Terug
Gepubliceerd op 05/09/2022

2022_CBS_07115 - Omgevingsvergunning - OMV_2022007024. Plaatsnijdersstraat 2. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07115 - Omgevingsvergunning - OMV_2022007024. Plaatsnijdersstraat 2. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_07115 - Omgevingsvergunning - OMV_2022007024. Plaatsnijdersstraat 2. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022007024

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

VZW Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (0725891877) met als adres Plaatsnijdersstraat 2 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Plaatsnijdersstraat 2 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 11 sectie L nr. 3663B

waarvan:

 

-          20220118-0100

afdeling 11 sectie L nr. 3663B (KMSKA)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een museum (IIOA)

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De vergunningsaanvraag omvat de ingedeelde activiteiten verbonden aan het gerenoveerde museum.

 

Aangevraagde rubriek(en)

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2.a

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

6.825 m³/jaar

3.4.1.a

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,75 m³/uur

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

3x 300 kVA

16.3.2.b

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

555,20 kW

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

0,42 ton

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50 liter

43.1.1.b

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas.

1.844 kW

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Onroerend Erfgoed

31 mei 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel  5:   zone voor centrumfuncties - publieksgerichte gebouwen (ce5), artikel  7:   zone voor groen - (gr) en artikel  8:   zone voor publiek domein - (pu).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening


De aanvraag bevat geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen.


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Na een lange periode van renovatiewerken heropent het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten aan de Leopold de Waelplaats binnenkort de deuren. Het museum zal dagelijks geopend zijn van 10.00 tot 18.00 uur, avondopeningen tot 22.00 uur zijn voorzien maar de concrete invulling ervan is nog niet vastgelegd. De aanvrager geeft wel mee dat hiermee geen rustverstorende activiteiten gepaard gaan. Indien er een evenement wordt georganiseerd waarbij er buiten muziek kan worden gespeeld, zal dit steeds afzonderlijk aangevraagd worden. In het gebouw is een restaurant ondergebracht. Er worden jaarlijks 250.000 bezoekers verwacht.

 

De aan het museum verbonden ingedeelde activiteiten behoren, met uitzondering van de koelinstallaties, tot de klasse 3. Het gaat om het lozen van afvalwater, transformatoren, de opslag van gevaarlijke producten in kleine verpakkingen, verwarmingsinstallaties en een kleine mazouttank verbonden aan een niet-ingedeelde generator. 

Het huishoudelijk afvalwater wordt op basis van de bezoekersaantallen geschat op 6.825 m³ per jaar, het bedrijfsafvalwater is uitsluitend afkomstig van het restaurant en wordt geschat op een kleine 3.300 m³ per jaar. De stalen mazouttank van de noodgenerator is dubbelwandig, de gevaarlijke producten worden apart opgeslagen in de restauratieafdeling van het museum en het afval van deze producten wordt opgehaald door een erkend verwerker. De verwarmingsinstallaties zijn gasgestookt. De koelinstallaties zijn geplaatst op het vernieuwde dak, de afstand tussen de installaties en woningen in de Beeldhouwersstraat en Schildersstraat bedraagt circa 60 meter, wat als een ruime marge mag worden beschouwd. De koelinstallaties maken gebruik van het weliswaar klassiek maar toegelaten koelmiddel R134a met een GWP van 1430, wat niet echt een toekomstgerichte keuze kan genoemd worden. 

De ingedeelde activiteiten hebben onder normale exploitatie-omstandigheden en mits het respecteren van de geldende algemene en sectorale voorwaarden nauwelijks tot geen impact op de directe omgeving. Er bestaat geen aanleiding tot het formuleren van bijzondere voorwaarden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorgesteld de gevraagde vergunning toe te staan.

 

Geadviseerde rubriek(en)

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2.a

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

6.825 m³/jaar

3.4.1.a

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,75 m³/uur

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

3x 300 kVA

16.3.2.b

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

555,20 kW

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

0,42 ton

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50 liter

43.1.1.b

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas.

1.844 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van: 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 mei 2022

Volledig en ontvankelijk

31 mei 2022

Start openbaar onderzoek

9 juni 2022

Einde openbaar onderzoek

8 juli 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 september 2022

Verslag GOA

25 augustus 2022

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

9 juni 2022

8 juli 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2.a

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

6.825 m³/jaar

3.4.1.a

het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II;

0,75 m³/uur

12.2.1

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

3x 300 kVA

16.3.20b

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

555,20 kW

17.3.2.1.1.1.b

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

0,42 ton

17.4

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

50 liter

43.1.1.b

het stoken in installaties, met uitzondering van stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 300 kW tot en met 2.000 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied en gestookt wordt met aardgas.

1.844 kW

 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.


Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.