Op datum van 6 november 2021 vroeg Chantal Walraven om het pand gelegen Troyentenhoflaan 69, district Berchem, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.
De beoordeling gebeurde op basis van de volgende documenten:
1. Bestaande juridische toestand
Geldende bestemmingsplannen:
Gewestplan:
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Kadastrale gegevens:
Het pand, Troyentenhoflaan 69 district Berchem, met kadastrale ligging (afd. 23) sectie C 220 T2 is kadastraal gekend als huis zonder bewoonbare kelder in gesloten bebouwing. Opgetrokken over twee bouwlagen met een bewoonbare daklaag. Er is één woongelegenheid aanwezig in het pand. Op het perceel is één garage aanwezig.
Voor dit pand werden de volgende relevante vergunningen / toelatingen verleend:
2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft een eengezinswoning in cottagestijl met drie bovengrondse bouwlagen onder een schuin dak, haaks op de voorgevelbouwlijn. Het pand heeft tevens een half ondergrondse bouwlaag, ingericht als kelder en berging. De bovenste bouwlaag bevindt zich onder het schuine dak, dat in het rechtse dakvlak voorzien is van een dakkapel. Het pand heeft aan de straatzijde een uitspringende erker op de benedenverdieping, die op de eerste verdieping is afgewerkt met een houten sierbalustrade.
Het pand heeft op de gelijkvloerse verdieping een totale bouwdiepte van circa 15 meter. Aansluitend aan dit bouwvolume is er langsheen de linkerzijde een kast/berging die het hoofdvolume verbindt met de garage.
De eerste verdieping is in hoofdzaak ingericht met slaapkamers en een badkamer. Deze bouwlaag heeft een beperkte getand uitbouw tot een bouwdiepte van circa 13 m. Het overige gedeelte van deze bouwlaag bezit een bouwdiepte van circa 12 m.
De bouwdiepte van het bouwvolume onder het schuine dak, beperkt zich eveneens tot circa 12 m.
De gevels van de woning zijn in hoofdzaak afgewerkt met een rode baksteen.
De voorgevel is deels afgewerkt met een wit geschilderde gevelbepleistering.
Op het schuine dak van het hoofdgebouw liggen rode dakpannen.
Op het perceel is achteraan een garage opgetrokken over één bouwlaag en afgewerkt met een plat dak. Deze garage is toegankelijk vanaf het openbaar domein via de Lodewijk De Konickstraat. De garage is eveneens toegankelijk vanuit de tuinzone door middel van twee grote houten deuren.
Het perceel heeft langs de rechterzijde een doorgang van circa 1 m breed. Deze loopt helemaal door tot achteraan in de tuinzone. Ter hoogte van de achtergevel van de woning is de doorgang afgesloten door middel van een houten poort.
Overtredingen:
Er werd geen proces-verbaal van overtreding teruggevonden.
Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van wonen en één woonentiteit.
De bewijsvoering
Volgens de kadastrale gegevens dateert de ingebruikneming van het gebouw van tussen 1919 en 1930. Uit de kadastergegevens blijkt verder dat, vóór de datum van het gewestplan, reeds een eengezinswoning aanwezig was in het pand.
Het gebruik van dit pand werd niet gewijzigd.
Uit de bevolkingsgegevens blijkt dat het pand tussen 1947 en 1988 in hoofdzaak in gebruik was als een eengezinswoning. Het aantal aangevraagde woningen bedraagt één. De bewoning van het pand door één gezin gedurende een lange periode, is dan ook bewezen.
Voorgaande bewijst voldoende dat de functie wonen en één woonentiteit, dateert van voor de inwerkingtreding van de Wet op Stedenbouw (22 april 1962).
Voor dit pand werd een bouwplan uit 1923 teruggevonden in onze archieven. Na controle van dit bouwplan blijken volgende stedenbouwkundige handelingen te zijn toegelaten:
Na controle van de opgevraagde documenten en de ingediende dossierstukken blijkt het volgende:
Verder werd er een bijkomend volume over een bouwlaag opgericht tegen de linkerperceelsgrens. Dit bijkomende volume bevindt zich tussen de woning en de constructie achteraan in de tuin. Uit de aangeleverde luchtfoto’s uit 1974 en 1977 blijkt echter dat de constructie in zijn huidig volume toen reeds was voltooid. De aangeleverde luchtfoto’s uit 1974 en 1977 leveren dan ook voldoende bewijs dat deze achterbouw werd opgericht vóór 9 november 1979.
Voorgaande bewijst voldoende dat het bouwvolume en de afwerking van de huidige constructie, dateert van vóór het van kracht zijnde gewestplan (9 november 1979).
Conclusie
Uit de bijgevoegde bewijsmaterialen blijkt dat de huidige constructie, inclusief de functie van wonen en één woonentiteit in aanmerking komen voor opname in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning.
Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd voor 22 april 1962 ofwel tussen deze en voor de eerste invoering van het gewestplan (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.
Regelgeving: bevoegdheid:
Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Het college beslist om de opname van de huidige constructie Troyentenhoflaan 69, district Berchem, inclusief de functie van wonen en één woonentiteit, in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning goed te keuren.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan het kadaster voor eventuele aanpassing van de kadastrale gegevens. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ stadstoezicht (MV/ST) voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ bestuurlijke handhaving (MV/ BH)voor eventueel verder gevolg. |
SW/V/SV | Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen DL/huisnummering voor eventuele aanpassing van de gegevens. |