Terug
Gepubliceerd op 19/09/2022

2022_CBS_07267 - Omgevingsvergunning - OMV_2022036867. Lange Klarenstraat 8-10. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/09/2022 - 09:00 Stadhuis - Tania Stremersch - bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07267 - Omgevingsvergunning - OMV_2022036867. Lange Klarenstraat 8-10. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_07267 - Omgevingsvergunning - OMV_2022036867. Lange Klarenstraat 8-10. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022036867

Gegevens van de aanvrager:

de heer Marcel Eeckhout met als adres Lange Klarenstraat 8 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Lange Klarenstraat 8-10 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 3 sectie C nrs. 1481F en 1492D

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een volume op een mansardedak en het voorzien van een dakterras

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          Lange Nieuwstraat 44:

  • 24/09/2021: voorwaardelijke vergunning (20211206) voor wijzigen van een kantoorgebouw naar een meergezinswoning met een kantoorruimte op de gelijkvloerse verdieping (start der werken doorgegeven 31/01/2022);
  • 18/01/2013: niet uitgevoerde vergunning (20127371) voor het verbouwen van een zolderverdieping;
  • 15/06/2012: weigering (20123400) voor het verbouwen van een zolderverdieping;
  • 01/06/1995: vergunning (86#950396) voor een verbouwing (gevelwijziging kantoren);

-          Lange Klarenstraat 8:

  • 29/03/2019: vaststelling (ID: 302393) van de Compagnie Continentale d’Importation;
  • 23/09/2016: vergunning (20161399) voor het realiseren van een inpandig terras;
  • 14/01/1991: vergunning (86#900532) voor het verbouwen van een kantoorgebouw (burelen) – vervallen 12/08/1992;
  • 03/09/1971: vergunning (18#54828) voor een verbouwing op het gelijkvloers (parking bij kantoren);
  • 17/09/1926: toelating (1926#2445) voor veranderingswerken aan een kantoorgebouw;

 

Vergund geachte toestand

 

-          functie: Lange Klarenstraat 8:

  • gemengd gebouw met kantoren en 2 appartementen;
  • gelijkvloerse parkeergarage voor 7 wagens;

-          bouwvolume: Lange Klarenstraat 8:

  • 3 bouwlagen onder een pseudo mansardedak en een rechter zijrisaliet met 4 bouwlagen onder plat dak bekroond met een golvend pseudo-fronton;
  • het gelijkvloers loopt door tot de Lange Nieuwstraat 44;
  • inpandig terras achteraan 2de verdieping in noordwestelijke hoek achtergevel;

-          gevelafwerking:

  • gevelbreedte van 11 traveeën in parament van witte natuursteen;
  • blauwe hardstenen pui (gelijkvloerse verdieping);
  • pseudo-mansarde (leien) met dakkapellen;
  • schrijnwerk in houten t-ramen.

 

Huidige toestand

 

-          functie: Lange Klarenstraat 8:

  • gemengd gebouw met kantoren en 3 appartementen (cfr. snede);
  • gelijkvloerse parkeergarage voor 7 wagens;

-          bouwvolume: Lange Klarenstraat 8:

  • technisch dakvolume van 11 m² op het zijrisaliet als toegang tot het dak;
  • dakterras op het mansardedak en op het zijrisaliet, horende bij de woongelegenheden van de 2de en 3de verdieping, met een totale oppervlakte van 279 m².

 

Gewenste toestand

 

-          functie:

  • gemengd gebouw met kantoren en 3 appartementen (cfr. snede);
  • tuinkamer/bureau/studio met terras horende bij het appartement van de 3de verdieping;

-          bouwvolume:

  • bijkomend dakvolume van 43 m² op het mansardedak aansluitend aan het technisch volume op het zijrisaliet;
  • het totale dakvolume heeft een voorgevelbreedte van 11,43 m, zijgevel van 5 m, achtergevel van 6,77 m en een variabele kroonlijsthoogte van 2,50 m tot 3 m;
  • dakterras van 67 m² met glazen borstwering bij het dakvolume van het appartement op de 3de verdieping en te behouden dakterras bij het appartement op de 2de verdieping;

-          gevelafwerking:

  • dakvolume: zinken gevelbekleding en aluminium buitenschrijnwerk;
  • dakterras: glazen balustrade op 0,96 m van de gevellijn;
  • 3de verdieping: raamopening met balkon in de achtergevel.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          uitbreiden van het bouwvolume met een tuinkamer/bureau/studio op een mansardedak;

-          voorzien van dakterras met glazen balustrade;

-          bouwen van een balkon aan de achtergevel van de 3de verdieping;

-          het eventueel wijzigen van de functie/vermeerderen van het aantal woongelegenheden, maakt geen deel uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

9 juni 2022

4 juli 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

9 juni 2022

13 juni 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

9 juni 2022

21 juni 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning

9 juni 2022

23 juni 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

9 juni 2022

4 augustus 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde en artikel  6:   zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

 

-          Artikel 2.1.1 Culturele, historische en\of esthetische waarde:

Door het toevoegen van een zinken dakvolume op het bestaande mansardedak wordt de huidige bekroning van het pand verstoord.

-          Artikel 2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:

Zowel de gevelgeleding als materialisatie van het dakvolume sluiten niet aan bij de architecturale vormentaal van het historisch waardevolle gebouw.

Het voorzien van een dakvolume op een bestaande bekroning van een historisch waardevol gebouw is niet kenmerkend in de omgeving.

De bouwdiepte van het dakvolume is niet kenmerkend in de omgeving, de bouwdiepte van de dakverdieping van de rechter gebuur is minder diep.

-          Artikel 2.1.3 Bouwvolume, bouwlijn, bouwdiepte:

De bouwdiepte van het dakvolume overschrijdt de maximaal toelaatbare bouwdiepte van de omgeving, de bouwdiepte van de dakverdieping van de rechter gebuur is minder diep.

-          Artikel 2.1.7 Gevelmaterialen:

De materialisatie van het dakvolume is niet kenmerkend voor de architecturale vormentaal van het historisch waardevolle gebouw.

-          Artikel 2.1.11 Dakterrassen:

Terrassen zijn een extra bouwvolume en zijn slechts toegestaan indien zij verwerkt worden in het maximaal toegelaten bouwvolume zoals bepaald in punt 2.1.3.

De diepte van de terrassen overschrijden de maximaal aanvaardbare bouwdiepte.

De balustrades van de terrassen liggen niet binnen een lichtbelemmeringshoek van 45° met de horizontale vanaf de werkelijke gevelhoogte en vertrekkend vanuit het snijpunt met het verticale gevelvlak.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • Artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:

Door het toevoegen van een zinken dakvolume op het bestaande mansardedak wordt de huidige bekroning van het pand verstoord.

  • Artikel 6 Harmonie en draagkracht:

Zowel de gevelgeleding als materialisatie van het dakvolume sluiten niet aan bij de architecturale vormentaal van het historisch waardevolle gebouw;

Het voorzien van een dakvolume op een bestaande bekroning van een historisch waardevol gebouw is niet kenmerkend in de omgeving;

De bouwdiepte van het dakvolume is niet kenmerkend in de omgeving. De bouwdiepte van de dakverdieping van de rechter gebuur is minder diep;

  • Artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

De bouwdiepte van het dakvolume overschrijdt de maximaal toelaatbare bouwdiepte van de omgeving, de bouwdiepte van de dakverdieping van de rechter gebuur is minder diep.

  • Artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:

De materialisatie van het dakvolume is niet kenmerkend voor de architecturale vormentaal van het historisch waardevolle gebouw.

  • Artikel 21 Minimale hoogte van ruimten:

De minimale interne vrije hoogte van een verblijfsruimte moet minstens 2,60 m bedragen. De interne hoogte bedraagt slechts 2,30 m en voldoet bijgevolg niet aan dit artikel.

  • Artikel 25 Toegankelijkheid van de functie:

In een meergezinsgebouw of een gemengd gebouw met twee woningen dienen alle ruimten die onderdeel vormen van een woning één aaneengesloten geheel te vormen. Ze mogen niet van elkaar gescheiden zijn door gemeenschappelijke ruimten zoals een traphallen. Volgens de doorsnede zijn er drie appartementen in het gebouw. 

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Het voorzien en uitbreiden van de woonfunctie is principieel in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften en qua functie inpasbaar in de omgeving aangezien de omgeving bestaat uit een mix van wonen, kantoren en commerciële activiteiten.

 

Het is echter onduidelijk of de woonfunctie op de derde verdieping kan beschouwd worden als de vergunde situatie. Het gebouw werd oorspronkelijk opgetrokken als kantoorgebouw en in de jaren ’90 werd nog een vergunning aangevraagd voor het verbouwen van een kantoorgebouw. 

Er werden geen vergunningen afgeleverd voor het wijzigen van de functie van kantoren naar appartementen. In het gebouw kunnen maximaal twee woonentiteiten beschouwd worden als vergund geachte situatie. Volgens de gegevens op de doorsnede zijn er drie appartementen in het gebouw.

 

Het omvormen van kantoren naar wonen is in principe slechts toegestaan na een vergunning waarbij wordt voldaan aan de relevante stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening. Er zijn bijkomende gegevens nodig van het gehele gebouw om dit te kunnen beoordelen.

Aanhorigheden en uitbreidingen bij niet vergund (geachte) woongelegenheden komen daarom niet voor vergunning in aanmerking.

 

Cultuurhistorische aspecten en visueel-vormelijke elementen

 

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. De vaststelling van de inventaris van het bouwkundig erfgoed zorgt ervoor dat er een éénduidige en overzichtelijke lijst van het gebouwd patrimonium in Vlaanderen bepaald is. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

Artikel 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

Conform artikel 5§2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen. Afhankelijk van de aard en omvang van de geplande werken kan er een che-rapport gevraagd worden met een meer uitgebreide bouwhistorische en beschrijvende studie van het gebouw.

 

Gelet op de erfgoedwaarde van het inventarispand werd er advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg.

Dit advies luidt als volgt:

 

“De aanvraag heeft betrekking op een kantoorgebouw in beaux-artsstijl opgetrokken in opdracht van de Compagnie Continentale d'Importation, naar een ontwerp door de architect Jan De Vroey uit 1926. Het nieuwbouwproject betrof de uitbreiding van de bestaande hoofdzetel van de maatschappij in de Lange Nieuwstraat, en werd uitgevoerd door de aannemer Entreprises Générales de Construction Van Riel & Van den Bergh uit Antwerpen.

Met een gevelbreedte van elf traveeën, omvat het gebouw vier bouwlagen onder een plat dak. Opgetrokken met een skeletstructuur uit gewapend beton, onderscheidt het statige gevelfront zich door een verzorgd parement van witte natuursteen voor de bovenbouw, blauwe hardsteen voor de pui. Geleed door de puilijst, beantwoordt de opstand aan een drieledig schema, opgebouwd uit de geblokte pui, de bovenbouw in kolossale orde, en de topgeleding opgevat als pseudo-mansarde (leien) met dakkapellen. De compositie legt de klemtoon op het hoger opgetrokken, drie/vier traveeën brede zijrisaliet, dat overeenstemt met de inkom- en traphal. Het wordt gemarkeerd door het hoofdportaal, hoekpilasters die doorlopen in postamenten met topstuk, en een golvend pseudo-fronton als bekroning. Een klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst vormt de gevelbeëindiging.

Het kantoorgebouw wordt ter hoogte van het risaliet ontsloten door de inkom- en traphal met lift, en stond oorspronkelijk via een lokettenzaal met glaskap in verbinding met de hoofdzetel in de Lange Nieuwstraat. Volgens de bouwplannen bestaan begane grond en bovenverdieping uit doorlopende kantoorplateaus met onregelmatige plattegrond, die op de eerste verdieping de ‘kanselarij’-suite incorporeert, en op de tweede verdieping de conciërgewoning.

 

De aanvraag omvat de uitbreiding van het dakappartement met een volume (tuinkamer) op het pseudo-mansardedak. De nieuwe tuinkamer sluit aan op het oorspronkelijke volume van de technische verdieping. De aanvrager wenst daarnaast het bestaande dakterras te regulariseren.

Het nieuwe volume heeft een oppervlakte van 43 m² en wordt geplaatst op een afstand van 1,20 m ten opzichte van de voorgevellijn. Het nieuwe volume wordt bekleed in zink. Het vernieuwde terras wordt voorzien van een glazen borstwering, eveneens op 1,20 m afstand van de gevellijn.

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg vertrekt vanuit de wenselijkheid van behoud van de culturele, historische en architecturale waarde van het pand en de omgeving waarin het gelegen is. Wijzigingen en toevoegingen zijn mogelijk, mits deze geen afbreuk doen aan de vastgestelde erfgoedwaarde én een versterking betekenen voor ruimtelijke kwaliteit en de belevingswaarde van de historisch waardevolle omgeving.

Onder voorbehoud van de stedenbouwkundige haalbaarheid, kan vanuit oogpunt monumentenzorg de mogelijkheid onderzocht worden om het dak toegankelijk te maken en deels in te richten als dakterras. Mits de borstwering en/of inrichting van het terras op voldoende afstand wordt gecreëerd ten opzichte van de gevel, zou deze invulling geen onaanvaardbare impact hebben op het pand en dan voornamelijk op de waardevolle uitwerking van de huidige bekroning als pseudo-mansarde. In functie van de ontsluiting van het dakterras kan een uitbreiding van het huidige dakvolume onderzocht worden. Geadviseerd wordt om een bijkomend volume maximaal in omvang te beperken en te situeren achter de hoger opgetrokken zijrisaliet aan de rechterzijde van het pand.

 

Het voorgestelde bouwvolume gaat echter geen relatie aan met het bestaande pand. Zowel naar inplanting, uitwerking en materialisatie wordt op geen enkele manier rekening gehouden met de architecturale vormentaal of gevelordonnantie van het historische waardevolle gebouw. Daar waar een optopping ter hoogte van de zijrisaliet een aanvaardbare optie zou zijn, wordt een grotendeels blind volume + borstwering gecreëerd op een te kleine afstand van de dakrand van het pseudo-mansardedak. De huidige bekroning van het pand wordt op die manier onaanvaardbaar verstoord.

Gelet op het bovenstaande, wordt voor de aangevraagde inrichting van het dak een ongunstig advies verleend door de stedelijke dienst Monumentenzorg.”

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Het advies van de stedelijke dienst Monumentenzorg wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd. Zowel de verschijningsvorm als inplanting van het dakvolume houdt op geen enkele manier rekening met de gevelgeleding en erfgoedwaarde van het bestaande gebouw. Het toevoegen van het dakvolume op een bestaande waardevolle bekroning is ruimtelijk niet inpasbaar.

 

De bouwdiepte van het dakvolume overschrijdt bovendien de bouwdiepte van het dakvolume van de rechter gebuur. Voorgestelde bouwdiepte is op deze hoogte niet kenmerkend in de omgeving, waardoor de privacy van de achterliggende percelen in de Lange Nieuwstraat wordt verstoord.

 

Hetzelfde geldt voor de bouwdiepte en inplanting van de terrassen. Deze worden dermate dicht bij de achtergevellijn geplaatst dat de privacy van de achterliggende panden niet kan worden gegarandeerd. Terrassen zijn volgens de voorschriften van het RUP Binnenstad enkel toegestaan binnen het maximaal toegelaten volume. De diepte van de terrassen overschrijdt de kenmerkende bouwdiepte van de aanpalende dakverdieping en kan bijgevolg niet worden toegelaten. Een beperkt terras, waarvan de borstweringen op voldoende afstand van alle gevelvlakken wordt voorzien kan verder worden onderzocht.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Wegens gebrek aan een snede door het nieuwe dakvolume, wordt uit de geveltekeningen afgeleid dat de plafondhoogte van hat dakvolume niet voldoet aan de vrije hoogte volgens artikel 21 ‘Minimale hoogte van ruimten’ van de bouwcode. Bij nieuwbouw kunnen geen afwijkingen van de plafondhoogte worden aanvaard.

 

Het nieuwe dakvolume betreft, volgens de beschrijvende nota, een uitbreiding van het bovenste appartementen. Deze uitbreiding is enkel bereikbaar via de gemeenschappelijke trappenhal.  Indien er zich drie appartementen zouden bevinden in het gebouw, is dit strijdig met artikel 25 ‘Toegankelijkheid van de functie’ van de bouwcode. Dit artikel legt op dat alle ruimten die onderdeel zijn van een woning één aaneengesloten geheel moeten vormen.

 

Het balkon aan de achtergevel van de derde verdieping situeert zich op een te geringe afstand van de perceelsgrens en veroorzaakt inzichten bij de aanpalenden, zodat geoordeeld wordt dat de privacy niet gerespecteerd is.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag in principe geen impact heeft op de parkeerbehoefte. Moest er toch sprake zijn van een vergunningsplichtige functiewijziging zal de parkeerparagraaf wel moeten worden toegepast.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Standpunt college

Het college sluit zich niet aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, die adviseert de aanvraag te weigeren.

Opgemerkt wordt dat onduidelijk is of de woonfunctie op de derde verdieping beschouwd kan worden als vergunde of vergund geachte situatie. Deze opmerking is correct. De laatst gekende vergunning maakt melding van een kantoorfunctie. Er is geen vergunning gekend voor de omvorming naar een woonfunctie. De gemeentelijke omgevingsambtenaar merkt op dat aanhorigheden en uitbreidingen bij niet vergund (geachte) woongelegenheden niet voor vergunning in aanmerking komen. Echter kan het aangevraagde, zijnde een dakvolume en dakterras, ook in het licht van de gekende kantoorfunctie voor vergunning in aanmerking genomen worden.

Hoewel het correct is dat de uitwerking en materialisatie van het dakvolume weinig afgestemd is op de bestaande gevel, volgt het college niet in het oordeel dat daardoor de huidige bekroning van het pand op een onaanvaardbare manier wordt verstoord. Door de inplanting van het volume op ca. 1 meter van de voorgevel, door de ligging van het pand en de relatie tot het openbaar domein, dat een eerder beperkte breedte heeft, is het nieuwe volume amper tot niet waarneembaar. Het nieuwe dakvolume 

oefent daardoor weinig tot geen invloed uit op de bestaande, historische gevel.

Verder volgt het college niet in de bemerking dat het dakvolume door de bouwdiepte de privacy van de achterliggende percelen zou verstoren. Het volume blijft op voldoende afstand van de achterste perceelsgrens. Ook wat betreft het terras wordt geoordeeld dat er geen hinder naar aanpalenden gecreëerd wordt. Onder meer door het voorzien van plantenzones blijft voldoende afstand tot de achterste perceelsgrens bewaard, afgezien van de linkerbovenhoek waar deze plantenzones onderbroken worden. In voorwaarde wordt opgelegd de plantenzone hier door te trekken waardoor er overal voldoende afstand tegenover de achtergevel bewaard blijft.

Verder wordt opgemerkt dat het nieuwe volume mogelijks niet voldoet aan artikel 21 van de Antwerpse bouwcode. Dit artikel heeft betrekking op de minimale hoogte van ruimten. Conform artikel 21 dient een verblijfsruimte minstens een vrije hoogte van 2,6 meter te hebben. Op basis van het plan ‘BA_tuinkamer_S_N_02_dakvolume snede AA nieuw.pdf’ lijkt de vrije hoogte van het nieuwe volume eerder te variëren tussen 2,30 meter (aansluitend op het bestaande volume) en 2,50 meter. Het volume dient ter aanvulling op bestaande leefruimtes, die over voldoende vrije hoogte beschikken. Door de ruime raampartijen aan twee zijden van het volume is er een sterke relatie met de buitenruime en krijgt het dakvolume meer dan voldoende daglicht. Geoordeeld wordt dat het dakvolume daardoor over voldoende verblijfskwaliteit beschikt, waardoor een afwijking op artikel 21 aanvaardbaar is.

Op plan ‘BA_Tuinkamer_P_N_02_dakenplan_ nieuw.pdf’ wordt de ruimte naast ‘polyvalent’ en ‘bureau’ ook als ‘studio’ omschreven. Dit zou de indruk kunnen wekken dat de ruimte als afzonderlijke woongelegenheid ingericht kan worden. Dergelijke bijkomende woongelegenheid is niet aanvaardbaar. Dit wordt in voorwaarden opgenomen.

Het aangevraagde voegt verblijfskwaliteit toe aan een gebouw waarbij geen andere mogelijkheid is tot het toevoegen van buitenruimte. De toevoeging van het dakvolume werkt niet storend ten aanzien van het bestaande gebouw, noch ten aanzien van de omgeving. Mits voorwaarden acht het college het aangevraagde voor vergunning vatbaar.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

15 maart 2022

Volledig en ontvankelijk

9 juni 2022

Start openbaar onderzoek

20 juni 2022

Einde openbaar onderzoek

19 juli 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

22 september 2022

Verslag GOA

1 september 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

20 juni 2022

19 juli 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich niet aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Het dakvolume kan niet als bijkomende woongelegenheid ingericht en/of gebruikt worden.

3. De beplantingszone aan de linkerzijde met minstens eenzelfde breedte door te trekken en te verbinden met de plantenzone aan de achtergevel, waardoor er steeds voldoende afstand tot de achterste perceelsgrens gegarandeerd blijft.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.