Terug
Gepubliceerd op 14/11/2022

2022_CBS_08964 - Omgevingsvergunning - OMV_2021047819. Terbekehofdreef 21. District Wilrijk - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
do 10/11/2022 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08964 - Omgevingsvergunning - OMV_2021047819. Terbekehofdreef 21. District Wilrijk - Goedkeuring 2022_CBS_08964 - Omgevingsvergunning - OMV_2021047819. Terbekehofdreef 21. District Wilrijk - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021047819

Gegevens van de aanvrager:

VZW GasthuisZusters Antwerpen met als contactadres Oosterveldlaan 22 te 2610 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

VZW GasthuisZusters Antwerpen (0428651017) met als contactadres Oosterveldlaan 22 te 2610 Antwerpen

Ligging van het project:

Terbekehofdreef 21 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 44 sectie D nr. 148K

waarvan:

 

-     20210316-0029

afdeling 44 sectie D nr. 148K (centraal magazijn GZA terbeke)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de uitbreiding en actualisatie van vergunning voor een opslagmagazijn

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 6 januari 2006 verleende het college een vergunning aan A.Z. Sint Augustinus vzw voor het uitbaten van een magazijn voor materialen gebruikt in de ziekenhuisgroep (kenmerk AN2005/530). De vergunning is geldig tot 6 januari 2026.

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een uitbreiding en actualisatie van de bestaande vergunning.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

94,20 kW

17.3.2.2.2°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 tot en met 50 ton voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

6,60 ton

17.3.4.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1,72 ton

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

0,42 ton

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

+ 78,50 kW

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

11 augustus 2022

26 september 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning

11 augustus 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

11 augustus 2022

17 augustus 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Fotografielaan, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 29 april 2005. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor industrie en openbare wegenis.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Het eigendom is volgens het gewestplan gelegen in industriegebied en volgens het geldend BPA Fotografielaan in een zone voor industrie.

 

Op 10 november 1980 is er een vergunning verleend voor het bouwen van een industriecomplex. Er wordt vastgesteld dat er beperkte wijzigingen zijn doorgevoerd tegenover deze vergunde toestand. Zo is het aantal parkeerplaatsen verminderd van 35 naar 9 en is er achteraan het perceel een volume voorzien (boogloods). Intern is de trap ter hoogte van de kantoorzone aan de achterzijde op een andere locatie voorzien en is er een personeelsruimte ingericht. Aan de hand van aangeleverde documenten is het niet mogelijk om deze wijzigingen af te toetsen aan de voorschriften van de bouwcode. Alle handelingen, werken en wijzigingen tegenover de laatst vergunde toestand dienen uitgesloten te worden.

 

Bijkomend is de aanvraag in strijd met de bestemmingsvoorschriften van het BPA. In de zone voor industrie is opslag en kantoren enkel toegelaten als essentiële aanvulling voor het oprichten of verder ontwikkelen van bedrijven binnen een zelfde bedrijfssite. Een opslagmagazijn in functie van ziekenhuizen in de omgeving van Antwerpen voldoet niet aan deze bestemmingsvoorschriften. Op 6 januari 2006 besliste het college van burgemeester en schepenen echter een milieuvergunning af te leveren voor dit opslagmagazijn. Op dat moment was het BPA reeds geldig en is er geoordeeld dat de te ontwikkelen activiteiten en de hierbij gepaard gaande mogelijke hinder verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving. Er kan bijgevolg een gunstig advies verleend worden.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

In het magazijn worden goederen opgeslagen voor de instellingen van Gasthuiszusters Antwerpen (GZA) Ziekenhuizen en GZA Zorg en Wonen. De producten worden geleverd per vrachtwagen, ter plekke gesorteerd en opgeslagen, om vervolgens opnieuw verdeeld te worden naar de verschillende vestigingen. De exploitant wenst de bestaande vergunning voor de ingedeelde inrichtingen te wijzigen met:

-     een verhoging van de opslag van ontvlambare producten;

-     omzetting/wijziging van de opslag van gevaarlijke producten naar de CLP-indeling;

-     een uitbreiding van de koelinstallaties;

-     een uitbreiding van de stookinstallaties.

 

De exploitant wenst volgende rubrieken op te nemen in zijn vergunning:

 

vergunde rubriek

hoeveelheid

nieuwe rubrieken

hoeveelheid

17.3.5.1 - ontvlambare vloeistoffen

271 liter

17.3.2.2.2°b) - ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2

6,6 ton

17.3.3.2 – oxyderende, schadelijke, corrosieve en irriterende stoffen

niet gekend

17.3.6.1°a) – irriterende stoffen

3.000 kg

17.3.4.1°a) – corrosieve stoffen

2.000 kg

17.3.7.1°a) – gezondheidsgevaarlijk op lange termijn

1.000 kg

 

 

17.3.8.1° - gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu

420 kg

17.3.4.2° - zeer licht ontvlambare en licht ontvlambare vloeistoffen

1.898 liter

niet langer van toepassing

-           

17.3.6.1°.b) - vloeistoffen met een ontvlammingspunt tussen 55°C en 100°C

100 liter

niet langer van toepassing

-           

17.3.7.1° - vloeistoffen met een ontvlammingspunt vanaf 100°C

200 liter

niet langer van toepassing

-           

17.3.2.2 - zeer giftige, giftige en ontplofbare stoffen

355 kg

Niet langer van toepassing

-           

 

De opslag van ontvlambare stoffen stijgt sterk van 271 liter naar 6,6 ton. De toename van de opslag van ontvlambaar materiaal is toe te schrijven aan de toename van ontsmettingsmateriaal op basis van alcohol in kleine individuele verpakkingen(als gevolg van Covid). De opslag vindt plaats in:

-     een inpandig opgestelde container PMGE_F1 (4.800 liter);

-     een brandveiligheidskast PMGE_F2 (300 liter);

-     een buiten opgestelde container PMGE_F3 (4.200 liter).

 

De containers zijn brandveilig en staan opgesteld op minimaal vijf meter van de andere gevaarlijke producten. De container in openlucht staat opgesteld in de zuidwestelijke hoek van het terrein. De andere gevaarlijke producten worden gegroepeerd opgeslagen in rekken, voorzien van lekbakken. De producten worden niet in bulk opgeslagen; de individuele verpakkingen zijn relatief klein. Bij lekkage zal slechts een beperkt volume vrijkomen. Gelet op de preventieve maatregelen die voorzien zijn, is het risico op bodemverontreiniging beperkt.

 

De oude airco’s met een totaal vermogen van 11,1 kW werden vervangen door zes airco’s:

 

toestel

elektrisch vermogen

koelmiddel

GWP

locatie

airco magazijn

22,3 kW

11,5 kg R410a

24 ton CO2-eq

parking achteraan

airco koele ruimte

22,3 kW

11,5 kg R410a

24 ton CO2-eq

parking achteraan

airco magazijn

12,9 kW

11,5 kg R410a

24 ton CO2-eq

parking achteraan

airco oude bureau’s

11,1 kW

5,4 kg R407c

9,42 ton CO2-eq

parking achteraan

airco magazijn TD

11,07 kW

1,3 kg R32

0,88 ton CO2-eq

dak

airco bureau/refter

13,84 kW

1,92 kg R32

1,3 ton CO2-eq

dak

 

Verder zijn nog twee vrieskasten en vijf koelkasten aanwezig, die samen 2,92 ton CO2-equivalent vertegenwoordigen. De totale elektrische drijfkracht voor de koelinstallaties bedraagt 94,2 kW.
Opgemerkt wordt dat een groot deel van de CO2-equivalenten afkomstig is van de airco’s die gebruik maken van R410a, met een hoog GWP van 2.088. De productie van dit koelmiddel wordt tegen 2030 beperkt tot 20% ten opzichte van de periode 2009-2012. Het gebruik van dit koelmiddel is niet verboden en mits een regelmatig onderhoud is het risico op vrijstelling eerder beperkt. De vergunning voor de ingedeelde inrichtingen of activiteiten loopt nog tot 2026. Als bijzondere voorwaarde wordt opgelegd dat tegen de (eventuele) hervergunning nagekeken wordt of het koelmiddel vervangen kan worden door een koelmiddel met een lager GWP.

De vergunde gasluchtverhitters (4x 63 kW, 2x 78 kW) werden vervangen door zeven gasluchtverhitters van elk 68,3 kW, geïnstalleerd in het magazijn. Daarnaast werd een bijkomende stookinstallatie voorzien van 8,4 kW. Het totaal vermogen van de verbrandingsinstallaties stijgt met 78,5 kW tot 541,5 kW.

 

Er wordt slechts een debiet van 358 m³ per jaar huishoudelijk afvalwater geloosd, waardoor dit niet ingedeeld is als ingedeelde inrichting of activiteit en uit de vergunning geschrapt kan worden. In het besluit van 2006 werd een bijzondere milieuvoorwaarde opgenomen met betrekking tot de controle en beoordeling van normaal huishoudelijk afvalwater. De voorwaarde wordt niet meer als bijzondere voorwaarde opgenomen aangezien dit ondertussen geregeld wordt in de Vlarem-wetgeving. De opgelegde brandweervoorwaarden worden vervangen door deze opgenomen in het voorwaardelijk gunstig brandpreventieverslag BW/NE/2022/G.00052.WI.0003 (als bijlage).

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De gevraagde aanpassing van de vergunning verhoogt het risico voor mens en milieu niet. Er kan, mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden, gunstig advies gegeven worden.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

94,20 kW

17.3.2.2.2°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 tot en met 50 ton voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

6,60 ton

17.3.4.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1,72 ton

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

0,42 ton

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

+ 78,50 kW

 

Gecoördineerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

94,20 kW

17.3.2.2.2°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 tot en met 50 ton voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

6,60 ton

17.3.4.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1,72 ton

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

0,42 ton

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

541,50 kW

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

1. Ten laatste tegen 6 januari 2026 wordt nagekeken of het koelmiddel vervangen kan worden door een koelmiddel met een lager GWP.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

3 augustus 2022

Volledig en ontvankelijk

11 augustus 2022

Start openbaar onderzoek

24 augustus 2022

Einde openbaar onderzoek

22 september 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 november 2022

Verslag GOA

3 november 2022

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

24 augustus 2022

22 september 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. Ten laatste tegen 6 januari 2026 wordt nagekeken of het koelmiddel vervangen kan worden door een koelmiddel met een lager GWP.

Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/NE/2022/G.00052.WI.0003 zijn van toepassing.

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

94,20 kW

17.3.2.2.2°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen (gevarenpictogram GHS02) van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 tot en met 50 ton voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders, als de inrichting volledig gelegen is in industriegebied;

6,60 ton

17.3.4.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1,72 ton

17.3.6.1°a)

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

3 ton

17.3.7.1°a)

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied;

1 ton

17.3.8.1°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit meer dan 100 kg ton tot en met 2 ton;

0,42 ton

43.1.1°a)

stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas.

541,50 kW


Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is tot 6 januari 2026, de eindtermijn van de lopende vergunning.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.