Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022044665 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW Antwerpse Verstandhouding voor Onderwateronderzoek en -sport - @A.V.O.S.@ met als adres Boomgaardstraat 22 bus 38 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Gegevens van de exploitant: | de heer Koen Van Dyck met als adres Brusselsesteenweg 313-315 te 2800 Mechelen |
Ligging van het project: | Ekersedijk zonder nummer (zn) te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 15 sectie A nr. 16B |
waarvan: |
|
- 20220325-0047 | afdeling 15 sectie A nr. 16B (Ekersedijk) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen en exploiteren van een vulstation voor duikflessen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/05/2021: voorwaardelijke vergunning (OMV_2021006197) voor het oprichten van een tijdelijke sanitaire unit voor de duikers en triatleten van de Ekerse Putten;
- 28/08/2020: aktename van een milieumelding (OMV_2020104990) voor de exploitatie van een open zwemgelegenheid.
Vergunde/vergund geachte toestand
- tijdelijke sanitaire unit naast duikvijver ‘Ekerse Put’.
Huidige toestand
- tijdelijke sanitaire unit naast duikvijver ‘Ekerse Put’;
- parking in het Muisbroekbos naast de duikvijver.
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een vulstation voor duikflessen.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
In 2020 werd een melding geakteerd voor de exploitatie van een open zwemgelegenheid (OMV_2020104990) op de Ekerse Put.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft de exploitatie van een vulstation voor duikflessen.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 11 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter. | 900 liter |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap voor Natuur en Bos/ Adviezen en Vergunningen Antwerpen | 11 mei 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 11 mei 2022 | 2 juni 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
INFRABEL/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 11 mei 2022 | 17 mei 2022 | Geen bezwaar |
Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie | 11 mei 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
|
Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie | 11 mei 2022 | 16 juni 2022 | Geen bezwaar |
Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid | 11 mei 2022 | 30 juni 2022 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 11 mei 2022 | 15 juni 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 11 mei 2022 | 25 mei 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Visit Antwerpen | 11 mei 2022 | 19 mei 2022 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 11 mei 2022 | 24 mei 2022 |
Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten | 11 mei 2022 | 15 juni 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 11 mei 2022 | 17 mei 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen en gebied voor spoorinfrastructuur.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het goed is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is gelegen in gebied voor gemeenschaps- en openbaar nutsvoorzieningen volgens het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zeehavengebied. De beoogde doelstelling van deze zone is de inrichting van een pompgemaal, wachtboezem en aanhorigheden in functie van het logistiek park Schijn.
Tot op heden werd er geen vergunning verleend voor het logistiek park Schijn.
De aanvraag is in strijd met de voorschriften van het GRUP Zeehavengebied.
Conform artikel 4.4.7 § 2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
De beoogde constructie kan als handeling van algemeen belang met een ruimtelijk beperkte impact beschouwd worden indien ze voldoet aan de voorwaarden uit artikel 3, §2, 16° van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
a) als er nog geen vergunde of hoofdzakelijk vergunde gebouwen aanwezig zijn, blijft de grondoppervlakte van het nieuwe gedeelte beperkt tot maximaal 100 m² en het bouwvolume tot maximaal 300 m³;
b) als er reeds vergunde of hoofdzakelijk vergunde gebouwen aanwezig zijn, worden de oppervlakte en het bouwvolume maximaal met 20% vermeerderd ten opzichte van de op 1 april 2018 bestaande, vergunde of hoofdzakelijk vergunde oppervlakte en bouwvolume;
c) als de op deze wijze berekende oppervlakte kleiner is dan 100 m², kan een totale bijkomende oppervlakte tot 100 m² vergund worden;
d) als het op deze wijze berekende bouwvolume kleiner is dan 300 m³, kan een totaal bijkomend bouwvolume tot 300 m³ vergund worden.”
De Ekerse Putten vormen onderdeel van de recreatieve structuur van de stad Antwerpen. Er is een milieumelding afgeleverd op deze waterplas voor “Antwerpse Verstandhouding voor Onderwateronderzoek en -sport vzw”. Zij zijn de aanvrager van voorliggende aanvraag en kunnen beschouwd worden als een erkende sportclub.
Gezien de Ekerse Putten een recreatieve functie vervullen en gezien de oppervlakte beperkt blijft tot 100 m² (15 m² voor vulstation + 56 m² voor vergund paviljoen) en het volume tot 300 m³ (40 m³ voor vulstation + 99 m³ voor vergund paviljoen), kan de tijdelijke unit beschouwd worden als een handeling van algemeen belang met beperkt ruimtelijke impact en kan met behulp van artikel 4.4.7. §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een afwijking worden toegestaan op de voorschriften van het GRUP Zeehavengebied.
Gezien de concessie voor het gebruik van de Ekerse Putten door de Antwerpse Verstandhouding voor Onderwateronderzoek en –sport vzw loopt tot 2028 is een tijdelijke unit toegestaan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is in strijd met de voorschriften van het GRUP Zeehavengebied. De aanvraag betreft een demonteerbare unit en kan beschouwd worden als een handeling van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact conform artikel 3, §2, 16° van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De unit voldoet bovendien aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 3, §2, 16° van datzelfde hogergenoemde Besluit van de Vlaamse Regering (zie ‘Toetsing aan de regelgeving en beleidsrichtlijnen’). Een afwijking kan toegestaan worden.
De aanvraag draagt bij aan het recreatieve gebruik van de Ekerse Putten als plek om de duiksport te beoefenen. Reeds sinds 1975 werd aan Antwerpse duikclubs de toestemming gegeven om in de Grote Put te duiken. Later kwamen ook duikfederaties uit andere provincies hier duiken. Momenteel hebben ongeveer 7.000 duikers een vergunning om te duiken in de Grote Put. Met deze aanvraag wenst een overkoepelende duikorganisatie een unit op te richten voor het vullen van duikflessen.
De plaatsing van het vulstation moet beperkt worden in tijd. De AVOS vzw (Antwerpse Verstandhouding voor Onderwateronderzoek en -sport) en aanvrager van het vulstation heeft een concessie op het gebruik van de Ekerse Putten tot eind 2027. In 2021 werd een tijdelijke sanitaire unit vergund in functie van de duikers en triatleten die sporten in de Ekerse Putten. Het vulstation moet beschikbaar gesteld worden voor dezelfde periode. In de voorwaarden bij de vergunning moet de duur van de vergunning worden opgelegd.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Artikel 3, §2, 16° van het Besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening legt voorwaarden op aan de oppervlakte en het bouwvolume bij uitbreiding van de sportinfrastructuur. De aanvraag voldoet aan deze voorwaarden (zie ‘Toetsing aan de regelgeving en beleidsrichtlijnen’).
De inplanting van het vulstation grenst aan een parkeerstrook in grindgazon langs de Ekersedijk. De inplanting van het vulstation gebeurt op een reeds verharde insteek. Er wordt geen bijkomende verharding gerealiseerd ten opzichte van de bestaande situatie en het huidige groen blijft behouden. De inplanting brengt bijgevolg weinig schade toe aan de natuurlijke omgeving. De beschrijvende nota bij de aanvraag geeft aan dat de inplanting met Natuurpunt - afdeling Ekeren werd besproken omdat Natuurpunt het terrein onderhoudt. Natuurpunt zou de inham niet nodig hebben als ingang van het terrein. Gezien de recente vergunning voor het sanitair gebouw is het jammer dat het vulstation niet mee werd ondergebracht in dit gebouwtje. Aangezien de inplanting van het vulstation een tijdelijke duur krijgt opgelegd, wordt de inplanting van het vulstation gunstig beoordeeld.
De aanvrager, een overkoepelende duikorganisatie heeft onderzoek gedaan naar de aard en de vormgeving van een vulstation. In het ‘Nationaal park Oosterschelde’ zijn de voorbije 5 jaar 2 vulstations geïnstalleerd op veel bezochte duikplekken. Een gelijkaardige constructie en vormgeving werd gekozen. Het vulstation wordt ondergebracht in een container die de compressor en zijn buffervaten huist. De gebruikers kunnen aan de buitenzijde onder een luifel de duikflessen vullen. Om een goede bescherming te bieden is een luifel van 1,5 meter oversteek vereist. Omgevingsvergunningen voor containerconstructies (bij sportinfrastructuur, bij zomerbars, enzovoort) worden hoogstens voor een afgebakende periode gunstig geadviseerd om verrommeling van het landschap tegen te gaan. Dit is een tweede reden om slechts een tijdelijke vergunning toe te staan.
Visueel-vormelijke elementen
De container wordt bekleed met rode gebeitste houten beplanking naar analogie met de sanitaire unit. De luifel wordt bekleed met witte panelen. Door te kiezen voor dezelfde materialisatie wordt duidelijk dat beide constructies elkaar ondersteunen. Bij de sanitaire unit wordt de kleur wit niet gebruikt. Daarom wordt geadviseerd om ook de luifel in rood gebeitst hout af te werken. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Het is niet duidelijk af te lezen op de geveltekeningen of dezelfde bevestigingsmanier van de houten beplanking van de sanitaire unit ook wordt overgenomen. De beplanking moet niet alleen in een rode gebeitste kleur worden uitgewerkt maar ook in reliëf met voor- en achterliggende verticale beplanking (opdekwerk) naar analogie met de sanitaire unit. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan AG VESPA en Vastgoed. Zij geven gunstig advies en stellen dat de aanvrager contact dient op te nemen met AG VESPA voor de opmaak van een terbeschikkingstellingsovereenkomst. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
De stedelijke dienst Ondernemen en Stadsmarketing met afdelingen Business en Innovatie en Visit geven principieel gunstig advies maar stellen zich vragen bij de locatie die aanleiding kan geven tot een aantal risico's zoals vandalisme, inbraak, enzovoort. Daarom stellen zij als voorwaarde dat de nodige maatregelen voorzien moeten worden om de risico's zoveel mogelijk in te perken zodat er ook voor de omgeving geen onverwachte en ongewenste neveneffecten zouden ontstaan. Het advies wordt bijgetreden. Het vulstation moet hufterproof uitgewerkt worden. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
De stedelijke dienst Groen geeft gunstig advies op voorwaarde dat de impact op de omliggende bomen tot een minium herleid wordt. Het advies wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag het plaatsen van een tijdelijk vulstation voor duikflessen betreft.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De Grote Ekerse Put wordt in concessie beheerd door duikclub AVOS. De parking die toegang geeft tot de put en het park rondom, ligt op hetzelfde perceel als het voorwerp van de huidige aanvraag. Recent werd op deze parking ook een sanitair blok gerealiseerd met toiletten en douches.
In de omgeving is er grote nood aan voorzieningen voor het vullen van duikflessen. AVOS wil deze nood invullen en een vulstation installeren op de site. Het vulstation bevat 18 bufferflessen van 50 liter samengeperste lucht (in totaal 900 liter) met een werkdruk van 350 bar. De compressor heeft een maximaal vermogen van 11 kW. Alles wordt in een container geplaatst met geluids- en thermische isolatie.
Gezien de ligging en isolatie van het vulstation en de aanwezigheid van parkeerplaatsen aan het vulstation wordt de hinder als aanvaardbaar geacht.
De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.
Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.
De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan tot 31 december 2027 in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
3. De luifel te bekleden met rood gebeitste planken.
4. De beplanking van de container in reliëf uit te voeren: met voor- en achterliggende verticale beplanking (opdekwerk), naar analogie met de naastliggende sanitaire unit.
5. De aanvrager moet contact opnemen met AG Vespa voor de opmaak van een terbeschikkingstellingsovereenkomst.
6. De impact op de omliggende bomen moet beperkt worden.
7. Het vulstation moet hufterproof uitgewerkt worden.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag is in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 11 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter. | 900 liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 maart 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 11 mei 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 21 mei 2022 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 19 juni 2022 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 12 juli 2022 |
Start laatste openbaar onderzoek | 22 juli 2022 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 20 augustus 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 23 oktober 2022 |
Verslag GOA | 30 september 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel en Bieke Geypens |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De aanplakking van het openbaar onderzoek werd niet gemeld in het omgevingsloket.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
21 mei 2022 | 19 juni 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
22 juli 2022 | 20 augustus 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De handelingen waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan tot 31 december 2027 in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.
3. De luifel moet bekleed worden met rood gebeitste planken.
4. De beplanking van de container dient in reliëf uitgevoerd te worden, met voor- en achterliggende verticale beplanking (opdekwerk), naar analogie met de naastliggende sanitaire unit.
5. De aanvrager moet contact opnemen met AG Vespa voor de opmaak van een terbeschikkingstellingsovereenkomst.
6. De impact op de omliggende bomen moet beperkt worden.
7. Het vulstation moet hufterproof uitgewerkt worden.
Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/PR/2022/G.00322.A3.0002 zijn van toepassing.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 11 kW |
17.1.2.1.1° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 300 liter tot en met 1.000 liter. | 900 liter |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is tot 31 december 2027.