Terug
Gepubliceerd op 07/11/2022

2022_CBS_08852 - Omgevingsvergunning - OMV_2022111101. Alfons Schneiderlaan 138. District Deurne - Weigering

college van burgemeester en schepenen
vr 04/11/2022 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_08852 - Omgevingsvergunning - OMV_2022111101. Alfons Schneiderlaan 138. District Deurne - Weigering 2022_CBS_08852 - Omgevingsvergunning - OMV_2022111101. Alfons Schneiderlaan 138. District Deurne - Weigering

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022111101

Gegevens van de aanvrager:

de heer Glenn Seller met als adres Alfons Schneiderlaan 138 te 2100 Antwerpen, mevrouw Griet Geeraerts met als adres Alfons Schneiderlaan 138 te 2100 Antwerpen en de heer Koen vanobberghen met als adres Alfons Schneiderlaan 138 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Alfons Schneiderlaan 138 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 30 sectie A nrs. 502L en 502G25

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

 

-          14/03/2019: vastgesteld bouwkundig erfgoed:

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/305213;

-          24/07/1989: vergunning (629#598) voor het bouwen van een wintertuin.

-          28/02/1950: toelating (626#12616) voor het verbouwen van de woning;

-          24/06/1947: toelating (329#19833) voor het bouwen van een garage;

-          10/12/1946: toelating (329#19586) voor het bijbouwen van 2 kamers aan het huis.

 

Vergunde toestand

 

-          functie: eengezinswoning “Villa Cogels”;

-          bouwvolume:

  • 2 bouwlagen met zadeldak; 
  • zadeldak met verschillende dakkapellen onder dwars georiënteerde zadeldaken, alsook onder schuine daken, en een enkel plat dak;
  • hoofdgebouw met een bouwdiepte van circa 9,80 m;
  • tuinkamer achter het hoofgebouw met een bouwdiepte van circa 2,75 m;
  • kroonlijsthoogte van circa 6,25 m en nokhoogte van circa 9,35 m;
  • achtertuin met een oppervlakte van circa 915 m²;

-          gevelafwerking:

  • gelijkvloerse deel van de gevels opgetrokken in wit geschilderde parement;
  • overige deel van de gevels uitgevoerd in houten vakwerk bordeauxrood geschilderd, met invulling uit witte gevelbepleistering;
  • buitenschrijnwerk uitgevoerd in hout, wit geschilderd;
  • inpandige garage met een houten poort, wit geschilderd;

 

Bestaande toestand

 

conform de vergunde toestand, uitgezonderd:

-          inrichting:

  • pad van de straat tot links langs de woning in grind;
  • terrassen;
  • tuinhuis.

 

Nieuwe toestand

 

-          functie: eengezinswoning “Villa Cogels”;

-          bouwvolume:

  • achter het hoofdgebouw aanbouw met keuken, eetkamer en een overdekt terras;
  • breedte van de aanbouw van circa 13,85 m;
  • bouwdiepte van de aanbouw van circa 2,70 m met een erker van circa 1,40 m diepte;
  • totale bouwdiepte op circa 13,90 m;
  • bouwhoogte van de aanbouw van circa 4,35 m;
  • op de aanbouw een dakterras;

-          gevelafwerking:

  • aanbouw in rode parement;
  • vaste raamkaders uitgevoerd in wit gelakte aluminium en opengaande delen in bordeauxrode kleur

-          inrichting:

  • verhard pad van de straat tot links langs de woning te behouden;
  • verharde terrassen te verwijderen;
  • nieuw terras schuin links naast de nieuwe aanbouw.

 

Inhoud van de aanvraag

 

-          slopen van een tuinkamer;

-          uitbreiden van het volume met circa 190 m²;

-          doorvoeren van interne constructieve werken;

-          aanleggen en verwijderen van verhardingen;

-          de overige delen van de woning maken geen deel uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

12 september 2022

18 oktober 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:

 

  • Artikel 5 Cultuurhistorisch erfgoed:

De gevraagde verbouwing brengt de historische en esthetische waarde in het gedrang.
 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

 

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Artikel 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De Alfons Schneiderlaan wordt gekenmerkt door één- en meergezinswoningen in gesloten bebouwing. De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De aanvraag betreft de verbouwing en uitbreiding van een vrijstaande villa in cottagestijl. De hoofdstructuur van de woning blijft behouden. Achter en naast de bestaande keuken wordt een uitbreiding voorzien met daarin een nieuwe keuken en eetruimte. De bestaande keuken wordt omgevormd tot berging en een ruimere inkomhal. De bestaande tuinkamer wordt omgevormd tot een open, overdekt terras met bovenop een dakterras. De volume-uitbreiding is aanvaardbaar en stedenbouwkundig inpasbaar. Er blijft nog een ruime tuinzone over en er wordt voldoende afstand bewaard ten opzichte van de perceelsgrenzen.

 

De bestaande verhardingen in de tuin blijven deels behouden en worden deels verwijderd. Het bestaande pad van de straat tot links langs de woning blijft behouden en is voorzien uit grind. De bestaande terrassen worden beide gesupprimeerd. De zone achter de tuinkamer wordt omgevormd naar plantenvak met twee rijen stapstenen waartussen het water kan infiltreren in de bodem. Een nieuw terras uit stapstenen met open voeg wordt aangelegd schuin links naast de nieuwe uitbreiding. De bestaande bomen en hagen op het terrein blijven behouden.

 

Het bestaande tuinhuis is niet terug te vinden op plannen van de vergunde toestand, en is niet wenselijk op deze locatie. Het kan eventueel wel ingeplant worden in de achtertuin.

 

Visueel-vormelijke elementen en cultuurhistorische aspecten

 

‘Villa Cogels’ is een pand met een historische waarde voor Deurne, als residentie van de familie Cogels. Het werd opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, vastgesteld bij besluit van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. Bourgeois van 29 maart 2019. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

 

Artikel 5 §1 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 zegt dat voor gebouwen opgenomen in de inventaris van bouwkundig erfgoed en gebouwen gelegen in CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw of constructie onderworpen wordt aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.

 

De oorspronkelijke bouwplannen van 1929 zijn getekend door de architecten Cols en De Roeck. De woning werd ondanks de verkregen bouwtoelating uitgevoerd volgens sterk aangepaste plannen, werd nadien tijdens WOII beschadigd door bominslagen en werd vervolgens in 1947 vergroot. Op de plannen uit het verbouwingsdossier van 1947 is duidelijk te zien dat de bestaande toestand op dat moment niet te linken is aan het ontwerp in het bouwdossier van 1929.

 

Ondanks de aantasting van het oorspronkelijke karakter, is de villa beeldbepalend in de wijk, als een van de grootste en een van de weinige vrijstaande woningen. De woning onderscheidt zich verder van de omgevende, overwegend aaneengesloten bebouwing door de opvallend diepe inplanting op een quasi rechthoekig perceel. De ruime voortuin is afgezoomd door een lage afsluiting in baksteen en metaal, uitgerust met twee houten poorten met verticale spijlen ter ontsluiting van woning en garage.

 

De statige villa, drie traveeën breed en twee bouwlagen hoog, is voorzien van baksteenmetselwerk onder een complex pannendak. Karakteristiek voor de cottagestijl is de woning verfraaid met stijl- en regelwerk in de bovenbouw, terwijl de compositie bepaald wordt door een asymmetrisch opgevatte façade met puntgevel. De rechter travee met puntgevel, waarachter de leef- en slaapruimten zijn ingericht, wordt benadrukt door een bow-window op de begane grond. Omstreeks 1947 is de woning vergroot in een gelijkaardige vormgeving, met een half ondergrondse garage, een erker op de begane grond en een venster op de verdieping. Deze aanpassingen hebben de leesbaarheid van het oorspronkelijke bouwvolume aangetast. Het houten deur- en vensterschrijnwerk is behouden of later vervangen naar oud model. Ook de houten dakrand en de oude dakpannen zijn nog aanwezig.

 

Het oorspronkelijk quasi rechthoekige grondplan wordt karakteristiek voor de cottagestijl gedomineerd door een centraal ingeplante, opvallend ruime traphal, opgevat als een scharnier tussen de inkom met vestiaire enerzijds en de dienst- en woonvertrekken anderzijds. Achter de puntgeveltravee is op het gelijkvloers een salon aan straatzijde aansluitend op een eetkamer, die samen met de keuken uitgeeft op de tuin. De leefvertrekken zijn in 1947 uitgebreid met een zithoek waardoor een L-vormig grondplan tot stand kwam, in 1989 nog uitgebreid met een wintertuin. Op de verdieping zijn de slaapvertrekken ingericht, oorspronkelijk mogelijk met zolderkamer(s) voor het inwonend personeel.

Anno 2017 tonen foto’s van de binnenruimte dat het traditionalistische interbelluminterieur nog grotendeels bewaard is.

 

Er werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst Monumentenzorg. Het advies is ongunstig en luidt als volgt:

 

“Achteraan wordt de bestaande uitbouw opengewerkt en doet deze dienst als overdekt terras. Hierboven wordt een dakterras voorzien. In de zijgevels van de tuinkamer wordt de borstwering verwijderd. Naast de bestaande uitbouw wordt een nieuwe uitbouw onder plat dak voorzien die om de hoek van het gebouw doorloopt tegen de zijgevel. De hoogte van dit nieuwe volume op het hoogste punt bedraagt 4,70 m. De hoogte van de balustrade van het dakterras wordt doorgetrokken naar het nieuwbouwvolume. Het geheel wordt uitgewerkt in rode baksteen in combinatie met aluminium schrijnwerk (rood en wit). Door dit volume zo hoog te voorzien lees je de achtergevel niet meer als een geheel.

Principieel is er geen bezwaar tegen het plaatsen van een achterbouw, hoewel het een volume met een grote footprint betreft dat ook zichtbaar zal zijn vanaf de straatzijde aangezien ook naast het gebouw wordt uitgebreid. Het is vooral de hoogte die niet in verhouding staat tot de bestaande gevels. Aangezien het verlagen van het volume een te grote conceptuele impact heeft op het ontwerp, kan dit niet als voorwaarde worden opgelegd.

In oorsprong waren de bakstenen gevels onbeschilderd, wat ook op de plannen te zien is uit de jaren ’40 van de vorige eeuw. In die optiek is het misschien wel aangewezen om de verflagen van de baksteen te verwijderen, waardoor het nieuwe volume meer aansluiting kent bij het bestaande gebouw qua materiaalgebruik. Dit dient verder onderzocht te worden.

Alle daken worden geïsoleerd langs de buitenzijde waardoor het dakpakket bijna 20 cm verhoogt, wat een zeer vreemde aansluiting geeft op de bestaande dakrand en ook in aanzicht een erg atypisch beeld vormt. De voorzijde van elk dakvlak heeft nu een sobere houten dakrand. Rechts vooraan is nog de oorspronkelijke afmeting van de breedte van de dakrand zichtbaar in een groene kleur, wat overeenkomt het met plan uit de jaren ’40. De overige dakranden werden reeds aangepast. Het uitzicht van het rechtse deel van de dakrand dient als referentie genomen te worden bij herstel of vernieuwing. Dit zal als voorwaarde opgenomen worden bij een eventuele vergunning. Door de isolatie langs de buitenzijde te voorzien krijg je een dakrand die dubbel zo breed wordt, wat een zeer vreemd en atypisch gevelbeeld geeft. Volgens de nota zijn de zolderkamers door waterschade aangetast, maar blijft de bestaande onderafwerking van het dakvlak behouden, ondanks de beschadigingen. De kans is reëel dat bij dakwerken de afwerking verder beschadigd wordt en toch vernieuwd zal moeten worden. Het opdikken door isolatie heeft een te grote visuele impact op het uitzicht van de gevels en is niet aanvaardbaar. De isolatie moet geplaatst worden tussen de structuur zodat de breedte van de dakranden niet of maar beperkt moet worden aangepast. Dit zal als voorwaarde opgenomen worden bij een eventuele vergunning.

Het buitenschrijnwerk wordt vervangen door nieuw houten schrijnwerk (wit geschilderd) naar bestaand model of blijft behouden. De bestaande zijdeur wordt vervangen door een nieuwe aluminium deur, de motivatie is ons niet echt duidelijk. We gaan uit van een nieuwe houten deur naar bestaand model of naar model van de voordeur, aangezien het schrijnwerk zich bevindt in de bestaande gevels. Ook voor het schrijnwerkgeheel tussen tuinkamer en bibliotheek gaan we uit van behoud of nieuw naar bestaand model met behoud van de indeling. Voor de nieuwe gevels van de uitbreiding is het aanvaardbaar om een hedendaags materiaal te voorzien. Als voorwaarde zal opgelegd worden om detailtekeningen van het buitenschrijnwerk te bezorgen voor verder advies.

In het interieur worden een aantal kleine wijzigingen doorgevoerd. Het is ons niet duidelijk waarom de bestaande binnendeur tussen traphal en bibliotheek moet verdwijnen. Rechts van de haard in de bibliotheek wordt een nieuwe opening gemaakt. Deze dient als portiek uitgewerkt te worden, er dient minstens een penant van 15 cm behouden te blijven. Dit zal bij een eventuele vergunning als voorwaarde opgelegd worden, net zoals behoud van de deur.”

 

Omwille van de grote conceptuele impact van de opmerkingen van de stedelijke dienst Monumentenzorg kunnen de nodige wijzigingen niet in voorwaarden worden opgelegd. Een aanpassing van de plannen dringt zich op.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat de in deze aanvraag vervatte werken geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 augustus 2022

Volledig en ontvankelijk

12 september 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 november 2022

Verslag GOA

25 oktober 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.