Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022085160 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | NV GARAGE KENIS (0413063018) met als adres Steenweg op Gierle 314 te 2300 Turnhout |
Ligging van het project: | Noorderlaan 89 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 1543Z |
waarvan: |
|
- 20220613-0012 | afdeling 7 sectie G nr. 1543Z (Garage Kenis N.V.) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de exploitatie van een garage/herstelwerkplaats met bijhorende toonzaal voor personenwagens |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 20 december 2002 werd aan Citroën City Motors nv een milieuvergunning uitgereikt voor de exploitatie van een garagewerkplaats te Noorderlaan 89 in 2030 Antwerpen. Op 7 september 2012 werd de milieuvergunning overgenomen door Renault Antwerpen nv met besluit AN2012/500. Op 20 juni 2022 werd deze vergunning overgenomen door Garage Kenis nv d.m.v. een overdracht met referentie OMV_2022082889. De basisvergunning verloopt op 13 augustus 2023.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag betreft de hernieuwing van vergunning voor de exploitatie van een herstelwerkplaats voor motorvoertuigen en aanhorigheden.
Aangevraagde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
4.3.b)1°i) | inrichtingen waarin bedekkingsmiddelen worden aangebracht met een maximaal gehalte aan vluchtige organische stoffen, zoals conform de EG-richtlijn 2004/42/EG, bepaald in bijlage 2A en 2B van het KB van 7 oktober 2005 inzake de reductie van het gehalte aan vluchtige organische stoffen in bepaalde verven en vernissen en in producten voor het overspuiten van voertuigen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 60 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 30 kW |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 8.200 liter |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1 x 160 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
15.3.1° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 10 schouwputten of hefbruggen, volledig gelegen in industriegebied; | 16 hefbruggen |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; | 10 ton |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 71,50 kW |
17.3.2.1.2.1° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; | 0,77 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 10 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 200 liter |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 960 kW |
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 3 augustus 2022 | 12 september 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij | 3 augustus 2022 | 8 september 2022 | Gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw | 3 augustus 2022 | 4 augustus 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het bestaande vergunde bedrijfsgebouw met showroom is gelegen in de Zone voor Bedrijf (Be1) volgens het RUP ‘Contactzone Noorderlaan’ en is bijgevolg functioneel verenigbaar met de omgeving.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Garage Kenis N.V. is een officiële verdeler van merken zoals Renault, Alpine en Dacia, en heeft 4 vestigingen in België. Aan de Noorderlaan 89 te Antwerpen exploiteert het bedrijf een garage/herstelwerkplaats met bijhorende toonzaal voor personenwagens. Hier worden 35 werknemers tewerkgesteld.
In de garage kunnen klanten terecht voor het volledige servicepakket van een garagebedrijf gaande van aan- en verkoop van voertuigen tot onderhoud en herstellingen.
De garage bestaat enerzijds uit een showroom voor personenwagens (waar zich ook de kantoren bevinden) en anderzijds uit een onderhoudswerkplaats voor personenwagens met 16 hefbruggen. Op weekdagen is de toonzaal doorlopend geopend van 9.00 uur tot 18.30 uur en op zaterdag van 9.30 uur tot 17.00 uur. De werkplaats is van maandag tot vrijdag geopend van 8.00 uur tot 17.00 uur.
Het voorwerp van de voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag betreft de hernieuwing van de huidige vergunning die op 13 augustus 2023 zal vervallen. De aanvraag omvat eveneens een aantal veranderingen met name aangepaste vermogens en hoeveelheden volgens de actuele situatie.
Milieutechnisch omvat de aanvraag de exploitatie van een werkplaats voor het onderhouden van motorvoertuigen en de eraan verbonden inrichtingen of handelingen, meer bepaald:
- Exploitatie van een spuitcabine met een totaal vermogen van 30 kW.
- Opslag van in totaal 8.200 liter aan oliën, zijnde: 1 bovengrondse dubbelwandige tank met 2.480 liter aflaatolie, 2 bovengrondse dubbelwandige tanks met elk 2.800 liter aan smeerolie, 120 liter aan transmissie olie (in vaten van 60 liter).
- Exploitatie van een transformator met een individueel vermogen van 160 kVA.
- Stallen van in totaal 5 motorvoertuigen andere dan personenwagens (bestelwagens, ...).
- Het overdekt stallen (binnen) van max. 10 ton aan geaccidenteerde voertuigen (max. 6 voertuigen).
- Exploitatie van: 1 persluchtcompressor van 11 kW, 1 compressor voor spuitcabine van 15 kW, airconditioningsinstallaties voor een totaal vermogen van 45,5 kW.
- Opslag van in totaal 0,77 ton of 800 liter aan ontvlambare producten (ruitensproeiervloeistof met antivries).
- Opslag van max. 500 liter aan gevaarlijke producten in kleine verpakkingen (zoals onderhouds- en reinigingsproducten, verf, vernis, ...).
- Exploitatie van metaalbewerkingsmachines met een totaal vermogen van 10 kW.
- Exploitatie van een behandelingsbad voor het ontvetten van metalen van 200 liter.
- Exploitatie van stookinstallaties.
Deze activiteiten zijn alle meldingsplichtige inrichtingen.
De aanvraag omvat één vergunningsplichtige rubriek, met name de exploitatie van een werkplaats met 16 hefbruggen. Het lozen van afvalwater en bandenopslag blijven onder de indelingsgrens.
Uit de evaluatie van de te ontplooien activiteiten blijkt dat de risico’s op aantasting van het leefmilieu beperkt kunnen worden mits het naleven van de sectorale bepalingen.
Het voorliggende project is niet MER-plichtig. De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III (besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening).
De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.
Voor het project worden er geen stedenbouwkundige handelingen, noch grondwaterbemalingen, afvalwaterlozingen, of vermindering van ruimte voor het watersysteem voorzien. Een bijkomend wateradvies is niet vereist. Bijgevolg wordt voldaan aan de relevante doelstellingen en beginselen van het decreet integraal waterbeleid.
Advies aan het college
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Aan het college wordt positief advies gegeven om de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
4.3.b)1°i) | inrichtingen waarin bedekkingsmiddelen worden aangebracht met een maximaal gehalte aan vluchtige organische stoffen, zoals conform de EG-richtlijn 2004/42/EG, bepaald in bijlage 2A en 2B van het KB van 7 oktober 2005 inzake de reductie van het gehalte aan vluchtige organische stoffen in bepaalde verven en vernissen en in producten voor het overspuiten van voertuigen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 60 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 30 kW |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 8.200 liter |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1 x 160 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
15.3.1° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 10 schouwputten of hefbruggen, volledig gelegen in industriegebied; | 16 hefbruggen |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; | 10 ton |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 71,50 kW |
17.3.2.1.2.1° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; | 0,77 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 10 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 200 liter |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 960 kW |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 juli 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 3 augustus 2022 |
Start openbaar onderzoek | 13 augustus 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 11 september 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 16 november 2022 |
Verslag GOA | 27 oktober 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
13 augustus 2022 | 11 september 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Brandweervoorwaarden
De brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/KVLO/2022/G.00233.A3.0003 zijn van toepassing.
De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
4.3.b)1°i) | inrichtingen waarin bedekkingsmiddelen worden aangebracht met een maximaal gehalte aan vluchtige organische stoffen, zoals conform de EG-richtlijn 2004/42/EG, bepaald in bijlage 2A en 2B van het KB van 7 oktober 2005 inzake de reductie van het gehalte aan vluchtige organische stoffen in bepaalde verven en vernissen en in producten voor het overspuiten van voertuigen, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 60 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 30 kW |
6.4.1° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 liter tot en met 50.000 liter uitgezonderd de gezamenlijke opslag van minder dan 5 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige brandstoffen bij de woonfunctie van een onroerend goed dat hoofdzakelijk als woongelegenheid wordt gebruikt; | 8.200 liter |
12.2.1° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA; | 1 x 160 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | 5 voertuigen |
15.3.1° | werkplaatsen voor het nazicht, het herstellen en het onderhouden van motorvoertuigen met gebruik van meer dan 10 schouwputten of hefbruggen, volledig gelegen in industriegebied; | 16 hefbruggen |
15.6.1° | het al dan niet overdekt stallen van geaccidenteerde voertuigen of van voertuigwrakken, niet ingedeeld in de rubriek 2.2.2, d), van maximaal 25 ton, waarbij nooit meer dan 15 ton voertuigwrakken gestald mogen worden; | 10 ton |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | 71,50 kW |
17.3.2.1.2.1° | opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 (andere dan gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige stoffen met een vlampunt lager dan of gelijk aan 55°C) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton; | 0,77 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500 liter |
29.5.2.1°a) | smederijen en inrichtingen voor het mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer volledig gelegen in een industriegebied; | 10 kW |
29.5.7.2°a)1) | ontvetten van metalen of voorwerpen van metaal door middel van gehalogeneerde oplosmiddelen of oplosmiddelen met een vlampunt tot en met 55° C met een totaal inhoudsvermogen van de baden en de spoelbaden of van de opvangrecipiënten voor de opvang van de gebruikte chemicaliën als niet gebruikgemaakt wordt van behandelingsbaden en spoelbaden, van 10 liter tot en met 1.000 liter, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 200 liter |
43.1.1°a) | stookinstallaties van 300 kW tot en met 2.000 kW wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied en gestookt wordt met vloeibare brandstoffen, aardgas of vloeibaar gemaakt gas. | 960 kW |
Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.