Op 13 maart 2015 (jaarnummer 2125) werd door het college het transitiefonds in het leven geroepen. In de zitting van 29 mei 2015 (jaarnummer 4453) werd dit transitiefonds geconcretiseerd. Vanuit onder meer een oefening op de werkingskosten, optimalisaties, maar ook vanuit eventuele stedelijke restmiddelen bij de leden van de groep Antwerpen, werd in het vorige meerjarenplan 2014-2019 dit fonds aangelegd.
Op de zitting van 8 januari 2016 (jaarnummer 10593) werd door Inspectie Financiën de concrete aanpak, werkwijze en planning voor de verwerking van de middelen binnen de entiteiten aan het college voorgelegd.
Het principe van het transitiefonds liep ten einde op 31 december 2019.
Op de zitting van 23 oktober 2020 (jaarnummer 8817) werd door het college besloten om het onderdeel waarbij de entiteiten 50% van de stedelijke restmiddelen aan de stad terugstorten verder te zetten.
De raad van bestuur van AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten nam op 7 juni 2022 (jaarnummer 8) kennis van de berekeningswijze voor het bepalen van de stedelijke restmiddelen 2021, waarvan de helft terugvloeit naar de stad en de overige helft wordt herbestemd voor de werking van de culturele instellingen.
De raad van bestuur van het AG nam op 7 juni 2022 (jaarnummer 8) kennis van het resultaat van het boekjaar 2021 en van de wijze waarop de stedelijke restmiddelen worden berekend. Op basis van de jaarrekening wordt zowel budgettair als boekhoudkundig winst vastgesteld.
Op basis van het resultaat 2021 blijken stedelijke restmiddelen voor een bedrag van 37.004,00 EUR.
50% van deze stedelijke restmiddelen, met name 18.502,00 EUR, zal teruggestort worden aan de stad.
De overige 50% van de stedelijke restmiddelen, eveneens een bedrag van 18.502,00 EUR, zal worden herbestemd voor de werking van de culturele instellingen.
Op basis van het resultaat bedraagt per einde boekjaar 2021 het gecumuleerde budgettair resultaat 3.004.026,00 EUR. Hierin zijn onder meer de bestemde reserves vervat van de betrokken onderdelen van de voormalige vzw Antwerpen Kunstenstad. Volgens de gemaakte afspraken bij de oprichting van het AG zullen deze in de loop van het meerjarenplan verder worden bestemd voor de doeleinden waarvoor ze werden opgebouwd binnen die voormalige entiteit.
De terugstorting aan de stad Antwerpen van 50% van de stedelijke restmiddelen (18.502,00 EUR) zal gebeuren na de goedkeuring van de jaarrekening.
Het college neemt kennis van de stedelijke restmiddelen van AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten met betrekking tot boekjaar 2021 voor een bedrag van 37.004,00 EUR.
Het college beslist dat 50% van deze stedelijke restmiddelen, met name 18.502,00 EUR, zal teruggestort worden aan de stad.
Het college keurt goed dat de overige 50% van de stedelijke restmiddelen, eveneens een bedrag van 18.502,00 EUR, door AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten zal worden ingezet binnen het meerjarenplan 2020-2025 van het AG voor de werking van de culturele instellingen.
De financieel directeur regelt de financiële aspecten als volgt:
Omschrijving | Bedrag | Boekingsadres | Bestelbon |
Terugstorting 50% stedelijke restmiddelen door AG Culturele Instellingen Antwerpen/Kunsten | 18.502,00 EUR | budgetplaats: 5174585000 | nvt |