleur, afmeting en materiaal) met de kleiklinkers die in het Kielpark zijn gebruikt. De overgang van deze klinkers naar de bestaande betonstraatstenen is onlogisch. Er wordt hiertoe gevraagd de kleiklinkers aan de zuidzijde door te trekken tot de hoek met de Karel Mertensstraat en aan de noordzijde (ter hoogte van de oversteek) over de volledige voetpadbreedte door te trekken en de overgang te beëindigen in een rechte lijn ter hoogte van de aanvang van het parkeervak.”

 

De volgende voorwaarden worden opgenomen in voorwaarden bij de vergunning:

- De toegang naar de pocketparking moet aangelegd worden met een boordsteen type IE conform het draaiboek openbaar domein stad Antwerpen.

- De aanvang van de parkeerstroken in de Karel Mertensstraat dienen telkens afgebakend te worden met een boom.

- De boomvakken in de Jan Frans Van De Gaerstraat dienen volgens de generieke inrichtingsprincipes van de stad Antwerpen opgesloten te worden (kantelen met vaste maat 1,80 m x 1,80 m).

- Nodige ondergrondse voorzieningen voor de bomen in de parkeerstrook zijn af te stemmen met de groendienst van de stad Antwerpen.

- De rijwegbreedtes dienen aangepast te worden conform het draaiboek openbaar domein stad Antwerpen (fiche 2h - deel privé-vervoer).

- De 'Anthra klinkers' dienen overeen te stemmen (kleur, afmeting en materiaal) met de kleiklinkers die in het Kielpark zijn gebruikt. Deze klinkers dienen aan de zuidzijde tot aan de hoek met de Karel Mertensstraat te worden doorgetrokken en aan de noordzijde over de volledige voetpadbreedte tot aan de aanvang van het parkeervak.

 

Op basis van het beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder (2018_CBS_04164) wordt gunstig geadviseerd door de dienst Klimaat en Leefmilieu.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 14 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van een kinderdagverblijf. Op basis van de plannen komen we aan een totale BVO van +/- 2.000 m². De norm voor een kinderdagverblijf is 0,7 ppl/100 m² voor centrum schil. Dat komt neer op 14 parkeerplaatsen.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 14.

 

De plannen voorzien in 14 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Er worden 14 parkeerplaatsen voorzien in een pocketparking naast het gebouw.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 14.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0 – 0 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 14 – 14 = 0.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:

De parking is te bereiken via de Jan Frans Van De Gaerstraat en zal afgesloten worden met klappalen.

 

Fietsvoorzieningen:

Er zullen 36 personeelsleden werken (info uit préadvies) waarvoor er 11 fietsstalplaatsen voorzien worden (1/3de). Voor de ouders worden er ook een aantal fietsparkeerplaatsen voorzien aan de voorzijde van het gebouw.

 

Laden en lossen:

Laden en lossen kan gebeuren via de bestaande laad- en loszone op straat.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De gebruikelijke rubrieken voor een kinderdagverblijf worden aangevraagd: het lozen van huishoudelijk afvalwater, de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen, warmtepompen en wasmachines. Bijkomend wordt ook een polyvalente zaal gevraagd. Deze zaal kan ook gebruikt worden door derden. Al deze activiteiten zijn in de derde klasse ingedeeld. Hinder naar de omgeving toe wordt beperkt geacht.

Hemelwater wordt opgevangen in drie regenwaterputten van telkens 10.000 liter. Het water wordt gebruikt voor spoeling van de toiletten en voor de buitenkranen. De overloop van de regenwaterputten wordt samen met het hemelwater dat op het groendak terechtkomt, rechtstreeks afgevoerd naar een infiltratiebekken met een buffervolume van 12.000 liter en een infiltratieoppervlakte van 21,17 m².

Voor het nieuwe kinderdagverblijf wordt één ondergrondse bouwlaag voorzien. Hiervoor zal naar alle waarschijnlijkheid een grondwaterverlaging noodzakelijk zijn. Bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, zijn vergunningsplichtig krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). Deze omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m–mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2). De karakteristieken (doorlatendheid en dergelijke) van de ondergrond worden bepaald door een pompproef.

Volgens de bouwcode van stad Antwerpen is het verplicht om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen. In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.

De aandacht van de initiatiefnemer wordt er eveneens op gevestigd dat de opstart van de bemaling dient aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m–mv).

 

Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.

 

De aktename met referentie OMV_2019127264 dient stopgezet te worden in het omgevingsloket. Dit wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde.
 

Voorliggende project is niet MER-plichtig. Het aanvraagdossier heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).

 

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De volgende voorwaarden, opgelegd door de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen, moeten strikt worden nageleefd:

- De straatbomen moeten voldoende ondergronds volume krijgen zoals bepaald volgens het bomenplan 2.0.

- Tijdens de werf dienen de algemene maatregelen voor de bescherming van bomen op bouwwerven strikt nageleefd te worden. Om dit te garanderen dient er een werfinrichtingsplan inclusief boombeschermingsplan te worden opgemaakt alvorens de werken mogen starten.

Alle te nemen maatregelen dienen voorgelegd te worden aan de Groendienst van de stad Antwerpen voor de start van de werken.

2. In de rustruimtes op de eerste verdieping moet de vrije hoogte minimaal 2,60 meter bedragen conform de bepalingen van artikel 21 van de bouwcode.

3. De volgende voorwaarden opgelegd door de stedelijke dienst Publieke Ruimte dienen nageleefd te worden:

- De toegang naar de pocketparking moet aangelegd worden met een boordsteen type IE conform het draaiboek openbaar domein stad Antwerpen.

- De aanvang van de parkeerstroken in de Karel Mertensstraat dienen telkens afgebakend te worden met een boom.

- De boomvakken in de Jan Frans Van De Gaerstraat dienen volgens de generieke inrichtingsprincipes van stad Antwerpen opgesloten te worden (kantelen met vaste maat 1,80 m x 1,80 m).

- Nodige ondergrondse voorzieningen voor de bomen in de parkeerstrook zijn af te stemmen met de groendienst van stad Antwerpen.

- De rijwegbreedtes dienen aangepast te worden conform het draaiboek openbaar domein stad Antwerpen (fiche 2h - deel privé-vervoer).

- De 'Anthra klinkers' dienen overeen te stemmen (kleur, afmeting en materiaal) met de kleiklinkers die in het Kielpark zijn gebruikt. Deze klinkers dienen aan de zuidzijde tot aan de hoek met de Karel Mertensstraat te worden doorgetrokken en aan de noordzijde over de volledige voetpadbreedte tot aan de aanvang van het parkeervak.

4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

5. De voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius moeten strikt worden nageleefd.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

2.000,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

35,00 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

300,00 kg

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

1 polyvalente zaal

46.1°b)

wasserij niet of niet geheel gelegen in industriegebied met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 100 kW;

63,00 kW

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. De aktename met referentie OMV_2019127264 dient stopgezet te worden.
2. Indien er voor de aanleg van de ondergrondse bouwlaag een grondwaterverlaging noodzakelijk is, dient hiervoor een omgevingsvergunning of melding te worden bekomen alvorens de werken kunnen worden gestart.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 mei 2022

Volledig en ontvankelijk

5 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

15 augustus 2022

Einde openbaar onderzoek

13 september 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

2 november 2022

Verslag GOA

13 oktober 2022

naam GOA

Bieke Geypens en Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

15 augustus 2022

13 september 2022

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Wijziging van secundaire brandweerweg van aanpalend perceel: de bezwaarindiener geeft aan dat de bestrating ter hoogte van de achterkant van de naastliggende Kieltoren gewijzigd wordt en deze weg dienst doet als secundaire brandweerweg. De bezwaarindiener geeft aan dat deze weg in de nieuwe, aangepaste toestand niet meer toegankelijk is voor brandweerwagens waardoor de Kieltoren langs deze zijde niet meer bereikbaar is voor de brandweer.

 

Beoordeling:

Het bezwaar is ongegrond.

Gelet op het voorwaardelijk gunstig advies van de brandweer en het feit dat het bezwaar niet stedenbouwkundig van aard is, wordt dit bezwaar als ongegrond beschouwd.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De volgende voorwaarden, opgelegd door de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen, moeten strikt worden nageleefd:

- De straatbomen moeten voldoende ondergronds volume krijgen zoals bepaald volgens het bomenplan 2.0.

- Tijdens de werf dienen de algemene maatregelen voor de bescherming van bomen op bouwwerven strikt nageleefd te worden. Om dit te garanderen dient er een werfinrichtingsplan inclusief boombeschermingsplan te worden opgemaakt alvorens de werken mogen starten.

Alle te nemen maatregelen dienen voorgelegd te worden aan de Groendienst van de stad Antwerpen voor de start van de werken.

2. In de rustruimtes op de eerste verdieping moet de vrije hoogte minimaal 2,60 meter bedragen conform de bepalingen van artikel 21 van de bouwcode.

3. De volgende voorwaarden opgelegd door de stedelijke dienst Publieke Ruimte dienen nageleefd te worden:

- De toegang naar de pocketparking moet aangelegd worden met een boordsteen type IE conform het draaiboek openbaar domein stad Antwerpen.

- De aanvang van de parkeerstroken in de Karel Mertensstraat dienen telkens afgebakend te worden met een boom.

- De boomvakken in de Jan Frans Van De Gaerstraat dienen volgens de generieke inrichtingsprincipes van stad Antwerpen opgesloten te worden (kantelen met vaste maat 1,80 m x 1,80 m).

- Nodige ondergrondse voorzieningen voor de bomen in de parkeerstrook zijn af te stemmen met de groendienst van stad Antwerpen.

- De rijwegbreedtes dienen aangepast te worden conform het draaiboek openbaar domein stad Antwerpen (fiche 2h - deel privé-vervoer).

- De 'Anthra klinkers' dienen overeen te stemmen (kleur, afmeting en materiaal) met de kleiklinkers die in het Kielpark zijn gebruikt. Deze klinkers dienen aan de zuidzijde tot aan de hoek met de Karel Mertensstraat te worden doorgetrokken en aan de noordzijde over de volledige voetpadbreedte tot aan de aanvang van het parkeervak.

4. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

5. De voorwaarden opgelegd in het advies van Fluvius moeten strikt worden nageleefd.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. De aktename met referentie OMV_2019127264 dient stopgezet te worden.
2. Indien er voor de aanleg van de ondergrondse bouwlaag een grondwaterverlaging noodzakelijk is, dient hiervoor een omgevingsvergunning of melding te worden bekomen alvorens de werken kunnen worden gestart.

Brandweervoorwaarden
De voorwaarden uit het brandpreventieverslag met referentie BW/SVDB/2022/G.00038.A2.0019 dienen strikt nageleefd te worden.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

2.000,00 m³/jaar

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

35,00 kW

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

300,00 kg

32.2.2°

schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte;

1 polyvalente zaal

46.1°b)

wasserij niet of niet geheel gelegen in industriegebied met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 tot en met 100 kW;

63,00 kW

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.