Terug
Gepubliceerd op 24/10/2022

2022_CBS_08492 - Omgevingsvergunning - OMV_2022107689. Van Schoonbekestraat 182. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 21/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Koen Kennis, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08492 - Omgevingsvergunning - OMV_2022107689. Van Schoonbekestraat 182. District Antwerpen - Weigering 2022_CBS_08492 - Omgevingsvergunning - OMV_2022107689. Van Schoonbekestraat 182. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022107689

Gegevens van de aanvrager:

NV GREVIA met als adres Begijnenvest 8 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Van Schoonbekestraat 182 te 2018 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 10 sectie K nr. 1807B

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

indelen van een pand met twee wooneenheden in een pand met één studio en vijf kamerwoningen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          15/05/1915: toelating (1915#6408) voor een scheidingsmuur;

-          07/09/2016: proces-verbaal (11002_2016_1938) voor het vermeerderen van het aantal woongelegenheden zonder voorafgaandelijke, schriftelijke, stedenbouwkundige vergunning van het college van burgemeester en schepenen.

Vergunde / Geacht vergunde toestand

-          gunstig advies van de dienst Vermoeden van vergunning voor 2 zelfstandige wooneenheden;

-          koer;

-          geen vergunde toestand gekend van het volume, indeling, inrichting en gevelafwerking.

Bestaande toestand

-          meergezinswoning met 1 studio en 5 kamerwoningen;

-          4 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;

-          voorgevel in donkerrood metselwerk met buitenschrijnwerk in zwart pvc en donkerbruin hout;

-          perceel volledig bebouwd, inclusief voormalige koer.

Nieuwe toestand

-          meergezinswoning met:

  •  1 studio met een netto vloeroppervlakte van circa 35 m²
  •  5 kamerwoningen met een netto vloeroppervlakte van circa, 13 m², 13 m², 20 m², 20 m² en 21 m² plus gemeenschappelijke delen;

-          4 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing;

-          optrekken van het entresol volume (inclusief rechter en achterste scheidingsmuur ) tot 3 volwaardige bouwlagen;

-          terug open maken van de gelijkvloerse koer;

-          voorgevel in donkerrood metselwerk met buitenschrijnwerk in zwart pvc en donkerbruin hout.

Inhoud van de aanvraag

-          vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 6;

-          uitbreiden van het volume ter hoogte van de tweede verdieping van de entresol;

-          de scheidingsmuren rechts achteraan worden verhoogd van 8,76 m tot 9,56 m;

-          behoud van een gelijkvloers raam in de scheidingsmuur achteraan;

-          regulariseren van de bestaande voorgevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

31 augustus 2022

26 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

31 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

31 augustus 2022

29 september 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

31 augustus 2022

9 september 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning

31 augustus 2022

14 september 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht: het omvormen van een tweewoonst naar 5 kamerwoningen en een gelijkvloerse studio overschrijdt de draagkracht van het perceel.
  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten: de ondergrondse fietsenberging heeft een hoogte van slechts 1,98 m in plaats van de minimaal vereiste 2,20 m.
  • Artikel 29 Fietsstalplaatsen: De fietsenberging is niet vlot bereikbaar en voldoet niet aan de inrichtingsprincipes van dit artikel.
  • Artikel 43 Septische putten: het is niet duidelijk of de dimensionering van de septische voldoet aan dit artikel.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het omvormen van een tweewoonst naar een gebouw met een gelijkvloerse studio en 5 bovenliggende kamerwoningen. De woonfunctie blijft behouden.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

In huidige toestand is de koer volledig bebouwd. De aanvraag maakt deze terug open zodat dit overeenkomt met de situatie van voor 1979.  Het kadaster toont aan dat de koer in de relevante periode immers nog open was, waardoor het toebouwen van de koer niet geacht vergund is.

Voorts wenst de aanvraag de entresol van de 3de verdieping uit te breiden. De ingrepen die nodig zijn, het rechttrekken van het schuine dak naar een plat dak, zijn ruimtelijk aanvaardbaar en vallen binnen het maximaal aanvaardbare bouwvolume. Ook het inrichten van een dakterras op het platte dak van de gelijkvloerse uitbouw is ruimtelijk aanvaardbaar. Echter is het onduidelijk hoe dit terras bereikt wordt. Een terras koppelen aan een gemeenschappelijke contactruimte is wenselijk. Echter is dit terras gelegen achter kamer 101 waardoor dit de privacy en gebruiksgenot van de kamer beïnvloedt. Met een theoretisch bewonersequivalent van 8 zal het gebruik van het terras voor onaanvaardbare hinder zorgen voor de bewoner van kamerwoning 101.

 

Kadastergegevens en woonkaarten bevestigen de aanwezigheid van 2 woningen voor 1979 in het gebouw. De concrete inrichting van het pand is echter onbekend. In huidige toestand is het gebouw al ingericht zonder vergunning met een studio en 5 kamerwoningen. Voor deze inrichting kan echter geen bewijs geleverd worden. Ook komt de huidige situatie niet overeen met die van voor 1979 waardoor de tweewoonst niet eenduidig als vergund geacht beschouwd kan worden. Dit is echter wel het laatst traceerbare aantal wooneenheden.

Het vermeerderen van het aantal wooneenheden van 2 woningen in het hele gebouw naar 1 zelfstandige wooneenheid en 5 kamerwoningen, met onvoldoende en inadequate gemeenschappelijke voorzieningen is niet verenigbaar met de draagkracht van het gebouw en het perceel. In onderstaande paragrafen wordt verduidelijk waarom door voorgestelde inrichting de woonkwaliteit in het gebouw niet gegarandeerd kan worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Omdat de indeling van het gebouw niet gekend is wordt redelijkerwijs aangenomen dat het gebouw 2 duplexwoningen bevatte. Huidige aanvraag wenst deze twee woningen om te vormen naar een klein gelijkvloers appartement en 5 kamerwoningen. De inrichting van het eenslaapkamerappartement is te klein om als appartement gebruikt te worden. De oppervlakte ervan kan maximaal een studio herbergen. De voormalige gelijkvloerse duplexwoning moet enorm inboeten op woonkwaliteit, wat onaanvaardbaar is.

Op de verdiepingen zorgt de inrichting van 5 kamerwoningen voor een theoretisch bewonersequivalent van 8 personen. Tussen 18m² en 35m² hebben kamerwoningen een bewonersequivalent van 2. De aanvraag voorziet 2 kamers met een oppervlakte kleiner dan 18m² en 3 kamerwoningen met een oppervlakte groter dan 18m². Bijgevolg is het bewonersequivalent volgens de Vlaamse Wooncode 8. Dit bewonersequivalent houdt in dat dat gemeenschappelijke contactruimtes volgens de wooncode minimaal 12m² moet zijn. De voorziene gemeenschappelijke contactruimte is slechts 9m². Deze aanname moet de absolute minimale woonkwaliteit garanderen. Indien dit niet gewaarborgd kan worden, is de woonkwaliteit op een perceel ondermaats. Vanuit ruimtelijk oogpunt is dan ook een grotere contactruimte wenselijk. Opties zijn om één gemeenschappelijke contactruimte per verdiep te voorzien of kamer 101 te betrekken bij de nieuwe keuken op de eerste verdieping.

Naar gebruiksgemak toe is het sanitair ondermaats. De wc’s kunnen niet gebruikt worden wanneer iemand een douche neemt.

 

Het gewenste programma vereist 7 fietsstalplaatsen conform de inrichtingsprincipes van de bouwcode. De aanvraag voorziet er 9 in de kelder, maar deze zijn niet vlot bereikbaar. Niet alleen is er onvoldoende circulatieruimte aanwezig achter de fietsen, ook moet er bovenaan en onderaan de trap minimaal 1,7m circulatieruimte zijn om vlot een fiets in de berging te krijgen. Naast deze technische inrichtingsvereisten is de plafondhoogte van de kelder te laag conform artikel 21 van de bouwcode. De vrije hoogte bedraag 1,98m i.p.v. de minimale 2,2m.

 

Uit het bovenstaande kan afgeleid worden dat de voorgestelde inrichting van het gebouw de draagkracht van het perceel en het gebouw overschrijdt. Ook vanuit stedenbouwkundig oogpunt is de inrichting onaanvaardbaar. De verhoogde bezetting van het gebouw zal immers gevolgen hebben voor de bewoonbaarheid van het gebouw en genereert overlast tussen bewoners maar ook naar omwonenden en de buurt.

 

Om bovenstaande hinderaspecten aanvaardbaar te houden en tegelijk de woonkwaliteit te garanderen, is het bijgevolg noodzakelijk om de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de omvang (oppervlakte) van de verschillende functies binnen de woningen anderzijds. Het voorliggende project met 1 studio en 5 kamerwoningen is een onaanvaardbare mix.

 

Hieruit kunnen we concluderen dat door het omvormen van 2 grote woongelegenheden naar 6 kleinere entiteiten de densiteit op onaanvaardbare wijze stijgt en tegelijkertijd het woongenot daalt. Verder verhoogt dit de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden. Kleinere woonentiteiten genereren meer mobiliteit doordat er meer gezinnen kunnen wonen. Ook dat verhoogt de druk in het gebouw, op het perceel en in de straat. De afwezigheid van een functionele fietsenberging versterkt dit nog bijkomend.

Er is geen septische put aanwezig conform artikel 43 van de bouwcode.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

De vergunde of geacht vergunde voorgevelafwerking is niet bekend. Aan de huidige gevelsteen is te merken dat in oorsprong pleisterwerk met bijhorende ornamentering aangebracht was op de voorgevel. De pleisterlaag werd wellicht gedecapeerd, maar het is niet gekend wanneer dit gebeurde. Bepleisterde en witgeschilderde voorgevels zijn kenmerkend voor de omgeving en voor dit type panden.

Niet alleen de voorgevelafwerking maar ook het buitenschrijnwerk werd aangepast t.o.v. het oorspronkelijke. De gelijkvloerse verdieping bevat bruinkleurig schrijnwerk en de bovenliggende verdiepingen hebben een donkere kleur. 

 

Omdat niet bewezen kan worden dat de voorgevel reeds werd gedecapeerd voor 1979 is het wenselijk dat de voorgevel opnieuw van glad pleisterwerk en een lichte kleur wordt voorzien. Omdat voorliggende aanvraag geweigerd moet worden kan dit echter niet in voorwaarden worden opgenomen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaatsen.

 

De woning met 2 appartementen wordt omgevormd naar een woning met 1 studio en 5 kamers.

 

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.

Het aantal zelfstandige wooneenheden vermindert van 2 naar 1. Voor de 5 kamers is de parkeerbehoefte 1 (5 x 0,15/kamer).

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 1

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet gerealiseerd worden. Dit is het geval in voorliggende aanvraag die betrekking heeft op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

De bestaande behoefte van de wooneenheid die verdwijnt was 1. Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 1.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Fietsvoorzieningen

Voor de 5 kamers moeten er 5 fietsstalplaatsen voorzien worden.

In de kelder worden 9 fietsstalplaatsen voorzien die te bereiken zijn via een trap met fietsgoot. Achter elke fiets in een fietsstalplaats moet minstens een vrije ruimte van 1,70 m beschikbaar zijn en dat is hier niet het geval. Ook boven en beneden aan de trap moet er steeds een ruimte van 1,70 m zijn om je fiets goed kunnen opstellen.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 augustus 2022

Volledig en ontvankelijk

31 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

30 oktober 2022

Verslag GOA

12 oktober 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.