Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022092560 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Michel Lambin met als adres Cliviastraat 41 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Daalblok ZN te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 43 sectie A nr. 435W4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning met zorgwoonst |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 06/08/2021: aktename (20213263) van de exploitatie van een tijdelijke bronbemaling voor de aanleg van riolen;
- 16/3/2018: verkavelingsvergunning (2017305) voor het verkavelen van een perceel in 9 loten met aanleg van wegenis;
- 07/12/2017: Welstandscommissie.
Vergunde en bestaande toestand
- braakliggend terrein langs nieuwe wegenis (uitgevoerd conform recente verkavelingsvergunning);
- lot 5 in een vergunde verkaveling voor een woning in gesloten bebouwing met maximaal 2 bouwlagen onder plat dak;
Nieuwe toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een meergezinswoning waarvan gewenst om het gelijkvloers appartement te voorzien als ondergeschikte zorgwoning.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 2 augustus 2022 | 29 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 2 augustus 2022 | 3 augustus 2022 | Geen advies |
PROXIMUS/ Proximus | 2 augustus 2022 | 16 augustus 2022 | Geen advies |
Water-link | 2 augustus 2022 | 29 augustus 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 1 augustus 2022 | 8 augustus 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 1 augustus 2022 | 11 augustus 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling 2017305, goedgekeurd op 16 maart 2018, meer bepaald in lot(en) 5.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:
- artikel 2.1.1 Hoofdbestemming hoofdgebouw:
Eengezinswoningen, met inbegrip van zorgwoningen, zijn toegelaten. De plannen stellen echter een meergezinswoning voor;
- artikel 2.2.4. Verschijningsvorm:
Door de verschillende uitwerking van de raamopeningen in de voorgevel met verschillende verhoudingen en verschillende hoogte- én breedtematen in combinatie met de voorgestelde positionering houdt het ontwerp van voorliggend volume dus geen rekening met de verhoudingen van de reeds vergunde woningen.
- artikel 2.3.1. Zonnepanelen, -boilers en warmtewisselaars:
Het is niet duidelijk of de buitenunits en zonnepanelen voldoen aan dit artikel aangezien zij niet zijn ingetekend op de snedes en gevels;
- artikel 3.1. Bestemming niet-gebouwd gedeelte en artikel 3.2.2. Verhardingen:
De 3 m brede oprit is niet gebundeld aangelegd met de overdruk 'opritten' van de linker- of rechteraanpaler - deze houdt 65 cm afstand van de rechterperceelgrens. Bijkomend is het onduidelijk of deze oprit wordt aangelegd in waterdoorlatend materiaal.
- artikel 3.2.4. Afsluitingen:
Er is geen 2 m hoge afsluiting voorzien rond de achtertuin op de perceelgrenzen, bestaande uit roestbestendige gaasdraad met palen, bovenbuis en betonnen plint, gecombineerd met een bladhoudende begroeiing tot een dicht scherm. Ook ontbreekt het groenscherm (levendige haag) van minimaal 3 en maximaal 5 m.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: artikel 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Artikel 4.3.8 is van toepassing op de aanvraag. De aanvraag is hiermee in overeenstemming.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid en Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet volgens de aanvrager het bouwen van een eengezinswoning met ondergeschikte zorgeenheid. Dit is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van de goedgekeurde verkaveling en afgestemd op de eerder vergunde woonfuncties in de straat.
Echter duiden de ingediende plannen een voorstel van een meergezinswoning. Op de gelijkvloerse verdieping wordt een afzonderlijk één-slaapkamerappartement voorzien met een netto vloeroppervlakte van circa 54,92 m². Het twee-slaapkamerappartement, gedeeltelijk op de gelijkvloerse verdieping (traphal en tuinkamer) en de eerste verdieping, heeft een netto vloeroppervlakte van circa 101,6 m². Beide woongelegenheden zijn bereikbaar via een gedeelde gemeenschappelijke inkom/fietsenberging.
Het voorzien van een meergezinswoning is onverenigbaar met de geldende bestemmingsvoorschriften en niet kenmerkend in voorliggende straat.
Zorgwonen is het creëren van een ondergeschikte woongelegenheid in of bij een bestaande hoofdzakelijk vergunde woning zodat maximaal twee oudere (65+) of hulpbehoevende personen kunnen wonen bij iemand die hen zorg verleent. Hierdoor kan bijvoorbeeld de partner van de oudere of hulpbehoevende mee inwonen, zonder dat deze zelf oudere of hulpbehoevende moet zijn.
In voorliggende aanvraag is geen sprake van een bestaande hoofdzakelijk vergunde woning.
In een nieuwe straat waar eengezinswoningen verwacht en eerder vergund werden, is het niet kenmerkend om op de eerste verdieping verblijfsruimten te voorzien met de noodzaak aan een aangenzende buitenruimte én deze te voorzien in de vorm van een uitkragend balkon.
Deze uitkragende (noodzakelijke) buitenruimte genereert een andere inkijk op de achtertuinen van de buren dan een bijkomende, inpandige buitenruimte bij een slaapkamer, bureau of hobbyruimte.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt gerealiseerd in grijze paramentsteen, plint in blauwe hardsteen, raamdorpels en licht grijs aluminium buitenschrijnwerk en borstweringen in lichtgrijs gemoffeld staal.
Dit is principieel niet uitgesloten op voorwaarde dat het geheel in afgestemd op de reeds vergunde woningen. Dit is met voorliggend ontwerp niet het geval.
Bij voorliggende aanvraag wordt ook geen bijkomende informatie bezorgd over de verschijningsvorm van het geheel van de aangrenzende woningen. Er is dus geen aanleiding om voorliggende afwijkingen gunstig te evalueren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Voorliggende aanvraag voorziet een afwijking op verscheidene artikels van de verkaveling en de bouwcode. Aan de hand van voorliggende plannen is er geen aanleiding om deze afwijking toe te staan.
De grootste van de twee woningen wordt voorzien voor een zorgbehoevende. Deze woning wordt echter niet voorzien van een integraal toegankelijke inrichting. Dit is onaanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 2 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw meergezinswoning bestaande uit twee wooneenheden. Op de gelijkvloers wordt een één-slaapkamerappartement voorzien en gedeeltelijk op de gelijkvloerse verdieping en op de eerste verdieping een twee-slaapkamerappartement. De parkeerbehoefte is 1 plaats per wooneenheid. De werkelijke parkeerbehoefte is 2 parkeerplaatsen.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Gelet op de afmetingen van het perceel is het niet mogelijk meer dan 1 plaats te voorzien.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften, verkavelingsvoorschriften, en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 4 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 1 augustus 2022 |
Start openbaar onderzoek | 11 augustus 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 9 september 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 november 2022 |
Verslag GOA | 24 oktober 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
11 augustus 2022 | 9 september 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.