Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022080324 |
Gegevens van de aanvrager: | VZW Katholiek Onderwijs Deurne(Antwerpen) met als contactadres Palinckstraat 57 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Van den Hautelei 63 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 31 sectie B nr. 436N4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van reeds uitgevoerde speelplaatsverharding, het aanleggen van nieuwe verhardingen (met verwijderen groenaanplantingen), het vellen van vier bomen en het bouwen van een sanitair blok op de speelplaats, met het ophogen van de scheidingsmuur |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 29/11/2013: vergunning (20134717) voor de renovatie van een bestaand schoolgebouw (gebouw achteraan perceel);
- 29/04/1993: vergunning (1993739) voor de heraanleg van de speelplaats en het vernieuwen van de achtergevel (speelplaats, voorgevels);
- 15/03/1972: vergunning (19724007) voor het uitvoeren van verbouwingswerken.
Vergunde toestand
- functie: schoolgebouw;
- bouwvolume: 3 bouwlagen onder een plat dak;
- gevelafwerking:
- inrichting: de volledig verharde speelplaats werd vergroend in 1993, 9 hoogstammige bomen.
Bestaande toestand
- functie: schoolgebouw;
- bouwvolume: de berging (1993) werd betrokken bij het vergunde sanitair;
- inrichting:
Nieuwe toestand
- functie: schoolgebouw;
- bouwvolume:
- gevelafwerking van het nieuwe sanitaire bijgebouw op de speelplaats:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een sanitair bijgebouw op de speelplaats van een school;
- ophogen van de scheidingsmuur;
- regulariseren van reeds uitgevoerde speelplaatsverharding (tegenover vergunning 1993739);
- aanleggen van nieuwe verhardingen;
- supprimeren van de groenaanplantingen;
- regulariseren van het vellen van 4 bomen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 5 augustus 2022 | 12 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid | 5 augustus 2022 | 18 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 5 augustus 2022 | geen advies ontvangen |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Het niveauverschil van op het maaiveld/de speelplaats naar de ingang van het nieuwe bijgebouw voldoet hieraan. Echter moet dit hoogteverschil ook voldoen vanaf de toegangsdeur van het hoofdgebouw, daar waar de kinderen les volgen tot aan het nieuwe bijgebouw voor sanitair. Dit hoogteverschil bedraagt 0,18 m daar waar dit slechts 0,02 m mag bedragen. Er moet een helling voorzien worden tot aan de toegangsdeur conform artikel 19 ‘Hellingen’ van de voorschriften zodat slechts een hoogteverschil van 0,02 m overbrugd wordt via een vrije en vlakke doorgang van 1,50 m breedte.
De ruwbouwmaten van een aangepast toilet moeten minstens 1,70 m op 2,25 m zijn, zodat na de afwerking van de wanden en met inbegrip van de ruimte voor plinten een ruimte van minstens 1,65 m op 2,20 m gegarandeerd wordt. Er werd geen aangepast toilet voorzien in de sanitaire blok.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
De inplanting van de vergunningsplichtige en meldingsplichtige werken worden zo bepaald dat de aanwezige bomen maximaal behouden kunnen blijven.
De inplanting van het nieuwe sanitaire volume, heeft een impact op het bestaande groenconcept van de “tuinkamers” van de speelplaats.
De tuinmuur moet als scheidingsmuur verhoogd worden en niet als een volume pal naast de tuinmuur als scheidingsmuur opgetrokken worden. Deze dient dan ook kwalitatief afgewerkt te worden. Zeker omdat deze grenst aan het vastgestelde erfgoed 'Ternickgesticht' https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/11342
Bovendien moeten nieuwe scheidingsmuren minstens een brandweerstand van Rf 2 uur hebben.
Bovendien heeft het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. Ze moet uitgevoerd worden in massief, ongeperforeerd materiaal en een minimale dikte van 0,18 m hebben.
Nieuwe daken van vergunningsplichtige constructies die een oppervlakte hebben van ten minste 20 m² moeten aangelegd worden van een groendak. Het volume heeft een dakoppervlakte van circa 35 m².
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat het oprichten van een sanitair blok op de speelplaats van een bestaande school. De werken hebben geen invloed op de bestaande schoolfunctie en kunnen aanvaard worden.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het bestaande sanitair in het schoolgebouw aan de straatgevel is sterk verouderd. Bijkomend is er omwille van een toenemende capaciteit nood aan bijkomende klaslokalen. Deze worden gecreëerd door een interne herverdeling van het bestaande schoolgebouw. Zo wordt een extra klaslokaal vrijgemaakt door de herinrichting van het bestaande sanitair tot administratieve ruimten. Voor de leerlingen wordt een compact sanitair volume voorzien op de speelplaats.
Op de bestaande speelplaats wordt tegen de rechter scheidingsmuur een volume voor sanitair opgetrokken met een lengte van 7,08 m en een breedte van 4,64 m. In dit nieuwe volume, met en kroonlijsthoogte van 3,45 m, worden 8 toiletten voorzien plus een aantal lavabo’s.
Het nieuwe volume wordt opgericht tegen de bestaande scheidingsmuur, maar zonder deze scheidingsmuur op te trekken ter hoogte van het nieuwe volume. Aangezien de scheidingsmuur slechts een hoogte heeft van 2,30 m, zal het nieuwe volume 1,15 m boven de bestaande scheidingsmuur uitsteken. Conform artikel 34 van de bouwcode moet de scheidingsmuur verhoogd worden ter plaatse van het nieuwe volume en daarbij zelfs 0,30 m boven het hoogste dakoppervlak reiken. Aangezien het hier een scheidingsmuur betreft, kan het verhogen van deze muur niet als voorwaarde bij de vergunning opgenomen worden. Bovendien betreft de muur een scheidingsmuur met een inventarispand gekend onder “ID 11342 Terninckgesticht”. Dit statuut kan eens te meer het optrekken van de scheidingsmuur bemoeilijken. Deze problematiek rond het optrekken van de scheidingsmuur ter hoogte van het nieuwe sanitair gebouw vormt reeds voldoende weigeringsgrond.
Verder dient er voor het plaatsen van het sanitair op de in het dossier aangeduide plek een boom gerooid te worden alsook de bestaande lage struikbegroeiing (buxushagen) te worden verwijderd. Ten eerste is het niet duidelijk of er slechts één boom gerooid zal worden aangezien in de titel van de aanvraag onder andere “het rooien van 4 bomen” opgenomen wordt en op de plannen slechts één boom als te rooien aangeduid wordt. Ook naar het groenaandeel op de speelplaats toe, is het aangewezen om zoveel mogelijk van dit groen, dus ook de bomen, te behouden. Dit wordt tevens vooropgesteld in artikel 17 van de bouwcode waarin gesteld wordt dat de inplanting van de vergunningsplichtige en meldingsplichtige werken zo bepaald moet worden dat de aanwezige bomen en groen maximaal behouden kunnen blijven”.
Het concept van de bestaande speelplaats omvat een aantal groenkamers tegen het bestaande schoolgebouw die aan de speelplaatszijde afgeboord worden met een bomenrij van 5 volwassen bomen. Het weghalen van een van deze bomen vermindert niet alleen het aandeel groen, maar zorgt tevens voor een onevenwicht in het geheel van de speelplaats.
Onafgezien van het gegeven dat om het sanitair gebouw op de opgetekende plaats te voorzien, de scheidingsmuur verhoogd zou moeten worden, moet dus ook de positie van het nieuwe volume in vraag gesteld worden. En dan vooral wat de meerwaarde is om het nieuwe volume op deze specifieke plaats te voorzien als er daarvoor bomen en groen moeten worden verwijderd. De in het dossier voorziene plaats van het nieuwe gebouw kan vanuit deze oogpunten niet gunstig geadviseerd worden. Het is wenselijk dat er voor het nieuwe gebouw naar een alternatieve inplanting gezocht wordt die geen impact heeft op het bestaande groene karakter van de speelplaats.
Tenslotte wordt het platte dak van het nieuwe sanitair, dat een oppervlakte heeft van ruim 32 m² niet aangelegd als groendak, wat in strijd is met artikel 38 van de bouwcode.
Naast het optrekken van een sanitair gebouw omvat de aanvraag eveneens het regulariseren van de heraanleg van de speelplaats. In de beschrijvende nota wordt het volgende vermeld: “In het kader van onthardingen van bestaande speelplaatsen werd in 2016 al een gedeelte van de speelplaats heringericht. Die herinrichting omvatte geen vergunningsplichtige werken. De huidige speelplaats wijkt derhalve af ten opzichte van de gekende vergunde toestand. Ten opzichte van de gekende vergunde toestand werd reeds een oppervlakte van circa 280 m² onthard waarbij betontegels vervangen werden door waterdoorlatende materialen”. Op de plannen met de inplanting in de nieuwe toestand wordt voor de speelplaats echter nog een bestaande verharding met betontegels vermeld. Het is daarmee onduidelijk welke materialen aanwezig zijn op de speelplaats. Ook dit zal verder uitgeklaard moeten worden in een aangepast dossier.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Bijkomend wordt vastgesteld dat het nieuwe volume niet voldoet aan de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid. Algemeen in deze verordening geldt dat het niveauverschil tussen het niveau van het maaiveld, in dit geval de speelplaats, naar de ingang van een gebouw toe maximaal 2 cm mag bedragen. Ten opzichte van de speelplaats wordt hieraan voldaan. Maar, het hoogteverschil tussen de speelplaats en de uitgang van het bestaande gebouw naar de speelplaats bedraagt 12 cm. Aangezien dit nieuwe sanitaire gebouw het enige sanitair zal zijn op het gelijkvloers van de school – het huidige sanitaire lokaal binnen het hoofdgebouw wordt omgevormd naar administratieve ruimte – moet dit in zijn geheel voldoen aan de hoger vernoemde verordening toegankelijkheid. Bijkomend bevat het nieuwe sanitaire lokaal geen aangepast toilet waarvan de afmetingen bepaald worden in artikel 30 van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid. Niet alleen de plaats maar ook de interne indeling van het gebouw dient herbekeken te worden.
Visueel-vormelijke elementen
Het nieuw gebouw wordt opgetrokken in baksteen en aan de buitenzijde afgewerkt met vezelcementplaten in een terracottakleur, verwijzend naar de kleur van het gevelmetselwerk van het hoofdgebouw van de school. Onderaan de gevels wordt een plint in arduin voorzien. Ook het deel dat boven de scheidingsmuur uitkomt, wordt in eenzelfde plaatmateriaal bekleed.
Voor het schrijnwerk, een toegangsdeur aan beide kanten van het gebouw en een hoog bandraam boven de toiletten, wordt voorgesteld dit uit te voeren in gemoffeld aluminium in een kleur die aansluit bij deze van het schrijnwerk in het schoolgebouw
Concreet betekent dit schrijnwerk in een blauw- of grijstint. Dit materiaal en kleur wordt ook aangehouden voor de dakrand.
De voorgestelde materialen en hun kleuren sluiten aan bij de gebruikte materialen in het schoolgebouw en kunnen aanvaard worden.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 5 augustus 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 oktober 2022 |
Verslag GOA | 15 september 2022 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.