Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022043475 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Kärcher met als contactadres Boomsesteenweg 939 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Gegevens van de exploitant: | NV Kärcher (0418334076) met als contactadres Boomsesteenweg 939 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Boomsesteenweg 939 te 2160 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 44 sectie D nr. 463C2 |
waarvan: |
|
- 20220621-0018 | afdeling 44 sectie D nr. 463C2 (Kärcher nv) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden en verdere exploitatie van een bestaand servicegebouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/03/2018 (20173241): slopen en bouwen van een HS-cabine;
- 18/03/2016 (20153138): het regulariseren van uitgevoerde werken;
- 25/04/2014 (2014434): het bouwen van kantoor, trainingscentrum en toonzaal + het slopen van bestaand gebouw, bouwen van nieuwbouw werkplaats herstellingen, voorbereiding en test machines en magazijn onderdelen.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Bestaande toestand
- gevelafwerking:
- inrichting:
Nieuwe toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van bedrijfsgebouw (servicegebouw);
- plaatsen van nieuwe fietsenstalling;
- vernieuwen van verharding;
- wijzigen van scheimuur;
- wijzigen positie van afvalcontainers;
- voorzien van waszone voor veegtoestellen;
- plaatsen zaakgebonden gevelreclame.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 30 september 2016 nam het college akte van de exploitatie van een kantoor, werkplaats, trainingscentrum en toonzaal op naam van Kärcher nv (kenmerk MV2016/328).
Inhoud van de aanvraag
Het uitbreiden van een bestaande exploitatie met een nieuwe werk- en wasplaats voor veegwagens.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) Kärcher nv
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | +0,39 m³/uur |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | +1.200,00 liter |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | +10 voertuigen |
15.2. | andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; | +3 hefbruggen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; | +2 voertuigen per dag |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | +15,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | +2.000,00 liter |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 28 juli 2022 | 29 juli 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV | 28 juli 2022 | 29 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 28 juli 2022 | 9 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 28 juli 2022 | 29 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 28 juli 2022 | 4 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 juli 2022 | 9 augustus 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvrager wenst de verplichte infiltratievoorziening te vervangen door een buffervoorziening. Hierdoor wijkt de aanvraag af van de bepalingen van de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. De opening dient direct uit te monden in de open lucht. Dit is niet het geval bij de nieuwe kantoren in het servicegebouw;
er zijn geen laadpunten voorzien voor elektrische fietsen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het perceel is gelegen in industriegebied langs de Boomsesteenweg. De voorgestelde uitbreiding van de reeds bestaande functie is in overeenstemming met de kenmerkende functies in het gebied.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De plannen voorzien een uitbreiding van het bestaande servicegebouw tot een oppervlakte van circa 2.130 m². De omgeving kenmerkt zich door grote gebouwen met bovengrondse verharding, voor opritten en parking, in functie van de organisatie op het terrein. Het project is volledig inpasbaar in haar omgeving.
Verder voorziet men nog beperkte aanpassingen in functie van de goede werking van het bedrijf. Zo zal er een nieuwe fietsenstalling voorzien worden, komen de afvalcontainers op een andere positie en komt er een waszone voor veegtoestellen. Deze aanpassingen zijn ruimtelijk aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De uitbreiding van het servicegebouw wordt voorzien in dezelfde materialen als het bestaande gebouw, namelijk lichtgrijze aluminium gevelpanelen met een betonnen plint en schrijnwerk in antraciet grijs aluminium. Voorgestelde materialen zijn kenmerkend binnen de industriële context van het gebouw en bijgevolg stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Op de voorgevel van de uitbreiding wordt een logo geplaatst met een oppervlakte van circa 10 m². Deze zaakgebonden publiciteit is in verhouding met de schaal van het pand en de omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het Omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
Vanuit de stedelijke dienst Mobiliteit worden bijkomende voorwaarden opgenomen in verband met de ingetekende fietsvoorzieningen, deze worden integraal overgenomen:
- Een stallingssysteem voorzien waar de fiets met het kader aan vastgemaakt kan worden.
- Laadpunten voor elektrische fietsen voorzien.
De nieuwe kantoren in het servicegebouw voldoen niet aan de voorschriften van artikel 24 van de bouwcode. Voor deze kantoren is het aanvaardbaar dat deze uitkijken in de hal. Echter is het hierdoor niet mogelijk om deze ruimte op een natuurlijke wijze te verluchten. Voor het kantoor op de eerste verdieping zal in voorwaarde daarom opgenomen worden dat deze ruimte moet beschikken over ten minste één te openen dakdeel zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden. Het kantoor op het gelijkvloers dient over een ventilatiesysteem te beschikken.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 89 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. Een bestaande locatie met 2 gebouwen met daarin kantoren, toonzaal en servicecenter (incl. opleidingscentrum) breidt uit met nog een deel servicecenter, fietsenstalling, afvalcontainers. In de nota wordt de parkeerbehoefte voor het geheel berekend.
Kantoor: 1.609,08 m²/100 m² x 1,55 = 24,9 Toonzaal: 804,54 m²/100 m² x 4,3 = 34,6 Servicecenter: 2.180,72 m²/100 m² x 1,35 (bedrijfsverzamelgebouw) = 29,4
In totaal zijn er 24,9 + 34,6 + 29,4 = 88,9 afgerond 89 parkeerplaatsen nodig voor het geheel. De werkelijke parkeerbehoefte is 89 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 110 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er zijn in totaal 110 parkeerplaatsen beschikbaar.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 110.
Dit aantal is toereikend.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 89 – 110 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 89 – 110 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De exploitant baat op een perceel van 11.300 m² een inrichting uit met toonzaal, kantoorruimte, een werkplaats en een trainingscentrum. De aanvraag omvat het uitbreiden van het bestaande servicegebouw en het inrichten van een nieuwe wasplaats voor veegtoestellen. Het servicegebouw wordt uitgebreid met 772 m² tot één gebouw van 2.181 m². De exploitant wenst in de nieuwe ruimte te starten met het nazicht, onderhoud en herstellen van veegwagens. De werkplaats zal bestaan uit vier hefbruggen, 10 stalplaatsen voor veegtoestellen en een bijkomende compressor van 15 kW.
In functie van de werkzaamheden in de nieuwe werkplaats worden bijkomend 600 liter stookolie en 600 liter motorolie in vaten van 200 liter opgeslagen. De vaten worden opgeslagen op lekbakken in de werkplaats. De opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen wordt uitgebreid met 2.000 liter/kg tot 3.000 liter/kg en gegroepeerd in de nieuwe werkplaats.
De gevaarlijke producten staan op lekbakken, inpandig opgesteld op een vloeistofdichte gepolierde betonvloer. De exploitant voorziet in absorptiekorrels om morsverliezen snel en efficiënt op te nemen. Het risico op bodemverontreiniging is onder normale omstandigheden beperkt.
In de noordoostelijke hoek van het terrein wordt op een betonverharding een tweede wasplaats voorzien voor veegtoestellen. Per dag zullen maximaal twee voertuigen gewassen worden. Het bedrijfsafvalwater (BA) wordt via een opvanggoot en interne riolering naar de reeds bestaande bezinkput van 5.000 liter geleid, die ook gebruikt wordt voor de bestaande wasplaats. De bezinkput loopt over in een pompput die het water verpompt naar een koolwaterstofafscheider (KWS). Het effluent van de KWS-afscheider wordt samen met het huishoudelijk afvalwater geloosd in de openbare riolering van de Boomsesteenweg, die aangesloten is op de RWZI Aartselaar. Een dubbele schepput is aanwezig voor het samenvoegen van de afvalwaterstromen zodat een staal van het BA genomen kan worden. De wasplaats zal enkel gebruikt worden voor bedrijfseigen voertuigen en voor voertuigen van klanten die voor herstelling of onderhoud aanwezig zijn.
De betonvloer is vloeistofdicht uitgevoerd om bodemverontreiniging te voorkomen. De wasplaats is gelegen in industriegebied op iets meer dan 40 meter van de dichtstbij gelegen tuingrens en zo’n 60 meter van het dichtstbij gelegen woongebouw. Tussen de perceelsgrens van het industrieterrein en de tuinzone bevindt zich een groenbuffer. Er worden slechts twee wagens per dag gereinigd. Het risico op geluidshinder voor de inwoners van de Planetariumlaan is derhalve beperkt.
De exploitant geeft aan dat de wasplaatsen maximaal 1,98 m³/uur en 5 m³ per dag afvalwater zullen genereren. Op jaarbasis blijft het geloosde debiet beperkt tot 300 m³ (potentieel verontreinigd hemelwater en waswater). De nieuwe aanbouw bevat sanitair waarvan het grijs en zwart water wordt aangesloten op de bestaande interne riolering; Het zwart water wordt voorbehandeld in de bestaande septische put van 12 m³. Het hemelwater dat op het nieuwe dak valt, wordt aangesloten op de bestaande regenwaterput van 20 m³. Het opgevangen hemelwater wordt momenteel gebruikt voor het spoelen van toiletten en voor gebruik in de wasstraat, carwash en andere technische apparatuur. Daarnaast zal het hemelwater nu ook gebruikt worden voor het spoelen van de toiletten in de nieuwe aanbouw.
De ontwikkeling vindt plaats op percelen gelegen in industriegebied. Er zijn weinig potentieel gehinderden in de omgeving. De exploitatie kan plaatsvinden met respect voor de algemene en sectorale milieuvoorwaarden. De nieuwe activiteiten zullen bijkomend een 40-tal verplaatsingen veroorzaken, verspreid over de dag. Gelet op de ontsluiting van de site via de ventweg van de Boomsesteenweg, zal dit geen aanzienlijke implicaties meebrengen voor de lokale verkeersafwikkeling.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het advies van Water-Link, in samenwerking met Aquafin dient strikt nageleefd te worden.
3. Een stallingssysteem dient voorzien te worden waar de fiets met het kader aan vastgemaakt kan worden.
4. Laadpunten voor elektrische fietsen dient voorzien te worden.
5. Het kantoor op de eerste verdieping moet beschikken over ten minste één te openen dakdeel zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden.
6. Het kantoor op het gelijkvloers moet beschikken over een ventilatiesysteem zodat geventileerd kan worden.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits de algemene en sectorale voorwaarden worden nageleefd, kunnen de hinder en risico’s voor mens en milieu tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden. Er wordt gunstig advies gegeven de exploitatie uit te breiden met het gevraagde.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | +0,39 m³/uur |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | +1.200,00 liter |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | +10 voertuigen |
15.2. | andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; | +3 hefbruggen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; | +2 voertuigen per dag |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | +15,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | +2.000,00 liter |
Gecoördineerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1,98 m³/uur |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 1.400,00 liter |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 200,00 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 18 voertuigen |
15.2. | andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; | 4 hefbruggen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; | 4 voertuigen per dag |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 100,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 3.000,00 liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 1 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 28 juli 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 26 september 2022 |
Verslag GOA | 9 september 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens en Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het advies van Water-Link, in samenwerking met Aquafin dient strikt nageleefd te worden.
3. Een stallingssysteem dient voorzien te worden waar de fiets met het kader aan vastgemaakt kan worden.
4. Laadpunten voor elektrische fietsen dient voorzien te worden.
5. Het kantoor op de eerste verdieping moet beschikken over ten minste één te openen dakdeel zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden.
6. Het kantoor op het gelijkvloers moet beschikken over een ventilatiesysteem zodat geventileerd kan worden.
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/KVLO/2022/G.01031.WI.0006 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 1,98 m³/uur |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 1.400,00 liter |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1x 200,00 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 18 voertuigen |
15.2. | andere werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen (met inbegrip van carrosseriewerkzaamheden) dan de werkplaatsen, vermeld in rubriek 15.3; | 4 hefbruggen |
15.4.1° | niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, wanneer volledig gelegen in industriegebied; | 4 voertuigen per dag |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 100,00 kW |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 3.000,00 liter |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.