Terug
Gepubliceerd op 10/10/2022

2022_CBS_08104 - Omgevingsvergunning - OMV_2022072568. Boshovestraat 21. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 07/10/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08104 - Omgevingsvergunning - OMV_2022072568. Boshovestraat 21. District Deurne - Goedkeuring 2022_CBS_08104 - Omgevingsvergunning - OMV_2022072568. Boshovestraat 21. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022072568

Gegevens van de aanvrager:

de heer Joost Luub met als adres Boshovestraat 21 te 2100 Antwerpen en mevrouw Zoë Thielemans met als adres Boshovestraat 21 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Boshovestraat 21 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nr. 558F23

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          02/03/2000: vergunning (629#2994) voor het regulariseren van het wijzigen van het gevelmateriaal;

-          20/05/1999: vergunning (629#2779) voor een bestemmingswijziging van winkelruimte naar garage en berging;

-          08/11/1972: vergunning (627#26982) voor het uitvoeren van een verbouwingswerken;

-          15/12/1971: vergunning (627#26613) voor het  uitvoeren van voorgevelveranderingswerken.

 

Vergunde toestand

 

-          functie: eengezinswoning.

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met platte daken; 
  • bouwdiepte op het gelijkvloers van circa 17 m, op de eerste verdieping van circa 15,65 m en op de tweede verdieping circa 14 m;
  • kroonlijsthoogte van circa 9,40 m;

-          inrichting: de tuin is volledig verhard met betontegels;

-          gevelafwerking:

  • gelijkvloerse deel van de voorgevel bepleisterd in een lichtbruine kleur;
  • bovenliggend deel van de voorgevel in beige parementsteen;
  • achtergevel bepleisterd in een blauwgrijze kleur;
  • buitenschrijnwerk in aluminium natuurkleur;
  • witte sectionaalpoort van de inpandige garage.

 

Bestaande toestand

 

conform de vergunde toestand behoudens:

-          bouwvolume: bouwdiepte op het gelijkvloers circa van 19,50 m wat overeenkomt met de bestaande situatie van 1999.

 

Nieuwe toestand

 

-          functie: eengezinswoning.

-          bouwvolume:

  • 3 bouwlagen met platte daken; 
  • bouwdiepte op het gelijkvloers en de eerste verdieping van circa 19,75 m en op de tweede verdieping van circa 16,45 m;
  • kroonlijsthoogte van circa 9,55 m;

-          inrichting: de verharding in de achtertuin wordt opgebroken en aangelegd als tuin met groenbeplanting;

-          gevelafwerking:

  • gelijkvloerse deel van de voorgevel bekleed met hout, donkergrijs tot zwart geschilderd;
  • bovenliggend deel van de voorgevel bekleed met hout natuurkleur;
  • achtergevel bekleed met hout, deels donkergrijs geschilderd en deels in natuurkleur;
  • buitenschrijnwerk in aluminium donkergrijs;
  • donkergrijze sectionaalpoort van de inpandige garage.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          slopen van de achtergevel en het dak;

-          slopen van de buitentrap;

-          uitbreiden van het bouwvolume;

-          wijzigen van de voor- en achtergevel;

-          wijzigen van de scheimuren;

-          doorvoeren van interne constructieve werken.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op de volgende punten:

 

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:

In een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, moeten de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig worden ontworpen dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving. De straat is in hoofdzaak gekenmerkt met bakstenen gevels al dan niet geschilderd in een lichte kleur. Een houten gevelbekleding is in deze omgeving niet in harmonie met de omgeving.

  • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

Het materiaalgebruik van alle onderdelen van een gebouw, constructie, afsluiting of aanleg moet duurzaam, kwalitatief, constructief en esthetisch verantwoord zijn. Een houten gevelbekleding is esthetisch niet verantwoord in deze omgeving.

  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:

Een scheidingsmuur moet een opstand hebben van ten minste 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is niet af te lezen op de snede.

  • Artikel 38 Groendaken:

Het dak van het hoofdgebouw dient aangelegd te worden als een groendak. Dit is niet waar te nemen op de snede.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De Boshovestraat wordt gekenmerkt door voornamelijk eengezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestemming van de woning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

In vergunde en bestaande toestand is het pand een bel-etage woning, met een garage en bergingen op het gelijkvloers, en bijgevolg geen rechtstreeks contact tussen de leefruimtes en de tuin. In het nieuwe concept worden de leefruimte en de keuken naar het gelijkvloers verplaatst en wordt de achtergevel opengebroken. De volledig betegelde tuin wordt onthard en vergroend.

Een centrale vide garandeert voldoende lichtinval in het hele pand en voegt ook ruimtelijke kwaliteit toe.

 

Hoewel de bouwdiepte op het gelijkvloers dieper is dan de kenmerkende bouwdiepte in de omgeving, is ze ruimtelijk inpasbaar.

 

De bouwdiepte op de eerste verdieping blijft behouden. Het bestaande terras op het dak van het gelijkvloers wordt gesupprimeerd en vervangen door een groendak, waarop de tv-kamer uitkijkt.

Het bouwvolume op de tweede verdieping wordt uitgebreid tot de diepte van het bestaande terras, in lijn met de bouwdiepte van de eerste verdieping. Op die manier kan er achter de vide nog een volwaardige ruimte voorzien worden.

 

Hoewel dit volume relatief diep komt op de tweede verdieping, is het wel in overeenstemming met de achterbouwlijn van het naburige pand op nr. 23 en heeft het geen negatieve impact op de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Uit de plannen valt niet met zekerheid op te maken of de scheidingsmuren een opstand hebben van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak, zoals wordt voorgeschreven in artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet zonder meer afgeweken worden.

Deze 30 cm kan bekomen worden door het dakpakket ter hoogte van de scheimuren minder dik uit te voeren of het volledige dak ter hoogte van de scheimuur minder hoog uit te voeren. Deze opstand is echter niet vereist indien de dakbekleding onder brandreactie klasse BROOF (t1) valt of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium “brandgedrag aan de buitenzijde” te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.) of indien tussen de scheidingswand en de vegetatie van een groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed wordt voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm. 

 

Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat het aangevraagde dient te worden uitgevoerd conform één van de bovenstaande mogelijkheden. Een verhoging van de scheimuur zou eveneens een oplossing kunnen zijn. Dit maakt echter het voorwerp uit van een bevraging van de omwonenden, waarvoor in dat geval een nieuwe omgevingsvergunning moet worden ingediend.

 

Zowel op het dakplan als in de beschrijvende nota wordt vermeld dat het dak van de hoofdbouw wordt voorzien als groendak. Op de snede is dit echter niet getekend. Volgens artikel 38 van de bouwcode is het verplicht om nieuwe daken aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 m². Als voorwaarde wordt opgelegd dat het dak moet uitgevoerd worden als groendak.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

Zowel de voor- als de achtergevel worden geïsoleerd en opnieuw afgewerkt met een uniforme materialisatie. Het gelijkvloers wordt bekleed met zwarte houten planken. De garagepoort en de voordeur worden ook voorzien in een zwarte materialisatie. De verdiepingen zijn in natuurkleurige houten planken, met aan de zijkanten een strook in donkergrijs aluminium. Ook het buitenschrijnwerk en de dakrand worden in aluminium voorzien in dezelfde kleur.

 

De keuze voor hout in de voorgevel kan niet positief beoordeeld worden. Artikel 6 van de bouwcode bepaalt dat in een omgeving waar de bestaande bebouwing homogene kenmerken vertoont, de op te richten of de te verbouwen gebouwen zodanig moeten ontworpen worden dat ze in harmonie zijn met de kenmerken van de omgeving. De straat bestaat bijna volledig uit bakstenen gevels, een houten gevelbekleding is niet kenmerkend in het straatbeeld.

Daarnaast bepaalt artikel 11 van de bouwcode dat het materiaalgebruik van alle onderdelen van een gebouw, constructie, afsluiting of aanleg duurzaam, kwalitatief, constructief en esthetisch verantwoord moet zijn. Een houten gevelbekleding is, zeker in een stedelijke context, sneller onderhevig aan slijtage en beschadiging, en dus minder duurzaam. Bovendien is er geen plint voorzien, terwijl een gevelmateriaal net daar het meest kwetsbaar is.

 

Er wordt daarom in voorwaarden opgelegd dat de voorgevel moet uitgevoerd worden in gevelsteen/steenstrips in een lichte of rode kleurtint, in overeenstemming met de kleuren die voorkomen in het straatbeeld.

 

De isolatie moet samen met het afwerkingsmateriaal uitgevoerd worden met een dikte van 14 cm. Verder moet er aandacht besteed worden aan een aantal ontwerpdetails, onder meer het behoud van de arrière-corps, behoud (of vervanging) van bestaande elementen in natuursteen en het voorzien van een plint.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand.

2. Het dak moet aangelegd worden als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode. 

3. De voorgevel moet conform artikel 11 van de bouwcode uitgevoerd worden in gevelsteen/steenstrips in een lichte of rode kleurtint, overeenkomstig de kleuren die voorkomen in het straatbeeld.

4. De gevelisolatie moet samen met de afwerking uitgevoerd worden met een dikte van 14 cm.

5. De arrière-corps is te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie.

6. Bestaande elementen in natuursteen (zoals dorpels en plint in blauwe hardsteen) zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen, die evenveel voorbij het gevelvlak steken als in de bestaande toestand.

7. De nieuwe constructie moet zo aansluiten op het openbaar domein dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.

8. Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten te allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de stedelijke dienst Openbaar Domein.

9. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

6 juli 2022

Volledig en ontvankelijk

18 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 oktober 2022

Verslag GOA

29 september 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand.

  1. Het dak moet aangelegd worden als groendak, conform artikel 38 van de bouwcode.
  1. De voorgevel moet conform artikel 11 van de bouwcode uitgevoerd worden in gevelsteen/steenstrips in een lichte of rode kleurtint, overeenkomstig de kleuren die voorkomen in het straatbeeld.
  1. De gevelisolatie moet samen met de afwerking uitgevoerd worden met een dikte van 14 cm.
  1. De arrière-corps is te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie.
  1. Bestaande elementen in natuursteen (zoals dorpels en plint in blauwe hardsteen) zijn te behouden of te vervangen door nieuwe elementen in natuursteen, die evenveel voorbij het gevelvlak steken als in de bestaande toestand.
  1. De nieuwe constructie moet zo aansluiten op het openbaar domein dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
  1. Wanneer er zich in de bestaande toestand openbare verlichtingsarmaturen (of andere elementen van nutsvoorzieningen) bevinden aan de gevel moeten deze na het uitvoeren van de werken opnieuw gemonteerd worden aan de gevel op een duurzame manier (eventueel met een achterliggende constructie). Deze elementen moeten te allen tijde kunnen hersteld worden of weggenomen worden. Indien nodig wordt hiervoor contact opgenomen met de stedelijke dienst Openbaar Domein.
  1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.