Terug
Gepubliceerd op 19/09/2022

2022_CBS_07471 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021126258. Charles de Costerlaan, Noordscheldeweg, Scheldelaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/09/2022 - 09:00 Stadhuis - Tania Stremersch - bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07471 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021126258. Charles de Costerlaan, Noordscheldeweg, Scheldelaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_07471 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021126258. Charles de Costerlaan, Noordscheldeweg, Scheldelaan zonder nummer (zn). District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021126258

Gegevens van de aanvrager:

NV PR Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel met als adres Sint-Pietersvliet 7 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV PR Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (0860139085) met als adres Sint-Pietersvliet 7 te 2000 Antwerpen en

VVZRL Tijdelijke Maatschap COTU (0680813801) met als adres Charles de Costerlaan 500 te 2050 Antwerpen

Ligging van het project:

Werfzone werken Oosterweelverbinding Linkeroever, Charles de Costerlaan zn, Noordscheldeweg zn te 2050 Antwerpen, Scheldelaan zn te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 1328F, afdeling 13 sectie N nrs. 539D, 541A, 542F, 544, 545, 546, 547, 548B, 548A, 549, 550, 551, 552D, 552C, 552A, 553C, 553B, 579, 580, 581, 582, 583, 584, 585, 586, 588C, 589B, 589A, 590A, 591, 592, 593, 594A, 594C, 595A, 596, 597, 598, 599, 600, 601, 602A, 603A, 604A, 629H, 630F, 632C, 633D, 634C, 636C, 638C, 640D, 642C, 643G, 643F, 644C, 646D, 647A, 648C, 648D, 649C, 650A, 701B, 701A, 702, 704M2, 704E2, 704G2, 704D2, 704L2, 704H2, 704K2, 705V2, 763C, 763B, afdeling 14 sectie C nrs. 1H, 1K, 1L, 2A, 25B, 33G, 46C, 50D, 60D en 65L

waarvan:

 

-          20201023-0077

afdeling 7 sectie G nrs. 1328Fafdeling 13 sectie N nrs. 597, 701B, 550, 593, 553B, 592, 643F, 704E2, 646D, 591, 648D, 704M2, 763C, 545, 546, 594C, 704D2, 547, 705V2, 595A, 642C704H2, 650A, 594A, 599, 701A, 590A, 763B, 704K2, 596, 702, 549, 643G, 600, 548A, 644C, 548B, 552A, 648C, 598, 601, 704L2, 589A, 542F, 551, 552C, 647A, 704G2, 604A, 541A, 603A, 602A, 649C, 544 en 539Dafdeling 14 sectie C nrs. 1K, 50D 25B65L, 33G46C, 1L1H60D en 2A (Werfzone Linkeroever en Rechteroever - Milieu)

-          20200416-0020

afdeling 13 sectie N nrs. 638C634C, 548B, 629H, 585, 580, 594A, 588C, 541A, 584, 582, 581, 596, 552C, 630F, 548A, 643F, 539D, 592, 646D, 583, 636C, 594C, 591, 547, 593, 579, 549, 632C, 640D595A, 586 en 633D, afdeling 14 sectie C nrs. 1H, 60D en 1L (STLO)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, Vegetatiewijzigingen

Voorwerp van de aanvraag:

COTU polderconstructies en bemalingen (L.O. en R.O.) voor de realisatie van de Scheldetunnel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          01/04/2022: voorwaardelijke vergunning (20214780 - OMV_2021159972) voor het opnemen van bijkomende voorwaarde met betrekking tot infrastructuurwerken Linkeroever en Scheldetunnel;

-          28/09/2021: vergunning (20212333 - OMV_2020142147) voor het uitvoeren van infrastructuurwerken op de rechter- en linker Scheldeoever te Antwerpen die kaderen in de realisatie van de Oosterweelverbinding;

-          20/11/2020: vergunning (20201809 - OMV_2020034861) voor het bouwen en de exploitatie van de Oosterweelverbinding;

-          10/01/2020: voorwaardelijke vergunning (20192917 - OMV_2019077748) voor de infrastructuurwerken Linkeroever en Zwijndrecht + bijstelling;

-          15/12/2017: vergunning (20162260) voor het uitvoeren van infrastructuurwerken op Linkeroever (deelproject van Oosterweelverbinding);

-          op 20 maart 2015 heeft de Vlaamse regering het GRUP ‘Oosterweelverbinding – wijziging’ definitief vastgesteld. De gewijzigde versie van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding werd op 16 april 2015 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het werd officieel van kracht op 30 april 2015;

-          op 16 juni 2006 heeft de Vlaamse regering het GRUP ‘Oosterweelverbinding’ definitief vastgesteld;

-          op 15 december 2000 keurde de Vlaamse regering het Masterplan voor Antwerpen goed. Dit Masterplan streeft 3 doelstellingen na, met name de bereikbaarheid van stad en haven garanderen, de leefbaarheid verbeteren en de verkeersveiligheid verhogen.

 

Vergunde toestand

-          rondgemaakte Antwerpse Ring (Oosterweelverbinding);

-          nieuwe tunnel onder de Schelde (Scheldetunnel);

-          vernieuwde snelwegen en heraangelegde knooppunten;

-          verzonken Oosterweelknooppunt dat de Scheldetunnel met de kanaaltunnels verbindt;

-          kanaaltunnels die het Oosterweelknooppunt verbinden met de Ring;

-          heraangelegde R1 Noord tussen knooppunt E313 in Deurne en knooppunt E19 Luchtbal – deels verdiept, deels overdekt;

-          fietsbrug over het Albertkanaal;

-          stedelijk plein aan het Sportpaleis boven overkapte Antwerpse Ring;

-          heringerichte IJzerlaan;

-          groen- en recreatiezones;

-          fietspaden en wandelwegen langsheen autowegen en door groenzones.

 

Bestaande toestand

-          wegeninfrastructuur rond Antwerpen - werken in uitvoering;

-          tijdelijke werfinrichting (8 jaar) in het kader van de uitvoering van infrastructuurwerken.

 

Nieuwe toestand

-          in functie van de realisatie van de Scheldetunnel ter hoogte van Linkeroever:

  • gewijzigde polderconstructie:

-          aangepaste ligging, vorm en grootte;

-          gewijzigde cement-bentonietwanden en dwarse wanden;

-          bouwkuip 2 als tijdelijke polder in plaats van permanente;

  • gewijzigde uitstroom aan de Blokkersdijk:

-          voorzien van een afvoerleiding, leidingenbrug en inlaat met schanskorfmatras (inclusief werkstrook);

-          permanente handelingen: aanleggen van dijkjes, een uitstroomconstructie en een helling/slipway.

 

Inhoud van de aanvraag

-          doorvoeren van beperkte wijzigingen ten opzichte van de eerder vergunde handelingen aan de polderconstructies op Linkeroever;

-          uitvoeren van vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen op Blokkersdijk die samengaan met de mogelijke lozing van bemalingswater tijdens de aanlegfase van de Scheldetunnel.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Met het ministerieel besluit van 28 september 2021 werd een omgevingsvergunning verleend aan COTU voor de werfinrichting op Linker- en Rechteroever voor de realisatie van de Scheldetunnel (OMV_2020142147).

 

Inhoud van de aanvraag

Met deze aanvraag wenst de exploitant de lopende vergunning uit te breiden met bijkomende bemalingen. In het kader van deze activiteiten worden ook afwijkingen gevraagd op de algemene en sectorale voorwaarden vervat in Vlarem II met betrekking tot het lozen van het opgepompte bemalingswater.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) Werfzone Linkeroever en Rechteroever - Milieu
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.3°

het lozen van meer dan 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+291,60 m³/uur

(300,50 m³/uur)

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

300,00 m³/uur

(nieuw)

53.11.2°

onttrekken van grondwater met een debiet van 1.000 m³ per dag of meer als de activiteit gelegen is in of een aanzienlijke invloed kan hebben op een gebied, zoals aangeduid ter uitvoering van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen ter bescherming van de kustduinen, of als de activiteit een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken;

8.200,00 m³/dag

(nieuw)

53.2.1°c)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in beschermde duingebieden, aangeduid op grond van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen of in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 2.000 m³ per dag;

8.200,00 m³/dag

(nieuw)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) STLO
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

200,00 m³/uur

(nieuw)

53.4.1°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die noodzakelijk is voor de exploitatie van tunnels voor openbare wegen of openbaar vervoer;

verandering door wijziging van locatie van een gedeelte van de polderwand

  

Omschrijving vegetatiewijzigingen

 

 De vegetatiewijzigingen omvatten het aanleggen van dijkjes, een slipway en kleine constructies en het lozen van bemalingswater.

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

3 augustus 2022

30 augustus 2022

Geen advies

Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel/ B.A.M.

3 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

3 augustus 2022

23 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

3 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

3 augustus 2022

18 augustus 2022

Geen bezwaar

Water-link

3 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

3 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

3 augustus 2022

5 augustus 2022

Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten

3 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties

3 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu

3 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

3 augustus 2022

8 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit/ Oosterweelverbinding

3 augustus 2022

17 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

3 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

3 augustus 2022

11 augustus 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: leidingstrook, natuurgebied, parkgebied, bosgebied en gebied voor wegeninfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Esmoreitpark, goedgekeurd op 31 mei 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1: zone voor groen - park met recreatief medegebruik (gr).

 

Het goed is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het goed ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rotsen, aanslibbingen, stranden en andere dergelijke gebieden. In deze gebieden mogen jagers- en vissershutten worden gebouwd voor zover deze niet kunnen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat. Dit zijn de gebieden die in hun staat bewaard moeten worden wegens hun wetenschappelijke of pedagogische waarde. In deze gebieden zijn enkel de handelingen en werken toegestaan, die nodig zijn voor de actieve of passieve bescherming van het gebied.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in bijzonder natuurgebied (waterzuivering, afvoerleidingen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wordt getoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de geldende gewestplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen. Daar waar er geen onverenigbaarheden met deze voorschriften zijn genoemd, is ze in overeenstemming met deze plannen.

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan, het GRUP Oosterweelverbinding en het GRUP Oosterweelverbinding-wijzigingen op volgende punten:

 

Gewestplan Antwerpen

-          natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten:
De natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten zijn de gebieden die in hun staat bewaard moeten worden wegens hun wetenschappelijke of pedagogische waarde. In deze gebieden zijn enkel de handelingen en werken toegestaan, welke nodig zijn voor de actieve of passieve bescherming van het gebied.

 

Volgend werk is niet conform het artikel:

-          De aanleg van de handelingen in deze aanvraag (instroom, aanleg dijkjes, uitstroomconstructie, helling/slipway) gebeuren in functie van de tijdelijke bemalingen gedurende de aanlegfase van de Scheldetunnel en niet in functie van de bescherming van het gebied.

 

GRUP Oosterweelverbinding

-          artikel 3 Natuurgebied:
Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden. Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het natuurlijk milieu en landschapswaarden zijn toegelaten.
Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet overschreden wordt, zijn volgende werken, handelingen en wijzigingen eveneens toegelaten:

  • 1° het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied, natuur- en milieueducatie of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen, inrichten of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer;
  • 2° het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen. Bestaande openbare wegen en nutsleidingen kunnen verplaatst worden voor zover dit noodzakelijk is voor de kwaliteit van het leefmilieu, het herstel en de ontwikkeling van de natuur en het natuurlijke milieu, de openbare veiligheid of de volksgezondheid.
  • 3° alle werken, handelingen en wijzigingen in functie van de optimalisatie van de waterhuishouding, het beheersen van de waterproblematiek en het voorkomen van wateroverlast voor zover de technieken van de natuurtechnische milieubouw gehanteerd worden,

 

Volgend werk is niet conform het artikel:

-          Het aanvoeren van bemalingswater in het kader van de verdrogingsproblematiek binnen Blokkersdijk kan gezien worden als ‘werken, handelingen en wijzigingen in functie van de optimalisatie van de waterhuishouding en het beheersen van de waterproblematiek’. Echter zijn deze handelingen niet conform de ‘technieken van de natuurtechnische milieubouw’.

 

GRUP Oosterweelverbinding-wijzigingen

-          artikel 15 Leidingstrook (overdruk):
In het gebied, aangeduid met deze overdruk zijn alle werken, handelingen en wijzigingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van ondergrondse transportleidingen en hun aanhorigheden. Nieuwe leidingen worden gerealiseerd met het oog op het optimale ruimtegebruik van de leidingstrook. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht.

 

Volgend werk is niet conform het artikel:

-          De toevoerleiding en de leidingenbrug over de Palingbeek betreffen tijdelijke handelingen bovenop het maaiveld (geen bodemingrepen) die de aanleg, exploitatie en wijzigingen van de leidingen en hun aanhorigheden niet in gedrang brengen, maar die niet in functie staan van de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van ondergrondse transportleidingen en hun aanhorigheden.

 

De hierboven opgesomde handelingen die niet in overeenstemming zijn met een bestemmingszone maar wel gelegen zijn binnen de overdrukzone voor landschappelijke en functionele inpassing van de weginfrastructuur en in werfzone zijn in overeenstemming met de wettelijke context.

 

Voor de werken die gelegen zijn in natuurgebied volgens gewestplan en buiten de overdrukzone voor landschappelijke en functionele inpassing van de weginfrastructuur kan een afwijking worden toegestaan op basis van artikel 4.1.1 5°, artikel 4.4.7 §2 en artikel 4.7.1 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en artikel 3 §1, 10° van het besluit van de Vlaamse Regering omtrent ‘de handelingen van algemeen belang’.

 

De afwijking wordt gemotiveerd in de omgevingstoets.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Context

De stedenbouwkundige handelingen in voorliggende aanvraag hebben betrekking op de realisatie van de Scheldetunnel in het kader van de Oosterweelverbinding. De uitvoering van de Scheldetunnel werd reeds vergund. De aanvraag betreft wijzigingen met het oog op optimalisaties van de reeds vergunde handelingen aan de zijde Linkeroever.

 

De aanvraag heeft betrekking op handelingen zowel binnen als buiten de grens van de vergunning Oosterweelverbinding en haar vergunde werkstroken (OMV_2020034861):

-          de polderconstructie bevindt zich volledig binnen de grenzen van de vergunning Oosterweelverbinding en volledig onder het huidige en toekomstige maaiveld;

-          de handelingen aan de uitstroom Blokkersdijk bevinden zich buiten de hierboven aangehaalde vergunningsgrens en haar vergunde werkstroken.

 

Functionele inpasbaarheid

De polderconstructie is functioneel verenigbaar met de stedenbouwkundige voorschriften van het GRUP Oosterweelverbinding.

 

De werken in het kader van de uitstroomconstructie Blokkersdijk zijn in strijd met de voorschriften van het gewestplan daar waar de werken gesitueerd zijn in natuurgebied en buiten de overdrukzone voor landschappelijke en functionele inpassing van de weginfrastructuur. De werken kunnen echter beschouwd worden als handelingen van algemeen belang met beperkt ruimtelijke impact waardoor een afwijking kan worden toegestaan op basis van artikel 4.1.1 5°, artikel 4.4.7 §2 en artikel 4.7.1 §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en artikel 3 §1, 10° van het besluit van de Vlaamse Regering omtrent ‘de handelingen van algemeen belang’.

 

De tijdelijke leidingen en schanskorfmatras en de permanente uitstroom worden aangelegd in functie van het aanbrengen van het bemalingswater dat vrijkomt bij de aanleg van de Scheldetunnel (=infrastructuur) en waarbij de werkzaamheden kunnen gezien worden ‘met het oog op de waterhuishouding’. De reliëfwijzigingen kunnen gezien worden als natuurtechnische milieubouw. De handelingen zijn dus in overeenstemming met artikel 3 §1, 10° van het besluit van de Vlaamse Regering omtrent ‘de handelingen van algemeen belang’.

 

De handelingen worden uitgevoerd met het oog op het optimaliseren van de waterhuishouding van Blokkersdijk. Het waterpeil in Blokkersdijk daalt al enkele jaren door de stijgende temperaturen, neerslagtekorten en verminderde lokale grondwatertoevoer waardoor het waterpeil zeer kritisch wordt. Via de originele lozing van het tijdelijke bemalingswater in de Schelde zouden er belangrijke hoeveelheden grondwater verloren gaan. Door de handelingen in voorliggende aanvraag uit te voeren zal het waterpeil in Blokkersdijk gecontroleerd kunnen aangevuld worden wat een positief effect op het natuurgebied als gevolg zal hebben. De handelingen die nodig zijn om de aanvulling met tijdelijk bemalingswater mogelijk te maken zijn beperkt van omvang.

De dijkjes zijn permanent en blijven ook na het lozen van het tijdelijke bemalingswater en de aanleg van de Scheldetunnel aanwezig aangezien deze nog functioneel kunnen zijn voor het gecontroleerd aanvullen van het waterpeil via de uitstroom en eventuele permanente lozing van lekdebieten tijdens exploitatiefase (nog nader te onderzoeken). De dijkjes worden aangelegd met aangevoerde zuivere grond en hebben dus ook geen nadelige impact op de bodem, het water en Blokkersdijk in het algemeen. De leidingenbrug en inlaat met schanskorfmatras staan in functie van het tijdelijke bemalingswater dat zo in het gebied gebracht wordt. De schanskorfmatras zorgt ervoor dat de bodem op de locatie waar het water uit de leiding komt niet zal uitspoelen. Het betreft ook een beperkte oppervlakte van 20 m² die achteraf weer in zijn oorspronkelijke toestand hersteld zal worden.

De handelingen kunnen beschouwd worden als handelingen met een beperkt ruimtelijke impact.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De Scheldetunnel wordt grotendeels gebouwd als zinktunnel, maar aan de beide oevers van de Schelde wordt de tunnel als cut & cover-tunnel aangelegd. De cut & cover-delen van de Scheldetunnel en ook een deel van de open weginfrastructuur liggen verdiept ten opzichte van het maaiveld en ten opzichte van de grondwaterstand in het gebied. Tijdelijke en permanente polderconstructies worden voorzien op Linkeroever voor de bouw en de exploitatie van de cut & cover-delen en de aansluitende verdiept gelegen nieuwe hoofdwegen. Binnen de polderconstructie wordt het grondwaterpeil continu verlaagd tot onder het aanzetpeil van de fundering van de verharding, zodat de wegen onder het maaiveld- en grondwaterniveau aangelegd kunnen worden en naderhand droog gehouden kunnen worden.

 

De waterremmende wanden van de polderconstructie worden uitgevoerd als cement-bentonietwanden. Dwars tussen de cement-bentonietwanden worden damwanden geplaatst. Deze delen de bouwkuip op in 3 delen: bouwkuip 1, 2 en 3. Bouwkuipen 1 en 2 zijn tijdelijke polderconstructies. Bouwkuip 3 is een permanente polderconstructie.

 

Delen van de cement-bentonietwanden hebben alleen een tijdelijke functie. De bovenste delen van de cement-bentonietwanden worden plaatselijk en in functie van de bovengrondse aanleg – na de realisatie van de tunnelmond – ontgraven tot onder het nieuwe maaiveldniveau en doorprikt/doorboord/afgekapt om geen waterdichte barrière voor de grondwaterstroming meer te vormen. Na afkapping tot onder het maaiveld blijft het ondergrondse deel in de eindtoestand permanent aanwezig. Het bovenste gedeelte van de polderconstructie (cement-bentonietwand die naderhand terug wordt opgebroken) wordt dan ook als stedenbouwkundige handeling van bepaalde duur beschouwd en wordt aangevraagd voor de duurtijd van de werken, namelijk een periode van 8 jaar. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

De damplanken blijven achter in de nieuwe toestand, maar zijn op sommige plaatsen tijdelijk omdat zij doorboord worden door de tunnelconstructie. Dit tijdelijk deel wordt ook als stedenbouwkundige handeling van bepaalde duur beschouwd en wordt eveneens aangevraagd voor de duurtijd van de werken (8 jaar). Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

De stedenbouwkundige wijzigingen ten opzichte van de vergunde polderconstructies zijn eerder beperkt en omvatten volgende handelingen:

-          de cement-bentonietwand wordt opgeschoven richting Palingbeek in functie van de stabiliteit en grondkering tijdens de fase uitgraving en de uitvoering van de cut & cover constructie. Hierdoor wordt de ligging van de permanente polderconstructie in de eindfase bijgevolg ook gewijzigd ten opzichte van de vergunde toestand. De uitgravingen nodig voor de cut & cover-constructie op zich blijven ongewijzigd. De polderconstructie (oppervlakte/volume binnen de cement-bentonietwanden) wordt groter, maar de positie van het ontgravingstalud wijzigt niet. Daardoor zal ook de ontgraving niet wijzigen;

-          de cement-bentonietwanden worden iets dikker uitgevoerd;

-          de cement-bentonietwanden worden iets dieper aangezet in functie van de diepte van de Boomse klei;

-          de vergunde dwarse wanden tussen bouwkuip 3 en 2 en tussen bouwkuip 2 en 1 worden volledig uitgevoerd als damwand en blijven grotendeels ter plekke als permanente wanden; de positie is ongewijzigd ten opzichte van de vergunde;

-          bouwkuip 2 wordt een tijdelijke in plaats van een permanente.

 

De schaal en het ruimtegebruik van de stedenbouwkundige impact van de wijzigingen aan de polderconstructie zijn verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Aangezien het voornamelijk ondergrondse handelingen zijn en deze beperkt afwijken van de reeds eerder vergunde toestand is de schaal en het ruimtegebruik niet erg verschillend. In de eindtoestand zijn de polderconstructies allemaal onder maaiveldniveau en hebben ze als dusdanig geen invloed op de geplande landschappelijke aanleg.

 

De herinrichting van de zone Blokkersdijk zal bestaan uit:

-          enkele tijdelijke werken: een bovengrondse leiding, een leidingenbrug over de Palingbeek en een inlaat met schanskorfmatras;

-          enkele permanente handelingen: reliëfwijzigingen/ophogingen in het gebied Blokkersdijk voor de aanleg van dijkjes, een slipway/helling en een uitstroomconstructie.

 

De ingrepen zijn beperkt qua schaal en in proportie met het gebied en de beschikbare ruimte van het natuurreservaat. De constructies en reliëfwijzigingen werden beperkt tot het strikt noodzakelijke en zijn qua ruimtegebruik goed ingepast in de omgeving.

 

Visueel-vormelijke elementen

De handelingen voor de polderconstructies zijn voornamelijk vormgegeven door het functionele aspect en doel van de handelingen. In de eindtoestand verdwijnt de volledige polderconstructie onder de terreinaanleg, zoals vergund in omgevingsvergunning Oosterweelverbinding. Er zijn geen permanente bovengrondse elementen. Bijgevolg kan gesteld worden dat er geen visuele impact is, mede omdat tijdens de werkzaamheden de werkzone ontoegankelijk is voor onbevoegden.

 

De handelingen voor de uitstroomconstructies werd voornamelijk vormgegeven door het functionele aspect en doel van de handelingen, zijnde de lozing van het tijdelijk bemalingswater tijdens de uitvoeringsfase. Gezien het tijdelijke karakter van het merendeel van de handelingen werden er geen bijzondere maatregelen getroffen om de handelingen in te passen in de omgeving. De dijkjes en helling zijn wel permanent en passen visueel-vormelijk binnen het natuurreservaat.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De vergunningsplichtige handelingen brengen geen wijzigingen aan ten opzichte van de verkeersafwikkeling en verkeersdoorstroming.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voor de realisatie van de Scheldetunnel zullen zowel op Linkeroever als op Rechteroever gesloten bouwkuipen gebouwd worden die volledig omringd zullen zijn door waterremmende schermen, reikend tot in de Boomse klei. Op Linkeroever komt daar nog de zinksleuf bij. Om deze werken onder veilige omstandigheden te kunnen uitvoeren dient het peil van het grondwater door middel van bemalingen tijdelijk verlaagd te worden.

 

De voorziene bemalingen gebeuren zowel binnen als buiten de bouwputten en zullen gespreid over een periode van 25 maanden plaatsvinden De vergunning wordt gevraagd voor 30 maanden om een marge in te bouwen om eventuele vertragingen op te vangen. Het totale waterbezwaar gedurende deze periode wordt voor Linkeroever geschat op bijna 650.000 m³. Voor Rechteroever gaat het naar schatting om circa 235.000 m³.

 

Het bemalingswater wordt in principe geloosd in de Schelde, met uitzondering van een beperkte hoeveelheid grondwater dat, indien haalbaar, zal worden gebruikt om de waterstand in de vijver van Blokkersdijk op peil te houden (deze ingedeelde activiteiten wordt overigens aangevraagd door Lantis en niet door COTU).

 

Zowel op Linker- als op Rechteroever worden bufferbekkens aangelegd, de lozing van het bemalingswater zal gebeuren vanuit deze bufferbekkens. Hierdoor kan de lozing onder gecontroleerde omstandigheden gebeuren. Voor Linkeroever bedraagt de pompcapaciteit 200 m³/uur, voor Rechteroever is dat 100 m³/uur.

 

De aanvrager gaat in principe uit van een bemaling met lozing in de rivier zonder de inzet van een waterzuiveringsinstallatie. De PFAS-problematiek is hieraan niet vreemd, in twee gelijklopende nota’s (Linker- en Rechteroever) toont de aanvrager aan dat met de huidige stand van de techniek het niet mogelijk is de verschillende PFAS-componenten uit het afvalwater te zuiveren, de korte ketens in het bijzonder. Een zuivering zou volgens de aanvrager bovendien een onverantwoord hoge kost met zich meebrengen, in de nota’s wordt uitgegaan van 12,10 euro/m³ tot 21,70 euro/m³. In de nota’s wijst de aanvrager ook op de ecologische kost van de waterzuivering (energieverbruik, verbruik actief kool) die in functie van de zuiveringswinst pover zou zijn. De aanvrager besluit hieruit dat het niet opportuun en duurzaam is een waterzuiveringsinstallatie te voorzien en vraagt daarom hogere lozingsnormen.

 

De gevraagde lozingsnormen werden geformuleerd op basis van de beschikbare analyseresultaten van de peilbuizen binnen de bemalingszones. De normen werden bepaald vanuit het worstcase uitgangspunt met oog op voldoende marge in te bouwen zodat de continuïteit van de lozing tijdens de uitvoeringswerken gegarandeerd blijft en de werf niet moet worden stilgelegd. Voor de PFAS-componenten, die opgenomen zijn in het ontwerp-WAC wordt per PFAS-component een norm van 0,1 µg/liter aangevraagd, wat door de exploitant als “operationeel werkbaar” wordt beschouwd.

 

De appreciatie van de ingediende nota’s en de advisering van de voorgestelde lozingsparameters komt uiteraard toe aan de bevoegde administraties, vanuit een lokale insteek toch enkele bedenkingen:

 

- Het klopt dat het gaat om relatief lage concentraties van de aangetroffen PFAS. Het is ook correct te stellen dat de bestaande zuiveringstechnieken slechts met beperkt succes inzetbaar zijn. Toch had de stad Antwerpen graag meer ambitie verwacht van de exploitant in de zoektocht en mede-ontwikkeling van aangepaste zuiveringstechnieken. Een proefopstelling in functie van Blokkersdijk zou bijvoorbeeld een pluspunt kunnen zijn.

 

- Bovendien dient erop gewezen te worden dat in een stedelijke omgeving bijna dagelijks aanvragen worden ingediend voor tijdelijke grondwaterbemalingen voor de realisatie van bouwwerken. Ook bij deze projecten worden op vele locaties veelal lage concentraties aan PFAS gedetecteerd. Wanneer zou beslist worden om in dit dossier af te zien van waterzuivering zal dit ook consequenties hebben voor de diverse andere projecten in de stad waar dezelfde problematiek in meer of mindere mate speelt en waar de zuiveringskost proportioneel nog zwaarder doorweegt.

 

- Naast de voorgestelde PFAS-normen worden er ook nog andere lozingsnormen gevraagd voor onder meer arseen, zink, cadmium, fluoride, fosfor, stikstof en nitriet. Wat betreft arseen wordt in het dossier een lozingsnorm gevraagd van 0,1 mg/liter (met uitzondering van Blokkersdijk waar 0,05 mg/liter wordt gevraagd). Ook hier willen we er op wijzen dat de gevraagde norm afwijkt van wat gebruikelijk wordt toegestaan.

 

- De gevraagde afwijkingen in verband met de te plaatsen meetgoot en het meten van het grondwaterpeil worden gunstig geadviseerd. Voor tijdelijke grondwaterwinningen zijn deze bepalingen geen meerwaarde.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu

De vegetatiewijzigingen omvatten het aanleggen van dijkjes, een slipway en kleine constructies en het lozen van bemalingswater.
Als onderdeel van de Project MER bij de aanvraag werd een passende beoordeling opgemaakt.
Er wordt geconcludeerd dat het tijdelijk inbrengen van bemalingswater in de vijver van Blokkersdijk, indien de noodzaak aanwezig is bij te sterk dalende waterstand, geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van de betrokken Speciale Beschermingszone zal veroorzaken, noch vermijdbare en onherstelbare schade aan het VEN zal berokkenen mits voldoende verwijdering van de nutriënten. Om dit te garanderen wordt een monitoringprogramma opgezet.

 

Advies van het college

De omgevingsvergunningsaanvraag wordt gunstig geadviseerd. Wat betreft de gevraagde lozingsnormen wordt verwezen naar het advies van VMM.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bovenste delen van de cement-bentonietwanden en de damplanken van de Scheldetunnel waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 8 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven.

2. De leiding, de leidingenbrug over de Palingbeek, de inlaat en de schanskorfmatras die betrekking hebben op de werken aan de uitstroom Blokkersdijk waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 8 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.

 

Geadviseerde rubrieken


Geadviseerde rubriek(en) Werfzone Linkeroever en Rechteroever - Milieu


Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.3°

het lozen van meer dan 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

+291,60 m³/uur

(300,50 m³/uur)

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

300,00 m³/uur

(nieuw)

53.11.2°

onttrekken van grondwater met een debiet van 1.000 m³ per dag of meer als de activiteit gelegen is in of een aanzienlijke invloed kan hebben op een gebied, zoals aangeduid ter uitvoering van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen ter bescherming van de kustduinen, of als de activiteit een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone kan veroorzaken;

8.200,00 m³/dag

(nieuw)

53.2.1°c)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in beschermde duingebieden, aangeduid op grond van het decreet van 14 juli 1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen of in een groengebied, een natuurontwikkelingsgebied, een parkgebied of een bosgebied met een debiet van meer dan 2.000 m³ per dag;

8.200,00 m³/dag

(nieuw)

 

 

Geadviseerde rubriek(en) STLO
 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

200,00 m³/uur

(nieuw)

53.4.1°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die noodzakelijk is voor de exploitatie van tunnels voor openbare wegen of openbaar vervoer;

verandering door wijziging van locatie van een gedeelte van de polderwand

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

28 juli 2022

Start openbaar onderzoek

3 augustus 2022

Einde openbaar onderzoek

1 september 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

16 september 2022

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 augustus 2022

1 september 2022

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Over de aanvraag werd een informatievergadering georganiseerd op 16 augustus 2022.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist de omgevingsvergunningsaanvraag gunstig te adviseren. Wat betreft de gevraagde lozingsnormen wordt verwezen naar het advies van VMM.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bovenste delen van de cement-bentonietwanden en de damplanken van de Scheldetunnel waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 8 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven.

2. De leiding, de leidingenbrug over de Palingbeek, de inlaat en de schanskorfmatras die betrekking hebben op de werken aan de uitstroom Blokkersdijk waarvoor vergunning is verleend, mogen niet langer dan 8 jaar na de datum waarop de huidige vergunning een definitief en niet langer voor administratief beroep vatbaar karakter verkrijgt, in stand blijven. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning moet de begunstigde het terrein herstellen in de staat waarin het zich bevond vóór de tenuitvoerlegging van de vergunning van bepaalde duur.


Brandweervoorwaarden
de voorwaarden uit het brandpreventieverslag met referentie BW/SVE/2022/X.00011.A5.0004.



Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.