Terug
Gepubliceerd op 05/09/2022

2022_CBS_07083 - Omgevingsvergunning - OMV_2022053287. Geluwestraat 2-8, Helderstraat 59, Diksmuidelaan 195. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07083 - Omgevingsvergunning - OMV_2022053287. Geluwestraat 2-8, Helderstraat 59, Diksmuidelaan 195. District Berchem - Goedkeuring 2022_CBS_07083 - Omgevingsvergunning - OMV_2022053287. Geluwestraat 2-8, Helderstraat 59, Diksmuidelaan 195. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022053287

Gegevens van de aanvrager:

VZW ANKERWIJS met als contactadres Jan Moorkensstraat 54 te 2600 Berchem (Antwerpen) en de heer Jan Cox met als adres Jan Moorkensstraat 54 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Gegevens van de exploitant:

VZW ANKERWIJS (0537633683) met als contactadres Jan Moorkensstraat 54 te 2600 Berchem (Antwerpen) en

de heer Jan Cox met als adres Jan Moorkensstraat 54 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Geluwestraat 2-8, Helderstraat 59, Diksmuidelaan 195 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 22 sectie A nrs. 70C25, 70A25, 70B25 en 71T3

waarvan:

 

-          20220513-0032

afdeling 22 sectie A nr. 70A25 (Klooster "DL" - Bronbemaling)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

renoveren, uitbreiden van een school en het exploiteren van een bemaling

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis  

-          01/10/2019: proces-verbaal (11002_2019_10884_VPV) voor het uitvoeren van werken die strijdig zijn met vergunning 20125388 (Zillebekelaan);

-          19/10/2012: vergunning (20125388) voor het geschiktmakingswerken van schoolgebouw vleugels G en E, slopen van de pastorij en inrichten van een natuurspeelplaats (Geluwestraat 4-8);

-          30/09/2011: vergunning (3508#7166) voor het renoveren van een schoolgebouw (Helderstraat 59);

-          29/5/1996: vergunning (961#11342) voor het oprichten van een woning voor zusters (Diksmuidelaan 195);

-          17/9/1990: vergunning (961#884) voor het herbouwen van een garage (Geluwestraat 2A);

-          01/04/1938: toelating (1275#4920) voor veranderingswerken (Geluwestraat 2).

 

Vergunde toestand

-          functie:

  •  gemeenschapsvoorziening (school) en kloosterwoningen (Diksmuidelaan 195 en Geluwestraat 2/2A);

-          bouwvolume:

  • complex in gesloten bebouwing met percelen gelegen aan de Diksmuidelaan, Geluwestraat, Zillebekelaan, Helderstraat en schoolgebouwen in binnengebied;
  • 1 tot 4 bouwlagen onder verschillende daktypes;

-          voorgevelafwerking:

  • roodbruin gevelmetselwerk met grijs/beige gevelcementering (Geluwestraat 2) of witte gevelsteen (Diksmuidelaan 195);
  • garagepoorten aan gevel van Geluwestraat 2A en Diksmuidelaan 195;
  • schrijnwerk in aluminium met groene kleur (Diksmuidelaan 195);

-          inrichting:

  • speelplaats in betontegels en kloostertuin.

 

Bestaande toestand

-          voorgevelafwerking:

  • extra deur en metalen hek aan de voorgevel van garage op Geluwestraat 2A;
  • schrijnwerk in aluminium (Geluwestraat 2).

 

Nieuwe toestand

-          functie: 

  • geheel gemeenschapsvoorziening (school);

-          bouwvolume:

  • gesloopte constructies in het binnengebied: luifels, achterbouw, sanitaire blok en gedeelte van garagegebouw;
  • vluchttrap langs de achtergevel (Diksmuidelaan 195);
  • nieuwe niet-overdekte doorgang van de Geluwestraat naar de speelplaats van de lagere school en naar de nieuwe inkom van de kloosterwoning;
  • luifel aan blok D;

-          voorgevelafwerking:

  • nieuwe inkomzone (Geluwestraat 2A) met metalen smeedwerk langs straatzijde;
  • nieuw raamgeheel in plaats van garagepoort (Diksmuidelaan 195);

-          inrichting:

  • open speelplaats/tuin met waterdoorlatende materialen, fietsenstalling en groen.


Inhoud van de aanvraag

-          renoveren en uitbreiden van school:

  • deels slopen van kloostergebouwen en bestaande school;
  • wijzigen van functie van wonen (kloostergebouwen) naar gemeenschapsvoorziening (school);
  • realiseren van fietsenstallingen en luifels;
  • wijzigen gevels en scheimuren;
  • aanleggen open ruimte met groene tuin en speelplaats met waterdoorlatende materialen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Het exploiteren van een tijdelijke grondwaterbemaling noodzakelijk voor bouwkundige werken.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

 

Aangevraagde rubriek(en) Klooster "DL" - Bronbemaling
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

3.000,00 m³/jaar

 

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

15 juli 2022

12 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

15 juli 2022

9 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

FOD Binnenlandse Zaken - ASTRID veiligheidscommissie

15 juli 2022

9 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn/ De Lijn Entiteit Antwerpen

15 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Water-link

15 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

15 juli 2022

5 augustus 2022

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

15 juli 2022

18 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu

15 juli 2022

26 juli 2022

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid

15 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

15 juli 2022

1 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

15 juli 2022

9 augustus 2022

Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Onderwijsbeleid/ Capaciteit

15 juli 2022

27 juli 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend(e) punt(en):

  • artikel 19 Hellingen:
    bij hellingen met een hellingspercentage van meer dan 4% moet zowel bovenaan als onderaan voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd. De helling van de inkomzone heeft een hellingspercentage van meer dan 6%. Als een combinatie van hellingen gepaard gaat met een verandering van richting, is een tussenbordes van 1,5 m op 1,5 m, ter hoogte van de richtingsverandering, vereist. De vrije en vlakke draairuimte van de inkomzone is 2,75 op 1,30 m;
  • artikel 20 Trappen:

alle treden moeten over een zo gelijkvormig mogelijke op- en aantrede beschikken. Bij de inkomzone is er één trede van 14 cm en één van 18 cm hoogte;

  • artikel 21 Verticale plateauliften:

Klooster “GS” administratie heeft een bestaande lift die niet conform is met de huidige regelgeving. De lift moet minstens van het type 2 zijn,  zoals omschreven in de EN 81-70;

  • artikel 24 Draairuimte:

voor en achter elke toegang of deur waarop dit besluit van toepassing is moet voor een vrije en vlakke draairuimte worden gezorgd. Dit is niet het geval bij de deur tussen de inkomzone en de inkomhal.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    de hoogte van het overgrote deel van de tuinafsluitingen tussen de speelplaatsen en de tuinafsluitingen met de tuinen van de aanpalende woningen werd niet verduidelijkt. Deze mogen niet lager zijn dan 1 meter en mogen niet hoger zijn van 2,6 meter;
  • artikel 26 Afvalverzameling:
    functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 m2 groot is. Er worden bergingen voorzien, maar geen ervan wordt specifiek ingetekend als afvalberging;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:
    §2. 4. er worden geen fietsstalplaatsen voor elektrische fietsen voorzien;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:
    er worden geen autostalplaatsen op eigen terrein voorzien;
  • artikel 33 Zaak-gebonden publiciteit:
    de uitwerking van het bord “HET HINKELPAD” op het hek van de inkomzone wordt onvoldoende verduidelijkt;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    de luifel achteraan blok D bevindt zich tot op de perceelgrens. Dit is een wijziging van de scheidingsmuur waarbij het gedeelte onder de luifelrand niet-massief voorzien wordt;
  • artikel 38 Groendaken:
    de luifels (groter dan 20 m²)  en gewijzigde platte daken van de gebouwen (na wijziging groter dan 20 m²) worden niet als een groendak aangelegd;
  • artikel 39 Infiltratie- en buffervoorziening:
    het wordt niet verduidelijkt of de gewijzigde en nieuwe verharde delen van de speelplaatsen natuurlijk afwaterend voorzien worden;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    het bestaande niet-gescheiden rioolstelsel blijft behouden, terwijl er verbouwingen gebeuren waarbij het mogelijk is te voldoen aan dit voorschrift. En ook de nieuwe gebouwendelen worden van een niet-gescheiden rioolstelsel voorzien;
  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:
    het rioolstelsel en de afvoerleidingen (van alle gebouwen behalve het “kloostergebouw GS”) worden niet gescheiden tot aan de straat aangeboden;
  • artikel 43 Septische putten:
    enkel het “kloostergebouw GS” wordt op een septische put aangesloten. Het “kloostergebouw DL” beschikt over een beerput, waarvan de inhoud onbekend is. De overige delen van de school worden niet op een septische put aangesloten;
  • artikel 44 Vetafscheiders en olieafscheiders:
    het is niet duidelijk of de leskeuken van vetafscheiders voorzien wordt.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het uitbreiden van de school voor kinderen met bijzondere onderwijs- en zorgnoden en het supprimeren van de kloosterfunctie.

 

Hieromtrent geeft de stedelijke dienst ‘Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving – Onderwijsbeleid’ onderstaand gunstig advies:

“Er is een groot tekort aan plaatsen voor kinderen met bijzondere onderwijs- en zorgnoden in Antwerpen. Voor het schooljaar 2022-23 waren er na de aanmeldperiode meer dan 500 kinderen zonder inschrijving door plaatsgebrek. De opstart van deze nieuwe basisschool buitengewoon onderwijs wordt door Vlaanderen gesubsidieerd en voorziet in 85 extra plaatsen in buitengewoon basisonderwijs. Omdat bestaande zorginfrastructuur kan gebruikt worden die aansluit op een bestaande schoolcampus, voorziet dit project al op korte termijn deze plaatsen, en ondersteunt het hiermee de Antwerpse doelstelling om te zorgen dat ieder kind goed onderwijs kan volgen.”

 

Het project is inpasbaar in een woonomgeving. Gelet op de maatschappelijke noodzaak om de school uit te breiden wordt het supprimeren van de kloosterfunctie (wonen) vanuit stedenbouwkundig oogpunt gunstig beoordeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De stedelijke dienst ‘Stadsontwikkeling – Klimaat en Leefmilieu’ geeft een gunstig advies op basis van het beoordelingskader luchtkwaliteit en geluidshinder (2018_CBS_04164).

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

Het hoofdvolume van het kloostergebouw langs de Diksmuidelaan (Klooster “DL”) wordt behouden en intern heringericht. Ter hoogte van het gelijkvloers wordt een polyvalente ruimte (met leskeuken), sanitair, kantoren (directie en secretariaat) en personeelsruimte voorzien. Op de bovenliggende ruimtes worden 9 klaslokalen, sanitair en bureauruimtes voor personeel voorzien.

 

De luifel achter het “Klooster DL” en het sanitaire blok van de school worden afgebroken. Tegen de achtergevel wordt een brandtrap voorzien. Achteraan de verharde speelplaats wordt de gesloten turnzaal omgebouwd tot een overdekte speelplaats (luifel) van circa 127 m².

 

De aanbouwen achteraan Blok C worden gesloopt, waarbij de betonnen structuur behouden blijft. Dit draagt bij tot het meer intieme karakter van deze nieuwe speelplaats. Deze nieuwe speelplaats wordt voorzien van een luifel van circa 80 m² en 30 niet-overdekte fietsstalplaatsen.

 

De achterste twee lokalen van Blok D worden verbouwd tot nieuwe klaslokalen met gemeenschappelijk sanitair. Achteraan Blok D. De verharding achteraan Blok D (tegen het Sportveld) wordt onthard.

 

De luifel achter Blok D blijft behouden. Echter werd hier de perceelgrens gewijzigd ten opzichte van de laatst vergunde toestand, waardoor de luifel zich tot op de perceelgrens lijkt te bevinden. Deze luifel beschikt echter niet over een voldoende brandopstand en dragende scheimuur. Dit wordt ongunstig geadviseerd.

 

Het hoofdvolume van het kloostergebouw langs de Geluwestraat (Klooster “GS”) wordt behouden en intern heringericht. Het gehele gebouw wordt als kantoor en onthaal voor de basisschool ingericht.

 

De aanbouwen van het “Klooster GS” (achterbouw en garage) worden afgebroken en de speelplaats wordt gedeeltelijk onthard en voorzien van 30 niet-overdekte fietsstalplaatsen. Rechts van het kloostergebouw wordt een ruime onthaalzone ingericht.

 

De hoofdgebouwen van de school en de bijgebouwen in het binnengebied zijn op vlak van schaal inpasbaar in de omgeving. Er wordt een voldoende groot deel van de speelplaats onthard.

 

Cultuurhistorische aspecten

Gelet op de uitstraling van het ‘Kloostergebouw GS’ werd een advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Hieruit volgde onderstaand gunstig advies:

“De werken aan het kloostergebouw werden voorbesproken. De afleesbaarheid van de ruimtes blijft behouden. De leesbaarheid van de zijgevel vergroot door de sloop van de garages, wat vanuit erfgoedoogpunt een meerwaarde is. De voorgestelde werken respecteren de erfgoedwaarde van het pand en versterken deze in het straatbeeld.”

 

Visueel-vormelijke elementen

Bij het kloostergebouw “DL” blijven de wijzigingen beperkt tot een nieuwe grote gelijkvloerse raamopening en een nieuw rookluik ter hoogte van de derde verdieping. Het nieuwe raamgeheel heeft een verbetering van de relatie tussen de straat en de achterliggende personeelsruimte tot gevolg. Dit raam is in grote lijnen in harmonie met de schaal van de totale gevel. Echter onderbreekt dit wel de natuurstenen plint onderaan. Het doorlopen van de plint wordt in voorwaarden opgenomen.

 

De achtergevel van het kloostergebouw “DL” blijft behouden in roodbruine gevelsteen, maar ook hier worden onderaan grote ramen in groen aluminium voorzien. Deze nieuwe gevelopeningen verlenen toegang tot de speelplaats. De brandtrap wordt voorzien in groen metalen smeedwerk. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Bij het kloostergebouw “GS” blijven de wijzigingen beperkt tot het herstellen van de schade die in het verleden aangericht werd door de aanbouwen en het voorzien van een nieuwe toegankelijke ingang tot het onthaal in de zijgevel. Dit wordt gunstig geadviseerd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 6 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging van wonen naar school.

 

9 klaslokalen met parkeernorm  0,75 : 9 x 0,75 = 6,75 => afgerond 7

 

Er verdwijnt door de verbouwing 1 parkeerplaats. Deze wordt bijgeteld bij de parkeerbehoefte.

Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.

 

De parkeerbehoefte is 8 (=7+1)

 

Bijstelling mobiliteit: De bijgevoegde mobiliteitsstudie geeft aan dat er slechts 5 van de nieuwe leerkrachten verwacht worden om met de wagen te komen. De standaardberekening die uitkomt op een nood van 7 parkeerplaatsen kan dus verlaagd worden tot 5.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 6 (=5 + 1(plaats die verdwijnt) ).

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘De voorliggende aanvraag heeft langs de straatzijde betrekking op een kwalitatieve gebouw met hoge visuele waarde. Indien de werkelijke parkeerbehoefte op het perceel moet gerealiseerd worden, zou de visuele waarde van het gebouw teniet worden gedaan. Daarom mogen er in deze gebouwen geen nieuwe autostalplaatsen voorzien worden. Deze parkeerplaats elders op het terrein voorzien zou de veiligheid en kwaliteit van de speelplaatsen in gedrang brengen.’

 

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 6.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 6.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

De berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project kan verminderd worden met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is.

 

20 kamerwoningen met parkeernorm 0,25 = 20*0,25= 5

 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 5. Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 ( = 6 – 5 ).

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 1 plaatsen.

 

 

Ontsluiting/bereikbaarheid:
Er werden aanpassingen gedaan om de toegankelijkheid voor mensen met een beperking te maximaliseren. (aanleggen hellingen, liften, enzovoort).

 

Fietsvoorzieningen:

Inzake fietsstalplaatsen werd door de stedelijke dienst mobiliteit volgend advies gegeven:

“Voor dit project dienen er 28 overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden. Er werden twee maal 30 onoverdekte fietsstalplaatsen ingetekend op het gelijkvloers in de binnentuin. Deze zijn bij voorkeur overdekt naar fietscomfort toe, alsook worden er best enkele fietsstalplaatsen voorzien voor niet standaardfietsen.”

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt het advies van de stedelijke dienst mobiliteit deels bijgetreden. Gelet op het feit dat er dubbel zo veel fietsstalplaatsen voorzien worden dan strikt noodzakelijk is, wordt in voorwaarden opgelegd dat slechts de helft van deze fietsstalplaatsen overdekt moeten worden.

 

Laden en lossen:

Wat betreft het voorzien voor plaatsen van collectief busvervoer zal er nog bekeken worden of er een voorbehouden plaats voor schoolbussen kan worden ingericht met venstertijden. Dit zal pas worden bekeken als de vergunning wordt goedgekeurd. Op die moment dient de school terug contact op te nemen met de afdeling mobiliteit van de Stad Antwerpen

 

Bodem – Bodemreliëf – Groenaanleg

Gelet op de gewijzigde aanleg van het binnengebied en de bronbemaling werd het advies van de stedelijke dienst ‘Stadsbeheer – Groen en Begraafplaatsen’ gevraagd. Hieruit volgde een voorwaardelijk gunstig advies:

“Het opgepompte water van de bronbemaling moet worden verzameld in een recipiënt van minimum 5.000 liter. Dit reservoir moet toegankelijk zijn voor stadsdiensten, zodat zij het water kunnen gebruiken om bomen in Berchem te voorzien van water. Het reservoir moet voorzien worden van een overloop, aangesloten op de riolering.”

 

Dit voorstel wordt besproken in de toetsing van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Er zijn ook enkele bomen aanwezig die bewaard blijven op het terrein. Conform artikel 18 van de bouwcode dienen gepaste maatregelen genomen te worden om de aanwezige vegetatie te beschermen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en hun uitvoeringsbesluiten. De melding voldoet aan de verplichte dossiersamenstelling.

 

De melding omvat een tijdelijke grondwaterbemaling noodzakelijk voor het realiseren van een funderingsplaat voor een evacuatietrap aan een schoolgebouw. De bemaling zal naar schatting 60 dagen actief zijn, het maximale debiet bedraagt 44 m³/dag. Het voorstel dat wordt geformuleerd door de stedelijke dienst ‘Stadsbeheer – Groen en Begraafplaatsen' over het ter beschikking stellen van water voor nuttig hergebruik kan niet worden opgenomen als voorwaarde gezien hiervoor eerst een bijkomende vergunning voor rubriek 53.8.2. moet bekomen worden.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, § 3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels, de gemelde exploitatie is niet verboden.

 

Om de stedelijke diensten toe te laten de bemalingsactiviteiten op te volgen dient de exploitant de startdatum van de bemaling voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (mailto:milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mailto:mi@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke. Ook de einddatum wordt aan deze diensten meegedeeld.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De school moet geheel voldoen aan de verordening toegankelijkheid. Specifiek dienen volgende zaken gewijzigd te worden:

-          De hellingen moeten voldoen aan artikel 19 van de verordening toegankelijkheid. De helling van de inkomzone moet voorzien worden van een tussenbordes van minimaal 1,5 m op 1,5 m ter hoogte van de richtingsverandering.

-          De trappen moeten voldoen aan artikel 20 van de verordening toegankelijkheid. De trap van de inkomzone dient zodanig voorzien te worden dat iedere trede even hoog is.

-          De verticale plateauliften moeten voldoen aan artikel 21 van de verordening toegankelijkheid. De lift van het gebouw “Klooster GS” moet gewijzigd worden naar een type 2 lift.

-          Elke toegang of deur waarop dit artikel van toepassing is, moet van een voldoende draairuimte voorzien worden. Deze draairuimte moet voldoen aan artikel 24 van de verordening toegankelijkheid.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. In het “kloostergebouw DL” dient er ASTRID indoordekking aanwezig te zijn.

4. Alle tuinafsluitingen op en rondom de speelplaats moeten een minimale hoogte van 1 meter en een maximale hoogte van 2,6 meter, conform artikel 19 van de bouwcode.

5. De school moet van een afgesloten en verluchte afvalberging beschikken die minimaal 4 m² groot is.

6. De zaak-gebonden publiciteit van de school moet voldoen aan artikel 33 van de bouwcode.

7. De luifel achteraan blok D mag niet tot op (of over) de perceelgrens voorzien worden.

8. Iedere luifel groter dan 20 m² moet als een groendak voorzien worden. En ieder gewijzigd plat dak (dat na de wijziging groter is dan 20 m²) moet als een groendak voorzien worden. De groendaken moeten voorzien worden conform artikel 38 van de bouwcode.

9. Ieder gewijzigd gebouw moet van een gescheiden rioolstelsel voorzien worden en moet aangesloten worden op een voldoende grote septische put. De gewijzigde gebouwen moeten volledig voldoen aan artikelen 40, 41 en 43 van de bouwcode.

10. Het afvalwater van de keuken moet via een vetafscheider geloosd worden.

11. Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden om de bestaande bomen te beschermen tijdens de werken. Deze beschermende maatregelen moet minimaal voldoen aan artikel 18 van de bouwcode.

12. Minimaal één van de twee niet-overdekte fietsenparkings voor 30 fietsstalplaatsen moet overdekt voorzien worden. De overkapping(en) van deze fietsenparking(s) moet voldoen aan de overige verordende voorschriften uit de bouwcode (met specifieke aandacht voor artikelen 21, 34 en 38).

13. Per 30 aanwezige fietsstalplaatsen op het terrein moet er minimaal 1 oplaadpunt voor elektrische fietsen voorzien worden.

14. Er moeten op het terrein fietsstalplaatsen voor buitenmaatse fietsen voorzien worden.

15. Alvorens het uitvoeren van de werken, dient de school opnieuw contact op te nemen met de afdeling Mobiliteit om te bekijken hoe de zone voor busparkeren kan worden ingericht.

16. De nieuwe gelijkvloerse voorgevelopening van het kloostergebouw “DL” moet onderaan hoger voorzien worden. De plint onderaan deze raamopening moet doorlopend behouden blijven.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld om de meldingsplichtige inrichtingen of activiteiten te akteren.

 

Geadviseerde rubriek(en)

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

3.000,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. De exploitant dient de startdatum van de bemaling voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (mailto:milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mailto:mi@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke met vermelding van het dossiernummer en de opgemeten grondwaterpeilen. De einddatum van de bemaling wordt eveneens medegedeeld aan deze diensten met de vermelding van het totaal opgepompte volume grondwater.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

17 juni 2022

Volledig en ontvankelijk

15 juli 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

13 september 2022

Verslag GOA

26 augustus 2022

naam GOA

Gerd Cryns en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De school moet geheel voldoen aan de verordening toegankelijkheid. Specifiek dienen volgende zaken gewijzigd te worden:

-          De hellingen moeten voldoen aan artikel 19 van de verordening toegankelijkheid. De helling van de inkomzone moet voorzien worden van een tussenbordes van minimaal 1,5 m op 1,5 m ter hoogte van de richtingsverandering.

-          De trappen moeten voldoen aan artikel 20 van de verordening toegankelijkheid. De trap van de inkomzone dient zodanig voorzien te worden dat iedere trede even hoog is.

-          De verticale plateauliften moeten voldoen aan artikel 21 van de verordening toegankelijkheid. De lift van het gebouw “Klooster GS” moet gewijzigd worden naar een type 2 lift.

-          Elke toegang of deur waarop dit artikel van toepassing is, moet van een voldoende draairuimte voorzien worden. Deze draairuimte moet voldoen aan artikel 24 van de verordening toegankelijkheid.

2. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

3. In het “kloostergebouw DL” dient er ASTRID indoordekking aanwezig te zijn.

4. Alle tuinafsluitingen op en rondom de speelplaats moeten een minimale hoogte van 1 meter en een maximale hoogte van 2,6 meter, conform artikel 19 van de bouwcode.

5. De school moet van een afgesloten en verluchte afvalberging beschikken die minimaal 4 m² groot is.

6. De zaak-gebonden publiciteit van de school moet voldoen aan artikel 33 van de bouwcode.

7. De luifel achteraan blok D mag niet tot op (of over) de perceelgrens voorzien worden.

8. Iedere luifel groter dan 20 m² moet als een groendak voorzien worden. En ieder gewijzigd plat dak (dat na de wijziging groter is dan 20 m²) moet als een groendak voorzien worden. De groendaken moeten voorzien worden conform artikel 38 van de bouwcode.

9. Ieder gewijzigd gebouw moet van een gescheiden rioolstelsel voorzien worden en moet aangesloten worden op een voldoende grote septische put. De gewijzigde gebouwen moeten volledig voldoen aan artikelen 40, 41 en 43 van de bouwcode.

10. Het afvalwater van de keuken moet via een vetafscheider geloosd worden.

11. Er dienen voldoende maatregelen genomen te worden om de bestaande bomen te beschermen tijdens de werken. Deze beschermende maatregelen moet minimaal voldoen aan artikel 18 van de bouwcode.

12. Minimaal één van de twee niet-overdekte fietsenparkings voor 30 fietsstalplaatsen moet overdekt voorzien worden. De overkapping(en) van deze fietsenparking(s) moet voldoen aan de overige verordende voorschriften uit de bouwcode (met specifieke aandacht voor artikelen 21, 34 en 38).

13. Per 30 aanwezige fietsstalplaatsen op het terrein moet er minimaal 1 oplaadpunt voor elektrische fietsen voorzien worden.

14. Er moeten op het terrein fietsstalplaatsen voor buitenmaatse fietsen voorzien worden.

15. Alvorens het uitvoeren van de werken, dient de school opnieuw contact op te nemen met de afdeling Mobiliteit om te bekijken hoe de zone voor busparkeren kan worden ingericht.

16. De nieuwe gelijkvloerse voorgevelopening van het kloostergebouw “DL” moet onderaan hoger voorzien worden. De plint onderaan deze raamopening moet doorlopend behouden blijven.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden

1. De exploitant dient de startdatum van de bemaling voor de opstart van de bemaling te melden aan de diensten Vergunningen (mailto:milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-interventie (mailto:mi@antwerpen.be) samen met de contactgegevens van de werfverantwoordelijke met vermelding van het dossiernummer en de opgemeten grondwaterpeilen. De einddatum van de bemaling wordt eveneens medegedeeld aan deze diensten met de vermelding van het totaal opgepompte volume grondwater.


Brandweervoorwaarden

de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SF/2022/G.00744.BE.0004 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

3.000,00 m³/jaar


Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.