Terug
Gepubliceerd op 10/10/2022

2022_CBS_08084 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022096361. Rostockweg 316. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08084 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022096361. Rostockweg 316. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_08084 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022096361. Rostockweg 316. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022096361

Gegevens van de aanvrager:

NV SEA-TANK TERMINAL ANTWERP met als adres Polderdijkweg 24 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV SEA-TANK TERMINAL ANTWERP (0702863483) met als adres Polderdijkweg 24 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Rostockweg 316 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 15 sectie C nr. 237C

waarvan:

 

-          20210420-0037

afdeling 15 sectie C nr. 237C (Sea Tank Terminal Antwerpen K320)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Bouwen van 2 tanks, 3 laadstations en een stikstoftank; Op- en overslagbedrijf: verandering door wijziging

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     Op 31 mei 2022 werd bij de deputatie een vergunningsaanvraag ingediend voor het bouwen van een waterzuiveringsinstallatie en de opslag van houtchips (OMV_2022055122). Het college van burgemeester en schepenen heeft hierover een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht. Op het moment van de opmaak van dit advies heeft de deputatie nog geen beslissing genomen over de vergunningsaanvraag;

-     01/09/2022: omgevingsvergunning (OMV_2022071394) voor het plaatsen van nieuwe bureelcontainers, bouwen van een verzonken weegbrug en bouwen van nieuwe in-uit-rit; 

-     09/09/2021: vergunning (OMV_2021029083) voor de uitbreiding van een tankpark; 

-     04/10/2013: vergunning (HVN/B/20133916) voor het bouwen van drie silo’s en een gascabine op de kaai 318;

-     29/06/2007: vergunning (HV/2006/B/0177) voor de oprichting van vijf bulkloodsen; een tankinstallatie voor overslag van slurry; bureelgebouw + magazijn; twee weegbruggen; 

-     06/10/2006: vergunning (HV/2006/B/0109) voor het slopen van koelloodsen en opslagruimte.

 

Bestaande toestand

Het terrein wordt gekenmerkt door tankparken en loodsen.

 

Inhoud van de aanvraag 

-     bouwen van twee tanks; 

-     bouwen van drie laadstations; 

-     plaatsen van een stikstoftank.  

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 21 januari 2005 verleende het college een milieuvergunning aan Antwerp Fruit Terminal voor het hervergunnen van een fruitterminal met als eindtermijn 21 januari 2025. Nadien werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen, waardoor het een klasse 1-bedrijf werd en gebeurden er een aantal overdrachten tot de huidige exploitant Sea Tank Terminal. Bij opmaak van dit verslag is er nog een procedure lopende voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak een vermindering van de opslag van niet-gevaarlijke liquide bulkgoederen.

 

Aangevraagde rubriek(en)
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.1.2.d)2°

opslag en overslag van andere afvalstoffen dan vermeld in e) (asbesthoudend afval) of f) (gemengde afvalstoffen, mengsels van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen) niet aan verwerking verbonden, met een opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

-10.857,34 ton

2.2.4.1°

op- en overslag van dierlijke bijproducten;

-10.857,34 ton

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+10,77 m³/uur

6.4.3°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter;

-10.857.340 liter

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

-1x 1.500 kVA

17.1.2.2.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter;

andere locatie

44.3.

opslagplaatsen voor vetten, wassen, oliën of andere niet-eetbare vetstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 17 en 48;

-10.857,34 ton

45.4.e)2°


opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong met uitzondering van de producten vermeld in rubriek 48, van meer dan 50 ton;

-10.857,34 ton


45.18.1°

op- en overslag van dierlijke bijproducten;

-10.857,34 m³

45.18.2°a)

dierlijke bijproducten als vermeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen: opslag en activiteiten van categorie 3-materiaal;

-10.857,34 m³

45.18.2°b)

dierlijke bijproducten als vermeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen: opslag en activiteiten van categorie 2-materiaal;

-10.857,34 m³

45.18.2°c)

dierlijke bijproducten als vermeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen: opslag en activiteiten van categorie 1-materiaal.

-10.857,34 m³

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden


1.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit wordt langsheen de randen van de inrichting een groenscherm van minstens 5m breedte aangelegd. Het groenscherm bestaat uit streekeigen laag- en hoogstammige dichtgroeiende gewassen. De exploitant neemt de nodige maatregelen om zo snel mogelijk een efficiënt groenscherm te bekomen. Voor nieuwe inrichtingen wordt het groenscherm aangeplant zodra de bouwwerken dat toelaten en het plantseizoen is aangebroken. Indien geen bouwwerken worden uitgevoerd, wordt het groenscherm aangeplant in het eerste plantseizoen dat bij de aanvang van de uitbating aansluit.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er wordt geen groenscherm rond het terrein voorzien.

 

2.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit mag de normale afvalstoffenaanvoer en -afvoer niet vóór 7 uur en na 19 uur plaatsvinden.

 

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en onverminderd andere voorwaarden inzake het voorkomen van geluidshinder zijn rustverstorende werkzaamheden verboden op werkdagen vóór 7 uur en na 19 uur, en op zon- en feestdagen.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De inrichting wordt 24u/24u en 7 dagen/7 dagen geëxploiteerd.

 

3.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit en behalve in het geval dat in de inrichting uitsluitend afvalstoffen afkomstig van de eigen bedrijfsactiviteiten worden verwerkt, wordt bij de ingang van de inrichting een uithangbord van minstens 1 m² grootte aangebracht waarop duidelijk leesbaar volgende vermeldingen voorkomen:

 

1° de aard van de inrichting;

2° de naam, het adres en het telefoonnummer van de exploitant;

3° de vervaldatum van de vergunning: "vergund tot ...";

4° de normale openingsuren;

5° het adres en het telefoonnummer van de toezichthoudende overheid;

6° bij brand of onheil: telefoonnummer brandweer;

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er wordt geen uithangbord aan de ingang van het terrein voorzien.


4.

 

Bij te stellen voorwaarde:

Bedrijfsafvalwater van inrichtingen die een maximum hoeveelheid bedrijfsafvalwater van meer dan 2 m³ per dag of 50 m³ per maand of 500 m³ per jaar lozen, moet worden geloosd via een controle-inrichting die alle waarborgen biedt om de kwaliteit van het werkelijk geloosde afvalwater te controleren en die inzonderheid toelaat gemakkelijk monsters van het geloosde water te nemen.

 

Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit dient deze controle-inrichting vanaf de hierna vermelde debieten bovendien te beantwoorden aan de volgende eisen:

 

- voor debieten > 2 m³/uur of > 20 m³/dag: de plaatsing van een meetgoot (bij voorkeur) volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen of een andere evenwaardige meetmogelijkheid;

- voor debieten > 50 m³/uur (lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat) of > 100 m³/uur (lozing van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen bevat): de plaatsing van debietsmeet- en bemonsteringsapparatuur volgens de in bijlage 4.2.5.1. bij dit besluit gevoegde omschrijving en gestelde eisen.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er wordt bij elke KWS-afscheider, pomppunt en verzamelput de mogelijkheid geboden om een schepstaal te kunnen nemen.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

22 augustus 2022

16 september 2022

Gunstig

Water-link

22 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden de bestemmingsvoorschriften Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het 6de Havendok en het Leopolddok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten zuiden van de aanvraag lopen twee overdrukken met als aanduiding Hoogspanningsleiding en Leidingstraat.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de overkappingen van de laadstations. Het plaatsen van een hemelwaterput is volgens de hemelwaterverordening niet vereist daar er geen gebouw met een dakoppervlakte groter dan 100 m² gebouwd wordt.

Er wordt een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager vraagt een afwijking op het aspect infiltratie. De aanvrager beroept zich op dezelfde argumenten als in de recent afgeleverde vergunning voor hetzelfde perceel (OMV_2021029083). Volgens een nota bij de vorige vergunningsaanvraag is het plaatsen van een infiltratievoorziening niet mogelijk omwille van het grondwatertafelniveau dat zich op gelijke hoogte met de dokken bevindt. Infiltratie biedt eveneens geen meerwaarde daar het terrein gelegen is in een zone waar de nood aan infiltratie om het instromen van brakwater uit de dokken tegen te gaan zich in deze zone geen probleem stelt. In deze zone blijft het grondwater zoet en is geen doorslag van brakwater naar de polders (bron: “Onderzoek over de toepassing van het hemelwaterbesluit in het Antwerps havengebied op de rechteroever, in het bijzonder de mogelijke rol van infiltratie in het tegengaan van de verzilting van het grondwater, IMDC 2012”). Het hemelwater wordt via de bestaande riolering geloosd in de dokken.

De gevraagde afwijking kan gunstig worden geadviseerd.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen

Op een terrein gelegen ten zuiden van het 6de Havendok, ter hoogte van kaai 318, is op 9 september 2021 een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding van een tankpark (OMV_2021029083). Voorliggende aanvraag betreft aanpassingen aan de vergunde inrichting van het tankpark.

 

Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangepast: 

-     het tankpark is vergund voor een uitbreiding met zes opslagtanks met een diameter en hoogte van 16 meter en een inhoud van 3.000 m³. In voorliggende aanvraag worden er slechts twee tanks bijgebouwd. Deze tanks hebben een diameter van 16 meter, een hoogte van 23 meter en een inhoud van 4.620 m³. Deze opslagtanks worden geplaatst op reeds bestaande sokkels en opgetrokken in staal in lichtgrijs;

-     in het zuidwesten van het tankpark is een laadstation voor vrachtwagens vergund met een oppervlakte van circa 380 m². In voorliggende aanvraag worden drie aparte laadstations voorzien tegen de noord- en oostzijde van het tankpark. Elk laadstation bestaat uit een overkapping met een oppervlakte van circa 74,4 m² (6,2 meter x 12 meter). De overkapping betreft een open constructie met een loopplatform en een afdak. De overkapping wordt opgetrokken in staal en heeft een maximale hoogte van circa 7,8 meter;

-     tegen loods 14 is tevens het plaatsen van een stikstoftank vergund. De stikstoftank wordt in voorliggende aanvraag in het zuidoosten van het tankpark geplaatst. De tank heeft een diameter van 2,6 meter en een hoogte van circa 11,7 meter. De tank wordt opgetrokken in staal in een witte kleur. 

 

Opgemerkt wordt dat voorliggende aanvraag interfereert met handelingen die aangevraagd zijn in de omgevingsvergunningsaanvraag voor de opslag van houtchips en het bouwen van een waterzuivering (OMV_2022055122). Op het huidige inplantingsplan wordt hier echter geen melding van gemaakt. Enkel de houder van het bouwrecht kan dan ook uitvoering geven aan de omgevingsvergunning.

 

De gevelmaterialen van de nieuwe constructies zijn neutraal en aanvaardbaar in deze industriële omgeving. De nieuwe constructies maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk waardoor de aanvraag zich functioneel inpast binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken worden uitgevoerd op een industrieterrein temidden van allerhande bestaande industriële installaties en gebouwen en staan in functie van de bestaande bedrijvigheid. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is op datum van opstelling van dit verslag nog niet uitgebracht. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.
 

Wegens de nabijheid van een hoofdwaterleiding werd het advies ingewonnen van de beheerder van deze leiding. Water-link heeft echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Sea-Tank Terminal Antwerp baat een tankterminal uit aan kaai 320. De huidige activiteiten bestaan enerzijds uit de op- en overslag van brandbare vloeistoffen en diverse niet-gevaarlijke liquide bulkgoederen waaronder FAME, diverse dierlijke en plantaardige vetten en oliën (al dan niet te beschouwen als afvalstof). Anderzijds wordt er op de site ook kaolien omgezet in slurry. De op- en overslag gebeurt via diverse transportmiddelen (trein, vrachtwagen en schip).

 

Wegens gewijzigde bouwplannen zal de voorziene opslag van diverse niet-gevaarlijke liquide bulkgoederen verminderen met 10.857.34 m³ of ton tot 21.312,56 m³ of ton ten opzichte van de vergunde toestand. Er worden namelijk slechts 2 bijkomende opslagtanks gebouwd wat het totale aantal tanks voor deze producten op 6 brengt. De 2 tanks zullen wel een groter volume hebben dan initieel voorzien, zijnde 4.222,30 m³ of ton (100% waterinhoudsvermogen) in de plaats van 3.216,99 m³ of ton. Voor verscheidene indelingsrubrieken (afval, vetten, dierlijke bijproducten, …) daalt bijgevolg de maximale opslagcapaciteit.

 

De centrale truckverlading wordt gewijzigd naar 3 locaties die gelegen zijn rondom het tankenpark. Daardoor wijzigt de verharde oppervlakte en wordt het lozingsdebiet van bedrijfsafvalwater (potentieel verontreinigd hemelwater) verhoogd met 10,77 m³/uur tot een maximaal debiet van 44,32 m³/uur. Al het bedrijfsafvalwater passeert een KWS-afscheider en wordt nu via 1 in plaats van 2 lozingspunten geloosd in oppervlaktewater. Bij een calamiteit zal indien noodzakelijk de stroom extern verwerkt worden in plaats van lozing in het oppervlaktewater.

 

Verder wordt de opslagtank voor 52.000 liter stikstofgas verplaatst naar een andere locatie op de site. Men geeft ook nog aan dat de vergunde transformator van 1.500 kVA uit de vergunning kan geschrapt worden.

 

De vergunningsaanvraag omvat een verzoek tot bijstelling van volgende artikels van VLAREM II:

- artikel 5.2.1.5 §5: plaatsen van een groenscherm;

- artikel 5.2.1.2. §3 en artikel 5.2.1.6. §4: geen afvalstoffenaanvoer en -afvoer voor 7 uur en na 19 uur;

- artikel 5.2.1.5 §1: plaatsen van een uithangbord met onder meer de contactgegevens van de exploitant;

- artikel 4.2.5.1.1. § 1: plaatsen van een meetgoot.

De exploitant argumenteert dat de afvalstoffen in opslagtanks worden opgeslagen waardoor er geen visuele hinder kan zijn en een groenscherm niet noodzakelijk is. Bovendien grenst het terrein deels aan het water. Gelet op de ligging in havengebied verwacht men geen geluidshinder en vraagt men om 24 uur op 24 uur en 7 dagen op 7 dagen te mogen exploiteren. Omwille van de beperkte activiteiten (enkel op- en overslag van afvalstoffen) wenst men geen uithangbord te plaatsen. Aangezien het bedrijfsafvalwater louter bestaat uit potentieel verontreinigd hemelwater voorziet men geen meetgoot, maar er kan een schepstaal genomen worden bij elke KWS-afscheider, pomppunt en verzamelput.

De gevraagde bijstellingen werden in het verleden reeds verleend en kunnen opnieuw verleend worden.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.1.2.d)2°

opslag en overslag van andere afvalstoffen dan vermeld in e) (asbesthoudend afval) of f) (gemengde afvalstoffen, mengsels van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen) niet aan verwerking verbonden, met een opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

-10.857,34 ton

2.2.4.1°

op- en overslag van dierlijke bijproducten;

-10.857,34 ton

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+10,77 m³/uur

6.4.3°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 5.000.000 liter;

-10.857.340 liter

12.2.2°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA;

-1x 1.500 kVA

17.1.2.2.3°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10.000 liter;

andere locatie

44.3.

opslagplaatsen voor vetten, wassen, oliën of andere niet-eetbare vetstoffen met een capaciteit van meer dan 10 ton, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 17 en 48;

-10.857,34 ton

45.4.e)2°

opslagplaatsen voor producten van dierlijke oorsprong met uitzondering van de producten vermeld in rubriek 48, van meer dan 50 ton;

-10.857,34 ton

45.18.1°

op- en overslag van dierlijke bijproducten;

-10.857,34 m³

45.18.2°a)

dierlijke bijproducten als vermeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen: opslag en activiteiten van categorie 3-materiaal;

-10.857,34 m³

45.18.2°b)

dierlijke bijproducten als vermeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen: opslag en activiteiten van categorie 2-materiaal;

-10.857,34 m³

45.18.2°c)

dierlijke bijproducten als vermeld in het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen: opslag en activiteiten van categorie 1-materiaal.

-10.857,34 m³

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

19 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

27 augustus 2022

Einde openbaar onderzoek

25 september 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

8 oktober 2022

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

27 augustus 2022

25 september 2022

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.