Terug
Gepubliceerd op 19/09/2022

2022_CBS_07498 - Omgevingsvergunning - OMV_2022076752. Verlatstraat 39. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 16/09/2022 - 09:00 Stadhuis - Tania Stremersch - bz_besluitvorming_mailbox@antwerpen.be
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Verontschuldigd

Karim Bachar, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07498 - Omgevingsvergunning - OMV_2022076752. Verlatstraat 39. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_07498 - Omgevingsvergunning - OMV_2022076752. Verlatstraat 39. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022076752

Gegevens van de aanvrager:

BV AZUMA met als adres Verlatstraat 39 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Verlatstraat 39 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 11 sectie L nr. 3658H

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

wijzigen van een handelsfunctie naar recafunctie en dichtbouwen van een koer

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          09/10/2009: vergunning (3264#1552) voor het aanpassen van een handelspand op het gelijkvloers.

Vergunde toestand

-          gelijkvloerse handelszaak met open koer achteraan;

-          meergezinswoning van 3 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing.

Huidige toestand

-          gelijkvloerse reca zaak met overdekte koer achteraan.

Gewenste toestand

-          gelijkvloerse reca zaak;

-          de voormalige koer achteraan wordt voorzien van een verhoogde scheidingsmuur, een nieuw dak en wordt ingericht als keuken;

-          tegen de achtergevel werd een afvoerbuis voor de dampkap bevestigd.

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de gelijkvloerse functie van handel naar reca;

-          dicht bouwen van de open ruimte op het gelijkvloers;

-          verhogen van de scheimuur;

-          de voorgevel en de overige verdiepingen maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

16 juni 2022

14 juli 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

16 juni 2022

4 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

16 juni 2022

8 augustus 2022

stadsontwikkeling/ vergunningen/ milieuvergunningen)

16 juni 2022

29 juni 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  1:   zone voor wonen - (wo1) en artikel  6:   zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgend punt:

-          2.2.5 Onbebouwde ruimte en tuinen:
de vergunde koer wordt helemaal overdekt zodat er geen onbebouwde ruimte meer over blijft.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • Artikel 27 Open ruimte:
    na de functiewijziging blijft er geen 20% onbebouwde, open ruimte over op het maaiveldniveau.
  • Artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de scheidingsmuren worden verhoogd met een snelbouwsteen in plaats van een massief, ongeperforeerd materiaal. Daarnaast wordt opgemerkt dat de verhoogde scheidingsmuren geen minimale opstand bezitten ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak.
  • Artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders: er worden geen vetafscheiders voorzien bij de reca functie.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De gelijkvloerse functiewijziging van handel naar reca is in overeenstemming met de bestemmingszone en inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

 

Ondanks een functiewijziging een ontpitting vooropstelt (RUP Binnenstad, art. 2.2.5 en bouwcode, art. 27) voorziet de aanvraag net het dichtbouwen van de gelijkvloerse open koer om zo de reca-functie te voorzien van een keuken, onder plat dak met een centrale dakkoepel.

 

Enerzijds draagt een open ruimte steeds bij tot de verluchting en verkoeling van een binnengebied. Wanneer ze dan ook nog eens onverhard wordt aangelegd, zorgt ze ook voor waterinfiltratie en vormt ze een groene stapsteen voor fauna en flora, hoe bescheiden en klein ook. Anderzijds is de koer weinig functioneel. Een recaterras in binnengebied is omwille van geluidshinder immers niet wenselijk. Daarenboven heeft het perceel een beperkte oppervlakte waardoor, met het oog op een rendabele bedrijfsvoering, een maximalisering van de binnenruimte wenselijk is.

Rekening houdend met bovenstaande afweging, wordt geoordeeld dat het dichtbouwen van de koer uitzonderlijk gunstig geadviseerd kan worden.

De koer is in de bestaande situatie reeds overdekt en gebruikt als deel van de keuken.
Voorliggende aanvraag voorziet een duurzame bestendiging van deze ingebruikname door middel van een kwalitatieve constructie.

 

Om het plat dak te realiseren dienen de perceelsgrenzen opgetrokken te worden tot een hoogte van 3,48 m. Deze ophoging varieert van 0,58 m op de achterste perceelsgrens tot ca. 0,88 m op de zijdelingse perceelsgrens.

Deze beperkte ophoging heeft geen ontoelaatbaar nadeel met betrekking tot bezonning voor het naburige perceel genereren. Er werden door de buren ook geen bezwaarschriften tegen deze werken ingediend.

 

De uitbreiding achteraan optimaliseert het ruimtegebruik op perceelsniveau zonder hinder te veroorzaken voor de omgeving. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

 

De uitbreiding situeert zich in de achterste zone van het bestaande volume en wijzigt enkel de achtergevel door de toevoeging van het plat dak. Vanuit oogpunt monumentenzorg is er geen bezwaar tegen de functiewijziging en het overkappen van de koer. De wijzigingen worden niet als storend ervaren in de omgeving en kunnen vanuit cultuurhistorisch oogpunt gunstig beoordeeld worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

Het advies van de stedelijke dienst stadsontwikkeling / vergunningen / milieuvergunningen leest als volgt:

“… Milieutechnisch zijn er geen bezwaren; wel dienen de wooneenheden akoestisch geïsoleerd worden van de reca-functie zodat het wooncomfort er niet aangetast wordt.”

Om een kwalitatieve woonomgeving te behouden worden de aandachtspunten opgenomen als voorwaarden bij de vergunning.

 

Omdat elke ruimte op natuurlijke wijze geventileerd moet kunnen worden (bouwcode, art. 24), wordt in de voorwaarden opgenomen dat de dakkoepel opengaand moet zijn.

Daarnaast wordt opgemerkt dat er geen dakopstand van minstens 30cm voorzien wordt ter hoogte van het nieuwe dak (bouwcode, art. 34). Om brandoverslag te verhinderen worden voorwaarden opgelegd naar de brandweerstand van het dakmateriaal en naar de stabiliteit van de opgehoogde scheimuren, die in de aanvraag als snelbouwsteen voorzien wordt. Tot slot wordt ook de verplichting om vetafscheiders te voorzien (bouwcode, art. 44) als voorwaarde opgenomen.

 

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van handel naar reca.

De handelsfunctie op het gelijkvloers wordt ingericht als horeca (67m²). Omdat het gaat om een beperkte oppervlakte (< 500m²) moet er voor de recafunctie geen parkeerbehoefte bepaald worden.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Horeca en handel vallen onder dezelfde functiegroep voor het bepalen van het aantal fietsstalplaatsen. Er moeten dus geen fietsstalplaatsen voorzien worden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De dakkoepel op het plat dak moet opengaand voorzien worden en voldoen aan de eisen gesteld in art. 24 uit de bouwcode.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbedekking die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

4. De scheimuren en de ophogingen er van dienen uitgevoerd te worden in massief, ongeperforeerd materiaal, conform artikel 34 van de bouwcode.

5. Vetafscheiders te voorzien, conform artikel 44 van de bouwcode. 

6. De nodige maatregelen te treffen zodoende de bestaande woonkwaliteit van de bovenliggende woningen ook met de nieuwe onderliggende reca-functie te blijven garanderen.   

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 mei 2022

Volledig en ontvankelijk

16 juni 2022

Start openbaar onderzoek

27 juni 2022

Einde openbaar onderzoek

26 juli 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

29 september 2022

Verslag GOA

9 september 2022

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

27 juni 2022

26 juli 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De dakkoepel op het plat dak moet opengaand voorzien worden en voldoen aan de eisen gesteld in art. 24 uit de bouwcode.

3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbedekking die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

4. De scheimuren en de ophogingen er van dienen uitgevoerd te worden in massief, ongeperforeerd materiaal, conform artikel 34 van de bouwcode.

5. Vetafscheiders te voorzien, conform artikel 44 van de bouwcode.

6. De nodige maatregelen te treffen zodoende de bestaande woonkwaliteit van de bovenliggende woningen ook met de nieuwe onderliggende reca-functie te blijven garanderen.  

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.