Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022094506 |
Gegevens van de aanvrager: | Yechezkel Glick met als adres Belgiëlei 50 bus 7 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Van den Hautelei 201 te 2100 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 31 sectie B nr. 406S |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een meergezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/10/1964: toelating (627#22848) voor het bouwen van een appartementsgebouw.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking: rode gevelsteen met plint in blauwe steen en witte steen tussen de ramen.
Bestaande toestand
- functie en bouwvolume overeenkomstig de vergunde toestand;
- voorgevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie: meergezinswoning:
- bouwvolume: verlaagde vloer in de nieuwe gelijkvloerse leefruimte van het duplex appartement;
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- verbouwen van een meergezinswoning met 3 appartementen:
- verharden van de voortuin en deel van de achtertuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 5 augustus 2022 | 25 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 5 augustus 2022 | 26 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 5 augustus 2022 | 22 augustus 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
- Verhardingen zoals een terras zijn in achtertuinen beperkt toegestaan tot 1/3de van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m². De tuin heeft een oppervlakte van circa 105 m2 waarvan 51 m2 verhard wordt; dit is 48% van de oppervlakte.
- In de voortuin zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. De maximaal toegelaten verharding heeft een breedte van 4,50 m. In de aanvraag is deze circa 6 m.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat het verbouwen van een meergezinswoning met drie woongelegenheden. Het aantal woongelegenheden wijzigt niet. De woonfunctie is in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat en omgeving.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De aanvraag betreft voornamelijk interne wijzigingen. Het bestaand bouwvolume en het aantal woongelegenheden wijzigen niet waardoor de schaal en de bouwdichtheid gerespecteerd blijven.
Het appartement op de eerste verdieping wordt vergroot tot een duplexappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 104 m². Hiertoe wordt het achterste gedeelte van het gelijkvloers betrokken bij het appartement op de verdieping. Er wordt een interne trap geplaatst en de gelijkvloerse ruimtes worden ingericht als slaapkamers en een badkamer.
Verder worden de appartementen op de tweede en derde verdieping heringericht van een drieslaapkamerappartement naar een tweeslaapkamerappartement. De bergingen, voorheen op de gelijkvloerse verdieping, worden nu in de appartementen zelf voorzien.
De aanvraag is wel strijdig met artikel 27 in de bouwcode.
Verhardingen zoals een terras zijn in achtertuinen beperkt toegestaan tot 1/3de van de totale tuinoppervlakte voor tuinen groter dan 60 m². De achtertuin is circa 48% verhard.
De voortuin is volledig verhard. In de voortuin zijn enkel de strikt noodzakelijke verhardingen toegelaten. Verhardingen in de voortuinstrook van maximaal 1,50 m en 3 m zijn toegelaten naar respectievelijk de toegangsdeur en garage.
De gemeenschappelijke achtertuin, die in de vergunde toestand bereikbaar is via de garage, diende als aanvulling bij de beperkte buitenruimte van de appartementen. Doordat de achtertuin enkel toegankelijk wordt gemaakt voor het duplexappartement, beschikken de overige twee appartementen enkel over de eigen buitenruimte van circa 2,50 m. Aangezien het aantal slaapkamers van deze appartementen vermindert en een betere verhouding wordt voorzien met het aantal vierkante meters leefruimte per bewoner, blijft het wooncomfort in de woning bewaard.
Visueel-vormelijke elementen
Aan de voorgevel worden geen wijzigingen voorzien. De gelijkvloerse achtergevel wordt aangepast door een nieuwe gevelopening en het vervangen van de bestaande poort naar een raamopening. Het buitenschrijnwerk wordt voorzien in wit pvc.
De gevelwijziging en -materialisatie is vanuit stedenbouwkundig oogpunt inpasbaar in de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden, voldoen de woongelegenheden aan de actuele eisen wat betreft woonkwaliteit, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien de aanvraag geen functiewijziging of vermeerdering van het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande en vergunde of vergund geachte situatie inhoudt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Verhardingen in de achtertuin moeten beperkt worden tot 1/3de van de totale tuinoppervlakte conform artikel 27 van de bouwcode.
2. In de voortuin zijn conform artikel 27 van de bouwcode enkel de strikt noodzakelijke verhardingen te voorzien, maximaal 1,50 m naar de toegangsdeur en 3 m naar de garage. Het overige deel is groen te voorzien.
3. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
4. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 5 augustus 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 oktober 2022 |
Verslag GOA | 13 september 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.