Terug
Gepubliceerd op 05/09/2022

2022_CBS_07105 - Omgevingsvergunning - OMV_2022022358. Bredestraat_EK 53. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07105 - Omgevingsvergunning - OMV_2022022358. Bredestraat_EK 53. District Ekeren - Goedkeuring 2022_CBS_07105 - Omgevingsvergunning - OMV_2022022358. Bredestraat_EK 53. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022022358

Gegevens van de aanvrager:

Glenn Hunter met als adres Heidestraat_HO 209 te 2660 Antwerpen

Ligging van het project:

Bredestraat_EK 53 te 2180 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 33 sectie H nr. 634F

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

plaatsen van een omheining

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          03/09/2021: vergunning (OMV_202106815) voor het bouwen van een eengezinswoning, op lot 5;

-          07/04/2017: vergunning (201641) voor het opdelen van een grond in 8 loten, voor woningbouw.

 

Vergunde/geacht vergunde toestand

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak, in halfopen bebouwing;

-          tuinafsluiting voorzien in de vorm van een levende haag, met een maximale hoogte van 2 m, startend vanaf circa 4 m voorbij de achtergevelbouwlijn tot geheel achteraan het perceel.

 

Huidige toestand

-          woning in opbouw.

 

Gewenste toestand

-          ter hoogte van de linker perceelsgrens in andere uitvoering voorziene tuinafsluiting, bestaande uit zwarte palen, lichtgrijze betonplaten onderaan en houten planken erboven –dit vanaf zo’n 9 m voorbij de voorgevelbouwlijn, tot geheel achteraan het perceel – met een hoogte variërend van 1,80 m vooraan tot 2,10 m achteraan.

 

Inhoud van de aanvraag

-          het plaatsen van een nieuwe en ten opzichte van de afgeleverde vergunning en verkavelingsvoorschriften afwijkende tuinafsluiting op de linker perceelsgrens.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning:

-          artikel 3 – Niet-bebouwd gedeelte, 3.4. Afsluitingen: de achtertuinen kunnen ter hoogte van de perceelsgrenzen enkel worden voorzien van een draadafsluiting of haag, met een maximale hoogte van 2 m. In deze wordt ter hoogte van de linker perceelsgrens een afsluiting in betonpalen met houten panelen voorzien.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
 

-          Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af inzake de materialisatie van de tuinafsluiting op de linker perceelsgrens, in die zin dat hier gekozen wordt voor een invulling met voornamelijk houten panelen in plaats van de opgelegde draadafsluiting of levende haag.

Er wordt echter eenduidig geoordeeld dat het gebruik van houten panelen zonder meer aanvaardbaar is in deze ruimtelijke en ietwat landelijke context en dat betreffend materiaal eenduidig visueel geïntegreerd kan worden in de gebouwde omgeving, ook gelet op de eerder beperkte hoogte ervan, namelijk variërend tussen 1,80 en 2,10 m boven het maaiveld – laatstgenoemde is ook het geval aangezien het bovendien louter de afsluiting op 1 van de zijdelingse perceelsgrenzen betreft.

Er wordt dan ook geadviseerd betreffende afwijking als dusdanig te bekrachtigen.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet louter het optrekken van een aangepaste versie van een tuinafsluiting bij een vergunde eengezinswoning en gelet op de verenigbaarheid van laatstgenoemde functie met de specifieke bestemmingsvoorschriften van de van kracht zijnde verkaveling, is er in deze dan ook ontegensprekelijk sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

Er worden geen wijzigingen voorzien aan de vergunde volumetrie waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik zonder meer gunstig is.

 

Visueel-vormelijke elementen

De voorziene materialisatie, betonpalen met houten invulpanelen, is in se afwijkend van de specifieke richtlijnen dienaangaande van de geldende verkaveling maar zoals hierboven reeds beargumenteerd kan voor vermelde zonder meer gefundeerd worden afgeweken.

Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

11 maart 2022

Volledig en ontvankelijk

5 april 2022

Start 1e openbaar onderzoek

15 april 2022

Einde 1e openbaar onderzoek

14 mei 2022

Beslissing toepassing administratieve lus

20 mei 2022

Start laatste openbaar onderzoek

1 juni 2022

Einde laatste openbaar onderzoek

30 juni 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 september 2022

Verslag GOA

26 augustus 2022

naam GOA

Gerd Cryns

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

De affichage van het aanplakbiljet werd niet op de correcte manier uitgevoerd, dit aangezien betreffende dient te gebeuren op een goed zichtbare en leesbare plaats en hoogte, expliciet ter hoogte van het openbare domein.

 

In deze werd het biljet in kwestie aangeplakt ter hoogte van een raamopening in de voorgevel van de woning maar omwille van het feit dat laatstgenoemde over een voortuin beschikt met een diepte van 4 m kan betreffende niet op een degelijke wijze worden geraadpleegd zonder ongeoorloofd het privé-terrein te betreden en is er sprake van een procedurefout.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).

 

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

15 april 2022

14 mei 2022

0

0

0

0

1 juni 2022

30 juni 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.

Bijlagen

  • algemene voorwaarden + formaliteiten vergunning_OMV_2022022358.pdf
  • beroepsmogelijkheden en verval_OMV_2022022358.pdf
  • plannenoverzicht_OMV_2022022358.pdf