Terug
Gepubliceerd op 10/10/2022

2022_CBS_08118 - Omgevingsvergunning - OMV_2022102620. Wilsonweg 316A en 318. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08118 - Omgevingsvergunning - OMV_2022102620. Wilsonweg 316A en 318. District Wilrijk - Goedkeuring 2022_CBS_08118 - Omgevingsvergunning - OMV_2022102620. Wilsonweg 316A en 318. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022102620

Gegevens van de aanvrager:

de heer Daniel Dumeez met als adres Wisonweg 318 bus 101 te 2610 Wilrijk

Ligging van het project:

Wilsonweg 316A en 318 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 42 sectie C nrs. 117R4 en 117W4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen met wijziging van het aantal woongelegenheden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          25/05/2022: weigering deputatie na vergunning college (OMV_2021179013) voor het verbouwen met wijziging van het aantal woongelegenheden;

-          22/04/2005: vergunning (544#29) voor de regularisatie voor het bouwen en verbouwen van twee geschakelde woningen;

-          04/01/1965: vergunning (222#612) voor het bouwen van een woning met werkplaats.

 

Vergunde toestand

-          functie:

  • 316A: eengezinswoning. De eerste verdieping en dakverdieping lopen door over nummer 318;
  • 318: gelijkvloerse wooneenheid van circa 116 m² netto vloeroppervlakte en een achtertuin van circa 85 m²;

-          bouwvolume: besloten bebouwingen van 2 bouwlagen onder zadeldak;

  • bouwdiepte 316A: circa 9 m;
  • bouwdiepte 318: 14 m op het gelijkvloers en 9 m op de verdiepingen;

-          gevelafwerking:

  • 316A: rode gevelsteen, betonnen dakgoot, dorpels in blauwe hardsteen, antraciete vlakke dakpannen, buitenschrijnwerk en garagepoort in natuurkleurig aluminium;
  • 318: bruinrode gevelsteen, rode dakpannen en witte houten dakgoot, gevelplint in breuksteen, arduinen dorpels en buitenschrijnwerk in witte pvc;

-          inrichting:

  • 316A: voortuin met verharde toegangsweg van circa 4 m breedte en toegangspad van circa 1,6 m, een zone van circa 30 m² is onverhard;
  • 318: verhard toegangspad voor en naar de woning, onverharde zone van circa 43 m²;
  • 318 heeft een dakterras tegen de achtergevel op de eerste verdieping.

 

Bestaande toestand

-          in overeenstemming met de laatst vergunde toestand, afgezien van:

  • de tuinzones zijn herverdeeld en zijn nu circa 139 m² bij 316A en circa 70 m² bij 318;
  • gevelafwerking:
    • bij 316A zijn enkele ramen in de voorgevel uitgevoerd met gewijzigde indeling;
    • het tweede veluxraam in het voorste dakdeel van 318 werd niet uitgevoerd;
    • de betonnen dakgoten bij 316A werden niet zo uitgevoerd;
    • 316A heeft een gewijzigde dakconstructie in staal met prefabelementen;
  • inrichting:
    • aansluiting op de regenwaterput van 316A anders uitgevoerd dan vergund: de aquadrain is rechtstreeks aangesloten op DWA;
    • oorspronkelijke groenzones in de voortuin op beide huisnummers aangelegd als verharde opritten;
    • de muur tussen de servitudeweg en achtertuinzone 316A is niet uitgevoerd (zie foto’s) en deze is samen met de oorspronkelijke haagafsluiting vervangen door een lage afsluiting in houten palen;
    • de achtertuinzone van 316A is vergroot ten koste van 316C en 318 en achteraan 318, maar horende bij 316A is een nieuw tuinhuis bijgebouwd van 20 m². Aansluitend aan de achtergevel van 316A is een nieuwe terrasverharding aangelegd van circa 27 m².

 

Nieuwe toestand

-          functie:

  • 316A: eengezinswoning met 2 slaapkamers van circa 147 m² netto vloeroppervlakte en een achtertuin van circa 139 m²;
  • 318: meergezinswoning met 2 wooneenheden:
    • gelijkvloerse wooneenheid van circa 102 m² netto vloeroppervlakte en een achtertuin van circa 85 m²;
    • een-slaapkamerduplex van circa 121 m² netto vloeroppervlakte en een dakterras van 20 m²;

-          regulariseren van de wijzigingen in de bestaande toestand;

-          herinrichten van de voortuin:

  • 316A: verharde servitudeweg (grind) van circa 4 m breedte en toegangspad (klinkers) van circa 1 m, een zone van circa 20 m² is onverhard, incl. 2 fietsparkeerplaatsen op gewapend gras;
  • 318: verhard toegangspad (klinkers) naar de woning van 1,5 m breed, onverharde zone van circa 55 m² incl. 2 parkeerplaatsen op gewapend gras;

-          het tweede veluxraam in voorste dakdeel 318 wordt alsnog geplaatst.

Inhoud van de aanvraag

-          omvormen twee grondgebonden geschakelde woningen naar een woning en een meergezinswoning met 2 woongelegenheden;

-          regulariseren van buitenschrijnwerk voorgevel;

-          regulariseren van verharding achtertuin;

-          wijzigen inrichting voortuin.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

18 augustus 2022

25 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

18 augustus 2022

20 september 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

18 augustus 2022

19 augustus 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met landelijk karakter. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De woongebieden met een landelijk karakter zijn bestemd voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-      Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-      Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-      Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

-      MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-      Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-      Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-      Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

Op 04/01/1965 is er een vergunning verleend voor het bouwen van een eengezinswoning van twee bouwlagen en een hellend dak en achteraan een magazijn. Deze woning was voorzien op het perceel met huisnummer 318 zodat er op het aanpalende perceel ruimte was om het achterliggend magazijn te bereiken.

Op 22/04/2005 is er een vergunning verleend voor het bouwen van een pand van twee bouwlagen en een hellend dak op het perceel met huisnummer 316A. Het nieuwe pand was intern verbonden met het pand op huisnummer 318. De vergunde situatie bevat bijgevolg twee grondgebonden geschakelde woningen, namelijk een wooneenheid op het gelijkvloers van het rechtse pand en een grote wooneenheid op het gelijkvloers van het linkse pand en de bovenliggende verdiepingen van beide panden.

Met voorliggende aanvraag wordt de interne verbinding tussen beide panden gesupprimeerd en het pand met nummer 318 omgevormd tot meergezinswoning met twee woongelegenheden.

 

De stad telt heel wat grote woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten. De grote woongelegenheden, die voorzien zijn voor het huisvesten van een groot gezin, verdwijnen hierdoor.

 

Daarenboven zijn de panden gelegen in een woongebied met landelijk karakter. Voorgestelde uitwerking met een typologie van een ‘standaard’ gestapelde meergezinswoning houdt hier geen rekening mee. Ook zijn de panden gelegen op circa 100 m van de snelweg waardoor er een zekere geluidshinder is. Voorgestelde typologie van ‘standaard’ gestapelde meergezinswoning is onaangepast aan deze ligging.

 

Hieruit blijkt dat door de voorgestelde omvorming van de twee grondgebonden geschakelde woningen de densiteit stijgt en tegelijkertijd het woongenot onaanvaardbaar daalt.

Bijgevolg zal het vermeerderen van het aantal wooneenheden en de daarbij voorgestelde wijzigingen worden uitgesloten van vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag bevat slechts beperkte wijzigingen aan de gevels. Het buitenschrijnwerk in de voorgevel van het rechtse pand is tegenover de vergunde toestand gewijzigd. Dit is stedenbouwkundig aanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Voorliggende aanvraag voorziet twee parkeerplaatsen in voortuin van het pand met nummer 318.

Een van de twee parkeerplaatsen wordt ingetekend op een locatie waar deze geen negatieve invloed heeft op artikel 12 van de bouwcode. Een tweede parkeerplaats in de voortuin van het pand met nummer 318 staat voor een raamopening ingetekend.

Er is een mogelijkheid om een parkeerplaats in de voortuin van het pand met nummer 316A te voorzien. Door de aanwezigheid van een gesloten gevelvlak tussen de voordeur en de poort is het hier niet storend een parkeerplaats in open lucht te voorzien.

Dit zal in voorwaarde opgenomen worden. Hierdoor is er voor beide wooneenheden een parkeerplaats aanwezig.

Deze overige delen van de voortuin dienen met volwaardig groen aangelegd te worden.

De oppervlakte in gewapend gras naast de bestaande boom in de voortuin van nummer 316A zal worden uitgesloten van vergunning aangezien het vermeerderen van het aantal wooneenheden wordt uitgesloten en het voorzien van extra fietsstalplaatsen niet van toepassing is.

 

Op eerder aangeleverd beeldmateriaal (via mail op 10/05/2021) is vast te stellen dat het dichten van de openingen om het aantal wooneenheden te vermeerderen is gebeurd met snelbouwsteen. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Gelet op de beoordeling waarbij het opdelen wordt uitgesloten is er geen aanleiding om hierop een afwijking toe te laten of hier een voorwaarde over op te nemen.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien het vermeerderen van het aantal wooneenheden wordt uitgesloten. Het aantal wooneenheden blijft hierbij gelijk ten opzichte van de vergunde toestand.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De linkse parkeerplaats in de voortuin van nummer 318 en zijn verharding te voorzien in de voortuin van nummer 316A.

3. De restruimte van de voortuin te voorzien van volwaardig groen.

4. Het vermeerderen van het aantal wooneenheden en alle handelingen, werken en wijzigingen in functie hiervan worden uitgesloten van vergunning.

5. Het voorzien van gewapend gras voor een fietsenstalling in de voortuin van nummer 316A wordt uitgesloten van vergunning.


Standpunt college

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.


Voorliggende aanvraag is quasi identiek aan een eerdere aanvraag, gekend als OMV_2021179013. Die aanvraag werd in eerste aanleg goedgekeurd, evenwel met uitsluiting van het vermeerderen van het aantal woongelegenheden. Het huidige verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar verschilt op dit punt niet van het collegebesluit omtrent die eerdere aanvraag. Als argumentatie voor de uitsluiting van het vermeerderen van het aantal woongelegenheden worden volgende elementen aangehaald:

• De vergunde situatie betreft twee grondgebonden geschakelde woningen, namelijk een wooneenheid op het gelijkvloers van het rechtse pand en een grote wooneenheid op het gelijkvloers van het linkse pand en de bovenliggende verdiepingen van beide panden.

• De stad telt heel wat grote woningen. Echter worden deze woningen steeds vaker opgedeeld in kleinere woonentiteiten.

• Voorgestelde typologie van ‘standaard’ gestapelde meergezinswoning is onaangepast aan de ligging in woongebied met landelijk karakter.

• Ook zijn de panden gelegen op circa 100 m van de snelweg waardoor er een zekere geluidshinder is.


Hieruit blijkt, aldus de omgevingsambtenaar, dat door de voorgestelde omvorming van de twee grondgebonden geschakelde woningen de densiteit stijgt en tegelijkertijd het woongenot onaanvaardbaar daalt.


Echter werd voorgaande aanvraag ook behandeld tijdens een beroepsprocedure. De deputatie van Antwerpen weigerde de aanvraag omwille van een afdoende MER-screening. Het besluit van de deputatie stelt over het aantal woongelegenheden:

• Volgens de definities opgenomen in de Bouwcode vormden de voorliggende woonentiteiten reeds een meergezinswoning. Door de specifieke situatie waarbij verdieping 1 en 2 van huisnummer 318 werd samengevoegd met huisnummer 316A kan er geen sprake zijn van een eengezinswoning gezien de woonentiteit niet samenvalt met het volledige gebouw.

• Niettegenstaande het opdelen van een woning conform artikel 23 van de bouwcode principieel niet toegelaten is, voldoen na de opdeling 2 van de 3 woonentiteiten aan de voorwaarden om opdeling mogelijk te maken. De enige woonentiteit die hier niet aan voldoet werd reeds vergund in 2005 als appartement. De aanvraag voldoet aan artikel 23 van de bouwcode.

• Het voorliggend volume werd volledig vergund, de splitsing van de grootste woonentiteit in 2 woonentiteiten heeft weinig invloed op de harmonie en draagkracht op de omgeving. […] De harmonie en draagkracht van het perceel wordt hierdoor niet negatief beïnvloedt.

• De afsplitsing van de eengezinswoning met huisnummer 316A maakt de opdeling van de eigendommen terug eenduidiger en zijn afleesbaar uit de voorgevels van de voorliggende panden. Zowel het gevelmateriaal, als het dakbedekkingsmateriaal zijn verschillend.


Uit die argumentatie blijkt dat dat de deputatie zich akkoord verklaart met het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3. Het college kan zich aansluiten bij de argumentatie zoals vermeld in het besluit van de deputatie:

• De opdeling is niet strijdig met artikel 23 van de Antwerpse Bouwcode. Er blijft na de opdeling een voldoende ruime eengezinswoning behouden. De beschikbare leefruimtes van de eengezinswoning en van het nieuwe appartement staan telkens in verhouding tot het aantal voorziene slaapkamers. De woongelegenheden zijn voorzien van een eigen buitenruimte. Er kan geoordeeld worden dat deze woongelegenheden voldoende woonkwaliteit bieden.

 • De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt dat de voorgestelde uitwerking met een typologie van een ‘standaard’ gestapelde meergezinswoning geen rekening houdt met de ligging in woongebied met landelijk karakter. De ‘Omzendbrief betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief dd. 25/1/2002 en 25/10/2002’ stelt daarover: “In de landelijke dorpen en gehuchten zijn nieuwe structuren niet uitgesloten. Deze gebieden zijn bestemd voor dezelfde functies als de woongebieden (zie ook 5.1.0.), maar er moet steeds rekening gehouden worden met het (landelijk) karakter van de omgeving. Bebouwing kan worden toegelaten met dezelfde vorm en van hetzelfde type als datgene wat reeds aanwezig is. Daarentegen is bv. appartementsbouw er niet op zijn plaats.” Het klopt dus dat appartementsbouw niet aangewezen is in woongebied met landelijk karakter. Het college meent echter dat de meergezinswoning in voorliggende aanvraag wel degelijk past binnen de omschrijving van de omzendbrief en niet aanzien moet worden als ‘appartementsbouw’. Het vergunde volume blijft ongewijzigd, de bebouwing blijft qua vorm en type afgestemd op de aanwezige bebouwing. De opdeling van huisnummer 318 wijzigt dit niet, waardoor de bebouwing in harmonie blijft met de omgeving. Bovendien was op het gelijkvloers van huisnummer 318 reeds een appartement vergund.

• Wat betreft de geluidshinder van de nabijgelegen snelweg dient vastgesteld te worden dat de invulling van de ruimtes niet wijzigt ten opzichte van de reeds vergunde toestand. Zo waren verdieping 1 en verdieping 2 van huisnummer 318, die in nieuwe toestand de bijkomende woongelegenheid vormen, reeds in vergunde toestand leef- en slaapruimtes.


Gelet op deze argumentatie is het college van oordeel dat de uitsluiting inzake het vermeerderen van het aantal woongelegenheden niet langer weerhouden dient te worden.


Doordat de woongelegenheid niet langer uitgesloten wordt, wijzigt de mobiliteitsimpact. Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein). De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.


Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Er is een uitbreiding van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3.
De werkelijke parkeerbehoefte is 1 x 1 = 1 parkeerplaats.
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden 2 plaatsen voorzien in de voortuin. Een van deze plaatsen neemt echter de helft in van het toegangspad naar de voordeur. Dat wil zeggen dat er maar 75 cm over is om langs de wagen te gaan met boodschappen, een fiets aan de hand, .. Dat is onvoldoende. Er kan maar 1 plaats als nuttig beschouwd worden.
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 2.
Zoals in voorwaarden reeds geadviseerd is door de gemeentelijke omgevingsambtenaar kan de linkse autostaanplaats op het perceel met huisnummer 318 gerealiseerd worden in de voortuin van 316A. Deze voorwaarde kan behouden blijven. Hierdoor kan de rechtse parkeerplaats enigszins opschuiven, waardoor een voldoende breed toegangspad gerealiseerd kan worden.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen (1 – 2 = 0).
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit niet van toepassing.


In functie van de nieuwe woongelegenheid, zijnde het eenslaapkamerappartement op het perceel met huisnummer 318, dienen twee fietsstalplaatsen te worden voorzien. Opgemerkt wordt dat er op dit perceel geen stalplaats voor fietsen ingetekend wordt. In voorwaarden wordt daarom opgenomen twee fietsstalplaatsen te voorzien in functie van het eenslaapkamerappartement. Dit kan bijvoorbeeld door het plaatsen van twee fietsbeugels in open lucht in de voortuinzone, zonder de gehele zone voor de fietsstalplaatsen te verharden. De meest aangewezen locatie lijkt tussen de parkeerplaats en de voorgevel, aansluitend aan het pad naar de voordeur.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

29 juli 2022

Volledig en ontvankelijk

18 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 oktober 2022

Verslag GOA

26 september 2022

naam GOA

Wim Van Roosendael

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. De linkse parkeerplaats in de voortuin van nummer 318 en zijn verharding te voorzien in de voortuin van nummer 316A. De rechtse parkeerplaats naar links op te schuiven, waardoor het toegangspad voldoende breed aangelegd kan worden. De breedte van de parkeerplaats en het toegangspad moeten voldoen aan artikel 27 van de Antwerpse Bouwcode.

3. De restruimte van de voortuin te voorzien van volwaardig groen.

4. Er dienen in functie van de bijkomende woongelegenheid twee fietsstalplaatsen voorzien te worden op het perceel met huisnummer 318.

5. Het voorzien van gewapend gras voor een fietsenstalling in de voortuin van nummer 316A wordt uitgesloten van vergunning.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.