Terug
Gepubliceerd op 05/09/2022

2022_CBS_06880 - Omgevingsvergunning - OMV_2022070836. Van der Sweepstraat zn (zonder nummer) en nrs. 12-14. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_06880 - Omgevingsvergunning - OMV_2022070836. Van der Sweepstraat zn (zonder nummer) en nrs. 12-14. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_06880 - Omgevingsvergunning - OMV_2022070836. Van der Sweepstraat zn (zonder nummer) en nrs. 12-14. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022070836

Gegevens van de aanvrager:

NV TRIPLE LIVING met als contactadres Jan van Gentstraat 7 bus 402 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Fluvius System Operator (0477445084) met als contactadres Merksemsesteenweg 233 te 2100 Deurne (Antwerpen) en

NV TRIPLE LIVING (0829278932) met als contactadres Jan van Gentstraat 7 bus 402 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Van der Sweepstraat zn (zonder nummer) en nrs. 12-14 te 2000 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 11 sectie L nrs. 3925L5 en 3929/2

waarvan:

 

-     20220517-0071

afdeling 11 sectie L nrs. 3929/2 en 3925L5 (Triple Living NV)

-     20220519-0044

afdeling 11 sectie L nrs. 3929/2 en 3925L5 (Fluvius System Operator)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten, Kleinhandelsactiviteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het bouwen van een woontoren (Tower Zero) met ondergrondse parkeergarage, paviljoenen en het exploiteren van horecagelegenheden en ruimtes voor kleinhandel

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     17/07/2020: voorwaardelijke vergunning (OMV_2020057799) voor het slopen zonder wederopbouw.

Vergunde/huidige toestand

-     bouwrijp terrein.

Gewenste toestand

-     functie: woontoren (Tower Zero):

-     175 wooneenheden:

-     72 eenslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte tussen 52 m²  en 65 m²;

-     82 tweeslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte tussen 74 m²  en 156 m²;

-     21 drieslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte tussen 118 en 201 m²;

-     de gemiddelde netto vloeroppervlakte van alle wooneenheden bedraagt circa 80 m²;

-     semi-publieke buitenruimte;

-     detailhandel en reca in 3 paviljoenen;

-     ondergrondse parkeergarage (260 parkeerplaatsen);

-     bouwvolume: 

-     toren met amorfvormig grondplan;

-     18 bouwlagen onder plat dak met kroonlijsthoogte van circa 79 m;

-     3 vrijstaande paviljoenen en een lobby-paviljoen met inkomzone voor de appartementen;

-     gevelafwerking: 

-     donkergrijze beton en aluminium gevelbekleding;

-     buitenschrijnwerk in hout en staal in donkergrijze kleur;

-     inrichting buitenruimte: 

-     hoofdzakelijk verhard;

-     waterpartij.

Inhoud van de aanvraag

-     bouwen van een woontoren;

-     bouwen van 3 paviljoenen met reca en handel;

-     aanleggen buitenruimte.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft de exploitatie van een meergezinswoning met op het gelijkvloers een buurtcentrum en een ondergrondse parkeergarage.

 

Aangevraagde rubriek(en) 

 

Aangevraagde rubriek(en) Triple Living NV
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

4.106,25 m³ per jaar

12.1.1.1°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

200 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

102,85 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt.

0,33 ton

 

Aangevraagde rubriek(en) Fluvius System Operator
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA.

2 x 630 kVA

 

 

Omschrijving kleinhandelsactiviteiten

 

Het project bevindt zich langsheen de Van der Sweepstraat ter hoogte van huisnummer 12. Het terrein bevindt zich in het nieuwe stadsdeel ‘Nieuw Zuid’ in Antwerpen. De woontoren Tower Zero maakt een link tussen het historische Antwerpen en de nieuwe woonwijk aan de Schelde. In de aanvraag worden naast de woontoren vier losstaande paviljoenen gebouwd op het terrein. In ‘paviljoen Zuid’ en ‘Paviljoen West’ wordt in een handelsfunctie voorzien.

 

Er is op deze locatie nog geen voorgeschiedenis wat betreft kleinhandelsactiviteiten (nieuwbouwproject).

Het voorgenomen project betreft dus de exploitatie van een kleinhandelsgeheel (bestaande uit 2 units voor kleinhandelsactiviteiten groter dan 400 m²) gelegen in ‘Paviljoen Zuid’ en ‘Paviljoen West’ van de ontwikkeling van het woonproject Tower Zero Antwerpen. De oppervlakteverdeling is de volgende:

-     winkels gelegen in ‘Paviljoen Zuid’ hebben een netto handelsoppervlakte van 88 

-     winkels gelegen in ‘Paviljoen West’ hebben een netto handelsoppervlakte van 368 m².

 

Paviljoen West voorziet ruimte voor winkels ingedeeld in categorie D ‘Verkoop van andere producten’. De totale oppervlakte van deze ruimte bedraagt 368 m². Er zullen winkels gevestigd worden voor de verkoop van huishoudartikelen, elektro, wooninrichting, doe-het-zelf-materialen, auto- en fietsartikelen en alle artikelen met betrekking tot vrije tijd, sport, spel en hobby. Specifiek wordt gekozen voor boeken-, bloemen- en fietsenwinkels en potterie/keramiekwinkels.

 

Paviljoen Zuid voorziet ruimte voor winkels ingedeeld in categorie B ‘Verkoop van goederen voor persoonsuitrusting’. De totale oppervlakte van deze ruimte bedraagt 88 m². Er zullen winkels gevestigd worden met verkoop van textiel, kleding, mode-accessoires, schoenen, lederwaren, sieraden, reukwerk, cosmetica en andere persoonlijke verzorgingsproducten. Specifiek wordt gekozen voor sieradenwinkels. 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

5 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

5 juli 2022

4 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

De Vlaamse Waterweg nv/ De Vlaamse Waterweg nv - afdeling Zeeschelde-Zeekanaal

5 juli 2022

28 juli 2022

Voorwaardelijk gunstig

Departement Mobiliteit en Openbare Werken

5 juli 2022

9 augustus 2022

Geen bezwaar

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer

5 juli 2022

9 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

5 juli 2022

3 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

5 juli 2022

19 juli 2022

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

5 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

5 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

PROXIMUS/ Proximus

5 juli 2022

7 juli 2022

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies lucht – stedenbouwkundig aspect

5 juli 2022

6 juli 2022

Geen advies

Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn/ De Lijn Entiteit Antwerpen

5 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Water-link

5 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

5 juli 2022

13 juli 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

5 juli 2022

13 juli 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

5 juli 2022

26 juli 2022

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

5 juli 2022

29 juli 2022

Stadsbeheer/ Stadsreiniging/ sorteerstraatjes

5 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten

5 juli 2022

13 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu

5 juli 2022

12 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

5 juli 2022

13 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ grond- en pandendecreet

5 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Ruimtelijke Planning/ SOK

29 juni 2022

5 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

5 juli 2022

10 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

5 juli 2022

20 juli 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Nieuw Zuid, goedgekeurd op 17 juli 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor centrumfuncties (ce1).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
Het advies van de Vlaamse Waterweg is voorwaardelijk gunstig. Er wordt gesteld dat een verduidelijking en controle van de bijdragende oppervlaktes moet aangeleverd worden in combinatie met de afvoerwijze van de verharde oppervlaktes op het gelijkvloers waaruit moet blijken dat de aanvraag voldoet aan de verordening hemelwater.

-     Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • artikel 15 Breedte van een looppad:
    de gangen naar de liften versmallen op de verdiepingen tot een breedte van 90 cm over een lengte van meer dan 120 cm.

 

Algemene bouwverordeningen

-     Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    een voorgevel in donkergrijze kleur is niet kenmerkend;
  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht. Dit is niet het geval bij de keuken van het café;
  • artikel 27 Open ruimte
    Voortuinen zijn vrij van constructies met uitzondering van tuinafsluitingen, brievenbussen. Enkel de strikt noodzakelijke verhardingen zijn toegelaten. Vrijwel het hele maaiveld wordt verhard.

 

Sectorale regelgeving

-     MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
In opdracht van de projectontwikkelaar werd een plan-MER opgemaakt voor het projectgebied Nieuw Zuid op basis van het masterplan. Aanvullend werd een onderzoek tot MER opgemaakt voor de overige deelgebieden die in het RUP Nieuw Zuid werden opgenomen. Maatregelen om milieueffecten te verminderen werden in de voorschriften of het grafisch plan van het RUP doorvertaald. 

Op 20 september 2013 besliste de dienst MER aangaande het RUP Nieuw Zuid (deelgebieden Scheldekaaien en Parking Jan Van Gentstraat) dat het voorgenomen plan geen aanleiding geeft tot aanzienlijke negatieve gevolgen en dat dat de opmaak van een plan-MER in kader van het RUP niet nodig is. 

Op 25 september 2013 besliste de dienst MER aangaande het gemotiveerd verzoek tot ontheffing van de verplichting inzake milieueffectenrapportage voor het RUP Nieuw Zuid – deelgebied ‘projectgebied Nieuw Zuid’ – dat een ontheffing van de verplichting inzake milieueffectenrapportage toegekend kan worden.

In kader van voorliggende aanvraag werd een uitgebreide MER-screeningsnota uitgewerkt. Deze nota toont aan dat er geen aanzienlijke negatieve effecten optreden. 

-     Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied en de project-MER-screening toont aan dat gezien de talrijke, uitgebreide en projectgeïntegreerde maatregelen die op Nieuw Zuid en in de omgeving worden getroffen, er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-     Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-     Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen. 

Er werd een archeologienota opgemaakt door BAAC waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 12/01/2022 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/21180). Er werd geen programma van maatregelen opgemaakt. 

-     Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009. 
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voor Tower Zero maakt deel uit van de realisatie van het stadsontwikkelingsgebied Nieuw Zuid. Tower Zero is een woontoren. Het gelijkvloers wordt als een levendige plint uitgewerkt met drie publieke paviljoenen waarin detailhandel en horeca worden ondergebracht. De toren bevindt zich op de schakelplek tussen de historische stad en het stadsontwikkelingsproject Nieuw Zuid en stimuleert de doorwaadbaarheid van het gebied in verschillende richtingen. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving en verenigbaar met de bestemmingsvoorschriften van het RUP Nieuw Zuid.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Tower Zero is een woontoren. De positie van de woontorens wordt bepaald in het RUP. Ze worden verspreid geplaatst zodat ze elkaar niet beïnvloeden qua licht en zichten. De striga vormt het concept voor de stedelijke structuur van Nieuw Zuid. De wijk wordt onderverdeeld in 8 striga’s. Per striga kan één toren worden voorzien. Deze torens worden ingebed in de orthogonale rationaliteit van de wijk en worden ingewerkt in de laagbouw in functie van integratie in de wijk. De torens aan het begin en het einde van het stadsontwikkelingsproject vormen hierop een uitzondering. Dit is het geval voor Tower Zero.

 

De sculpturale toren op kolommen verheft zich bijna 12 meter boven het maaiveld en stimuleert op die manier de doorwaadbaarheid tussen de historische stad en het nieuwe stadsdeel. Vier vloeiende paviljoenen, onder en naast de toren, stimuleren het levendig maaiveld.

 

De inrichting van de semi-publieke buitenruimte op het perceel is afgestemd op het inrichtingsplan van de publieke ruimte voor de wijk Nieuw Zuid. Het ontwerp voorziet in een plein dat los van de terreingrenzen ageert. Gezien de prominente locatie van het terrein wordt een continuïteit van het omringende hard- en softscape voorgesteld. Zo vervloeit het omliggende landschap met de in te richten site en ondersteunt het landschapsontwerp de keuze om het terrein als semi-publieke zone in te richten. De aanleg is overwegend mineraal. Centraal onder het atrium van de toren wordt er een spiegelend watervlak voorzien en op het voorplein staan enkele bomen aan de inkomhal van de toren als begroeting. Aan het zuidelijke terras verrijken bomen de reca-functie. Enerzijds wordt het uitgangspunt van een doorlopend landschap ten zeerste geapprecieerd. Anderzijds wordt opgemerkt dat een overwegend minerale aanleg strijdig is met artikel 27 van de bouwcode en de klimaatdoelstellingen. Onverharde groene ruimte vermindert de stedelijke opwarming. Het maaiveld laat zich bovendien definiëren en lezen als voortuin. Voortuinen dienen vrij van constructies te zijn, met uitzondering van de strikt noodzakelijke verhardingen. De aanvraag voldoet hier niet aan.

 

De aanleg van het maaiveld werd eveneens ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst Publieke Ruimte. In hun advies maken ze enkele fundamentele opmerkingen waardoor ze aanbevelen om de inrichting van het maaiveld uit te sluiten uit de vergunning:

Procedureel advies

De inrichting van de semi-publieke ruimte en de aansluiting ervan op het openbaar domein werd voorafgaand onvoldoende besproken en afgestemd met de betrokken diensten van Stad Antwerpen/Stadsontwikkeling. Gezien het publieke karakter van de gelijkvloerse ruimte had deze bij voorkeur de procedure binnen SW/Publieke Ruimte gevolgd in functie van een gecoördineerd advies Publieke Ruimte.

 

Inhoudelijk advies

Het ontwerp voor de terreinaanleg kent vele conceptuele tekortkomingen. De volgende opsomming is niet limitatief:

-     Daar de diverse materialiseringen losgetrokken worden van de effectieve perceelsgrens, is de overgang tussen privaat en openbaar domein op het terrein allerminst leesbaar. Dit bemoeilijkt een transparant en efficiënt beheer en onderhoud van het openbaar domein. De stad is niet verantwoordelijk voor het onderhoud van privé-terreinen.

-     Sommige overgangen tussen de diverse materialen zijn technisch gezien moeilijk kwalitatief realiseerbaar, en allesbehalve beheerbaar. Zo eindigen de groenstroken hier en daar in zeer scherpe punten, waardoor de beplanting slechte groeikansen heeft (beperkte wortelruimte, hoeken die worden platgetreden).

-     Het gebruik van de gelijkvloerse ruimte, en vooral mogelijk misbruik van de pleinruimte wordt onvoldoende gestuurd of begeleid door de inrichting en materialisering. Zo is bijvoorbeeld de route naar de ondergrondse parking, voor autobestuurders, onvoldoende visueel begeleid vanaf de openbare weg, waardoor mogelijke conflictsituaties met zachte weggebruikers en het oneigenlijk gebruik van de pleinruimte niet uit te sluiten vallen.

-     De ontharding en vergroening van de pleinruimte op eigen perceel is slechts beperkt aanwezig, waardoor de inrichting van de publieke ruimte te weinig getuigt van een klimaatbestendige aanpak.

-     Gezien het semipubliek karakter van de gelijkvloerse ruimte is de route voor blinden en slechtzienden onvoldoende geïntegreerd.

-     De brandweertoegang aan de westkant impliceert een ingreep in de openbare groenzone. De aanvraag bevat geen voorstel hiervoor, noch werden hierover afspraken gemaakt met de stadsdiensten.

-     De brandweeropstelplaats aan de noordkant bevindt zich gedeeltelijk op een busperron. De geschetste draaicirkel om deze te bereiken, is niet mogelijk, gezien de opstand van het busperron. Ook stellen zich mogelijk conflicten met de inrichting van het busperron: op het plan zijn geen wachthuisjes en andere halte-infrastructuur aangeduid.

-     Het voetpad rond paviljoen West heeft niet overal de vereiste breedte van 1,50 meter.

-     De zuidelijke vluchtroute vanuit de parking loopt door een openbare groenzone.

-     SW/PR kan niet akkoord gaan met dit voorstel.

 

Gezien het voorgaande lijkt een bijkomend overleg met de betrokken stadsdiensten noodzakelijk  om tot een kwalitatief beheerbare en leesbare inrichting te komen. Vandaar dat SW/Publieke Ruimte adviseert om de inrichting van de publieke ruimte uit de vergunning te halen en via afzonderlijke vergunningsprocedure te laten verlopen, na vooroverleg met de betrokken stadsdiensten.”

 

Rekening houdend met de strijdigheid met artikel 27 en met het advies van Publieke Ruimte kan de voorgestelde aanleg van de semi-publieke ruimte niet gunstig geadviseerd worden. Als voorwaarde van de vergunning wordt opgelegd om de onbebouwde ruimte onverhard en groen aan te leggen, met uitzondering van de noodzakelijke toegangspaden (cf. bouwcode, artikel 27). Daarnaast moet de aanvrager in overleg treden met de stad in functie van het beheer van deze ruimte waarbij de continuïteit van de aanleg van het openbaar domein in de semi-publieke ruimte het uitgangspunt blijft bij deze gesprekken.

 

Visueel-vormelijke elementen

Tower Zero uit zich als een nieuw landmark door zijn sterke vormelijke uitstraling. De elegante, evenwichtige en minimalistische architecturale taal, evenals de positionering zorgen voor een natuurlijke en vloeiende inbedding in de stedenbouwkundige context. Tower Zero geeft met zijn onconventioneel volume antwoord op het architecturale vraagstuk van het belang van deze bijzondere plek. De toren maakt op een opvallende manier de transitie van het einde van een monumentaal historische stadsdeel naar het begin van een nieuw. De plek creëert tevens niet alleen de verbinding van het oude en het nieuwe stadsdeel, maar richt zich ook naar de Schelde in het noorden en de Konijnenwei/Gerechtshof in het zuiden. De vorm van de toren wil op een gelijkwaardige manier interageren met deze verschillende richtingen. De toren geeft met zijn zwierige vorm geen duidelijke richting aan, maar bedt zich op een zachte, maar toch gevarieerde manier in de stedelijke context in. Bovendien is de vorm van de toren een bewuste repliek op de strakke bouwvolumes, die de bouwblokken van de nieuwe stadsuitbreiding van Nieuw Zuid kenmerken.

 

De architecturale kwaliteit van het gebouw werd onderzocht in een hoogbouwnota en besproken op de Kwaliteitskamer architectuur. Op 25 juni 2021 werd de hoogbouwnota voorwaardelijk gunstig geadviseerd door de Kwaliteitskamer.

 

In de architectuur van de toren wordt de horizontaliteit geaccentueerd. De horizontale golvende gevelbanden met solide overkragingen in beton bepalen de vormentaal van het gebouw. Dynamiek in de gevel wordt gevormd door de inpandige privatieve buitenruimtes of loggia’s. Deze zorgen voor een dieptewerking in de ‘gecurvde’ gevels. De dubbele kolommen en uitspringende balustrade in glanzend metaal, die elke loggia van buitenaf duidelijk definiëren, geven de gevel een levendige en speelse aanblik. Bovendien brengen deze elementen detail in de gevel die op een geraffineerde manier de toren voorziet van een duidelijk woonkarakter. De voorwaarden voor het ‘gevelconcept’ zijn ontwikkeld uit de functionele aspecten van de plattegronden en de eisen voor duurzaamheid, oriëntatie, zon en windbelasting en zichtlijnen.

 

De vooraanstaande positie van Tower Zero als schakel tussen Nieuw Zuid en de historische binnenstad maakt de toren meer dan alle andere nieuwe torens tot een beeldbepalend ankerpunt. De keuze van het voorgestelde gevelmateriaal bekrachtigt deze beweging. De toren zal uitgevoerd worden in een zwarte betonkleur gecombineerd met zwart geanodiseerd aluminium en glas. Donkere kleuren worden omwille van de stedelijke opwarming niet gestimuleerd en de aanvraag vormt dan ook een afwijking op artikel 11 van de bouwcode. Er wordt echter een grondige motivatie uitgewerkt. De binnenstad, met name aan de Zuiderdokken, kenmerkt zich eerder door witte bepleisterde gevels. De aanwezige pakhuisarchitectuur die er nog aanwezig is wordt eerder gekenmerkt door roodbruine bakstenen. De bebouwing van Nieuw Zuid bevat hoofdtinten in nuances van beige, grijs en zwart. Het zwarte beton benadrukt het kleurenpalet van de nieuwe stadsuitbreiding. Omwille van deze motivering kan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode een afwijking worden toegestaan.

De Kwaliteitskamer uit wel zijn bezorgdheid over de kleurvastheid en UV-belasting van het zwarte beton. Op vraag van de Kwaliteitskamer werd een staal voorgelegd. De kleur zal aansluiten bij de betonkleur van blok 2 in striga 1 binnen het stadsontwikkelingsproject van Nieuw Zuid. Dit gebouw werd ontworpen door Kempe Thill. De Kwaliteitskamer wenst dat de aanvrager een schriftelijke verklaring van de architect aanlevert dat het voorgelegde staal effectief het te gebruiken materiaal zal zijn. Indien de kleur toch zal afwijken van de betonkleur van blok 2 in striga 1 Nieuw Zuid, dient opnieuw een staal voorgelegd te worden aan de Kwaliteitskamer. Tevens wil de Kwaliteitskamer betrokken worden bij de verdere detaillering van de gevelbekleding. De aanvraag is hierover immers zeer summier. Zo wordt niet bepaald of gewerkt wordt met prefabmateriaal dan wel met gestort beton in situ, waar de noodzakelijke voegen zich positioneren, of en op welke manier er reliëf en detaillering wordt gegeven aan zowel de pilotis als de gevel, …. Als voorwaarde van de vergunning wordt daarom opgelegd om de verdere uitwerking van de gevel en het materiaal voor te leggen aan de Kwaliteitskamer gekoppeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het project zet in op interactie in de verschillende lagen van het ontwerp. De ruimte op het gelijkvloers functioneert als semi-openbare ruimte, waar omwonenden, bewoners en passanten genieten van gemeenschappelijke pleinen met sociale functies. De architectuur wil het gemeenschapsgevoel bekrachtigen door de organisatie van de wooneenheden per verdieping rondom een open atrium. De bewoners van de toren delen een gaanderij die het contact met de buren aanmoedigt. Tussen de wooneenheden en de gaanderij wordt contact gelegd door ramen die uitgeven op de gaanderij. De zin voor interactie wordt geapprecieerd. Er wordt opgemerkt dat op alle verdiepingen dit contact wordt bewerkstelligd via ruime raampartijen. Enkel op de 18de verdieping is dit contact erg beperkt. Waar mogelijk moeten ter hoogte van de leefruimte (bureau, zithoek, inkom, eetkamer) bijkomende raampartijen voorzien worden die uitgeven op de gaanderij. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Door de toren hoog boven het maaiveld te tillen, genieten de bewoners al vanaf de eerste bouwlaag van een weids uitzicht. Het atrium zorgt ervoor dat alle appartementen een doorzontypologie kennen. Deze typologie is voor een woontoren hoogst uitzonderlijk en zorgt voor een optimaal wooncomfort. Het streven naar de doorzontypologie wordt geapprecieerd.

 

De 1ste tot de 4de verdieping tellen telkens 11 appartementen waarbij studio’s, één- en tweeslaapkamerappartementen met elkaar afgewisseld worden. Op de 5de tot en met de 13de verdieping worden telkens twee appartementen samengevoegd tot een drieslaapkamerappartement waardoor er 10 appartementen per bouwlaag ingericht worden. De 14de tot de 17de verdieping tellen opnieuw één appartement minder. Op deze bouwlagen worden 9 appartementen gesitueerd waaronder 2 drieslaapkamerappartementen per bouwlaag. In de kroon van de woontoren, op de 18de verdieping, wordt een extra hoge bouwlaag gerealiseerd met 5 zeer ruime appartementen met twee- en drie slaapkamers. Er wordt een voldoende ruime mix aan woningtypologieën gerealiseerd binnen het project.

 

De keuken in het café wordt niet voorzien van daglicht en zicht (bouwcode, artikel 24). Licht en zicht worden gezien als basiskwaliteiten voor ruimtes waar mensen langer verblijven, in dit geval het keukenpersoneel. De keuken moet een andere inplanting krijgen binnen het paviljoen zodat er een raamopening kan voorzien worden of er moet een visuele relatie gelegd worden tussen de keuken het café (type open keuken). Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Er zijn 72 bestaande bomen in de zone ten oosten het Edith Kielpad die werd aangeduid als striga 0 in het RUP Nieuw Zuid. In afwachting voor een ontwerp voor Tower Zero, werd deze zone tijdens de eerste fase van de infrastructuurwerken ingezaaid en beplant met 72 bomen. 9 bomen blijven behouden en 9 bomen worden herplant op de site. De overige 54 bomen worden in het park herplant. De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst voor Groen. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies en adviseren om de standaardvoorwaarden op te leggen over te behouden bomen. Deze voorwaarden moeten aan de vergunning worden gekoppeld.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst voor Klimaat en Leefmilieu. Zij gaven voorwaarden mee aan het ontwerp tijdens het hoogbouwtraject. Klimaat en Leefmilieu is van oordeel dat deze voorwaarden werden verwerkt in de aanvraag: “Het ontwerp voorziet in hemelwaterrecuperatie aangevuld met 2de circuitwater vanuit de collectieve regenput op het plein van de Gedempte Zuiderdokken. In dergelijk geval is een grijswaterrecuperatie (van douche- en keukenwater) inderdaad niet meer nodig. Dit wordt dan ook positief geadviseerd.

Het ontwerp voorziet de nodige aanpassingen in functie van de luchtkwaliteit en het omgevingsgeluid.

De beschrijvende nota verduidelijkt enkele elementen inzake energie (Balans beo-veld en kencijfers PV-systeem) die als voorwaarden waren opgelegd bij de gunstige beoordeling van de Hoogbouwnota. De initiatiefnemer voldoet daarmee aan de voorwaarden.”

 

De aanvraag wijkt af van artikel 15 van de gewestelijke verordening toegankelijkheid en moet in overeenstemming gebracht worden. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone maar door de omvang van het project is volgens het Onroerenderfgoeddecreet een archeologienota verplicht. Er werd een archeologienota opgemaakt en er werd geen programma van maatregelen aan gekoppeld. Er dient m.a.w. geen verder onderzoek te gebeuren. Tijdens de geplande werken kunnen echter nog restanten en muren van het lunet van Kiel gevonden worden. Deze dienen verplicht gemeld te worden onder de vondstmeldingsplicht. De dienst archeologie kan de waarde steeds komen inschatten en komen duiden. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

De aanvraag betreft het bouwen woontoren (Tower Zero) met ondergronds parkeergarage, paviljoenen en het exploiteren van horecagelegenheden en ruimtes voor kleinhandel.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 230 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van een woontoren met 175 appartementen, horeca en een ondergrondse parking:

-     17 appartementen < 60 m² met parkeernorm 1,05 = 17,85;

-     119 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,2 = 142,8;

-     39 appartementen > 90 m² met parkeernorm 1,35 = 52,65.

Voor de appartementen moeten er 213 parkeerplaatsen voorzien worden.

 

De drie paviljoenen op het gelijkvloers (horeca, handel,…) hebben volgende oppervlaktes: 410 m², 523 m² en 200 m². Voor de ruimte die groter is dan 500 m² wordt een parkeernorm van 3,3 ppl/100 m² gehanteerd wat neerkomt op 17 parkeerplaatsen. Voor de ruimtes die kleiner zijn dan 500 m² moeten er geen parkeerplaatsen voorzien worden.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 230.

 

De plannen voorzien in 260 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er worden 260 parkeerplaatsen voorzien in de ondergrondse parking.


In de stuurgroep van 6 oktober 2014 werden volgende zaken afgesproken omtrent parkeren op Nieuw Zuid:

  • Voor striga 0, 1 en 2 worden er 1022 parkeerplaatsen voorzien, dat zijn er 71 meer dan voorzien in het Masterplan;
  • Vanaf striga 3 wordt de bouwcode toegepast.


Voor de parkeerboekhouding komt dit neer op een overschot van 195 parkeerplaatsen voor de hele site.


BlokkenSTRIGAMASTERPLANBOUWCODEVOORZIEN#PP VZ vs MP#PP VZ vs BC#PP BC vs MP
FASE 11 t.e.m. 120-1-2951n.v.t.1.02271n.v.t.n.v.t.
FASE 213 t.e.m. 18347261370523392141
19 t.e.m. 24449990393543632404

25 t.e.m. 2951584664663080308
TOTAAL

2.0802.9333.1281.048195835


 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 260.

 

Dit aantal is toereikend.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Het advies van de stedelijke dienst Mobiliteit doet ook uitspraak over het de ontsluiting en bereikbaarheid, de fietsvoorzieningen en het laden en lossen.

 

Ontsluiting/bereikbaarheid

De parking is te bereiken via de Gentplaats. De weg naar de parking moet duidelijk vorm gegeven worden in de buitenaanleg zodat foutparkeren zoveel mogelijk tegengegaan wordt.

 

Fietsvoorzieningen

Voor de appartementen moeten er 473 fietsstalplaatsen voorzien worden:

- 72 appartementen met 1 slaapkamer = 72 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 144;

- 83 appartementen met 2 slaapkamers = 83 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 249;

- 20 appartementen met 3 slaapkamers = 20 x 4 (3 slaapkamere + 1 extra) = 80.

 

Voor de 3 paviljoenen moeten er 6 fietsstalplaatsen komen voor het personeel:

- Noord paviljoen van 410 m²: 2 fietsstalplaatsen voor personeel (0,60/100 m²);

- West paviljoen 523 m²: 3 fietsstalplaatsen voor personeel;

- Zuid paviljoen 200 m²: 1 fietsstalplaats voor personeel.

 

Daarnaast moeten er 14 fietsparkeerplaatsen komen voor de bezoekers:

- Noord paviljoen met 250 m² publiek toegankelijke oppervlakte: 5 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers (2.100 m²);

- West paviljoen met 368 m² publiek toegankelijke oppervlakte: 7 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers;

- Zuid paviljoen met 88 m² publiek toegankelijke oppervlakte: 2 fietsparkeerplaatsen voor bezoekers.

 

Er moeten in het totaal 479 fietsstalplaatsen voorzien worden en 14 fietsparkeerplaatsen.

 

In totaal worden er 496 fietsparkeerplaatsen voorzien op niveau -1, 476 fietsstalplaatsen en

20 cargo-bike stalplaatsen. Deze zijn te bereiken via een toegankelijke fietsenhelling.

 

Bovengronds worden er op plan 8 fietsparkeerplaatsen voorzien aan de achterkant van het Zuid paviljoen. Deze worden best aan de voorzijde voorzien in de buurt van de inkom. Er moeten ook aan de andere paviljoenen fietsparkeerplaatsen voorzien worden en dit in de buurt van de inkom.

 

Laden en lossen

Bij elk paviljoen moet men kunnen laden en lossen. Als de wegen naar de paviljoenen vrij toegankelijk zijn voor iedereen dan gaat er overal rond blok 0 en de paviljoenen fout geparkeerd worden. Het laden en lossen moet zodanig geregeld kunnen worden dat dit geen aanleiding geeft tot fout parkeren.”

 

Het advies wordt bijgetreden en de voorwaarden moeten aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Triple Living NV voorziet de ontwikkeling van het woonproject Tower Zero in Antwerpen. Het project is gelegen in Nieuw Zuid te Antwerpen ter hoogte van de Van der Sweepstraat 12. Naast de woongelegenheden in de hoogbouw zijn er ook een horecagelegenheid en twee ruimtes voor kleinhandel voorzien in de paviljoenen op het gelijkvloers. 

 

Voor het volledige complex wordt een noodstroomgenerator met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 200 kVA, de opslag van 400 liter mazout en een warmtepomp met een vermogen van 100 kW geïnstalleerd. Mazout wordt gebruikt voor de werking van de noodstroomgenerator. De warmtepomp staat in voor de verwarming en koeling in de sokkel en de paviljoenen op het gelijkvloers. 

 

Bij de uitbating van het café wordt huishoudelijk afvalwater geproduceerd met een debiet van 1,125 m³ per uur, 11,25 m³ per dag en 4.106,25 m³ per jaar. Er worden ook koelinstallaties met een totaal vermogen van 2,85 kW voorzien. 

 

De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels.

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Voor de realisatie van de ondergrondse parkeergarage zal er een bemaling noodzakelijk zijn. Deze zal in een latere fase door de aannemer aangevraagd worden. Er worden in de m.e.r.-screeningsnota wel reeds gegevens met betrekking tot de bemaling aangereikt. Zo zal de bemaling plaatsvinden binnen soilmixwanden die tot in de Boomse klei worden afgezet (circa 20 m -mv). Volgens ons inzicht wordt er op deze manier een hydraulisch afgesloten kuip gerealiseerd waardoor de verspreiding van verontreiniging, zettingen en het totale waterbezwaar kan beperkt worden. De berekende debieten (1.780 m³/dag voor de initiële fase en 235 m³/dag voor het stationair debiet gedurende 2 jaar!) doen echter anders vermoeden. Gezien de vele bij OVAM gekende verontreinigingen in de buurt, de mogelijke aantrekking van verzilt water en het grote totale waterbezwaar wordt er sterk aangeraden het bemalingsconcept grondig te herbekijken. De omgevingsvergunning voor deze bemaling moet bekomen worden vooraleer de werken mogen starten.

 

Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid

 

Doelstelling 1: Duurzame vestigingsmogelijkheden en vermijden van handelslinten

 

Het pand is gelegen in de zone voor verspreide bewinkeling volgens de Beleidsnota Detailhandel 2020. De nota stelt dat voor deze zone gelijkvloers handelsruimte of een andere commerciële functie mogelijk is, zolang deze kleinschalig en wijkverzorgend is. Het voorliggende project met een handelsgeheel van kleinschalige units ter ondersteuning van de nieuwe woonwijk Nieuw Zuid, past in de geformuleerde visie rond kleinhandel.

 

Het project maakt deel uit van het RUP Nieuw Zuid. Hierin staat de omgeving van het project aangeduid als Zone voor Centrumfuncties (Ce1). De zone is bestemd voor een combinatie van functies die typerend zijn voor het stadscentrum: wonen, alsmede detailhandel, reca, dansgelegenheden en feestzalen, toeristische logies, kantoren, diensten en vrije beroepen, ateliers, gemeenschapsvoorzieningen, socio-culturele voorzieningen, recreatieve voorzieningen, groene en verharde publieke en private ruimte en parkeren. De voorgestelde stadssupermarkt lijkt verenigbaar met deze omgeving waardoor voorliggende aanvraag voldoet aan de eisen van het RUP.

 

De aanvraag is niet gelegen op een bedrijventerrein.

 

Het handelsgeheel wordt op een duurzame wijze verankerd in de bestaande en gewenste

ruimtelijke structuur. Het handelsgeheel wordt ingericht op de levendige plint, in twee verschillende paviljoenen op het gelijkvloers. Het handelsgeheel vormt een ruimtelijk en functioneel geheel met de omgeving. Het handelsgeheel is gelegen in het nieuwe stadsdeel het Nieuw Zuid dat een overgang vormt tussen de historische stad, park Dok Zuid en de stadsuitbreiding Nieuw Zuid.


Doelstelling 2: Het waarborgen van een toegankelijk aanbod voor consumenten

 

De consument doet zijn boodschappen het liefst zo dicht mogelijk bij zijn eigen woonomgeving. Hierbij spelen nabijheid (inclusief bereikbaarheid en parkeren), gemak en comfort een belangrijke rol. Gezien de ligging nabij een woonwijk en een aantal dienstverleningen, past dit handelsgeheel perfect in zijn omgeving.

 

Ook de minst mobiele burgers dienen zich te kunnen voorzien in hun behoeften en moeten op een aanvaardbare afstand toegang hebben tot een voldoende groot aanbod. Rolstoelgebruikers kunnen de supermarkt op een eenvoudige manier betreden.

 

De handelszaken zullen allen ruime openingsuren hebben en zijn vrij toegankelijk voor elke consument tijdens deze openingsuren. De site is goed bereikbaar voor alle weggebruikers. 

 

Doelstelling 3: Het waarborgen en versterken van de leefbaarheid in het stedelijk milieu/kernwinkelgebieden

 

De ontwikkeling van dit kleinschalig handelsgeheel zorgt voor de versterking van de ontwikkeling van het nieuwe stadsdeel Nieuw Zuid. De site is goed bereikbaar voor zowel de bewoners van de stad als voor mensen vanuit de volledige regio.

 

De inplanting van het handelsgeheel heeft geen negatieve impact op de leefbaarheid van de omliggende woonomgeving, de verkeersleefbaarheid of de leefbaarheid van andere

ondernemingen in de omgeving.

 

Doelstelling 4: Het bewerkstelligen van een duurzame mobiliteit

 

De projectzone is volledig doorwaadbaar voor trage weggebruikers en door het maximaal weren van autoverkeer wordt een fietsvriendelijk klimaat gecreëerd. De kleinhandelsactiviteiten zijn bovendien gelegen op een heel beperkte afstand van de fietssnelweg langs de Kaaien. De projectzone bevindt zich op 1,1 km van het dichtstbijzijnde treinstation en op 300 en 350 m van de meest nabijgelegen tramhaltes. In de kelder worden 496 fietsenstalplaatsen (incl. 20 cargo-bike-standplaatsen) en 260 autoparkeerplaatsen voorzien. Bovengronds worden een 20-tal fietsbeugels geplaatst voor bezoekers.

 

Het beoogde handelsgeheel genereert geen noemenswaardige mobiliteit die de verkeersdoorstroming, verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid in de omgeving in het

gedrang brengt. Voor meer details wordt verwezen naar het MOBER.

 

De toegankelijkheid van de winkels voor leveringen door middel van een bestelwagen (geen vrachtwagens) wordt als volgt voorzien:

- paviljoen Zuid: via de toegang tot parkeergarage – Van der Sweepstraat;

- paviljoen West: via de brandweerweg – Van der Sweepstraat.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Het bijgevoegd advies van de Vlaamse Waterweg dient strikt opgevolgd te worden om te verzekeren dat voldaan wordt aan de gewestelijke verordening hemelwater.

3. Het bijgevoegd advies van de FOD Mobiliteit en Vervoer DG Luchtvaart dient strikt nageleefd te worden.

4. Het bijgevoegd advies van Fluvius dient strikt opgevolgd te worden.

5. Het bijgevoegd advies van de ASTRID veiligheidscommissie dient strikt nageleefd te worden.

6. Het bijgevoegd advies van Proximus dient strikt nageleefd te worden.

7. De onbebouwde ruimte op het maaiveld moet groen en onverhard aangelegd worden met uitzondering van de noodzakelijke toegangspaden, conform artikel 27 van de bouwcode.

8. De inrichting van de semi-publieke ruimte moet worden doorgesproken en verfijnd worden met de betrokken stadsdienst. De continuïteit van de aanleg van het openbaar domein in de semi-publieke ruimte moet het uitgangspunt blijven bij deze gesprekken.

9. een schriftelijke verklaring van de architect aan te leveren dat een identiek gevelmateriaal zal gebruikt worden als bij blok 2 in striga 1. Indien een ander materiaal zal gebruikt worden dient een nieuwe staal voorgelegd te worden aan de Kwaliteitskamer.

10. De aanvrager moet de Kwaliteitskamer betrekken bij de verdere detaillering van de gevel (de positionering van de voegen ect).

11. Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden: 

-     In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:

-     Het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;

-     Graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;

-     Het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen te verminderen;

-     De boom drastisch te snoeien. (D.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).

-     Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels, als stam, als kroon moeten beschermd worden. Afhankelijk van de ruimte rond de boom en de opdracht zijn er globaal gezien twee mogelijkheden:

-     Er is voldoende ruimte om de boom, inclusief de volledige wortelzone volledig af te sluiten en er moeten in die zone geen werken uitgevoerd worden: dan moeten er werfhekkens geplaatst worden die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of andere reden niet kan, moet men ervan uitgaan dat de wortelzone bij niet zuilvormige bomen even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 m. Bij zuilvormige bomen is de straal van de wortelzone gelijk aan 12 x de diameter van de stam op 1,00 m hoogte. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (Niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, …)

-     Er is onvoldoende ruimte om de boom, incl. volledige wortelzone, volledig af te sluiten, of er dienen werken uitgevoerd te worden in die zone: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Enkele voorbeelden van maatregelen zijn:

-     Het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen. Het type rijplaat (staal of kunststof) moet afgestemd zijn op de belasting.

-     Het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.

-     Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder de rijplaten voor een werfweg of stockageplaats als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %) van de wortelzone komt te liggen.  

-     Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1m uit de stam. Verderop mag een machine ingezet worden, maar er moet begeleiding zijn van handwerk. 

-     Het afkasten van de stam, incl. de bredere stamvoet, indien er regulier verkeer zal zijn langs de boom. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper, zoals bijv. autobanden of een drainagebuis, worden voorzien. 

-     Het preventief snoeien van lichte takken (diameter kleiner dan 8 cm) om aanrijschade te voorkomen. Het snoeien wordt bij voorkeur uitgevoerd door een gecertificeerd boomverzorger.

-     Het afbakenen van dikke (diameter groter dan 8 cm) laaghangende takken om te voorkomen dat er aanrijschade veroorzaakt wordt.

-          Enkele beschermingsmaatregelen moeten altijd genomen worden, zowel voor bomen die geheel zijn afgesloten als die gedeeltelijk zijn afgesloten.

-     Het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan (dus mogelijks ook de bomen van een naburige eigendom) om uitdroging van de wortelzone te voorkomen, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is. 

-          Het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. Als de kraan ronddraait met een last eraan, mag niets de top van een boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of …

-     Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen. 

-     Bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

-     Voor elke straatboom moet er voldoende ondergrondse volume worden voorzien volgens het bomenplan 2.0.

-     Het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. 

-     Voor de nieuwe boom moet een groeiplaats voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen, en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte. 

-     Duurzame vergroening kan verder gerealiseerd worden door middel van waterdoorlatende verharding, gevelgroen en lokale infiltratie van hemelwater (bijvoorbeeld door koppeling van de regenwaterafvoer van daken op plantvakken).

12. Op de 18de verdieping moet het contact tussen de appartementen en de gaanderij versterkt worden door bijkomende raampartijen te voorzien die uitgeven op de gaanderij ter hoogte van de leefruimte (bureau, zithoek, inkom, eetkamer), conform de overige verdiepingen.

13. De keuken in het café moet voorzien worden van daglicht en zicht, hetzij door een andere inplanting binnen het paviljoen zodat een raamopening met buitenzicht voorzien kan worden, hetzij door een visuele relatie tussen de keuken en het café (type open keuken).

14. De looppaden naar de verticale circulatiekernen in het atrium moeten een doorgangsbreedte hebben van minstens 1,50 meter.

15. Er moeten minstens 14 fietsparkeerplaatsen voorzien worden rond de paviljoenen, zo dicht mogelijk bij de ingang.

16. De toegang naar de ondergrondse parking moet duidelijk vorm gegeven worden in de buitenaanleg.

17. Het laden en lossen voor de paviljoenen moet geregeld kunnen worden zonder dat dit zorgt voor foutparkeerders.

18. De buitenaanleg moet zo vormgegeven worden dat foutparkeren vermeden wordt.

19. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).

20. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

21. De bouwheer is verplicht om eventuele restanten van het lunet van Kiel, waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologische waarde hebben, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4).

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

Triple Living NV

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

4.106,25 m³ per jaar

12.1.1.1°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

200 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

102,85 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

0,33 ton

Fluvius System Operator

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA.

2 x 630 kVA

 

Advies over de kleinhandelsactiviteiten

Op basis van doelstelling 1 t.e.m. 4 geeft de dienst Investdesk gunstig advies voor het uitreiken van een omgevingsvergunning kleinhandelsactiviteiten met het oog op het voorzien van een kleinschalig handelsgeheel aan de Van Der Sweepstraat 12 in 2000 Antwerpen voor een netto handelsoppervlakte van 456 m², verdeeld over:              

-     verkoop van persoonsuitrusting (categorie 2 decreet integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016) 88 m²;

-     verkoop van andere producten (categorie 4 decreet integraal handelsvestigingsbeleid van 15 juli 2016) 368 m².

 

Lasten

Artikel 75 van het Omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat de vergunningverlener lasten bij vergunningen kan opleggen.

 

De last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden. Het kaderbesluit van 9 maart 2018 (jaarnummer 2203) legde de principes voor de lasten vast.

 

De stedenbouwkundige lasten voor het volledige projectgebied Nieuw-Zuid werden vastgelegd in een overeenkomst stedenbouwkundige lasten voorgelegd aan de gemeenteraad op 26 mei 2014 (jaarnummer 455), gewijzigd en/of aangevuld in een eerste en tweede addendum op deze overeenkomst, respectievelijk voorgelegd aan de gemeenteraad op 30 maart 2015 (jaarnummer 164) en op 24 april 2017 (jaarnummer 239).

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

16 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

5 juli 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

3 september 2022

Verslag GOA

11 augustus 2022

naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. Het bijgevoegd advies van de Vlaamse Waterweg dient strikt opgevolgd te worden om te verzekeren dat voldaan wordt aan de gewestelijke verordening hemelwater.

3. Het bijgevoegd advies van de FOD Mobiliteit en Vervoer DG Luchtvaart dient strikt nageleefd te worden.

4. Het bijgevoegd advies van Fluvius dient strikt opgevolgd te worden.

5. Het bijgevoegd advies van de ASTRID veiligheidscommissie dient strikt nageleefd te worden.

6. Het bijgevoegd advies van Proximus dient strikt nageleefd te worden.

7. De onbebouwde ruimte op het maaiveld moet groen en onverhard aangelegd worden met uitzondering van de noodzakelijke toegangspaden, conform artikel 27 van de bouwcode.

8. De inrichting van de semi-publieke ruimte moet worden doorgesproken en verfijnd worden met de betrokken stadsdienst. De continuïteit van de aanleg van het openbaar domein in de semi-publieke ruimte moet het uitgangspunt blijven bij deze gesprekken.

9. een schriftelijke verklaring van de architect aan te leveren dat een identiek gevelmateriaal zal gebruikt worden als bij blok 2 in striga 1. Indien een ander materiaal zal gebruikt worden dient een nieuwe staal voorgelegd te worden aan de Kwaliteitskamer.

10. De aanvrager moet de Kwaliteitskamer betrekken bij de verdere detaillering van de gevel (de positionering van de voegen ect).

11. Bij een te behouden boom moeten volgende zaken in acht genomen worden: 

-     In het ontwerp van de gebouwen en de volledige infrastructuur errond, mag er niets voorzien worden waardoor de wortels of kroon van de boom onaanvaardbaar moeten beschadigd worden, noch nu, noch in de toekomst. Praktisch gezien wil dit zeggen dat het ontwerp niet mag leiden tot noodzaak om:

-     Het bestaande maaiveld af te graven of op te hogen in de wortelzone van de te behouden boom;

-     Graafwerken uit te voeren waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;

-     Het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen te verminderen;

-     De boom drastisch te snoeien. (D.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).

-     Als er werken (zowel bouwwerken, als werken aan de infrastructuur errond) worden uitgevoerd, moet de te behouden boom beschermd worden. Zowel wortels, als stam, als kroon moeten beschermd worden. Afhankelijk van de ruimte rond de boom en de opdracht zijn er globaal gezien twee mogelijkheden:

-     Er is voldoende ruimte om de boom, inclusief de volledige wortelzone volledig af te sluiten en er moeten in die zone geen werken uitgevoerd worden: dan moeten er werfhekkens geplaatst worden die aan elkaar vast gemaakt zijn, zodat ze niet, of in ieder geval moeilijk, te verplaatsen zijn. De grootte van de wortelzone wordt idealiter bepaald door onderzoek; als onderzoek om een of andere reden niet kan, moet men ervan uitgaan dat de wortelzone bij niet zuilvormige bomen even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 m. Bij zuilvormige bomen is de straal van de wortelzone gelijk aan 12 x de diameter van de stam op 1,00 m hoogte. In die volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (Niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, …)

-     Er is onvoldoende ruimte om de boom, incl. volledige wortelzone, volledig af te sluiten, of er dienen werken uitgevoerd te worden in die zone: dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt. Enkele voorbeelden van maatregelen zijn:

-     Het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen. Het type rijplaat (staal of kunststof) moet afgestemd zijn op de belasting.

-     Het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.

-     Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder de rijplaten voor een werfweg of stockageplaats als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %) van de wortelzone komt te liggen.  

-     Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1m uit de stam. Verderop mag een machine ingezet worden, maar er moet begeleiding zijn van handwerk. 

-     Het afkasten van de stam, incl. de bredere stamvoet, indien er regulier verkeer zal zijn langs de boom. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper, zoals bijv. autobanden of een drainagebuis, worden voorzien. 

-     Het preventief snoeien van lichte takken (diameter kleiner dan 8 cm) om aanrijschade te voorkomen. Het snoeien wordt bij voorkeur uitgevoerd door een gecertificeerd boomverzorger.

-     Het afbakenen van dikke (diameter groter dan 8 cm) laaghangende takken om te voorkomen dat er aanrijschade veroorzaakt wordt.

-     Enkele beschermingsmaatregelen moeten altijd genomen worden, zowel voor bomen die geheel zijn afgesloten als die gedeeltelijk zijn afgesloten.

-     Het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan (dus mogelijks ook de bomen van een naburige eigendom) om uitdroging van de wortelzone te voorkomen, tenzij bodemonderzoek zou uitwijzen dat dit niet nodig is. 

-     Het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. Als de kraan ronddraait met een last eraan, mag niets de top van een boom raken. De aannemer mag ook geen snoeiwerken uitvoeren om ruimte te krijgen voor een kraan of voor om het even welke machine of stelling of …

-     Het is aangewezen, zeker voor complexe werven, om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat, een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen. 

-     Bij het aanplanten van een nieuwe boom moeten volgende zaken in acht genomen worden:

-     Voor elke straatboom moet er voldoende ondergrondse volume worden voorzien volgens het bomenplan 2.0.

-     Het aspect duurzaamheid moet nagestreefd worden. 

-     Voor de nieuwe boom moet een groeiplaats voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft om zijn natuurlijke grootte en leeftijd te kunnen halen, en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte. 

-     Duurzame vergroening kan verder gerealiseerd worden door middel van waterdoorlatende verharding, gevelgroen en lokale infiltratie van hemelwater (bijvoorbeeld door koppeling van de regenwaterafvoer van daken op plantvakken).

12. Op de 18de verdieping moet het contact tussen de appartementen en de gaanderij versterkt worden door bijkomende raampartijen te voorzien die uitgeven op de gaanderij ter hoogte van de leefruimte (bureau, zithoek, inkom, eetkamer), conform de overige verdiepingen.

13. De keuken in het café moet voorzien worden van daglicht en zicht, hetzij door een andere inplanting binnen het paviljoen zodat een raamopening met buitenzicht voorzien kan worden, hetzij door een visuele relatie tussen de keuken en het café (type open keuken).

14. De looppaden naar de verticale circulatiekernen in het atrium moeten een doorgangsbreedte hebben van minstens 1,50 meter.

15. Er moeten minstens 14 fietsparkeerplaatsen voorzien worden rond de paviljoenen, zo dicht mogelijk bij de ingang.

16. De toegang naar de ondergrondse parking moet duidelijk vorm gegeven worden in de buitenaanleg.

17. Het laden en lossen voor de paviljoenen moet geregeld kunnen worden zonder dat dit zorgt voor foutparkeerders.

18. De buitenaanleg moet zo vormgegeven worden dat foutparkeren vermeden wordt.

19. De bouwheer meldt 2 weken voor aanvang de start van de werken aan de stedelijke dienst Archeologie (archeologie@antwerpen.be).

20. De bouwheer laat werfcontroles toe door stadsarcheologen.

21. De bouwheer is verplicht om eventuele restanten van het lunet van Kiel, waarvan hij redelijkerwijs vermoedt dat ze archeologische waarde hebben, te melden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). 


Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SVE/2022/G.04655.A1.0012 zijn van toepassing.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

Triple Living NV

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

4.106,25 m³ per jaar

12.1.1.1°b)

inrichtingen die wisselspanning opwekken, met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnbaar vermogen van 150 kVA tot en met 200 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt;

200 kVA

16.3.2°a)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW;

102,85 kW

17.3.2.1.1.1°b)

opslag van gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt hoger dan of gelijk aan 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton als de inrichting niet hoort bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt;

0,33 ton

Fluvius System Operator

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2 x 630 kVA

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.