Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022087668 |
Gegevens van de aanvrager: | Ken Dupont met als adres Kanunnik Peetersstraat 80 bus a te 2600 Antwerpen en Sofie en Michel Hertog - Declerck met als adres Lange Leemstraat 435 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Albert Grisarstraat 11 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 6 sectie F nr. 1349C8 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 25/11/1966: vergunning (18#49414) voor voorgevelverbouwing.
Vergunde / Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Bestaande toestand
- bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand met uitzondering van:
- buitenschrijnwerk voorgevel gewijzigd qua indeling en materiaal;
Nieuwe toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
- op 0 tot 0,5m van alle perceelsgrenzen;
- afmetingen: circa 2m x 0,6m;
- nokhoogte 2,65m.
Inhoud van de aanvraag
- doorvoeren van interne constructieve werken;
- uitbreiden van het volume;
- wijzigen van de scheimuren;
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
uitkragende geveldelen zoals luifels en plantenbakken zijn niet kenmerkend in de omgeving;
de speelkamer heeft geen minimale hoogte van 2,6m.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestaande en vergunde woonfunctie in de vorm van een eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het bestaande en vergunde bouwvolume wordt in het kader van deze vergunningaanvraag uitgebreid. De huidige achterbouw bevindt zich op het gelijkvloers over de ganse breedte van het perceel en vertrapt vervolgens zowel qua bouwdiepte als qua breedte tot een kenmerkende entresoltypologie op de eerste verdieping.
De aanvraag voorziet een perceelsbrede uitbreiding van dit entresolvolume. Hierdoor ontstaat een vormelijk eenduidigere, perceelsbrede uitbouw van ca. 18 m diep op het gelijkvloers en 16,5 m diep ter hoogte van de eerste verdieping. Aan weerszijden impliceert deze uitbreiding een beperkte scheimuurverhoging die gezien zijn verwaarloosbare impact naar de aanpalende percelen, gunstig geadviseerd kan worden.
Verder blijven de werken aan het hoofdvolume beperkt tot interne ingrepen met het oog op een beter ruimtegebruik.
De aanvraag kan wat dit punt betreft gunstig geadviseerd worden.
Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten
De voorgevel wordt aangepast. Op het gelijkvloers wordt de garagepoort en de voordeur vervangen door een schrijnwerkgeheel van glas en geperforeerd aluminium plaatwerk in pastelgroen aluminium. Hierboven wordt een fijne luifel voorzien die 40 cm uitkraagt t.o.v. het voorgevelvlak.
Ter hoogte van de bovenliggende verdiepingen wordt het bestaande pvc schrijnwerk geschilderd in pastelgroen. Voor de invulpanelen onderaan het schrijnwerk op de eerste en tweede verdieping worden in totaal 8 plantenbakken voorzien in aluminium beplating in dezelfde pastelgroene kleur. In het verlengde van deze plantenbakken wordt voor het schrijnwerk een uitstekend kader van 15 cm diep voorzien in hetzelfde materiaal.
De voorgestelde voorgevelwijzigingen kunnen niet gunstig geadviseerd worden. Niet alleen is de kleur van de schrijnwerkgehelen niet in harmonie met het referentiebeeld van de straat en omgeving (bouwcode, art. 6 en 11), ook de voorgestelde geveltektoniek met zijn vele uitkragende elementen wijkt af van het kenmerkende gevelbeeld in de omgeving.
Zo worden de plantenbakken boven kenmerkende dorpels voorzien en kragen deze verder uit dan de dorpels zelf. Dit resulteert in een atypische verschijningsvorm die niet gunstig geadviseerd kan worden. De omkaderingen en luifels die rond en boven het schrijnwerk voorzien worden, wateren dan weer af op het openbaar domein. Zeker de luifel boven het gelijkvloers kan hierbij hinder veroorzaken naar passanten.
Gelet op bovenstaande argumentatie worden de voorgevelwijzigingen uitgesloten uit de vergunning. De wijzigingen en de afwerking van de achtergevel kunnen wel gunstig geadviseerd worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag voorziet een wezenlijke verbetering van de woonkwaliteit door in te zetten op bijkomende lichttoetreding. De grote ramen van de nieuwe uitbouw zorgen voor royale lichttoetreding in de keuken en de eetkamer, tot in de centrale woonkamer. Langs de voorgevel biedt ook de wand in glazen bouwstenen tussen de autostalplaats en de woonkamer voor bijkomende licht.
Wel dient opgemerkt te worden dat de speelkamer op de bovenste verdieping strijdig is met artikel 21 van de bouwcode. De vrije hoogte bedraagt slechts 2,13 m in plaats van de minimaal vereiste 2,60 m. Om alsnog een vergunning te kunnen verlenen wordt als voorwaarde van de vergunning gesteld dat er ofwel een interne vrije hoogte van 2,60 m voorzien moet worden ofwel de ruimte ingericht moet worden als berging.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De interne vrije hoogte van de speelkamer (=verblijfsruimte) op de derde verdieping te verhogen tot 2,60 m (conform bouwcode, art. 21), ofwel in te richten als berging.
3. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevel worden uitgesloten uit de vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 22 juni 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 12 juli 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 september 2022 |
Verslag GOA | 24 augustus 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
2. De interne vrije hoogte van de speelkamer (=verblijfsruimte) op de derde verdieping te verhogen tot 2,60 m (conform bouwcode, art. 21), ofwel in te richten als berging.
3. Alle handelingen, werken en wijzigingen aan de voorgevel worden uitgesloten uit de vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.