Op datum van 25 augustus 2022 vroeg BLUEPRINT ARCHITECTEN om het pand gelegen Mattheus Corvensstraat 110, district Deurne, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.
De beoordeling van de aanvraag gebeurde aan de hand van volgende stukken:
1. Bestaande juridische toestand
Geldende bestemmingsplannen:
Gewestplan:
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Kadastrale gegevens:
Het pand, Mattheus Corvensstraat 110 district Deurne, met kadastrale ligging (afd. 30) sectie A 558 S32 is kadastraal gekend als magazijn/werkplaats zonder woongelegenheden.
Voor dit pand werden de volgende relevante toelatingen en weigeringen teruggevonden in onze archieven:
2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft een rijwoning met twee bouwlagen onder een plat dak en bestaat momenteel volledig uit een gebedshuis met aanhorigheden.
De gelijkvloerse oppervlakte (circa 431m²) -die doorloop achter de rechts naastgelegen percelen- is volledig bebouwd over één bouwlaag en afgewerkt met een plat dak met in totaal 11 dakkoepels. Dit gelijkvloerse bouwvolume doet volledig dienst als gemeenschapsvoorziening en is onderverdeeld in onder meer een onthaal, een gebedsruimte, een vergaderruimte, een inkomzone en een sanitair gedeelte.
De eerste verdieping heeft een bebouwde oppervlakte van circa 92 m² met een bouwdiepte van 14,86 m met ter hoogte van de linkerperceeslgrens, een 3,5 m brede uitbouw tot op een maximale bouwdiepte van 16,28 m. Ook dit bouwvolume doet volledig dienst als gemeenschapsvoorziening en is onderverdeeld in onder meer een gebeds- en vergaderruimte en een vestiaire met aangrenzend een sanitair gedeelte.
De voorgevel is opgetrokken in een bruine gevelsteen in combinatie met witkleurig buitenschrijnwerk. De gelijkvloerse voorgevel wordt gekenmerkt met een grote inkomdeur naar de achterliggende gebedsruimte en een aparte inkomdeur naar de gebedsruimte en lokalen op de eerste verdieping. De achtergevel op de eerste verdieping is voorzien van een grijskleurige cementbezetting.
Overtredingen:
Het pand gecontroleerd op 29 januari 2019 en een proces-verbaal van overtreding met stakingsbevel opgemaakt met nummer 11002_2019_8477_APO voor:
Op basis van vaststelling:
In de KBO is te lezen dat sinds 7 juli 2007 het pand in gebruik is door Al-Ridaa, dit komt overeen met de verklaringen van de vertegenwoordigers die aanwezig waren tijdens de controle.
De hoofdfunctie van het pand met nummer 110 werd gewijzigd van wonen en industrie en bedrijvigheid naar gemeenschapsvoorzieningen openbare nutsvoorzieningen. De voormalige bouwhandel met bijhorende woonst werd volledig omgevormd tot een gebedsruimte en klaslokaal op de gelijkvloerse verdieping en gebedsruimte, klaslokaal en keuken op de eerste verdieping. Hierbij wijzigde het aantal woongelegenheden van één naar nul.
Op basis van verklaring:
Op de plannen van 1948 is het pand met nummer 110 niet verbonden met het gedeelte dat zich achter nummer 106 bevindt, is de bouwdiepte van de gelijkvloerse verdieping circa 26 meter en de bouwdiepte van de eerste verdieping circa 12 meter. Bij de oprichting van de oorspronkelijke moskee in 2007 zou de verbinding, de dicht gebouwde gelijkvloerse verdieping en de uitgebreide eerste verdieping er reeds geweest zijn. Dit kon door de dienst bouwtoezicht noch bevestigd noch weerlegd worden.
De gelijkvloerse achterliggende ruimte die oorspronkelijk hoorde bij het pand 106 werd aan het pand 110 toegevoegd door middel van het maken van deuropeningen in de scheidsmuur. De verbinding met het pand met nummer 106 werd volledig dichtgemaakt.
Op het plan van 1948 van nummer 110 is te zien dat de vergunde bouwdiepte van de gelijkvloerse verdieping circa 26 meter is terwijl in werkelijkheid het volledige perceel is dicht gebouwd wat overeenstemt met de geweigerde plannen van 1949.
Op het plan van 1948 van nummer 110 is te zien dat de eerste verdieping een bouwdiepte heeft van circa 12 meter terwijl dit in werkelijkheid 15,14 meter is zoals opgetekend op de geweigerde plannen van 1949.
Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van gemeenschapsvoorziening /gebedshuis zonder woonentiteiten.
De bewijsvoering
Voor dit pand werden meerdere goedgekeurde bouwplannen teruggevonden in onze archieven die dateren van vóór 22 april 1962. Na controle van deze bouwplannen blijken volgende stedenbouwkundige handelingen te zijn toegelaten:
Volgens de kadastrale gegevens dateert de ingebruikneming van het gebouw van 1959. Het gebruik van dit pand werd in de loop der jaren gewijzigd van magazijn/bergplaats met woonst naar gemeenschapsvoorziening/gebedshuis zonder voorafgaande vergunning.
Uit de bevolkingsgegevens blijkt dat er tussen 1948 en 1965 één gezin was ingeschreven in dit pand. Vanaf 1965 tot op heden werden er geen gezinnen meer ingeschreven op dit adres. Het feitelijke gebruik van de voormalige woning werd vermoedelijk rond 1965 gewijzigd in functie van het gelijkvloerse magazijn/bergplaats. De woonfunctie kan dan ook beschouwd worden als niet meer bestaande. Het wijzigen van het aantal wooneenheden binnen een onroerend goed werd op zichzelf pas vergunningsplichtig vanaf 1 mei 2000. Het verminderen van het aantal woonentiteiten van één naar nul in dit pand dateert van vóór deze datum.
Het toevoegen van de woning aan de gelijkvloerse ambachtsfunctie dateert van vóór 9 november 1979, en valt bijgevolg onder het toepassingsgebied van het vermoeden van vergunning.
Uit nazicht in de kruispuntbank voor ondernemingen op 30 augustus 2022, blijkt dat op 21 november 2006 de vereniging zonder winstoogmerk ‘Al-Ridaa’ werd opgestart onder het ondernemingsnummer 885.553.382. Volgens de actuele gegevens uit de kruispuntbank voor ondernemingen, blijkt deze vereniging nog steeds actief te zijn.
Uit de gegevens in het Belgisch staatsblad blijkt dat er op 7 juli 2007 tijdens een buitengewone algemene vergadering van de vzw (Al-Ridaa met ondernemingsnummer 885.553.382) werd beslist om de zetel van de vereniging te verplaatsen van de Gallifortlei 249 te 2100 Deurne naar de Mattheus Corvensstraat 110 te 2100 Deurne. Deze beslissing werd op 21 september 2007 neergelegd ter griffie van de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen.
Uit de foto’s op Google Maps uit 2009 blijkt dat de functie gemeenschapsvoorziening /gebedshuis reeds op dat ogenblik aanwezig was in het pand. Het omvormen van de functie ambacht naar gemeenschapsvoorziening werd pas vergunningsplichtig vanaf 29 november 2015. De functiewijzing naar gemeenschapsvoorziening was dus op het ogenblik van de verwezenlijking, niet vergunningsplichtig.
Uit het voorgaande blijkt dat de functiewijziging van magazijn met woonst naar gemeenschapsvoorziening uitgevoerd werd voor dat deze functiewijziging vergunningsplichtig werd.
De functie gemeenschapsvoorziening kan dan ook opgenomen worden als zijnde geacht vergund.
Na controle van de huidige bouwplannen van benedenverdieping blijkt dat - ten opzichte van het vergunde bouwvolume uit 1948 - het perceel werd uitgebreid en samengevoegd met achterliggende ruimte die oorspronkelijk hoorde bij het pand 106. Zo verdween de open tuinzone en werd het volledige perceel bebouwd over één bouwlaag onder plat dak. Uit de luchtfoto’s van Geo-punt Vlaanderen blijkt dat de ruwbouw van deze gelijkvloerse constructie zeker was voltooid in 1971.
Uit verder nazicht van de huidige bouwplannen blijkt tevens dat - ten opzichte van het vergunde bouwvolume uit 1948 - de eerste verdieping, achteraan werd uitgebreid met een getande uitbouw. Het pand kreeg zo een respectievelijke bouwdiepte van 14,86 m tot maximaal 16,28 m op deze verdieping.
Op de luchtfoto van Geo-punt Vlaanderen genomen tussen 2000 en 2003 is deze uitbreiding reeds duidelijk zichtbaar.
Zowel de genomen luchtfoto’s van Geo-punt Vlaanderen uit 1971 en 1979-1990 alsook de aangeleverde foto’s van de achtergevel in het dossier, leveren onvoldoende bewijs dat deze uitbreidingswerken hebben plaatsgevonden vóór 9 november 1979. De wijzigingen aan de achterzijde van de eerste verdiepingen kunnen bijgevolg niet onder het vermoeden van vergunning vallen. Deze zullen worden uitgesloten van opname in het vergunningenregister, zoals in rood aangeduid op de plannen.
Voorgaande argumentatie bewijst dat zowel de huidige functie van het gebouw (gemeenschapsvoorziening - gebedshuis) alsook het huidige gelijkvloerse bouwvolume -zoals weergeven op de bouwplannen in het dossier- kan opgenomen worden in het vergunningenregister als zijnde geacht vergund, met uitsluiting van het uitgebreide bouwvolume achteraan de eerste verdieping.
Conclusie
Uit de bijgevoegde bewijsmaterialen blijkt dat de gelijkvloerse constructie, inclusief de functie van gemeenschapsvoorziening - gebedshuis zonder woonentiteiten in aanmerking komen voor opname in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning, met uitsluiting van het uitgebreide bouwvolume achteraan de eerste verdieping (zoals in rood aangeduid op de plannen).
Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd voor 22 april 1962 ofwel tussen deze en voor de eerste invoering van het gewestplan (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het college neemt kennis van de opname van de constructie Mattheus Corvensstraat 110, district Deurne, met de functie van gemeenschapsvoorziening in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning, met uitsluiting van het uitgebreide bouwvolume achteraan de eerste verdieping (zoals in rood aangeduid op de plannen).
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan het kadaster voor eventuele aanpassing van de kadastrale gegevens. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ stadstoezicht (MV/ST) voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ bestuurlijke handhaving (MV/ BH)voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen DL/huisnummering voor eventuele aanpassing van de gegevens. |