Terug
Gepubliceerd op 14/11/2022

2022_CBS_09015 - District Deurne. Boterlaarbaan 219 - 2022141 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming

college van burgemeester en schepenen
do 10/11/2022 - 09:00 digitaal
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09015 - District Deurne. Boterlaarbaan 219 - 2022141 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming 2022_CBS_09015 - District Deurne. Boterlaarbaan 219 - 2022141 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming

Motivering

Aanleiding en context

Op datum van 17 juni 2022 vroeg Jean Gakwaya Uwanyirigira om het pand gelegen Boterlaarbaan 219, district Deurne, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.  

De beoordeling gebeurde op basis van de volgende documenten:

  • plannen van de huidige toestand;
  • foto’s van de huidige toestand;
  • historische luchtfoto’s van Geo-punt Vlaanderen uit 1971; 1979-1990 en 2000-2003
  • luchtfoto’s van Google Earth uit 2004 – 2013 - 2019;
  • foto’s ‘Google Maps-streetView’ van de jaren 2011; 2014 en 2020;
  • kadastrale gegevens;
  • bewonersgegevens en bewonersgrafiek;
  • Vastgestelde bouwovertreding uit 2002;
  • volgende archiefstukken:
    1. goedgekeurde toelatingen uit 1923 en 1959


1. Bestaande juridische toestand
Geldende bestemmingsplannen:

Gewestplan:
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

 

Kadastrale gegevens:
Het pand, Boterlaarbaan 219 district Deurne, met kadastrale ligging (afd. 31) sectie B 234 Z2  is kadastraal gekend als huis tussen twee zijgevels zonder bewoonbare kelder, met drie woongelegenheden.

Voor dit pand werden de volgende relevante vergunningen / toelatingen verleend:

  • 01/01/1923: toelating (329#448) voor het bouwen van een huis;
  • 06/06/1959: toelating (627#19146) voor het uitvoeren van verbouwingswerken.

 

2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
 Het pand betreft een rijwoning met vier bouwlagen waarvan de bovenste zich in de daklaag bevindt onder een afgeplat schuin dak. Het pand bestaat momenteel uit een meergezinswoning met een appartement op de benedenverdieping, een appartement op verdieping 1 en een duplex-appartement verdeeld over de tweede verdieping en de daklaag.

In de achtertuin is een stenen tuinberging opgetrokken over één bouwlaag afgewerkt met een plat dak.

 

Overtredingen:
 Het pand werd gecontroleerd op 21/06/2002.Tijdens dit bezoek ter plaatse werd volgende overtreding vastgesteld:

  • het stallen van twee autowrakken in de voortuin.

Argumentatie

Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van wonen met drie woonentiteiten.

 

De bewijsvoering
Volgens de kadastrale gegevens dateert de ingebruikneming van het gebouw van tussen 1919-1930.

Uit de kadastergegevens blijkt verder dat, voor de inwerkingtreding van het gewestplan, reeds een drie woonentiteiten aanwezig waren in het pand. Het gebruik van dit pand werd niet gewijzigd.

 

Uit de bevolkingsgegevens blijkt dat tussen 1948 en 1965 er voornamelijk drie gezinnen tegelijk waren ingeschreven op dit adres. Vanaf 1966 tot 1979 wisselde het aantal tegelijk ingeschreven gezinnen tussen één en drie. Vanaf 1980 tot zeker 1997 wisselde het aantal tegelijk ingeschreven gezinnen tussen één en vier. Het aantal aangevraagde woningen bedraagt drie. De bewoning van het pand door drie gezinnen gedurende een lange periode, is dan ook bewezen.

 

Voor dit pand werden meerdere goedgekeurde bouwplannen teruggevonden in onze archieven. Deze bouwplannen dateren van 1923 en 1959. Na controle van deze bouwplannen blijken volgende stedenbouwkundige handelingen te zijn toegelaten:

  • gebruik / functie
    1. wonen
  • bouwvolume
    1. rijwoning opgetrokken over drie bouwlagen met een verhoogde kroonlijst onder plat dak;
    2. gelijkvloerse verdieping
      • bouwdiepte van het hoofdvolume over de gehele perceelsbreedte circa 8.50 meter;
      • op de linkerperceelsgrens een circa 4.20 meter brede uitbouw tot op een bouwdiepte van circa 12 meter
    3. 1ste verdieping
      • bouwdiepte van het hoofdvolume over de gehele perceelsbreedte circa 8,50 meter;
      • op de linkerperceelsgrens een circa 4.20 meter brede uitbouw tot op een bouwdiepte van circa 12 meter;
    4. 2de verdieping
      • bouwdiepte van het hoofdvolume over de gehele perceelsbreedte circa 8,50 meter;
    5. daklaag
      • plat dak met nokhoogte van circa 12 m en een verhoogde kroonlijst tot circa 13 m. 
  • dak- en gevelafwerking
    1. de gebruikte gevelmaterialen van de voor- en achtergevel werden niet vermeld op de goedgekeurde bouwplannen;
    2. de gelijkvloerse voorgevel bevat een dubbele inkomdeur die toegang geeft naar de onderdoorrit met ingang naar de woningen, met daarnaast een raamopening;
    3. op de beide bovenverdiepingen bevinden zich twee naast elkaar gelegen raamopeningen;
    4. zowel de voorgevel als de verhoogde kroonlijst bevatten sierelementen;
    5. dakbedekking: werd niet vermeld op de goedgekeurde bouwplannen.
  • inrichting
    1. op de benedenverdieping is er een onderddoorrit langsheen de rechter perceelsgrens met naastgelegen woonvertrekken, zijnde een salon, slaapkamer en een keuken met achterliggende ruimte;
    2. de bouwplannen geven geen informatie over de aanwezigheid van een constructie in de achtertuin.

 

Na controle van de opgevraagde documenten en de ingediende dossierstukken blijkt het volgende:

  • de luchtfoto’s van Geo-punt Vlaanderen uit 1971 bevat onvoldoende bewijs om te concluderen dat de ruwbouw van het huidige bouwvolume van de woning voltooid was vóór 4 november 1979;
  • uit de bijgevoegde bouwplannen van de huidige toestand van het pand blijkt dat
    1. de gelijkvloerse verdieping anders werd ingedeeld. Zo werd de onderdoorrit omgevormd tot inkomhal voor de woningen. Het vergunde bouwvolume werd over de ganse perceelbreedte uitgebreid tot op een maximale bouwdiepte van circa 16,40 meter. Binnen dit heringerichte en uitgebreide bouwvolume realiseerde men -door middel van constructie stedenbouwkundige handelingen- een één-slaapkamerappartement van  circa 73,5 m². Er zijn geen concrete aanwijzingen waaruit blijkt dat deze wijzigingen hebben plaatsgevonden vóór 9 november 1979.Het bouwvolume en de inrichting van de huidige gelijkvloerse woonfunctie wordt dan ook geacht als zijnde onvoldoende bewezen. Bijgevolg zal de inrichting en het bouwvolume van het huidige gelijkvloers met een woonfunctie uitgesloten worden van opname in het vergunningenregister;
    2. het huidige bouwvolume achteraan de eerste verdieping is gewijzigd ten opzichte van de afgeleverde toelating van 6 juni 1959. Ook de indeling van deze bouwlaag werd gewijzigd van een woonentiteit met één slaapkamer naar een woonentiteit met twee slaapkamers met een netto-vloeroppervlakte van circa 50 m². Er zijn geen concrete aanwijzingen waaruit blijkt dat deze wijzigingen hebben plaatsgevonden vóór 9 november 1979.Het bouwvolume en de inrichting van de huidige woonfunctie op de eerste verdieping wordt dan ook geacht als zijnde onvoldoende bewezen. Bijgevolg zal de inrichting en het bouwvolume van de eerste verdieping met een woonfunctie uitgesloten worden van opname in het vergunningenregister;
    3. het huidige bouwvolume en indeling van het duplex-appartement op de tweede en derde verdieping werd -ten opzichte van de goedgekeurde toelatingen uit 1923 en 1959- anders uitgevoerd. Zo werd er een bijkomende vierde bouwlaag onder schuin dak met dakkapel toegevoegd aan dit pand. Het bijgebouwde dakvolume is onvoldoende zichtbaar op de luchtfoto’s van Geo-punt Vlaanderen uit 1971. Pas op de luchtfoto’s van Geo-punt Vlaanderen die genomen werden vanaf 1979 is deze bijkomende bouwlaag duidelijk waarneembaar. Bijgevolg zijn er geen concrete aanwijzingen waaruit blijkt dat deze wijzigingen hebben plaatsgevonden vóór 9 november 1979. De inrichting van de derde verdieping en het bijbouwen van deze bijkomende daklaag wordt dan ook geacht als zijnde onvoldoende bewezen. Bijgevolg zal de inrichting van het duplex-appartement op de tweede en derde verdieping en het gewijzigde dakvolume uitgesloten worden van opname in het vergunningenregister;
    4. door het toevoegen van het schuine dak met langs de straatzijde een dakkapel wijzigde het voorgevelaanzicht van de woning ten opzichte van de goedgekeurde toelatingen uit 1923 en 1959. Ook de vergunde sierelementen aan de voorgevel zijn vandaag niet langer aanwezig. De foto’s van Google Maps-streetView’ daterend uit 2011, 2014 en 2020 bewijzen dat de werken toen reeds waren uitgevoerd. Er zijn verder geen concrete aanwijzingen waaruit blijkt dat deze wijzigingen hebben plaatsgevonden vóór 9 november 1979. De vergunde toestand van de huidige opbouw van de voorgevel word dan ook geacht als zijnde, onvoldoende bewezen. Bijgevolg zal de volledige voorgevel worden uitgesloten van opname in het vergunningenregister;
    5. achteraan het perceel staat momenteel een stenen tuinberging opgetrokken over één bouwlaag onder plat dak. Deze constructie is zichtbaar op de luchtfoto’s van Geo-punt Vlaanderen genomen tussen 1979 en 1990 en op de luchtfoto’s van Google earth genomen op 8 juni 2004. Bijgevolg zijn er geen concrete aanwijzingen waaruit blijkt dat de ruwbouw van deze tuinberging werd voltooid vóór 9 november 1979. De vergunde toestand van de huidige tuinberging achteraan de tuinzone wordt dan ook geacht als zijnde, onvoldoende bewezen. Bijgevolg zal deze stenen tuinberging uitgesloten worden van opname in het vergunningenregister.

 

Voorgaande bewijst voldoende dat de huidige indeling en het bouwvolume van zowel het hoofdgebouw als de tuinberging dateert van na de Wet op de Stedenbouw (22 april 1962) alsook van na het van kracht zijnde gewestplan (9 november 1979).

Uit de bijgevoegde bewijsmaterialen blijkt dat de constructie, inclusief de functie van wonen met  drie woonentiteiten in aanmerking komen voor opname in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning met uitzondering van (zoals in rood aangeduid op de plannen):

  • het bouwvolume van de huidige woning;
  • de huidige inrichting van de woning;
  • de gewijzigde voorgevel van de woning;
  • de tuinberging achteraan het perceel.

Juridische grond

Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd voor 22 april 1962 ofwel tussen deze en voor de eerste invoering van het gewestplan (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.

Regelgeving: bevoegdheid

Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van  artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt kennis van de opname van de constructie Boterlaarbaan 219, district Deurne, inclusief de functie van wonen met  drie woonentiteiten, in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning, met uitsluiting van het bouwvolume van de huidige woning, de huidige inrichting van de woning, de gewijzigde voorgevel van de woning, de tuinberging achteraan het perceel.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan het kadaster voor eventuele aanpassing van de kadastrale gegevens.

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ stadstoezicht (MV/ST) voor eventueel verder gevolg.

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ bestuurlijke handhaving (MV/ BH)voor eventueel verder gevolg.

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen DL/huisnummering voor eventuele aanpassing van de gegevens.