Er werd bij de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar een verzoek tot bijstelling van vergunningsvoorwaarden ingediend. Het verzoek wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De gewestelijke omgevingsvergunningscommissie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2022100855 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | Departement Mobiliteit en Openbare Werken met als adres Thonetlaan 102 bus 2 te 2050 Antwerpen |
Ligging van het project: | Poldervlietweg 2 te 2030 Antwerpen. |
Kadastrale percelen: | afdeling 16 sectie B nrs. 138K, 138D, sectie C nrs. 4B, 32B, afdeling 18 sectie D nrs. 28C, 79B, 80B, 191D, 191E, 191F, sectie E nrs. 180/2D en 180/2B |
waarvan: |
|
- 20170720-0002 | afdeling 16 sectie B nrs. 138D, sectie C nrs. 4B, 32B, afdeling 18 sectie E nrs. 180/2D, sectie D nrs. 79B, 80B, sectie E nrs. 180/2B, afdeling 16 sectie B nrs. 138K, afdeling 18 sectie D nrs. 28C, 191D, 191E en 191F (Sereant) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van het verzoek: | Maritieme Toegang - AMORAS - verzoek tot wijziging van de milieuvoorwaarden |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 24 mei 2007 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit voor de opslag en behandeling van baggerspecie, voor een termijn verstrijkend op 23 april 2028. Er werden nadien nog diverse vergunningen voor veranderingen verleend.
Inhoud van de aanvraag
Het verzoek tot bijstelling betreft de vraag tot aanpassing van de lozingsvoorwaarden.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 15 september 2022 | 19 oktober 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Zeehaven Antwerpen rechteroever “Bietenveld” (Besluit van de Vlaamse regering van 9 maart 2007). Het goed is volgens dit GRUP bestemd als Zone voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Het gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven
op de linker- en rechterscheldeoever ter hoogte van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-,
opslag-, overslag activiteiten die gebruik maken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie zijn toegelaten. Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur nodig voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van ecologische infrastructuur
toegelaten.
In het gebied zijn eveneens, in zoverre in overeenstemming met of aangewezen in de passende beoordeling, alle werken, handelingen, voorzieningen, inrichtingen en functiewijzigingen nodig voor de instandhouding, de vervanging, het herstel of de ontwikkeling van natuur en het natuurlijk milieu in de speciale beschermingszone voor de gunstige staat van instandhouding van de natuurlijke habitats, de habitats van de soorten en soorten waarvoor de betreffende speciale beschermingszone is aangewezen of van het beperken van de milieu-impact toegelaten.
Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning wordt beoordeeld aan de hand van
zorgvuldig ruimtegebruik.
In ondergeschikte orde zijn gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
Over het goed loopt een overdruk met als aanduiding Bestaande hoogspanningsleiding.
Waar een bestaande hoogspanningsleiding is aangegeven, is het onderhoud, het beheer en de exploitatie van de bestaande hoogspanningsleiding toegelaten, alsmede de aanleg van nieuwe hoogspanningsleidingen volgens dit tracé.
In het noorden van het goed loopt eveneens een overdruk met als aanduiding Bouwvrije strook. In het gebied aangeduid met deze overdruk geldt een verbod om vergunningsplichtige gebouwen en constructies op te richten behalve werken, handelingen en wijzigingen voor nuts en pijpleidingen, telecommunicatie infrastructuur, ecologische infrastructuur, lokaal openbaar vervoer, lokale dienstwegen en paden voor niet-gemotoriseerd verkeer.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Omgevingstoets
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Maritieme Toegang baat een mechanische ontwateringsinstallatie voor onderhoudsbaggerspecie met een bijbehorende bergingsplaats voor baggerspecie uit. Het project is gekend onder de naam AMORAS (Antwerpse Mechanische Ontwatering, Recyclage en Applicatie van Slib) en bestaat uit 3 delen:
- de zandafscheidingsinstallatie gelegen op het terreindeel gekend als site Lillobrug;
- de ontwateringsinstallatie en nutsvoorzieningen gelegen op het terreindeel gekend als het Bietenveld;
- de bergingslocatie voor de filterkoeken gekend als de Zandwinningsput.
Men is vergund voor de lozing van bedrijfsafvalwater (WEFF) en transportwater (TEFF). Er werden in beide effluenten verhoogde concentraties van PFAS vastgesteld. Men vraagt een bijstelling van de lozingsnormen:
- PFBA: 630 ng/l;
- overige PFAS-parameters: 100 ng/l.
Uit de analyses blijkt dat de vastgestelde concentraties in beide effluenten op onregelmatige tijdstippen terug komen en sterk variëren in grootteorde. Binnen de in situ stalen kan de aanwezigheid van PFBA niet worden aangetoond. Binnen de aangevoerde speciestromen en geproduceerde filterkoeken werden relatief lage gehaltes aan PFBA vastgesteld. Dit toont volgens de exploitant aan dat de concentraties die worden vastgesteld in WEFF en TEFF niet in verhouding staan tot de vastgestelde gehaltes in de waterbodem en doet vermoeden dat de gehaltes aan PFBA eerder gelinkt kunnen worden aan contact met transportwater (kanaaldokwater).
Men wenst het deltaprincipe te kunnen toepassen, waarbij wordt rekening gehouden met de achtergrondconcentraties in het dokwater. De voorgestelde norm van 630 ng/l voor PFBA baseert men op de gemiddelde meetwaarden (392 ng/l) van de VMM, verhoogd met de standaardafwijking (238 ng/l) op deze meetreeks. Voor de overige PFAS wordt de rapportagegrens van 100 ng/l als norm voorgesteld.
Volgens het dossier zal AMORAS niet zorgen voor een verdere aanrijking in het dokwater. Het is immers zo dat de overshoot (surplus concentraties als gevolg van het persen) van eventuele parameters in de influentstromen, tegenover de voorgestelde norm, op een gepaste wijze uit het influent zullen worden verwijderd door de waterzuivering. Zodat ter hoogte van de meetgoot aan het voorgestelde kader wordt voldaan, zowel voor TEFF als WEFF. De actief kooleenheden zullen aanwezig blijven en ingezet worden zo lang op regelmatige basis waarden gemeten worden hoger dan de voorgestelde normen.
Men argumenteert dat er gewerkt wordt met grote debieten om de hoeveelheid water die wordt vrijgesteld tijdig te kunnen afvoeren (WEFF: 252 m³/u, TEFF: 0 tot 1.000 m³/u) die omwille van de grote hoeveelheden en discontinuïteit niet via buffering kunnen uitgemiddeld worden waardoor niet elke zuiveringstechniek geschikt is. AMORAS is geen producent van PFAS, noch voegt AMORAS tijdens het proces PFAS-houdende componenten toe. Er wordt reeds PFAS verwijderd uit zowel de waterbodem als het oppervlaktewater aangezien een deel van de PFAS-componenten achter blijven in de koeken en er een eerste opschoning van de waterstromen plaatsvindt in de WZI en het bezinkingsbekken.
Verder geeft men aan dat de permanente inzet van actief kool filters om alle PFAS te verwijderen een hoge meerkost met zich zou meebrengen. Het hoogfrequent vervangen van actief kool units is momenteel ook geen evidentie wegens de beperkte beschikbaarheid van voldoende actief koolfilters.
In het dossier wordt de impact op het ontvangende oppervlaktewater nagegaan (Wezer-impactberekening), weliswaar alleen voor PFOS aangezien in de tool enkel een toetswaarde voor PFOS beschikbaar is. Zowel voor TEFF als voor WEFF wordt er aangegeven dat op vlak van de jaargemiddelde impact de doelstellingen stroomopwaarts niet gehaald zijn en er sprake is van een stroomafwaartse achteruitgang. Wat betreft de maximale impact op het ontvangende water wordt besloten dat de doelstellingen stroomopwaarts en toetswaarde stroomafwaarts gehaald zijn.
De voorgestelde norm voor PFBA wordt gebaseerd op het gemiddelde van de VMM meetwaarden aangevuld met de standaardafwijking. Rekening houdend met de hoge standaardafwijking (238 ng/l) en het feit dat er wettelijk gezien ook nog een meetonzekerheid mag gehanteerd worden bij het toetsen van analyseresultaten aan een lozingsnorm, lijkt het aangewezen om na te gaan of de gevraagde lozingsnorm niet enigszins kan beperkt worden. Ook in het subadvies van de Haven van Antwerpen-Brugge wordt voorbehoud geuit voor de gevraagde norm en gesteld dat de lozingsnorm niet tot een bijkomende verhoging van PFBA in het dokwater mag leiden. De gevraagde lozingsnormen voor de andere PFAS-parameters kunnen verleend worden.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. er dient nagegaan te worden of de gevraagde lozingsnorm voor PFBA niet beperkt kan worden. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 16 september 2022 |
Start openbaar onderzoek | 23 september 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 22 oktober 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 5 november 2022 |
Het verzoek werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
23 september 2022 | 22 oktober 2022 | 0 | 0 | 0 | 3 |
Bespreking van de bezwaren
Tijdens het openbaar onderzoek werd een digitaal bezwaarschrift ontvangen van een naburig bedrijf. Met dit bezwaarschrift reageert men op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. Het bedrijf merkt op dat de exploitant in de situering een gedeelte heeft aangeduid dat het buurbedrijf in concessie heeft.
Tevens werd een digitaal bezwaarschrift ontvangen van PPS-Pipelines. Met dit bezwaarschrift reageert PPS-Pipelines op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. PPS heeft geen bezwaar tegen de vergunning.
Ten slotte werd een digitaal bezwaarschrift ontvangen van NMBS. Met dit bezwaarschrift reageert NMBS op het schrijven van de stad in het kader van het openbaar onderzoek. NMBS verleent een gunstig advies voor bovengenoemd project.
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op het verzoek tot bijstelling onder volgende voorwaarde:
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarde
1. er dient nagegaan te worden of de gevraagde lozingsnorm voor PFBA niet beperkt kan worden. |