Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022012686 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer NAJIH IDRIOUI met als contactadres Antwerpsesteenweg 172 te 2660 Antwerpen |
Ligging van het project: | Voorzorgstraat 12 te 2660 Hoboken (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 37 sectie A nr. 327G2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van een woning met magazijn en bouwen van een meergezinswoning met 5 wooneenheden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 31/10/2018: vergunning (2018104765) voor de opheffing van verkavelingsvergunning met dossiernummer HO/1968/V/0105-1968100, gekend bij het Departement Omgeving, afdeling Antwerpen, onder referentie 048/040. De verkaveling omvatte het verkavelen van een stuk grond in 1 lot voor woningbouw;
- 24/04/2002: vergunning (2002306/1006#4043) voor het verbouwen van de woning;
- 17/12/1968: vergunning (19686182/1006#9328) voor Veranderingswerken.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw.
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een eengezinswoning met magazijn;
- nieuwbouwen van een meergezinswoning met 5 wooneenheden.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 3 augustus 2022 | 2 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 3 augustus 2022 | 13 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 3 augustus 2022 | 5 augustus 2022 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 3 augustus 2022 | 8 augustus 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 3 augustus 2022 | 9 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 3 augustus 2022 | 12 augustus 2022 |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen) | 3 augustus 2022 | 2 september 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 5 bis - 12 bis - 13 bis j. Pauwelsstraat en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 27 februari 1991. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: binnenplaatsen en tuinen, zone voor hoofdgebouwen en openbare weg.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan en het bijzonder plan van aanleg op volgend(e) punt(en):
- artikel 1.01-4a Profielen:
een grotere hoogte dan 9 m is niet toegelaten. De bouwhoogte bedraagt 9,52 m;
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend(e) punt(en):
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Het is niet duidelijk of de inpandige terrassen aangesloten worden op een waterafvoer. Het is niet toegestaan alleen waterspuwers te gebruiken.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van het geldende bijzonder plan van aanleg, de gewestelijke verordening hemelwater en de bouwcode:
BPA:
Artikel 1.01-4a Profielen:
- In het BPA wordt er een maximale hoogte opgelegd van 9 meter. De aanvraag wijkt met een beperkte hoogte van 9,52 af van dit artikel. Deze interne hoogte wordt bekomen voor de voldoende interne hoogte te kunnen voorzien. In het verlengde van de Voorzorgstraat is er een kenmerkende uniforme kroonlijsthoogte. Deze nieuwbouw is gelegen op de hoek tussen de Voorzorgstraat en de Pierre van den Eedenstraat. Gelet op de beperkte afwijking kan dit verhoogd hoekaccent gunstig worden geadviseerd.
Verordening hemelwater:
Er is geen gegronde aanleiding om af te wijken van de verordening. In voorwaarde wordt dan ook opgenomen dat er voldaan moet worden aan de bepalingen van deze verordening.
Bouwcode:
Levendige plint (art.12):
- Per 8 meter gevelbreedte is er maximaal 1 toegangspoort toegestaan. De gevel ter hoogte van de Pierre van den Eedenstraat heeft een breedte van 15,38 meter. Hierdoor is er strikt genomen te klein om 2 toegangspoorten in deze straatwand te plaatsen. De gevel langs de Voorzorgstraat is breder dan 8 meter. Hierdoor zou conform de bouwcode de 2de garage in deze gevel geplaatst kunnen worden. Toch is het vanuit stedenbouwkundig oogpunt wenselijk dat de garages gebundeld worden. De dubbele garage sluit aan bij de typologie en kenmerken van de Pierre van den Eedenstraat. Gelet op de beperkte afwijking en ruimtelijke inpasbaarheid kan hier een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.
Ondergrondse en bovengrondse uitsprongen (art.13):
- De uitsprong boven de inkom bevindt zich niet binnen de 45° van de kroonlijst. De insteek van dit artikel is dat uitsprongen een impact kunnen hebben op de rechtlijnigheid van het straatbeeld. Ze moeten daarom in harmonie zijn met het straatbeeld ingepast worden. De geveluitsprong wordt centraal geplaatst en maakt slecht 20% deel uit van de voorgevel. Door de beperkte verhouding wordt het straatbeeld niet negatief beïnvloed door deze uitsprong. Deze uitsprong houdt ook voldoende afstand van de aanpalende percelen waardoor hij geen ongunstige impact heeft op de bezonning van de aanpalende. Er kan hierdoor in alle redelijkheid een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.
Open ruimte (art.27):
- Bij herbouw moet minimaal 20% van de oppervlakte van het perceel onbebouwd zijn. Voor dit perceel betekent dit, dat er circa 43 m² open ruimte voorzien moeten worden. In de bestaande toestand was het volledige perceel volgebouwd. Deze nieuwe aanvraag voorziet een ontpitting van 14%. Het betreft hier echter een hoekperceel waardoor volgens artikel 3 van de bouwcode in alle redelijkheid, een afwijking kan worden toegestaan.
Groendak (art.38):
- Nieuwe platte daken groter dan 20m² moeten worden aangelegd met een groendak. Indien op het dak energieopwekkende systemen wordt, dan vervalt de verplichting om een groendak te plaatsen voor de oppervlakte die deze voorzieningen innemen op het dak. Er blijft in de aanvraag een grote dakoppervlakte over die niet voorzien wordt van een groendak. In voorwaarde wordt dan ook opgenomen dat die dakoppervlakte moet voldoen aan artikel 38 van de bouwcode.
Stabiliteit en scheidingsmuur (art.34):
- Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. De minimale opstand die in dit artikel wordt gevraagd, is noodzakelijk om brandoverslag te voorkomen. Aangezien het dak voorzien is van een groendak kan afgeweken worden van een minimale opstand van 30cm wanneer er tussen de scheidingswand en de vegetatie een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimumklasse A2FL-s2) van minstens 30cm breed aanwezig is. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
- Alle straatgevels moeten op minstens 1,75 m onder het straatpeil gefundeerd worden. Het is niet leesbaar op de plannen of dit overal correct wordt uitgevoerd. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Daarnaast is er geen aanleiding om het college te adviseren (beargumenteerd) af te wijken van artikel 41 en 42 van de bouwcode. Het voldoen aan deze voorschriften worden dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Functionele inpasbaarheid
Het bouwen van een meergezinswoning is in overeenstemming met de bestemming van het perceel en de aanwezige woonfuncties op de omliggende percelen.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet het bouwen van een meergezinswoning op een hoekperceel. Het volume van drie bouwlagen onder een plat dak is inpasbaar in deze omgeving. Zoals eerder aangehaald in ‘Beoordeling afwijkingen van de voorschriften’ wijkt de aanvraag af van de uniforme kroonlijsthoogte van de Voorzorgstraat. Echter kan er gesteld worden dat het om een hoekwoning gaat, waarbij een klein accent verhoging gunstig kan worden geadviseerd. Het nieuwbouwvolume sluit aan bij de gebouwentypologie van de omgeving en voldoet mits beperkte, aanvaardbare afwijkingen aan het maximale profiel van het geldende bijzonder plan van aanleg. Alle woongelegenheden worden voorzien van de vereiste woonkwaliteit door hun oppervlakte, de aanwezigheid van voldoende hoge plafonds, grote raamopeningen en private buitenruimten.
Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt in een licht grijze steenstrip in combinatie met PVC zwart schrijnwerk. Dit materiaalgebruik en de uitwerking is visueel inpasbaar in deze woonomgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door brandweer. De voorgestelde voorwaarde worden integraal opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Het dossier werd voorwaardelijk gunstig geadviseerd door Fluvius. De voorgestelde voorwaarde worden mee opgenomen als voorwaard van vergunning.
Het dossier werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst business en innovatie en aan milieu. Beide interne adviezen hadden geen bezwaren tegen de ingediende aanvraag.
Ook vanuit de verkeerspolitie zijn er geen bezwaren tegen het ingediend dossier.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de meergezinswoning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 5 parkeerplaatsen.
“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1. De werkelijke parkeerbehoefte is 5 x 1 = 5 parkeerplaatsen.”
|
De plannen voorzien in 2 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.
Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen. Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor geen parkeerplaatsen. In de vergunde toestand waren er 2 garageplaatsen. Er was een behoefte van 2 parkeerplaatsen. Namelijk 1 parkeerplaats voor de eengezinswoning en 1 plaats voor het magazijn (+/- 170m² x 0,75 = 1,275 afgerond 1 parkeerplaats). Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 0. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 3 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
“Er is een fietsparkeerbehoefte van 1 x (3+1) + 2 x (2+1) + 2 x (1+1) = 14 fietsparkeerplaatsen. Er worden 14 fietsstalplaatsen in de kelder voorzien. De ruimte van de stallingen is goed, maar de toegangsdeur tot de trap naar de kelder is heel smal (70 cm). De deur moet minstens 1,00m zijn en de trap bij voorkeur ook. De goot moet op 25 cm van de muur geplaatst zijn.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt er aangesloten bij het gegeven advies. Beide voorwaarde worden mee opgenomen als voorwaarde van vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
3. Het voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius moet vanaf aanvang van het project worden nageleefd.
4. Het dakgedeelte dat niet voorzien wordt van een energieopwekkend systeem moet aangelegd worden met een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
5. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
6. Alle straatgevels moeten op minstens 1,75 m onder het straatpeil gefundeerd worden, conform artikel 34 van de bouwcode.
7. De aansluiting op het openbaar rioolstelsel moet voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
8. De inpandige terrassen moeten worden aangesloten op een waterafvoer conform artikel 41 van de bouwcode.
9. De drainageleidingen en bronbemalingen moeten voldoen aan artikel 42 van de bouwcode.
10. De fietsgoot in de trappenhal naar de kelder moet op 25 cm van de muur geplaatst worden.
11. De deur naar de fietsenkelder moet een breedte hebben van minimaal 1 meter.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 mei 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 3 augustus 2022 |
Start openbaar onderzoek | 12 augustus 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 10 september 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 november 2022 |
Verslag GOA | 13 oktober 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
12 augustus 2022 | 10 september 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
3. Het voorwaardelijk gunstig advies van Fluvius moet vanaf aanvang van het project worden nageleefd.
4. Het dakgedeelte dat niet voorzien wordt van een energieopwekkend systeem moet aangelegd worden met een groendak conform artikel 38 van de bouwcode.
5. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
6. Alle straatgevels moeten op minstens 1,75 m onder het straatpeil gefundeerd worden, conform artikel 34 van de bouwcode.
7. De aansluiting op het openbaar rioolstelsel moet voldoen aan artikel 41 van de bouwcode.
8. De inpandige terrassen moeten worden aangesloten op een waterafvoer conform artikel 41 van de bouwcode.
9. De drainageleidingen en bronbemalingen moeten voldoen aan artikel 42 van de bouwcode.
10. De fietsgoot in de trappenhal naar de kelder moet op 25 cm van de muur geplaatst worden.
11. De deur naar de fietsenkelder moet een breedte hebben van minimaal 1 meter.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.