Terug
Gepubliceerd op 05/09/2022

2022_CBS_07077 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022035792. Werfzone werken Oosterweelverbinding Rechteroever. Districten Antwerpen, Borgerhout, Deurne en Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 02/09/2022 - 09:00 Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_07077 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022035792. Werfzone werken Oosterweelverbinding Rechteroever. Districten Antwerpen, Borgerhout, Deurne en Merksem - Goedkeuring 2022_CBS_07077 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2022035792. Werfzone werken Oosterweelverbinding Rechteroever. Districten Antwerpen, Borgerhout, Deurne en Merksem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2022035792

Gegevens van de aanvrager:

NV PR Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel met als adres Sint-Pietersvliet 7 te 2000 Antwerpen en VVZRL Tijdelijke Maatschap ROCO met als adres Laarstraat 16 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Gegevens van de exploitant:

VVZRL Tijdelijke Maatschap ROCO (0678488868) met als adres Laarstraat 16 te 2610 Wilrijk (Antwerpen)

Ligging van het project:

Werfzone werken Oosterweelverbinding Rechteroever te Antwerpen: Columbiastraat 2, Groenendaallaan 379-389, Tjalkstraat 4-8 te 2030 Antwerpen, Merksemsestraat 39, Schijnpoortweg 55-57 te 2060 Antwerpen, Noordersingel 7-13, 17-27 te Borgerhout (Antwerpen), Bisschoppenhoflaan 1-3, 11, 34-36, Raoul Grégoirplein 1-7, 11-13, Ten Eekhovelei 145, 151, 361, Van der Delftstraat 2, Tweemontstraat 433-437, 449 te 2100 Deurne (Antwerpen), Groenendaallaan 168-170, Lambrechtshoekenlaan 1, 8, 11, Rietschoorvelden 20, Schijnpoortweg 113- 121, Vaartkaai 60, Winterling 3-7, 15 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 367P9, 367W6, 367F7, 367E7, 367F9, 367E9, 367R9, 367Z8, 367S9, 367N8, 367K9, 367M8, 367/7, 367K7, 367/6, 367A10, 367Z9, 632F7, 632E7, 632N5, 632D7, 632G6, 632B7, 632C7, 632C6, 632A5, 632H6, 632C5, 632N6, 632D6, 2115R2, 2115P2, 2115L2, 2115/3, 2115/4, 2132L, 2133T3, 2354A, 2355A, afdeling 24 sectie A nrs. 154F, 154H, afdeling 25 sectie A nrs. 48C, 49C, 56W9, 56V9, 56A10, 56G10, 56Y10, 56C11, 56A12, 56G11, 56Z10, 56A11, 56B11, 56H10, 56K10, 56X10, 56E10, 56H9, 56F10, afdeling 28 sectie A nrs. 30M2, 33Z, 33L2, 49C, afdeling 29 sectie A nrs. 599K29, 607G, 607N, 610G, afdeling 39 sectie A nrs. 122Z, 122A2, 124P, 134E2, 134D2, 136S, 138B2, 138A2, 161R, 161H, 161S, 161G, 162C, 163C, 165C, 166G, 166F, 167A, 168C, 168/2E, 168/2D, 168/2F, 169F, 184K, 185K, 196D, 197B, 197D, 199B, 199C, 200S, 200M, 200H, 200N, 200R, 201N, 201M, 204N, 204D, 205A, 206E, 206A3, 213X3, 214G, 215C, 216E, 216C, 217E, 218/2C, 225L4, 225N4, 225K4, afdeling 40 sectie C nrs. 5M, 5N, 30/2A, 32V, sectie D nrs. 359C, 365M, 374E2 en 374T

waarvan:

 

-          20210312-0041

afdeling 7 sectie G nrs. 367P9, 367W6, 367F7, 367E7, 367F9, 367E9, 367R9, 367Z8, 367S9, 367N8, 367K9, 367M8, 367/7, 367K7, 367/6, 367A10, 367Z9, 632F7, 632E7, 632N5, 632D7, 632G6, 632B7, 632C7, 632C6, 632A5, 632H6, 632C5, 632N6, 632D6, 2115R2, 2115P2, 2115L2, 2115/3, 2115/4, 2132L, 2133T3, 2354A, 2355A, afdeling 24 sectie A nrs. 154F, 154H, afdeling 25 sectie A nrs. 48C, 49C, 56W9, 56V9, 56A10, 56G10, 56Y10, 56C11, 56A12, 56G11, 56Z10, 56A11, 56B11, 56H10, 56K10, 56X10, 56E10, 56H9, 56F10, afdeling 28 sectie A nrs. 30M2, 33Z, 33L2, 49C, afdeling 29 sectie A nrs. 599K29, 607G, 607N, 610G, afdeling 39 sectie A nrs. 122Z, 122A2, 124P, 134E2, 134D2, 136S, 138B2, 138A2, 161R, 161H, 161S, 161G, 162C, 163C, 165C, 166G, 166F, 167A, 168C, 168/2E, 168/2D, 168/2F, 169F, 184K, 185K, 196D, 197B, 197D, 199B, 199C, 200S, 200M, 200H, 200N, 200R, 201N, 201M, 204N, 204D, 205A, 206E, 206A3, 213X3, 214G, 215C, 216E, 216C, 217E, 218/2C, 225L4, 225N4, 225K4, afdeling 40 sectie C nrs. 5M, 5N, 30/2A, 32V, sectie D nrs. 359C, 365M, 374E2 en 374T

(IIOA -KZR1 - werffase OWV)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen en exploiteren van 2 tijdelijke waterzuiveringsinstallaties met bijhorende persleidingen voor de verwijdering van PFAS-componenten en het bijstellen van lozingsvoorwaarden

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          23/10/2021: vergunning (20212709) voor het uitvoeren van infrastructuurwerken met betrekking tot de Oosterweelverbinding (rechter Scheldeoever);

-          20/11/2020: vergunning (20201809) voor het bouwen en de exploitatie van de Oosterweelverbinding;

-          op 20 maart 2015 heeft de Vlaamse regering het GRUP ‘Oosterweelverbinding – wijziging’ definitief vastgesteld. De gewijzigde versie van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding werd op 16 april 2015 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Het werd officieel van kracht op 30 april 2015;

-          op 16 juni 2006 heeft de Vlaamse regering het GRUP ‘Oosterweelverbinding’ definitief vastgesteld.

-          op 15 december 2000 keurde de Vlaamse regering het Masterplan voor Antwerpen goed. Dit Masterplan streeft 3 doelstellingen na, met name de bereikbaarheid van stad en haven garanderen, de leefbaarheid verbeteren en de verkeersveiligheid verhogen.

 

Vergunde/vergund geachte toestand

-          rondgemaakte Antwerpse Ring (Oosterweelverbinding);

-          polderwanden ter hoogte van de tijdelijke R1;

-          heraangelegde R1:

  • overkapt van het Albertkanaal tot de Luchtbal;
  • verdiept binnen een bermenlandschap van kerk tot Burgemeester Jozef Masurebrug;

-          verlengd IJzerlaankanaal tot aan het Lobroekdok;

-          gedempte waterwegverbinding tussen Lobroekdok en Albertkanaal;

-          vernieuwde snelwegen en heraangelegde knooppunten;

-          stedelijk plein aan het Sportpaleis boven overkapte Antwerpse Ring;

-          heringerichte IJzerlaan;

-          verlengde kabels en leidingen;

-          groen- en recreatiezones;

-          fietspaden en wandelwegen langsheen autowegen en door groenzones.

 

Huidige toestand

-          wegeninfrastructuur rond Antwerpen.

 

Nieuwe toestand

-          2 waterzuiveringsinstallaties (inclusief aanhorigheden):

  • werfzone Lobroekdok ten zuiden van het Albertkanaal;
  • werfzone Masurebrug ten noorden van het Albertkanaal;
  • maximale hoogte 8 m;

-          persleidingen ter verbinding van de bemalingsputten met de waterzuiveringsinstallaties (variabele ligging).

 

Inhoud van de aanvraag

-          doorvoeren van wijzigingen ten opzichte van de reeds vergunde bemalingen (werffase):

  • bouwen van twee waterzuiveringsinstallaties, inclusief aanhorigheden;
  • voorzien van persleidingen (collectorleidingen) met variabele ligging;
  • de verschillende onderdelen en leidingen worden zoveel mogelijk bovengronds voorzien;
  • de aanvraag betreft tijdelijke handelingen.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Met ministerieel besluit van 23 oktober 2021 (OMV_2021035436) werd een omgevingsvergunning verleend aan TM ROCO voor de voorafgaande werken noodzakelijk voor de realisatie van de Oosterweelverbinding deel Kanaalzone en R1 ( Lot3B).

 

Inhoud van de aanvraag

Met deze aanvraag wenst de exploitant de lopende vergunning uit te breiden en voorwaarden bij te stellen.

 

Aangevraagde rubriek(en)

 

Aangevraagde rubriek(en) IIOA -KZR1 - werffase OWV
 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

300,00 m³/uur

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 200,00 kVA

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

60,00 kW

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

28 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel/ B.A.M.

28 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA

28 juli 2022

18 augustus 2022

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Centrale Preventie

28 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

28 juli 2022

8 augustus 2022

Geen bezwaar

Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn/ De Lijn Entiteit Antwerpen

28 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Water-link

28 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen

28 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

28 juli 2022

5 augustus 2022

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

28 juli 2022

16 augustus 2022

Stadsbeheer/ Vastgoed/ Ontwikkeling/ Bouwprojecten

28 juli 2022

16 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Beheer en Operaties

28 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu

28 juli 2022

11 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

28 juli 2022

1 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit/ Oosterweelverbinding

28 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

28 juli 2022

26 augustus 2022

Stadsontwikkeling/ Publieke Ruimte

28 juli 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Gebied voor stedelijke activiteiten omgeving Sportpaleis, goedgekeurd op 21 mei 2010. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor stedelijke activiteiten.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Oosterweelverbinding-Wijziging, goedgekeurd op 20 maart 2015. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: gebied voor dagrecreatie, bufferzone, parkgebied, industriegebied, gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, gebied voor wegeninfrastructuur en gebied voor waterweginfrastructuur.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan PRUP Provinciaal Groendomein Rivierenhof, goedgekeurd op 25 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: parkgebied: sport.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Slachthuissite, goedgekeurd op 25 februari 2019. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 8. zone voor wonen (wo4) - kade midden, artikel 4. zone voor centrumfuncties (ce4), artikel 14. zone voor groen (gr4) - kade noord, artikel 10. zone voor publiek domein (pu) en artikel 9. zone voor gemengde functies (ge).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woonuitbreidingsgebied. De woonuitbreidingsgebieden zijn uitsluitend bestemd voor groepswoningbouw zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist, en zolang, volgens het geval, ofwel die overheid geen besluit tot vastlegging van de uitgaven voor de voorzieningen heeft genomen, ofwel omtrent deze voorzieningen geen met waarborgen omklede verbintenis is aangegaan door de promotor.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening, (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een bufferzone. De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden, (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard, (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in het gebied waterweg. Binnen het havengebied werden sommige infrastructuurwerken aangeduid op het gewestplan en andere niet. Het is vrijwel onmogelijk al deze voorzieningen binnen een dergelijk dynamisch gebied op voorhand te plannen. De aanduidingen als industriegebied voor het havengebied moet dan ook toelaten dat steeds alle waterbouwkundige, infrastructuur- en uitrustingswerken mogelijk zijn. Het was echter juridisch onmogelijk dat voor het havengebied een bijzonder planologisch voorschrift werd ingevoerd, qua bodembestemming.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor stedelijke ontwikkeling. Dit gebied is bestemd voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren, kleinhandel, dienstverlening, recreatie, wonen, verkeer en vervoer, openbaar nut en gemeenschapsvoorzieningen, en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving. De stedenbouwkundige aanleg van het gebied, de bijhorende voorschriften betreffende terreinbezetting, vloeroppervlakte, hoogte, aard en inplanting van de gebouwen met bijhorende voorzieningen, en de verkeersorganisatie in relatie met de omringende gebieden, worden vastgesteld in een bijzonder plan van aanleg vooraleer het gebied kan ontwikkeld worden. Ook het wijzigen van de functie van bestaande gebouwen kan pas na goedkeuring van een bijzonder plan van aanleg.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een groengebied. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor kleine- niet hinderlijke bedrijven en kantoren.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 16 Stedelijk slachthuis en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 juni 2001.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 43 Noordersingel, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 3 augustus 1998. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: groenzone, bedrijvigheidszone, brugpoortzone en openbaar domein.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Deurne Dorp, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 26 juni 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor private tuinen-artikel 12, zone voor openluchtrecreatie-artikel 16, zone voor parkgebied-artikel 15, zone voor voetwegen-artikel 4.2 en zone voor wegenis-artikel 4.1.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 50 Het Weelke (structuurplan), goedgekeurd bij ministerieel besluit van 14 februari 1983. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: binnenplaatsen en tuinen, bouwvrije voortuinstroken, ontworpen voetpad, dagrecreatie, wandelweg en openbare weg.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA Kwade Velden, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 8 januari 2007. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor buffer-artikel 7.3, zone voor parkgebied-artikel 7.2, zone voor openbare wegenis-artikel 4.1 en zone voor waterloop en meandering-artikel 8.2.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

 

De aanvraag wordt getoetst aan de stedenbouwkundige voorschriften van de geldende gewestplannen, bijzondere plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen. Daar waar er geen onverenigbaarheden met deze voorschriften zijn genoemd, is ze in overeenstemming met deze plannen.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan en het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:

 

Gewestplan Antwerpen

-          bufferzone

De bufferzones dienen in hun staat bewaard te worden of als groene ruimte ingericht te worden, om te dienen als overgangsgebied tussen gebieden waarvan de bestemmingen niet met elkaar te verenigen zijn of die ten behoeve van de goede plaatselijke ordening van elkaar moeten gescheiden worden..

 

Volgend werk is niet conform het artikel:

-          (Strook voor) persleiding in werfzone Schijnkoker
De aanleg van de verhardingen houdt in dat de zone niet in haar huidige staat bewaard wordt, noch als groene ruimte wordt ingericht.

 

Een afwijking wordt toegestaan op basis van artikel 4.4.7 §2 van de VCRO en artikel 3 §1, 14° van het besluit van de Vlaamse Regering omtrent ‘de handelingen van algemeen belang’. Het betreft een werfzone voor de aanleg/wijziging van ondergrondse leidingen voor het verzamelen en afvoeren van hemel-, oppervlakte- en afvalwater en bijhorende kleinschalige infrastructuur (conferatur artikel 3 §1 9° van hetzelfde besluit). De beperkte ruimtelijke impact wordt als volgt gemotiveerd:

 

Aangezien het handelingen betreft die worden opgenomen onder artikel 3 §1 van het besluit ‘handelingen van algemeen belang’ impliceert dit per definitie dat de afwijking een ruimtelijk beperkte impact heeft. Hieraan kan nog toegevoegd worden dat de aangevraagde handeling zich beperkt tot een plastic buis van beperkte diameter die in een werfzone wordt gelegd waar technische installaties, werfuitrusting en werfwerkzaamheden het kenmerkende omgevingsbeeld bepalen en specifieke maatregelen zijn genomen om een goed nabuurschap met aanpalend woongebied te bewerkstelligen door een kwaliteitsvol zichtscherm als werfaansluiting dat zorgt voor de visuele afscheiding van de werfzone ten opzichte van het aanpalende woongebied.

 

BPA nr 50 Het Weelke

-          artikel 4 plaatsen bestemd voor groene ruimte:
Bufferzone, zoals aangeduid op het plan, langsheen de autosnelweg E.10 en groene ruimte voor passieve recreatie als wandelpark.
Alle constructies verboden. Langsheen aangelegde paden mogen houten rustbanken en dergelijke geplaatst worden.
De strook moet aangeplant worden in functie van de hiervoor beschreven bestemming.

 

Volgend werk is niet conform het artikel:

-          (Strook voor) persleiding in werfzone Schijnkoker
De aanleg van de verhardingen houdt in dat de zone niet in haar huidige staat bewaard wordt, noch als groene ruimte wordt ingericht.

 

Een afwijking wordt toegestaan op basis van artikel 4.4.7 §2 van de VCRO en artikel 3 §1, 14° van het besluit van de Vlaamse Regering omtrent ‘de handelingen van algemeen belang’. Het betreft een werfzone voor de aanleg/wijziging van ondergrondse leidingen voor het verzamelen en afvoeren van hemel-, oppervlakte- en afvalwater en bijhorende kleinschalige infrastructuur (conferatur artikel 3 §1 9° van hetzelfde besluit). De beperkte ruimtelijke impact wordt als volgt gemotiveerd:

 

Aangezien het handelingen betreft die worden opgenomen onder artikel 3 §1 van het besluit ‘handelingen van algemeen belang’ impliceert dit per definitie dat de afwijking een ruimtelijk beperkte impact heeft. Hieraan kan nog toegevoegd worden dat de aangevraagde handeling zich beperkt tot een plastic buis van beperkte diameter die in een werfzone wordt gelegd waar technische installaties, werfuitrusting en werfwerkzaamheden het kenmerkende omgevingsbeeld bepalen en specifieke maatregelen zijn genomen om een goed nabuurschap met aanpalend woongebied te bewerkstelligen door een kwaliteitsvol zichtscherm als werfaansluiting dat zorgt voor de visuele afscheiding van de werfzone ten opzichte van het aanpalende woongebied.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex wonen van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag betreft het doorvoeren van wijzigingen ten opzichte van de reeds vergunde bemalingen (werffase). Deze werken kaderen in de aanleg van de tijdelijke R1 en de inrichting van de werf voor de aanleg van de Oosterweelverbinding. Alle installaties zijn tijdelijk en verdwijnen na de oplevering van het project.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid.
 

Er worden 2 waterzuiveringsinstallatie aangevraagd, één ter hoogte van het Lobroekdok, de ander ter hoogte van de Burgemeester Jozef Masurebrug. Beide installaties bevinden zich in de vergunde werfzones.

 

Elke waterzuiveringsinstallatie omvat verschillende filterinstallaties en wordt modulair opgebouwd. De volledige installatie is geplaatst op een betonnen funderingsplaat (met opstaande rand). De installaties hebben een maximale hoogte van 8 m.

 

Omwille van het tijdelijk karakter van de installaties worden alle onderdelen, leidingen, enzovoort zoveel mogelijk bovengronds voorzien. De nodige pompen, compressoren, blowers, elektriciteitsaansluitingen, stuurkasten, enzovoort zijn hierbij voorzien in verschillende containers.

 

De persleidingen worden zoveel mogelijk bovengronds op maaiveld gelegd doorheen de werfzones van de bemalingsputten naar de waterzuiveringsinstallaties. Soms worden ze plaatselijk net onder maaiveldniveau ingegraven in functie van de overrijdbaarheid door werfvoertuigen.

 

Ter hoogte van het Lobroekdok/ Schijnpoort lopen de leidingen via verschillende tracés van de bemalingsputten naar de waterzuiveringsinstallaties.

 

Ter hoogte van de Burgemeester Jozef Masurebrug lopen de leidingen doorheen de werfzones. Vanuit de werfzone Schijnkoker wordt de leiding tegen het talud van de brug omhoog geleid, langsheen de werfweg op de brug gelegd tot voorbij de R1 om dan weer langsheen het talud van de brug tot de waterzuiveringsinstallaties in de werfzone te brengen.

 

Visueel-vormelijke elementen

De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van visueel-vormelijke elementen.

 

De bouw van het grootschalige infrastructuurproject zal tijdens de werffase een grote visuele impact hebben. Visuele hinder als gevolg van werven van dergelijke omvang is onvermijdelijk. De impact is echter tijdelijk van aard. In dit geval primeert de functionaliteit van de gebruikte materialen, niet zozeer het esthetisch aspect.

 

Bodemreliëf

De aangevraagde handelingen houden op zich geen aanzienlijke uitgravingen of ophogingen in. Beperkte vergravingen tijdens de werf zijn eigen aan de werftoestand en tijdelijk van aard.

De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de stedelijke dienst Klimaat en Leefmilieu. De dienst geeft voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:

“De voorwaarde uit OMV_2021035436 wordt herhaald dat het bemalingswater, als de kwaliteit het toelaat, hergebruikt wordt voor de aanmaak van bentoniet, voor stofbestrijding en als irrigatiewater voor de groendienst en kuiswater voor de veegwagens van de stad Antwerpen.

 

Aanvragers voeren voldoende (in aantal parameters en frequentie) kwaliteitsmetingen uit op het bemalingswater, voor en na waterzuivering,  om de diensten van de stad toe te laten de kwaliteit voor het beoogde hergebruik te beoordelen.

Aanvragers verlenen de medewerkers van de stad op eenvoudige wijze toegang tot bepaalde locaties op de werf waar dit water beschikbaar wordt gesteld.

Als de waterkwaliteit net niet voldoende is, maar met redelijke technieken (bijvoorbeeld voorafgaande bezinking, beluchting, bijmenging van hemelwater) tot aanvaardbare kwaliteit kan worden gebracht, zullen aanvragers daartoe de nodige werkzaamheden verrichten.

 

Belangrijk is dat het voorgestelde hergebruik ook in de praktijk zo veel als mogelijk wordt gehaald.”


De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de omgevingsvergunning worden opgelegd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De voorwaarde uit OMV_2021035436 wordt herhaald dat het bemalingswater, als de kwaliteit het toelaat, hergebruikt wordt voor de aanmaak van bentoniet, voor stofbestrijding en als irrigatiewater voor de groendienst en kuiswater voor de veegwagens van de stad Antwerpen.

 

Aanvragers voeren voldoende (in aantal parameters en frequentie) kwaliteitsmetingen uit op het bemalingswater, voor en na waterzuivering, om de diensten van de stad toe te laten de kwaliteit voor het beoogde hergebruik te beoordelen.

Aanvragers verlenen de medewerkers van de stad op eenvoudige wijze toegang tot bepaalde locaties op de werf waar dit water beschikbaar wordt gesteld.

Als de waterkwaliteit net niet voldoende is, maar met redelijke technieken (bijvoorbeeld voorafgaande bezinking, beluchting, bijmenging van hemelwater) tot aanvaardbare kwaliteit kan worden gebracht, zullen aanvragers daartoe de nodige werkzaamheden verrichten.

 

Belangrijk is dat het voorgestelde hergebruik ook in de praktijk zo veel als mogelijk wordt gehaald.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Voor de realisatie van de Oosterweelverbinding deel Kanaalzone – R1, gesitueerd van de Jozef Masurebrug in het noorden tot het Rivierenhof in het zuiden, zijn zoals in de andere delen grondwaterbemalingen noodzakelijk om de bouwwerken droog te kunnen uitvoeren onder veilige omstandigheden. De projectzone werd opgedeeld in twee zones waarbij het Albertkanaal dienst doet als fysische scheiding.

 

De bemalingen gebeuren zowel in het zuidelijk deel als in noordelijk deel. Voor het zuidelijk deel gaat het om een totaal geschat volume van bijna 50.000 m³, voor het noordelijk deel langsheen het traject van de R1 om circa 1.900.000 m³. In het grondwater werden PFAS aangetroffen waardoor het nodig is bijzondere lozingsnormen aan te vragen. Daarnaast worden ook afwijkingen gevraagd in verband met de meetgoot en de controle op de lozingen. In de vergunning van oktober 2021 werden verder bijzondere voorwaarden geformuleerd met betrekking tot de monitoring van de kwaliteit van het bemalingswater, het nuttig hergebruik en de modaliteiten van het monitoringplan.

 

De aanvrager gaat in principe uit van een bemaling met lozing in oppervlaktewater (Schijn, Lobroekdok en Albertkanaal) zonder de inzet van een waterzuiveringsinstallatie. In een nota toegevoegd aan de aanvraag worden, naar analogie met andere aanvragen in het kader van de Oosterweelverbinding, argumenten aangebracht die moeten aantonen dat met de huidige stand van de techniek het niet mogelijk is de verschillende PFAS-componenten uit het afvalwater te zuiveren, de korte ketens in het bijzonder. Een zuivering zou volgens de aanvrager bovendien een onverantwoord hoge kost met zich meebrengen, in de nota’s wordt uitgegaan van 34,3 euro/m³.Verder wijst de aanvrager ook op de ecologische kost van de waterzuivering (energieverbruik, verbruik actief kool) die in functie van de zuiveringswinst pover zou zijn. De aanvrager besluit hieruit dat het niet opportuun en duurzaam is een waterzuiveringsinstallatie te voorzien, en vraagt daarom naar hogere lozingsnormen.

De gevraagde lozingsnormen werden geformuleerd op basis van de beschikbare analyseresultaten van de peilbuizen binnen de bemalingszones. De normen werden bepaald vanuit het worst-case uitgangspunt met oog op voldoende marge in te bouwen zodat de continuïteit van de lozing tijdens de uitvoeringswerken gegarandeerd blijft en de werf niet moet worden stilgelegd. Voor de PFAS-componenten, die opgenomen zijn in het ontwerp-WAC wordt per PFAS-component een norm van 0,1 µg/l aangevraagd, wat door de exploitant als “operationeel werkbaar” wordt beschouwd.

 

Indien de vergunningverlenende overheid de verhoogde lozingsnormen niet wenst toe te staan, zal voorzien worden in een WZI voor de behandeling van lange keten PFAS. Voor de korte keten PFAS bestaat geen bewezen technologie en is er voorlopig geen alternatief.

 

De appreciatie van de ingediende nota’s en de advisering van de voorgestelde lozingsparameters komt uiteraard toe aan de bevoegde administraties, vanuit een lokale insteek toch enkele bedenkingen.

 

Het klopt dat het, met uitzondering van het Lobroekdok, veelal gaat om relatief lage concentraties van de aangetroffen PFAS, Het is ook correct te stellen dat de bestaande zuiveringstechnieken slechts met beperkt succes inzetbaar zijn.

 

Er wordt op gewezen dat in een stedelijke omgeving bijna dagelijks aanvragen worden ingediend voor tijdelijke grondwaterbemalingen voor de realisatie van bouwwerken. Ook bij deze projecten worden op vele locaties, veelal lage concentraties aan PFAS gedetecteerd. Wanneer zou beslist worden om in dit dossier af te zien van waterzuivering zal dit ook consequenties hebben voor de diverse andere projecten in de stad waar dezelfde problematiek in meer of mindere mate speelt en waar de zuiveringskost proportioneel nog zwaarder doorweegt.

 

De gevraagde afwijkingen in verband met de te plaatsen meetgoot, het meten van het grondwaterpeil worden gunstig geadviseerd. Voor tijdelijke grondwaterwinningen zijn deze bepalingen geen meerwaarde.

 

Specifiek wat betreft bijzondere voorwaarde 16 met betrekking tot hergebruik van bemalingswater lijkt de toevoeging omtrent de toelaatbare concentraties aan PFAS onvermijdelijk.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

De aanvraag voor de bemalingen wordt gunstig geadviseerd, wat betreft de lozingsstrategie wordt verwezen naar het advies van de VMM.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Aanvragers voeren voldoende (in aantal parameters en frequentie) kwaliteitsmetingen uit op het bemalingswater, voor en na waterzuivering, om de diensten van de stad Antwerpen toe te laten de kwaliteit voor het beoogde hergebruik te beoordelen.

2. Aanvragers verlenen de medewerkers van de stad Antwerpen op eenvoudige wijze toegang tot bepaalde locaties op de werf waar dit water beschikbaar wordt gesteld.

3. Als de waterkwaliteit net niet voldoende is, maar met redelijke technieken (bijvoorbeeld voorafgaande bezinking, beluchting, bijmenging van hemelwater) tot aanvaardbare kwaliteit kan worden gebracht, zullen aanvragers daartoe de nodige werkzaamheden verrichten.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.6.3.3°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 50 m³/uur;

300,00 m³/uur

12.2.1°

transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA;

2x 200,00 kVA

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

60,00 kW


Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

19 juli 2022

Start openbaar onderzoek

27 juli 2022

Einde openbaar onderzoek

25 augustus 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

7 september 2022

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

27 juli 2022

25 augustus 2022

2

0

0

5

 

Bespreking van de bezwaren

 

  1. Geen bezwaar: De bezwaarindiener – NMBS – kan aan deze aanvraag geen gevolg geven aangezien hij niet betrokken is bij dit terrein. Infrabel is daarentegen wel betrokken.

Beoordeling: De bezwaarindiener betreft het bedrijf NMBS en merkt op dat Infrabel moet worden aangeschreven. Het is aan de vergunningverlenende overheid om de adviesinstanties aan te schrijven.
 

  1. Geen bezwaar: De bezwaarindiener – Aquafin – merkt op dat er in de buurt van de werfzones Aquafin- en VMM-leidingen liggen en vraagt om voorwaarden op te leggen.

Beoordeling: Met dit schrijven reageert Aquafin op het schrijven van de stad Antwerpen in het kader van het openbaar onderzoek. Men heeft geen bezwaar tegen deze aanvraag, maar er wordt gevraagd om voor alle werkzaamheden rekening te houden met de voorwaarden in dit schrijven voor kruising van of parallelle ligging ten opzichte van Aquafins infrastructuur. Tevens worden liggingsplannen van leidingen overgemaakt.

 

  1. Kennisgeving PFAS: De bezwaarindiener merkt op dat de omgevingsaanvraag handelt over het bouwen en exploiteren van 2 waterzuiveringsinstallaties met bijhorende persleidingen voor de verwijdering van PFAS-componenten en het bijstellen van lozingsvoorwaarden.

Indien er effectief PFAS vervuiling is vastgesteld, moeten – volgens de bezwaarindiener – de bewoners geïnformeerd worden in verband met deze vervuiling en de eventuele gevolgen voor de bewoners. Hij vreest dat er dezelfde weg wordt opgegaan zoals in Zwijndrecht.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar handelt niet over de voorliggende omgevingsaanvraag. De aanvraag omvat net het installeren van waterzuiveringsinstallaties voor mogelijke PFAS.

Echter kan de bezorgdheid wel gedeeld worden. Voor meer informatie inzake mogelijke PFAS in de omgeving kan de bezwaarindiener bij de aanvrager of op de website van de stad Antwerpen terecht.

 

  1. Gunstig advies: De bezwaarindiener – Fluxys Belgium – bezit en beheert installaties nabij de projectzone.. Hij merkt op dat bij de 4 deelzones ("Lot3b-OWV VA1 Wijziging en bijstelling lozingsvoorwaarden") van deze aanvraag niet betrokken te zijn. Bijgevolg kan onze maatschappij een gunstig advies verlenen zonder opmerkingen.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het betreft een advies. Het is aan de vergunningverlenende overheid om dit advies te verwerken.

 

  1. Bemaling: Volgens de bezwaarindiener wordt er geen retourbemaling voorzien zoals nochtans voorzien in (bijlage D van) de nota "Strategie bemalingen" van april 2020 van de stad Antwerpen. Uit deze nota (en bijlage) blijkt dat de voorkeur moet gegeven worden aan retourbemaling alvorens over te gaan tot lozing in oppervlaktewater.

De werfzone is ook meer dan ruim genoeg om een retourbemaling te voorzien. Uit de nota "Strategie bemalingen" blijkt immers dat een retourbemaling meer dan 10 m verwijderd moet zijn van de bemaling.

Volgens de bezwaarindiener heeft het lozen van het bemalingswater in het Lobroekdok, Albertkanaal of Schijn geen enkele impact om het herstellen van het grondwaterniveau. Dit niveau staat reeds alarmerend laag door de aanhoudende droogte. Een retourbemaling moet de eerste optie zijn.

Beoordeling:

Retourbemaling is helaas niet mogelijk omdat het grondwater gecontamineerd is met PFAS en daardoor wellicht een behandeling moet ondergaan waardoor retourneren binnen het huidig wettelijk kader geen optie is.

 

  1. In- en uitrit werfzone: De bezwaarindiener stelt dat de in- en uitrit van de werfzone over een kasseistrook aan de oostelijke kop van het Lobroekdok uitkomt op de Slachthuislaan. Deze kasseistrook wordt echter ook dagelijks gebruikt als toegang tot de parking van één van de bezwaarindieners. De ruimte langsheen de kasseistrook wordt ook gebruikt als parking door andere bezwaarindieners. Het gebruik van de kasseistrook als in- en uitrit van de werfzone zal leiden tot een verhoogde parkeerdrukte en parkeerchaos. De bezwaarindieners stellen alternatieven voor als in- en uitrit voor het werfverkeer.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De handelingen zijn tijdelijk en alleen nodig tijdens de uitvoeringsfase van de Oosterweelverbinding en situeren zich in de reeds afgebakende werkstrook uit de vergunningen OMV OWV (OMV_2020034861) en OMV VA1 (OMV_202103543). De handelingen zijn niet in strijd met de voorwaarden zoals opgelegd in hoger genoemde omgevingsvergunningen.

De aangevraagde tijdelijke handelingen genereren op zich geen noemenswaardig aandeel verkeer ten opzichte van het geheel van het verkeer dat een dergelijke grootschalige werf met zich meebrengt. Het verkeer van en naar de WZI’s is beperkt tot werfverkeer in functie van de opbouw en latere afbraak van de installatie, het onderhoud van de installatie en ophalen van de afvalstoffen. Dit verkeer volgt de routes van/naar en doorheen de werfzones zoals voorzien in OMV VA1, waarbij het werfverkeer van/naar de werfzones via de belangrijke verkeersassen wordt geleid en woonbuurten worden vermeden. Het verkeer van/naar de WZI’s wordt dan ook beschouwd als inherent deel van het totale verkeer dat door de werfwerkzaamheden voor de aanleg van het grootschalige Oosterweelproject wordt gegenereerd. De werftoegang die door de bezwaarindieners wordt aangehaald betreft bovendien een secundaire werftoegang die zal worden aangelegd in asfalt, hetgeen de kans op een eventueel modderspoor beperkt. Het werfverkeer zal voornamelijk gebruik maken van de werftoegangen van de Denderstraat met de Slachthuislaan (Lantis voorziet een tijdelijk kruispunt uitgerust met verkeerslichten zodat verkeer in alle richtingen kan in- en uitrijden) en het kruispunt op de Schijnpoortweg aan de voet van de Theunisbrug dat ondertussen is uitgerust met verkeerslichten. Deze werftoegangen zijn in een eerdere vergunning verleend. 

 

  1. Fietspad: De bezwaarindieners stellen dat de in- en uitrit van de werfzone het drukke fietspad langs de Slachthuislaan kruist. Dit zorgt voor een verkeersonveilige situatie.

Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De handelingen zijn tijdelijk en alleen nodig tijdens de uitvoeringsfase van de Oosterweelverbinding en situeren zich in de reeds afgebakende werkstrook uit de vergunningen OMV OWV (OMV_2020034861) en OMV VA1 (OMV_202103543). De handelingen zijn niet in strijd met de voorwaarden zoals opgelegd in hoger genoemde omgevingsvergunningen.

De aangevraagde tijdelijke handelingen genereren op zich geen noemenswaardig aandeel verkeer ten opzichte van het geheel van het verkeer dat een dergelijke grootschalige werf met zich meebrengt. Het verkeer van en naar de WZI’s is beperkt tot werfverkeer in functie van de opbouw en latere afbraak van de installatie, het onderhoud van de installatie en ophalen van de afvalstoffen. Dit verkeer volgt de routes van/naar en doorheen de werfzones zoals voorzien in OMV VA1, waarbij het werfverkeer van/naar de werfzones via de belangrijke verkeersassen wordt geleid en woonbuurten worden vermeden. Het verkeer van/naar de WZI’s wordt dan ook beschouwd als inherent deel van het totale verkeer dat door de werfwerkzaamheden voor de aanleg van het grootschalige Oosterweelproject wordt gegenereerd. De werftoegang die door de bezwaarindieners wordt aangehaald betreft bovendien een secundaire werftoegang. Het werfverkeer zal voornamelijk gebruik maken van de werftoegangen van de Denderstraat met de Slachthuislaan (Lantis voorziet een tijdelijk kruispunt uitgerust met verkeerslichten zodat verkeer in alle richtingen kan in- en uitrijden) en het kruispunt op de Schijnpoortweg aan de voet van de Theunisbrug dat ondertussen is uitgerust met verkeerslichten. Deze werftoegangen zijn in een eerdere vergunning verleend. 

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Aanvragers voeren voldoende (in aantal parameters en frequentie) kwaliteitsmetingen uit op het bemalingswater, voor en na waterzuivering, om de diensten van de stad Antwerpen toe te laten de kwaliteit voor het beoogde hergebruik en/of retourbemaling te beoordelen.

2. Aanvragers verlenen de medewerkers van de stad Antwerpen op eenvoudige wijze toegang tot bepaalde locaties op de werf waar dit water beschikbaar wordt gesteld.

3. Als de waterkwaliteit net niet voldoende is, maar met redelijke technieken (bijvoorbeeld voorafgaande bezinking, beluchting, bijmenging van hemelwater) tot aanvaardbare kwaliteit kan worden gebracht, zullen aanvragers daartoe de nodige werkzaamheden verrichten.

 

Geadviseerde brandweervoorwaarden

de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/SVE/2022/X.00066.A1.0012 die aan dit advies college zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Artikel 2

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.