Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022084509 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Heidi Dierckx met als adres Markgravelei 15 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Markgravelei 15 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 10 sectie K nr. 1774Z |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van gevelwijzigingen en plaatsen van een publiciteitsbord |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 09/09/2002: weigering (1999339) voor het verbouwen en regularisatie van bestaande autobergplaatsen, studentenkamers en appartement;
- 29/03/2012: vastgesteld bouwkundig erfgoed: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/7264;
- 10/06/1913: toelating (1913#3692) voor een Magazijn en stalling vergroten;
- 01/02/1910: toelating (1910#150) voor een Magazijn vergroten en werkplaatsen en inzichten diamantslijperij;
- 09/02/1907: toelating (1907#137) voor drie riolen.
Geacht vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- in overeenstemming met de geacht vergunde toestand, afgezien van wijzigen aan de voorgevel:
Nieuwe toestand
- functie, bouwvolume en inrichting conform vergunde toestand;
- gevelafwerking: overeenkomstig bestaande toestand.
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de voorgevel van een inventarispand.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 6 september 2022 | 26 september 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
De rozetten werden verwijderd van de poutrels op de bovenste verdieping, de centrale balkonconstructie werd verwijderd en vervangen door een doorvalbeveiliging in staal, de natuursteenaccenten op verdieping werden overschilderd, het houten buitenschrijnwerk werd vervangen door pvc buitenschrijnwerk in een nieuwe kleur en indeling.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag wenst de voorgevel van een eengezinswoning aan te passen. De aangevraagde zaakgebonden publiciteit heeft betrekking op de complementaire nevenfunctie die aanwezig is op het gelijkvloerse. Het gebouw blijft behouden als eengezinswoning en is functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
T.o.v. een oude bouwtoelating uit 1907 wordt opgemerkt dat de dakvorm werd aangepast. Monumentenzorg kan echter bevestigen dat de huidige uitvoering dateert van bij de oprichting van de woning en aansluit op de vormentaal van de onderbouw. Gelet op dit advies kan geconcludeerd worden dat de daklaag voor 1979 aanwezig was en als geacht vergund beschouwd kan worden.
Visueel-vormelijke elementen
De wijzigingen aan de voorgevel werden ter advies voorgelegd aan monumentenzorg.
Inleiding
De aanvraag heeft betrekking op een pand opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.
Art. 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform art. 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een CHE-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw. Het project werd voorbesproken.
Beoordeling
A cultuurhistorische waardenstelling
Het pand maakt deel uit van een geheel van drie woningen in art-nouveaustijl en een bedrijfspand, voor eigen rekening gebouwd door de aannemer Adrianus Peeters-Verheyen, naar een ontwerp uit 1907. Het project omvat twee burgerhuizen, geflankeerd door een rijwoning met poortdoorgang. Op het binnenterrein achter de drie woningen richtte Peeters-Verheyen vervolgens de nieuwe gebouwen van zijn aannemersbedrijf op, samen met een diamantslijperij. Het ontwerp voor dit bedrijfscomplex werd in 1910 getekend door architect Frans Peeters, de zoon van de aannemer, die in 1913 ook de plannen voor de uitbreiding opmaakte.
Volgens repeterend schema gekoppeld, tellen de burgerhuizen met een gevelbreedte van elk drie traveeën, een souterrain en drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). Op de bouwplannen is een zadeldak getekend, maar niets wijst op een latere verbouwing. De lijstgevels zijn opgetrokken uit witte Silezische brikken in kruisverband, op een arduinen plint. In ruime mate werd gebruik gemaakt van natuursteen voor structurele en bewerkte onderdelen als de pui met schijnvoegen, waterlijsten, doorgetrokken lekdrempels, speklagen, hoekblokken, balkons, onderdorpels en consoles. Horizontaal geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel, legt de symmetrische compositie telkens de klemtoon op de middenas. Deze wordt gemarkeerd door een balkon met doorgetrokken balustrade op de hoofdverdieping, en een grote houten dakkapel met vleugelstukken en een gebogen fronton. Verder is de opstand opgebouwd uit regelmatige registers van rechthoekige muuropeningen, met afgeronde hoeken in de pui en een ijzeren latei en een ontlastingsboog op de bovenverdiepingen. Conventioneel van opzet komt het art-nouveaukarakter komt vooral tot uiting in de vormgeving en het decor van de keldergaten, de lekdrempels en onderdorpels, de consoles van balkon en kroonlijst, en de dakkapellen. Het buitenschrijnwerk van nr 15 werd volledig vernieuwd, er werd pvc schrijnwerk geplaatst op de verdiepingen voor 2009, tussen 2009 en 2013 werden de guillotineramen en voordeur vervangen. Het balkon op de eerste verdieping werd verwijderd.
De plattegronden beantwoorden aan de klassieke typologie van het burgerhuis, dat uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Met de keuken in het souterrain, wordt op de begane grond de enfilade van salon, eetkamer en veranda, zoals gebruikelijk geflankeerd door de vestibule en het trappenhuis.
B afweging
Men wenst de uitgevoerde gevelwerken te regulariseren. Er werden werken uitgevoerd aan het pand zonder vergunning.
> vervangen van het buitenschrijnwerk en de voordeur in blauwe PVC met nieuwe indeling;
> schilderen van natuursteenelementen op verdieping;
> vernieuwen van de natuurleien op het dak;
> aanbrengen van 2 reclameborden op de gevel en belettering op de voordeur;
> aanbrengen van voorgevelverlichting aan weerszijden van de voordeur;
> afbreken van een balkonconstructie;
> vervangen van de poutrels op de bovenste verdieping;
> schilderen van het houtwerk in blauw.
Het nieuwe buitenschrijnwerk in pvc is bijzonder beeldverstorend omwille van de indeling en het materiaalgebruik. Deze wijziging komt dan ook niet in aanmerking voor een regularisatie. Wanneer het buitenschrijnwerk op termijn wordt vervangen, dient dit door nieuw houten schrijnwerk te gebeuren met correcte indeling en profilering.
De overige werken zijn aanvaardbaar en dus regulariseerbaar aangezien deze slechts een beperkte impact hebben op de erfgoedwaarde. Het opnieuw voorzien van het balkon op de eerste verdieping zou een grote meerwaarde betekenen zowel voor het pand zelf als het straatbeeld. Het balkon van het rechtse buurpand dient als referentie te worden genomen indien er ooit tot herstel van het gevelbeeld wordt overgegaan.
Advies
Gelet op het voorgaande wordt een gunstig advies verleend mits uitsluiting van het buitenschrijnwerk in de voorgevel.
Het bovenvermelde advies wordt bijgetreden. Het buitenschrijnwerk wordt uitgesloten in deze vergunning. De overige gewenste zaakgebonden publiciteit is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het buitenschrijnwerk in de voorgevel wordt uitgesloten. Wanneer het buitenschrijnwerk op termijn wordt vervangen, dient dit door nieuw houten schrijnwerk te gebeuren met correcte indeling en profilering.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 6 september 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 5 november 2022 |
Verslag GOA | 29 september 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het buitenschrijnwerk in de voorgevel wordt uitgesloten. Wanneer het buitenschrijnwerk op termijn wordt vervangen, dient dit door nieuw houten schrijnwerk te gebeuren met correcte indeling en profilering.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.