Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022055706 |
Gegevens van de aanvrager: | Frank en Els Verschaeren - Pauwels met als adres Jozef De Bomstraat 17 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Coquilhatstraat 47 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 11 sectie L nr. 3574D3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | omvormen van een magazijn met bovenliggende woning naar eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 23/11/2017: proces-verbaal (11002_2017_5356) voor omvormen van een plat dak naar dakterras met veranda;
- 06/12/1946: toelating (18#22163) voor gevel- en binnenveranderingen;
- 16/11/1932: toelating (1932#42849) voor binnenveranderingen.
Vergunde / Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning met complementaire functie industrie en bedrijvigheid (magazijn);
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- eengezinswoning met complementaire functie industrie en bedrijvigheid (magazijn);
- het magazijn werd deels omgevormd naar garage;
- bouwvolume:
- doorgevoerde interne constructieve werken
- gevelafwerking:
Nieuwe toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van het bouwvolume:
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 20 juli 2022 | 27 juli 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 20 juli 2022 | 5 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 20 juli 2022 | 28 juli 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 20 juli 2022 | 28 juli 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 20 juli 2022 | 5 oktober 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel 1: zone voor wonen - (wo1).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- artikel 2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:
Teruggesprongen daklagen en platte daken komen niet voor binnen het referentiebeeld.
De bloembak en balustrade ter hoogte van de daklaag worden in het gevelvlak geplaatst. De gekozen materialen en het kleurgebruik zijn echter niet in harmonie met de bestaande gevel.
De voorgestelde afwerking van de teruggesprongen daklaag en de achtergevel zijn niet in harmonie met het referentiebeeld;
- artikel 2.1.4.2 Kroonlijsthoogte van de achtergevel:
De kroonlijsthoogte van de achtergevel is na de verbouwingen hoger dan de deze van de voorgevel;
- artikel 2.1.7 Gevelmaterialen:
De voorgestelde afwerking van de teruggesprongen daklaag en de achtergevel zijn niet in harmonie met het referentiebeeld.
De verscheidenheid van materialen en kleuren(o.a. afwerking van de nieuwe daklaag en het bijbehorende dakterras) zorgen voor een disharmonie binnen de eigen gevel.
- artikel 2.1.9 Dakvormen en dakkapellen:
Binnen het referentiebeeld zijn platte daken niet typerend.
Indien de teruggetrokken bouwlaag positief geadviseerd kan worden op deze locatie wordt zij enkel toegelaten indien zij minstens 3 m achter het voorgevel- en achtergevelvlak ligt. De aanvraag wijkt af op deze minimale afmetingen;
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Een teruggetrokken daklaag op een dergelijk woongebouw is niet kenmerkend, noch voor het gebouw, noch voor de gebouwen in de omgeving.
De bloembak en balustrade ter hoogte van de daklaag worden in het gevelvlak geplaatst. De gekozen materialen
en het kleurgebruik zijn echter niet in harmonie met de bestaande gevel;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Gezien een eengezinswoning met complementaire gelijkvloerse functies industrie en bedrijvigheid (magazijn) wordt omgevormd naar een volwaardige eengezinswoning werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst ondernemen en stadsmarketing – business en innovatie. Deze dienst adviseert gunstig. De aanvraag is bijgevolg vatbaar voor vergunning.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Op het dichtgebouwd perceel worden het achterliggende magazijn en de restanten van de entresol tot tegen het hoofdvolume gesloopt waardoor een nieuwe tuinzone van ca. 101 m2 gecreëerd kan worden.
Achteraan het voorhuis wordt een dubbelhoge aanbouw voorzien met op het plat dak een klein volume met badkamer tegen de rechter perceelsgrens.
De gelijkvloerse magazijnruimte in het hoofdgebouw wordt deels ingericht als garage. Algemeen wordt, omwille van de beperkte gevelbreedte (5,70 m) en de afwezigheid van een levendige plint, de inrichting van een garage negatief geadviseerd in dergelijke gevallen (bouwcode, art. 12). Bij deze aanvraag kan begrip gevonden worden voor de inrichting van een garageplaats gezien de garagepoort reeds aanwezig is. Het dichtmaken ervan en het voorzien van een levendige functie staat niet in verhouding tot de beoogde werken. Ook het aanbieden van een inwendige autostalplaats en fietsenberging dragen bij tot de woonkwaliteit van de woning, zorgt voor een vermindering van de parkeerdruk op het openbaar domein, wat de draagkracht ten goede komt en heeft geen negatieve impact op de overige nuttige beschikbare vierkante meters woonruimte. Daarom wordt een afwijking op het voorzien van een levendige plint uitzonderlijk gunstig geadviseerd.
Een aan de straatzijde teruggetrokken daklaag op het voorhuis vervolledigt het ontwerp. De nieuwe uitbreidingen zitten allen grotendeels gevat tussen de reeds hoger opgaande scheimuren zodat voor de realisatie van de bijkomende bouwlaag slechts een beperkte en niet hinderende ophoging van de scheimuur met de linkerbuur nodig is.
De teruggetrokken daklaag met plat dak wijkt echter af van zowel artikels uit het RUP Binnenstad als de bouwcode.
Zo is de terugliggende positie en het plat dak van de bouwlaag niet kenmerkend in een straatbeeld gekenmerkt door flauw hellende daken aansluitend op de kroonlijst. (RUP Binnenstad, art. 1.2.1 en bouwcode, art. 6).
Bovendien stelt artikel 1.2.9 uit het RUP Binnenstad dat teruggetrokken bouwlagen enkel toegelaten zijn indien deze minstens 3,00 m achter het voorgevel- en achtergevelvlak liggen. De aanvraag wijkt hier met een terugliggende diepte van slechts 2,70 m van af. Aan de achtergevel wordt de bovenste bouwlaag niet teruggetrokken uitgevoerd waardoor de kroonlijst hoger komt te liggen dan die aan de voorgevel. Ook dit is strijdig met art. 1.2.4.2 uit het RUP Binnenstad.
Ondanks het feit dat dit ontwerp voor de ruime eengezinswoning met 3 slaapkamers en ruime buitenruimte een kwalitatief en hedendaags antwoord biedt op ruimtegebruik dient de bijkomende bouwlaag op basis van de bovenvermelde afwijkingen uit de vergunning gesloten te worden. Een bijkomende daklaag kan inderdaad een overgang vormen tussen de woning en het zware volume en gabarit van de meergezinswoning op het rechterperceel naar de kleinschaliger woningen op de percelen aan de linkerzijde. Echter wordt geoordeeld dat de teruggetrokken daklaag in de voorliggende aanvraag hier niet de goede manier toe is.
De aanvraag voorziet ook in twee nieuwe dakterrassen. Eén op het plat dak van de dubbelhoge aanbouw op de 2de verdieping en één aan de straatzijde ter hoogte van de teruggetrokken bouwlaag op de 3de verdieping. Hiervoor wordt aan de straatzijde de kroonlijst verhoogd met een plantenbak en daar boven een balustrade. Deze terrassen zijn conform art. 2.1.3 uit het RUP Binnenstad aanvaardbaar. Er dient wel opgemerkt te worden dat de positie van de balustrade niet in overeenstemming is met artikel 2.1.11.2 uit het RUP Binnenstad wat stelt dat borstwering onder een hoek van 45° vanaf de gevel gevat moet liggen.
Indien dit in voorwaarden zou worden opgelegd komt door de geringe diepte de functionaliteit van het terras in gedrang.
Omwille van bovenstaande argumentatie wordt geadviseerd om alle handelingen, werken en wijzigingen ter hoogte van de 3de verdieping (teruggetrokken daklaag) uit te sluiten van de vergunning. De architect en/of aanvrager wordt uitgenodigd om een aangepast ontwerp voor een nieuwe, functionele (dak)laag te bespreken met de dienst Omgevingsvergunning, alvorens een aangepaste omgevingsvergunningsaanvraag in te dienen.
Cultuurhistorische aspecten
Vermits de werken gesitueerd zijn in een zone met culturele, historische en/of esthetische waarde en het pand ook vermeld wordt in de straatinleiding van de inventaris, werd het advies ingewonnen van de stedelijke dienst monumentenzorg. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar tegen de gewenste ingrepen. Ze zorgen ervoor dat er opnieuw een kwalitatieve woning met buitenruimte ontstaat. De nog bewaarde interieurelementen op de verdiepingen zijn sober. Deze op het gelijkvloers zijn allemaal verdwenen bij de transformatie tot magazijn.
Het is jammer dat er voor de invulling van de voorgevel niet meer aansluiting werd gezocht bij het initieel ontwerp, dat in 1946 bij de omvorming van het gelijkvloers tot magazijn werd aangepast. Een poort en een voordeur die qua verhouding en vormgeving beter aansluiten bij de stijl van het pand, zouden de beeld- en belevingswaarde van de voorgevel ten goede komen. Bv een voordeur met een hoger bovenlicht dat aansluit op de speklaag cfr het origineel bouwplan en de gevel afgebeeld op het plan uit 1946 of een voordeur die qua materialisatie en vormgeving aansluit bij de linkerbuurpanden. Hetzelfde voor de indeling van het schrijnwerk op de tweede verdieping. Dit was initieel voorzien van een t-profiel. Het geheel dient op welstand beoordeeld.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden de aandachtspunten van de dienst monumentenzorg integraal bijgetreden. Met het oog op een samenhangender gevelbeeld, met respect voor het oorspronkelijke ontwerp, wordt in voorwaarde opgelegd om het bovenlicht uit te lijnen op de speklaag en dus te beperken in hoogte. Als gevolg hiervan dient ook het bovenlicht van de garagepoort aangepast te worden. Dit dient op eenzelfde hoogte teruggebracht te worden als hetgeen van de deur. De voorgestelde herverdeling komt overeen met deze zoals aanwezig in de vergunde situatie.
Evenzeer vanuit een bekommernis van de met culturele, historische en esthetische waarde van de gevel, dient het schrijnwerk op de 2de verdieping voorzien te worden van een T-profiel, waarbij de verhoudingen afgestemd worden op deze van de 1ste verdieping.
Visueel-vormelijke elementen
Zowel in de voor- als achtergevel wordt nieuw, donker gekleurd aluminium buitenschrijnwerk voorzien.
De bekleding van de achtergevel en de straatgevel van de bijkomende bouwlaag wordt in licht gekleurd plaatmateriaal met staande naad voorzien. De materialisatie van het plaatmateriaal is echter onduidelijk. Daarom wordt in voorwaarden opgenomen dat dit licht gekleurde zinken of aluminium beplating moet zijn.
Mits rekening te houden met de voorwaarden is de beoogde kleurstelling en het materiaalgebruik voor de achtergevel en de daklaag hedendaags en stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Voor beoogde verbouwingswerken werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst ‘stadsontwikkeling/omgeving/vergunningen milieu’. Omdat de aanvraag enkel het realiseren van een woonfunctie beoogt is hier geen bezwaar tegen.
Omdat de opbouw van uitbreiding van de scheimuren onduidelijk is wordt in de voorwaarden opgelegd dat deze moet voldoen aan artikel 34 uit de bouwcode.
Het rioolstelsel moet conform artikel 40 uit de bouwcode gescheiden aangeboden aan de straat. Bovendien zal de aansluiting moeten gebeuren conform de voorwaarden opgelegd in artikel 41 uit de bouwcode. Beide artikels worden als voorwaarde opgenomen.
Er wordt een nieuwe stijgleiding tegen de voorgevel voorzien voor de afvoer van het hemelwater. Deze leiding zal conform de voorschriften van artikel 41 uit de bouwcode voorzien moeten worden.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat het geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden betreft. De huidig complementaire functie industrie en bedrijvigheid wordt terug ingericht als woongedeelte van de reeds bestaande vergunde eengezinswoning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De teruggetrokken bouwlaag dient 3,00 m achter de voorgevellijn te liggen, conform artikel 1.2.9 van het RUP Binnenstad.
3. De bovenlichten van de voordeur en de garagepoort uit te lijnen op de speklaag in de gevel, overeenkomstig de vergunde situatie.
4. Het schrijnwerk op de 2de verdieping te voorzien van een T-profiel, waarbij de verhoudingen afgestemd worden op deze van de raamindeling op de 1ste verdieping.
5. De nieuwe, metalen gevelbekleding uit te voeren in licht gekleurde zinken of aluminium beplating.
6. De opbouw van de nieuwe scheimuren te voldoen aan artikel 34 uit de bouwcode.
7. Een gescheiden rioolstelsel te voorzien, conform artikel 40 van de bouwcode en de aansluiting van op de riolering te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode.
8. De nieuwe stijgleiding te voorzien, conform de voorschriften van artikel 41 van de bouwcode.
9. Alle handelingen, werken en wijzigingen ter hoogte van de 3de verdieping worden uitgesloten van de vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 mei 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 20 juli 2022 |
Start openbaar onderzoek | 3 augustus 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 1 september 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 2 november 2022 |
Verslag GOA | 18 oktober 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
3 augustus 2022 | 1 september 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten, opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De teruggetrokken bouwlaag dient 3,00 m achter de voorgevellijn te liggen, conform artikel 1.2.9 van het RUP Binnenstad.
3. De bovenlichten van de voordeur en de garagepoort uit te lijnen op de speklaag in de gevel, overeenkomstig de vergunde situatie.
4. Het schrijnwerk op de 2de verdieping te voorzien van een T-profiel, waarbij de verhoudingen afgestemd worden op deze van de raamindeling op de 1ste verdieping.
5. De nieuwe, metalen gevelbekleding uit te voeren in licht gekleurde zinken of aluminium beplating.
6. De opbouw van de nieuwe scheimuren te voldoen aan artikel 34 uit de bouwcode.
7. Een gescheiden rioolstelsel te voorzien, conform artikel 40 van de bouwcode en de aansluiting van op de riolering te voorzien conform artikel 41 van de bouwcode.
8. De nieuwe stijgleiding te voorzien, conform de voorschriften van artikel 41 van de bouwcode.
9. Alle handelingen, werken en wijzigingen ter hoogte van de 3de verdieping worden uitgesloten van de vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.