Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2022083597 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | BESS INTERNATIONAL (0832664628) met als contactadres Ordamstraat 9 te 2030 Antwerpen en NV Edoco (0779960667) met als adres Ordamstraat 9 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Ordamstraat 9 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 16 sectie C nrs. 340W en 340Y |
waarvan: |
|
- 20220617-0015 | afdeling 16 sectie C nrs. 340W en 340Y (BESS INTERNATIONAL / EDOCO) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Magazijnencomplex: verandering door wijziging en uitbreiding |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
10/08/2018: omgevingsvergunning (OMV_2018069547) voor het bouwen van magazijn 17 en het aanleggen van verharding.
Voorgeschiedenis milieu
Op 2 december 2016 werd door het college van Antwerpen een milieuvergunning verleend aan Port Invest voor het exploiteren van een magazijn met aanhorigheden, voor een termijn verstrijkend op 2 december 2036. Op 20 juli 2022 nam het college akte van de overdracht van deze vergunning door Bess International en Edoco.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak de uitbreiding van de opslag van gevaarlijke producten.
Aangevraagde rubriek(en)
Aangevraagde rubriek(en) BESS INTERNATIONAL / EDOCO
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 0,40 m³/uur |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | -750 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | -31 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | -46 kW |
17.3.7.3° | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton; | 256 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500 liter |
19.6.1°c) | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; | 450 m³ |
23.2.1°a) | inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 147,50 kW |
23.3.1°a) | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | 105 ton |
33.4.1°a) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt. | 100 ton |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 16 september 2022 | 3 oktober 2022 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven. Ten zuiden van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. De Noorderlaan, ten noorden van de aanvraag, heeft als bestemming Gebied voor Verkeers- en vervoersinfrastructuur. Aan de overzijde van de Noorderlaan loopt evenwijdig een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. Ten noorden van de Noorderlaan gelden de bestemmingsvoorschriften Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’, Gebied voor spoorinfrastructuur en Zone voor permanente ecologische infrastructuur.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Opgemerkt wordt dat voor het magazijn een omgevingsvergunning is verleend, maar dat de werken anders zijn uitgevoerd dan vergund. Er zijn echter geen vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen aangevraagd in voorliggende aanvraag om deze werken te regulariseren.
De aanvraag is verder verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Bess International en dochteronderneming Edoco zijn gespecialiseerd in het afvullen van voedingsoliën. Op 20 juli 2022 heeft het bedrijf de milieuvergunning overgenomen van Port Invest en wenst met voorliggende aanvraag de vergunning te actualiseren en uit te breiden met hun specifieke activiteiten.
Plantaardige oliën zoals raapzaadolie, maïsolie en zonnebloemolie worden aangevoerd per tankwagen en binnen opgeslagen in 7 bovengrondse tanks van elk 50 m³ en 2 bovengrondse tanks van 35 m³ en 20 m³. Het betreft producten die niet zijn ingedeeld. Vanuit deze tanks wordt de olie naar een afvullijn verpompt waar diverse types verpakkingen kunnen worden gevuld, gaande van verpakkingen van 5 liter tot 1.000 liter.
De verpakkingen betreffen preform kunststoffen voorwerpen die ter plaatse uitgeblazen worden tot de gewenste grootte. De installaties voor het uitblazen hebben een vermogen van 147,5 kW. Er wordt een opslag van maximaal 105 ton kunststofverpakkingen voorzien.
Naast het afvullen van voedingsolie wenst de exploitant ook kachelbrandstoffen op te slaan en af te vullen. Het gaat steeds over hetzelfde product, gekenmerkt als op lange termijn gezondheidsgevaarlijk (GHS08). Hiervoor worden buiten 2 bovengrondse dubbelwandige opslagtanks voorzien van elk 70 m³. Vanuit deze tanks wordt het product verpompt naar een afvullijn, voorzien in een apart compartiment ten opzichte van de plantaardige olie, waar bidons van 20 liter worden gevuld (totaal 180.000 liter). Het afvulcompartiment is voorzien van een afzuiging met filter.
Op de site wordt een beperkte stroom bedrijfsafvalwater geproduceerd door de reiniging van de loods met een industriële schrobmachine. Dit toestel zuigt het afvalwater automatisch op. Gezien de loods maximaal 1 x per week gereinigd wordt, zal de schrobmachine maximaal 0,4 m³/u, 0,4 m³/dag en 20,8 m³/jaar bedrijfsafvalwater produceren. Na reiniging zal het opgezogen afvalwater geloosd worden in de riolering.
De exploitant neemt volgende maatregelen alvorens de lozing van het bedrijfsafvalwater gebeurt. Spills die eventueel zouden ontstaan bij de activiteiten worden meteen opgeruimd zodat deze niet opgenomen worden in de schrobmachine. Verder zal er telkens een visuele controle plaatsvinden op enige olieverontreiniging in het afvalwater. Indien olieverontreiniging aangetroffen wordt in het afvalwater zal dit afgelaten worden in een IBC die opgehaald wordt voor externe verwerking.
Met onderhavige aanvraag wenst men verder een aantal ondersteunde inrichtingen of activiteiten te vergunnen/actualiseren:
- de schrapping van een vergunde transformator van 750 kVA;
- de vermindering met 31 stalplaatsen voor bedrijfsvoertuigen;
- de vermindering van het vermogen van de luchtcompressoren (-46 kW);
- opslag van 500 liter gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen;
- opslag van 450 m³ houten paletten in een loods;
- opslag van 100 ton karton in een lokaal.
De transformator van 1.250 kVA is oliehoudend en staat boven een inkuiping. De opslag van gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen zal gebeuren in 2 brandwerende kasten voorzien van een gepaste inkuiping.
Men is momenteel vergund voor de lozing van 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater. Het lozingsdebiet vermindert tot onder de indelingsdrempel. Het huishoudelijk afvalwater wordt via een IBA (individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater) geloosd.
Er wordt opgemerkt dat er voldaan moet worden aan de brandweervoorwaarden van de milieuvergunning (MV2016/333).
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubriek(en)
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
3.4.1°a) | het lozen van maximaal 2 m³/uur bedrijfsafvalwater zonder gevaarlijke stoffen in concentraties hoger dan de indelingscriteria, vermeld in artikel 3 van bijlage 2.3.1 van Vlarem II; | 0,40 m³/uur |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA; | -750 kVA |
15.1.1° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van 3 tot en met 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn; | -31 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioningsinstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW; | -46 kW |
17.3.7.3° | opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton; | 256 ton |
17.4. | opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter; | 500 liter |
19.6.1°c) | opslagplaatsen van hout (hout, houtschors, riet, vlas (houtachtig gedeelte), stro of soortgelijke producten), gelegen in industriegebied, met een capaciteit van meer dan 400 m³ in een lokaal; | 450 m³ |
23.2.1°a) | inrichtingen voor het behandelen van kunststoffen en het vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW, wanneer de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied; | 147,50 kW |
23.3.1°a) | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 41 en 48, met een capaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal, wanneer de inrichting volledig gelegen is in een industriegebied; | 105 ton |
33.4.1°a) | opslag van papierdeeg, papier, karton en van waren uit papier en karton, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, met een capaciteit van meer dan 20 ton tot en met 200 ton in een lokaal, als de inrichting volledig in een industriegebied ligt. | 100 ton |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 15 september 2022 |
Start openbaar onderzoek | 24 september 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 23 oktober 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 4 november 2022 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
24 september 2022 | 23 oktober 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.