Terug
Gepubliceerd op 14/11/2022

2022_CBS_09013 - District Berchem. Lange Pastoorstraat 8 - 202249 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming

college van burgemeester en schepenen
do 10/11/2022 - 09:00 digitaal
Kennis genomen

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_09013 - District Berchem. Lange Pastoorstraat 8 - 202249 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming 2022_CBS_09013 - District Berchem. Lange Pastoorstraat 8 - 202249 - Vraag tot opname vergunningenregister wegens vermoeden vergunning - Kennisneming

Motivering

Aanleiding en context

Op datum van 4 maart 2022 vroeg Karin Cornelissen om het pand gelegen Lange Pastoorstraat 8, district Berchem, op te nemen in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning. 

De beoordeling van de aanvraag gebeurde aan de hand van volgende stukken:

  • plannen van de huidige toestand;
  • foto’s van de huidige toestand;
  • kadastrale gegevens;
  • bewonersgegevens en bewonersgrafiek;
  • gegevens vanuit het KBO;
  • toelating van 12 februari 1909 met inventarisnummer 956#4492;
  • toelating van 5 mei 1933 met inventarisnummer 1275#2116;
  • huurgelden van de huurhuizen van de C.O.O. volgens “grootboek der ontvangsten” met inventarisnummers 860#6559 en 86A#6575;
  • proces-verbaal van 13 december 2016 met het nummer 11002_2015_110;
  • foto’s genomen tijdens de controle in functie van het proces-verbaal van 13 december 2015;
  • aangetekend schrijven van aanvrager t.a.v. college van burgemeester en schepenen van 2 november 2017 (met afgiftebewijs);
  • getuigenverklaringen;
  • Watertarificatie Antwerpse waterwerken van 21 februari 1994.

1. Bestaande juridische toestand
Geldende bestemmingsplannen:

Gewestplan:
Het goed is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.) 

Kadastrale gegevens:
Het pand, Lange Pastoorstraat 8 district Berchem, met kadastrale ligging (afd. 23) sectie B 601 E  is kadastraal gekend als huis met drie woongelegenheden.

Voor dit pand werden de volgende relevante vergunningen / toelatingen verleend:

  • toelating van 12 februari 1909 voor het bouwen van twee winkelhuizen (956#4492);
  • toelating van 5 mei 1933 voor het plaatsen van een zonnetent (1275#2116).

2.Bestaande feitelijke toestand
Omschrijving van de bestaande toestand:
Het pand betreft een rijwoning met drie bouwlagen en bewoonbare daklaag onder een plat dak en bestaat momenteel uit een appartement op het gelijkvloers met slaapkamer op verdieping 1 in de achterbouw (verbonden door een interne trap), een appartement op verdieping 1 in de hoofdbouw, een appartement op verdieping 2 en een appartement in de daklaag.

Overtredingen:
 Op 29 juni 2015 werd het pand gecontroleerd. Er is een proces-verbaal opgesteld met nummer 11002_2015_110. Van het PV werd akte genomen op 13 december 2016. De volgende vaststellingen werden gedaan:

  • De hoofdfunctie van de gelijkvloerse verdieping werd gewijzigd van handel naar wonen. Deze wooneenheid werd via een inwendige trap verbonden met de links achteraan gelegen kamer.
  • Het aantal woongelegenheden werd gewijzigd van een ééngezinswoning naar een pand met 4 wooneenheden.

Argumentatie

Het voorwerp
De aanvraag betreft de vraag tot opname in het vergunningenregister van een constructie met de functie van wonen met vier woonentiteiten, respectievelijk één woning op het gelijkvloers met slaapkamer op verdieping 1 in de achterbouw (verbonden door een interne trap), één woning op verdieping 1 in de hoofdbouw, één woning op verdieping 2 en één woning in de daklaag.

De bewijsvoering
Uit de kadastergegevens blijkt dat, voor de datum van het gewestplan (9 november 1979), reeds drie woningen aanwezig waren, verspreid over drie verdiepingen (gelijkvloers, eerste-, tweede verdieping) en een bewoonbare daklaag.

 

Uit de bevolkingsgegevens blijkt dat het aantal ingeschreven gezinnen sinds de volkstelling in 1947 tot 1966 zeker vier bedroeg. In 1967 daalde het aantal inschrijvingen naar drie tot 1977. Sinds 1978 steeg het aantal inschrijvingen met regelmaat opnieuw naar vier gezinnen tot eind jaren 80. Begin jaren 90 stond het pand enkele jaren leeg. Nadien steeg het aantal inschrijvingen opnieuw trapsgewijs naar vier gezinnen tot op heden.

 

De woongrafiek komt gedeeltelijk overeen met de verklaring van de aanvrager die per aangetekend schrijven gericht aan het college van burgemeester en schepenen dd. 2 november 2017 beweert het gebouw te hebben aangekocht in 1994 op het moment dat het al een tijd leeg stond. Vlak voor de leegstand zou het pand in gebruik geweest zijn door vier gezinnen en was er geen winkel meer aanwezig op het gelijkvloers. 

 

De aanvrager leverde een aantal bewijsstukken aan die de aanwezigheid van vier woningen (zonder winkel) voor de datum van het gewestplan (9 november 1979) moeten staven. Voor de verificatie van de bewijzen wordt vertrokken van de omschrijving en chronologie zoals aangeleverd bij het dossier en opgesomd in het aangetekend schrijven dd. 2 november 2017:

 

  • Bewijsstuk 1: getuigenverklaring voormalig bewoner

"Hij is een bewoner van het huis geweest van 1953 tot 1978 en verklaart dat er toen hij kind was een winkel was en vier wooneenheden. De winkelier woonde in de kamer achter de winkel op het gelijkvloers en in de kamers van de achterbouw op het gelijkvloers en de verdieping. Verder woonden er nog drie andere gezinnen op de dríe verdiepingen. Hij verklaart dat de winkel definitief gesloten werd bij het overlijden van de winkelier."

 

Volgens de oude bewonerskaarten stond het gezin van A.M. ingeschreven in de periode 1952 - 1978 en volgens de "Grootboeken der ontvangsten" van het C.O.O. (Commissie van Openbare Onderstand, de voorganger van het O.C.M.W.) betaalden zij huurgelden in september 1970 en augustus 1976 (zie verder). Volgens de verklaring van A.M.  woonden zij op de tweede verdieping.

 

Op 12 februari 1909 werd er toelating gegeven voor het bouwen van twee winkelhuizen (Lange Pastoorstraat 8 en 10). De plannen tonen een winkel op de plaats waar zich nu de woonkamer van de gelijkvloerse woning bevindt. Op 5 mei 1933 werd er aan de heer L. toelating gegeven voor het plaatsen van een zonnetent (zie verder). Dit staaft de verklaring dat de heer Leenaerts de voormalige uitbater zou geweest zijn van de winkel op het gelijkvloers. Volgens oude woonkaarten stond de heer L. met zijn vrouw ingeschreven in de periode 1947 - 1971. Er zijn geen bewonersgegevens van voor de volkstelling in 1947 gekend. Dit staaft de verklaring dat de winkeluitbater(s) achter de winkel woonden.

 

A.M. benoemt bijkomend nog twee gezinnen die op de 1e en 3e verdieping woonden: de familie L. (3e verdieping) wordt teruggevonden in de bewonershistoriek in de periode 1947 - 1960 en 1961 - 1966.

 

  • Bewijsstuk 2: getuigenverkaring buur

"Zij is bewoner van het huis Lange Pastoorstraat 6 in Berchem van de jaren'70 tot nu en verklaart dat er geen winkel was vanaf toen ze er kwam wonen en dat er vier wooneenheden waren."

 

P.C. verklaart dat ze nog voor haar tiende verjaardag in de Lange Pastoorstraat 6 kwam wonen (dus voor 1977). Dit is tegenstrijdig met de gegevens volgens de CRS woonkaarten van Lange Pastoorstraat 6: het betrokken gezin werd pas ingeschreven in 1981. Volgens de geverifieerde informatie in de getuigenverklaring van A.M. stond de winkeluitbater niet meer ingeschreven sinds 1971. Een zekere "Jos" die op het gelijkvloers zou gewoond hebben (al dan niet doelend op de winkeluitbater) kon niet teruggevonden worden in de bewonershistoriek van het pand Lange Pastoorstraat 8. Een zekere "Mariette en man" die op de eerste verdieping zouden gewoond hebben konden niet teruggevonden worden in de bewonershistoriek. P.C. heeft geen weet van wie er op de eerste en tweede verdieping woonden.

Gezien de getuigenverklaring te veel onduidelijkheden bevat, levert dit onvoldoende bewijs voor het huidige aantal woningen. De getuige kon evenmin gecontacteerd worden voor verdere toelichting gezien het ontbreken van contactgegevens.

 

  • Bewijsstuk 3: watertarificatie (21/02/94) ontvangen vlak na de aankoop van het huis in 1994

"Het pand wordt bestempeld als een "burgershuis met 4 gezinnen", dus vier wooneenheden. Zo was de toestand gekend bij het waterbedrijf voor ik eigenaar werd.”

 

Een beschreven toestand op 21 februari 1994 is geen bewijs voor de toestand van voor 9 november 1979. Volgens het aangetekend schrijven dd. 2 november 2017 kocht de aanvrager het pand op het moment dat het leegstond. Leegstand wijzigt op zich noch de functie, noch het aantal woningen. De vier gezinnen waar in de watertarificatie en verklaring van de aanvrager naar verwezen wordt in de periode voor de leegstand, zien we terug in de bewonersgrafiek in 1978 en jaren 80 (zie eerder).

 

  • Bewijsstuk 4: archiefstukken Felixarchief
    1. 4a: de bouwtoelating voor het plaatsen van een zonnetent aan de voorgevel dd. 5 mei 1933 (1275#2116), aangevraagd door de heer Leenaerts

Volgens geverifieerde informatie in de getuigenverklaring van A.M. – op basis van de gegevens in deze toelating, CRS Persoon, oude bewonerskaarten – en huurgelden van de huurhuizen van de C.O.O. (zie verder), blijkt de heer L. de voormalige uitbater van de winkel op het gelijkvloers te zijn, die tot 1971 met zijn echtgenote op het gelijkvloers woonde in de vertrekken achter de winkel en in de achterbouw.

 

  1. 4b: uittreksels van de "Grootboeken der ontvangsten" van het C.O.O. met huurders die huurgelden betaalden in september 1970 (860#6559);

"In september 1970 was er een winkel en woonden er vier gezinnen waaronder het

gezin van de winkelier."

  1. 4c: uittreksels van de "Grootboeken der ontvangsten" van het C.O.O. met huurders die huurgelden betaalden in augustus 1976 (860#6575)

"In augustus 1976 was er geen winkel meer en vier gezinnen huurden een wooneenheid. De wooneenheid van de familie L. op het gelijkvloers en in de achterbouw is in augustus 1976 ingenomen door de familie G., met uitbreiding van de winkel die woonruimte wordt.”

 

In de bewonersgrafiek zien we een tijdelijke vermindering van het aantal ingeschreven gezinnen van zeker vier tot 1966 naar drie tot 1977 (zie eerder). Op basis van de oude woonkaarten en de huurgelden blijkt dat het vertrek / overlijden van de winkelier in 1971 (de heer L.) leidde tot een tijdelijke leegstand van (de woning bij) de voormalige winkel voor de familie G. er hun intrede nam in 1976, met een tijdelijke daling in de bewonersgrafiek tot gevolg. Hetzelfde geldt voor de periode hieraan voorafgaand, toen de woning op derde verdieping die tot 1966 op basis van oude woonkaarten en getuigenverklaring van A.M. werd bewoond door de familie L. pas rond 1970 opnieuw werd bewoond door de familie M.-D., dan wel A.VK, met een daling in het aantal gelijktijdig ingeschreven gezinnen tot gevolg. De opeenvolgende perioden leegstand van enkele woningen in de jaren 60 en 70 wijzigt noch het totaal aantal woningen, noch de functie. De huurgelden die in 1970 en 1976 betaald werden door vier afzonderlijk ingeschreven gezinnen, zijn een bewijs dat er voor 9 november 1979 reeds vier woningen aanwezig waren.

 

  • Bewijsstuk 5: verklaring P. V.d.B. , wijkagent voor de Lange Pastoorstraat

"Hij heeft mij bij een telefonisch contact verklaard dat:

- hij als agent werkt vanaf 1978

- hij in de beginjaren van zijn loopbaan geen wijkagent was voor de Lange Pastoorstraat, maar de wijk wel heel goed kende

- er in 1978 geen winkel was in de Lange Pastoorstraat op nummer 8"

 

Volgens de verklaring van de aanvrager in het aangetekend schrijven dd. 2 november 2017, aangeleverde plannen en KBO-gegevens is er in de huidige toestand geen sprake meer van een handelsfunctie op het gelijkvloers. De verklaring ligt in lijn met de analyse van de aangeleverde en gekende gegevens; er is geen indicatie dat er na 1971 nog een winkel zou geweest zijn op het gelijkvloers.

Bovendien bedraagt de bebouwde oppervlakte op het gelijkvloers volgens de aangeleverde plannen en kadastergegevens ca. 70m². Of er al dan niet een winkel aanwezig was op het gelijkvloers is van ondergeschikt belang voor de geacht vergunde toestand van het pand gezien de winkel niet (meer) bestaat en een eventuele wijziging van voormalige winkel tot woonkamer bij de woning op het gelijkvloers vrijgesteld is van vergunningsplicht gezien aan de vrijstellingsregels voor complementaire functies voldaan is. Bijgevolg is er geen sprake van het wijzigen van de hoofdfunctie van handel naar wonen zoals vermeld in het PV van 13 december 2016. 

 

  • Bewijsstuk 6: woonfiche van de woning

 

Analyse van de aangeleverde en door ons gekende informatie – waar ook de bewonerskaarten deel van uitmaken, levert voldoende bewijs voor de aanwezigheid van vier woningen die dateren van voor 9 november 1979 (zie ook voorgaande argumentatie). 

 

De aanvrager verklaart in het aangetekend schrijven dd. 2 november 2017 na de aankoop in 1994 renovatiewerken te hebben uitgevoerd zonder het bouwvolume, de buitengevels en de draagstructuur te wijzigen. 

Op de originele bouwplannen bij de bouwtoelating van 12 februari 1909 is de interne stalen wenteltrap in de achterbouw nog niet aanwezig. Volgens de originele plannen was er geen andere mogelijkheid de ruimte in de achterbouw om de eerste verdieping te betreden via het bordes van de trap in de voorbouw. De geprofileerde dagkant (met historische detaillering) van de oorspronkelijke deuropening is nog aanwezig volgens aangeleverde foto’s. De doorgang zelf is niet meer aanwezig door een melkglas dat achter de doorgang werd geplaatst, wellicht op het moment dat er een andere toegang tot de ruimte op de eerste verdieping in de achterbouw werd voorzien. De trap die de slaapkamer op de eerste verdieping met de rest van de woning op het gelijkvloers verbindt kan aan de hand van een foto die werd genomen in functie van het PV van 13 december 2016 niet gedateerd worden van voor 9 november 1979. De aanvrager leverde geen bewijzen aan waaruit blijkt dat de trap geplaatst werd voor 9 november 1979. Het plaatsen van een trap en het daarbij horende trapgat is een constructieve ingreep en is meldings- of vergunningsplichtig. Het plaatsen van de trapconstructie in de achterbouw en het maken van een trapgat in de vloerplaat van de achterbouw worden bijgevolg uitgesloten van opname. 

 

Conclusie

Uit de bijgevoegde bewijsmaterialen blijkt dat de constructie, inclusief de functie van wonen met vier woonentiteiten in aanmerking komen voor opname in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning met uitzondering van (zoals in rood aangegeven op de plannen):

  • Het plaatsen van de trapconstructie in de achterbouw en het maken van een trapgat in de vloerplaat van de achterbouw.

Juridische grond

Iedere constructie waarvan aangetoond is dat ze gebouwd werd voor 22 april 1962 ofwel tussen deze en voor de eerste invoering van het gewestplan (3 oktober 1979, van kracht 9 november 1979), dient te worden opgenomen in het vergunningenregister als “vergund geacht” in toepassing van artikel 5.1.3. §1 en §2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening.


Regelgeving: bevoegdheid:

Het college is bevoegd in het kader van de opmaak van het vergunningenregister en de actieve onderzoeksplicht in toepassing van  artikel 5.1.3 §1 en §2, en artikel 7.6.2. §1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college neemt kennis van de opname van de constructie Lange Pastoorstraat 8, district Berchem, inclusief de functie van wonen met vier woonentiteiten, in het vergunningenregister wegens vermoeden van vergunning, met uitsluiting van (zoals in rood aangegeven op de plannen):

  • Het plaatsen van de trapconstructie in de achterbouw en het maken van een trapgat in de vloerplaat van de achterbouw.

 

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.

Artikel 3

Het college geeft opdracht aan:

Dienst

Taak

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan het kadaster voor eventuele aanpassing van de kadastrale gegevens.

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ stadstoezicht (MV/ST) voor eventueel verder gevolg.

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen aan maatschappelijke veiligheid/ bestuurlijke handhaving (MV/ BH)voor eventueel verder gevolg.

SW/V/SV

Een duplicaat van deze beslissing te bezorgen DL/huisnummering voor eventuele aanpassing van de gegevens.